Sommige bandenmerken lijken er eeuwig te zijn, sommige komen en gaan. Nog geen paar jaar terug was Hutchinson een vanzelfsprekendheid in Nederland. Wie herinnert zich de classic Python niet, met gele of grijze compound op de schoudernoppen? Wel, die Python is er nog steeds, in vernieuwde editie. Wij hebben naast de Python nog de Toro en de Cobra in test, allen in 29”. Deze stellen we alvast aan je voor, voorzien van onze eerste indruk. Een complete review per type houd je tegoed, want daar is wat meer tijd voor nodig, om voldoende ervaring in verschillende omstandigheden te krijgen.
Heel opvallend is dat je deze banden in Nederland nauwelijks ziet en dat is vooral typisch voor ons land. Zodra je de grens over gaat naar België levert de fiets-scan* ineens een veel groter aantal Hutchinson banden op. In geboorteland Frankrijk kun je er niet omheen. Letterlijk, want op de Roc d’Azur bewaakte de Hutchinson stand de entrée van de expo.
* De gemiddelde fanatieke fietser heeft zoiets als een neurotische ‘fiets-scan’. Dat is het in een veld wedstrijd- of toertochtrijders checken van elke fiets en de afmontage daarvan die in het blikveld komt. Dit kan ver gaan: Vaak komt de berijder pas in focus als het een lid van het andere geslacht betreft.
Hoe dat komt, kunnen we slechts naar speculeren. In Nederland hoeft het allemaal niet zo stevig te zijn? Geloven we heilig in 1:1 vertaling naar de echte wereld van rolweerstand metingen op een massieve drum in een lab bij de oosterburen? De Nederlandse mountainbiker wil ook de laatste gram winnen? Ze kopen slechts op basis van fora aanbevelingen en dus wat iedereen rijdt? De importeurs doen weinig moeite om andere merken te ‘pushen’? De waarheid zal wel ergens in het midden liggen. Hoe dan ook is het uiteindelijke effect dat de massa bij de bekende 2 Duitse merken uitkomt en dan is er nog Vredestein voor de chauvinisten, Geax omdat het een tientje minder kost en Maxxis voor de fans van bakkebaarden.
Er kan behalve verkrijgbaarheid bijna geen rationeel argument zijn om Hutchinson over te slaan. Er zijn immers 2 Olympische en hele busladingen WK en andere titels mee gewonnen onder de fiets van Julien Absalon en de onoverwinnelijke E.T. Beide hebben zich bemoeid met het ontwerp van Hutchinson banden. Bovendien is het aanbod enorm, dus voor elk wat wils: Licht, sterk, veelzijdig, modder, XC, DH, CX.
Hutchinson produceert zijn MTB banden volledig in Frankrijk en voorziet ze van de features die nu gebruikelijk zijn in de markt. ‘Tubeless Ready’ spreekt voor zich. ‘Hardskin’ staat voor een extra protectie laag, in het rijtje ‘Protection’, ‘Snakeskin’ en ‘EXO’. Wat minder voor zich spreekt, is de ‘Race Riposte’ aanduiding. Riposte betekent letterlijk tegenstoot. Ik fantaseerde dat als een flinke rots tegen je band aan slaat, je band een zwaard trekt en de rots doormidden klieft. Zo werkt het dus niet, maar het staat wel voor een lekker softe (50 shore) en dus grippy compound. Hmm…, gummy! Ook goed en vriendelijker voor de trail.
Goed, genoeg introductie. Hier de banden die we aan het testen zijn:
Toro 2.15” Tubeless Ready Hardskin RR (‘Race Riposte’ compound)
Eerste indruk: Zeer capabele band in typische herfst omstandigheden, die beter rolt dan je zou verwachten. Het uiterlijk en de rij-eigenschappen van de Toro hebben veel weg van de Vredestein Black Panther Extreme, wat je zeker als compliment mag opvatten. Hij is weliswaar vrij zwaar voor de breedte, maar daar krijg je dan ook de Snakeskin zijwand voor terug. Door dit alles lijkt deze band een heel geschikte kanidaat voor een stenige marathon met matig weerbericht. De Toro is een full-knob band, bedoeld voor allround gebruik. Onze exemplaren wegen met 726 en 728 gram zeer dicht in de buurt van de opgegeven 705 gram. Helemaal 2.15” is hij echter niet; 2.0” zou een meer reële maatgeving zijn. Dit verschil van de werkelijke breedte met de fabrieksopgave zie je overigens ook terug bij de andere 2 types. Ze bouwen allemaal desondanks vrij hoog, waardoor het totale volume toch redelijk is.
Python 2.1” Tubeless Ready RR
Eerste indruk: Daar zijn we nog niet uit. Op straat loopt hij zeer lekker en is het bochtengevoel vertrouwenwekkend. Offroad? Ik moet eerlijk zijn: heb even gedacht of de Python, ondanks verbeterde compound, zijn beste tijd heeft gehad. Op zachte bos- en zanderige ondergrond is de bochtengrip ruim voldoende, maar het voelde nooit vertrouwd. Ook klimmend verloor de Python iets eerder grip dan je op basis van het profiel zou verwachten. Echt comfortabel is hij ook niet. Door de doorlopende rij noppen in het midden lijkt de Python weinig soepel.
Een off-day bij de tester? Meer spelen met de bandendruk? Of simpelweg testen in omstandigheden waarin hij beter tot zijn recht komt. Ik vermoed het laatste, want dit kan wel eens een erg geschikte band voor harde omstandigheden zijn, zoals Houffalize in zomerse omstandigheden. Onze Pythons wegen 646 en 668 gram en dat is eveneens prima in de buurt van de geclaimde 645 gram. Hij is net als de Toro wat undersized, maar in iets mindere mate.
Cobra 2.25” Tubeless Ready Snakeskin RR
Eerste indruk: Wat een veelzijdigheid! Snel rollend, grip, lekbestendigheid en zelfs niet bang voor een doornatte Veluwse toertocht, mits je zorgt dat de agressieve zijnoppen in bochten de grond raken. Wat deze band kan, liet François Bailly-Maitre zien in de Transvésubienne. Je zou er niet op gokken, op een semi-slick een long distance enduro wedstrijd in de Avalanche Cup winnen, waarvan het eerste kwart spekglad was van de regen de dag ervoor. Dat is voor een aanzienlijk deel de piloot, maar we vroegen Francois bij de Roc d’Azur toch even waarom hij deze keuze maakte. Volgens hem was de Cobra ideaal voor de overwegend rotsige ondergrond. Wat moet je met noppen als ze toch niet in de grond kunnen prikken? Wie zijn wij om hem tegen te spreken…
De Cobra’s zijn niet de lichtste: 750 en 775 gram. Flink lichter dan de fabrieksopgave van 825 gram, maar dat mocht je bij zo’n getal hopen. Voor de Cobra geldt hetzelfde als voor de Toro: dat ‘extra beetje’ rubber en die protectie heb je nodig in terrein dat je flinterdunne Duitse bandjes slacht als in een ‘Kill Bill’ scene.
Ondertussen…
… klokken we de nodige kilometers om een beter beeld te krijgen van de Hutchinson banden. Zouden eerste indrukken vervagen, bijgesteld moeten worden of volledig van tafel geveegd? We komen er op terug…!
Tekst: Jeroen Kooij
Foto’s: Eric Wictor
Laten we wel wezen: als het je te doen is om in NL snel xc te rijden, heb je eigenlijk nergens de versterking nodig die Hutchinson, maar bv ook Michelin je bieden, tenzij je echt een lomperik bent. Tuurlijk is er marketing en een algemene gerichtheid op de Germaanse markt in NL, maar dat wordt wel gebacked door prestaties. Lichte schotterracers blijken het gewoon het beste te doen in ons vlakke landje… Wel mooi dat ze uitgebreid getest worden!! Vooral die Cobra vind ik een interessante band. De Python is me te hoekig, althans, die indruk wekt ie op de… Lees meer »
Lichte schotterracers doen het alleen goed als je een passende rijstijl hebt ;-)
Mateis, je hebt helemaal gelijk; laffe trails in Nederland kun je prima aan met flinterdunne bandjes. Maar allee hè, Hutchinson heeft zat lichte banden. De ‘Black Mamba’ is niet heel veel meer dan een Furious Fred.
Dat 2 vd 3 types in test Snakeskin varianten zijn, heeft meer te maken met dat die ook in het buitenland ingezet zijn en gaan worden.