In de voorbije jaren heeft het binnenbandloze concept dat we op de mountainbike al jaren in diverse vormen kennen, ook zijn weg gevonden naar… de weg. De uitdagingen daar lagen vooral bij de hogere bandenspanning in die smalle bandjes. Inmiddels is het aanbod van road tubeless wielsets, losse velgen en banden flink te noemen.
Ook van origine niet-tubeless velgen worden tegenwoordig tubeless gemaakt met een specifiek velglint en vloeibare latex, een voor mountainbikers bijkans standaard operatie. De nog jonge, Nederlandse wielenfabrikant Julius Cycling biedt sinds kort haar AC28 wegwielset ook aan als tubeless-ready middels Stan’s NoTubes velglint (yellow tape) en vloeibare latex én als geschikt voor cyclocrossen.
Het cyclocrossseizoen is officieel inmiddels afgesloten, maar crossen doe je in de winter en winter hebben we niet echt gehad. Dus in diezelfde gedachte zijn we toch nog, verlaat, op pad gegaan om de wielset eens aan de tand te voelen!
Jij vraagt, zij draaien
Julius Cycling heeft op dit moment enkel wegwielen in het programma, al wordt er hard gewerkt aan een set voor de mountainbike. Men werkt volgens een à la carte principe. Je hebt dus keuzes. Je kiest een carbon velg van 38 of 50 mm hoog of je gaat voor een aluminium velg met een hoogte van 22 mm of 28 mm. Deze worden opgebouwd met Sapim spaken rond – in Azië vervaardigde – Julius naven die in diverse kleuren leverbaar zijn. Spaaknippels, velgstickers en snelspanners zijn vervolgens ook qua kleur af te stemmen om het geheel conform eigen smaak te krijgen.
Op de testwielset prijkt “AC28”. Aluminium Clincher, 28 mm hoog. Dekt de lading, toch? De velg is 23 mm breed en volgt daarmee de voorzichtige trend naar bredere velgen en banden in de roadie scene. Dit in navolging van het offroad segment waar dat al gemeengoed is. Vooraan is de velg met 20 Sapim CX Ray spaken radiaal bevestigd aan de naaf. Het achterwiel telt 24 Sapim CX Ray spaken die 16 over 8 gespaakt zijn. Nee, dat duidt niet op het tijdstip op een maandagmorgen dat deze wielset in elkaar is gezet, maar op het spaakpatroon. Aan de niet-aangedreven kant vinden we 8 radiale spaken. Aan de cassette zijde is een tweevoud daarvan in een 2x kruisend patroon toegepast. Deze patronen resulteren in de kortst mogelijke spaken en vormen daarmee een compromis tussen een laag gewicht en hoge stijfheid.
De wielset weegt 1480 gram, zonder snelspanners. Die heb je uiteraard wel nodig: de minimalistisch uitgevoerde spanners van Julius laten de weegschaal op 43 gram steken.
Beide naven zijn strak en minimalistisch uitgevoerd en draaien op onderhoudsarme, industriële diepgroef kogellagers van Enduro. In de hand lopen ze uitermate licht, al hoor je soms bij de achternaaf een extra afdichting onder het freewheel body wat slepen. Eenmaal gemonteerd hoor je dit echter niet meer en impact op die lichte loop heeft het geenszins! Het freewheel werkt met de pallenconstructie die je ook bij andere naven tegenkomt. In het geval van Julius zijn er dit met 6 stuks echter meer dan in menig andere achternaaf. Nu lijkt dit overdreven, maar er zijn telkens ‘maar’ 3 pallen die de getande ring in de naafhuls grijpen. De getande ring in de naafhuls waarop de pallen ingrijpen, telt 25 tanden. De overgebleven 3 pallen staan precies ‘een halve tand’ verdraaid ten opzichte van de eerst genoemden. Door deze faseverschuiving van de pallen verdubbel je echter het aantal aangrijppunten naar 50. En ja, dat merk je!
Direct, stijf en modder-proof
Op korte draai- en keerrondjes houd je je benen nogal eens stil, waarna je volle bak accelereert na de bocht. Dat snelle aangrijpen van de achternaaf komt daar zeker tot zijn recht. In rijrichting is het achterwiel, mede door het hoogkantige velgprofiel en ondanks het lage aantal spaken stijf, waardoor input op je pedalen met een grote directheid vertaald wordt naar een acceleratie.
Bij mijn cyclocrosser staan, vooral op het achterwiel, de remblokken vrij dicht op de velg afgesteld. Op de meest krappe passages – die van het type ‘wringen rond een boom’ – bleef alles vrijlopen. Bij het voorwiel ging hetzelfde op, voortkomende uit de ver naar buiten geplaatste naafflenzen. Daardoor is de zijdelingse stijfheid, ondanks het summier aantal spaken, voldoende op orde voor een stevig rondje krullen trekken op de lokale boomgaard!
De testperiode was kort, maar behoorlijk nat. Dus uitermate goed weer om een wielset voor een cyclocrosser te testen. De naven zijn voorzien van afdekkapjes die de – op zichzelf al goed afgedichte – industriële lagers nog minder toegankelijk moeten maken voor vuil van buitenaf. Door de eenvoudige opbouw was een (visuele) inspectie van de lagers door het demonteren van de naven snel te doen. Daarbij bleken de nauwe toleranties tussen afdekkap en naafhuls perfect in staat vuil buiten te houden en twijfel ik geen moment aan de geschiktheid van deze naven voor cyclocross gebruik!
Net als bij andere racefietsvelgen zijn de remflanken van de AC28 velg niet overdreven hoog. De merkstickers zijn echter wel vrij groot en strak tegen het remvlak geplakt. Tel daarbij op dat remblokken van cyclocross remmen vaak wat groter zijn en bij een fatsoenlijke crosswedstrijd (lees: modder van begin tot einde) ook snel slijten. Daardoor kunnen de blokken vrij snel de stickers raken. Niet dat dit een veiligheidsprobleem veroorzaakt; remblokken en modder winnen het zeker van de stickers. Het beïnvloedt echter wel snel – laten we zeggen – de netheid van de wielset. Je zult dus extra nauwkeurig je remblokken moeten afstellen en als je – net als ikzelf – een saloncrosser bent, met (nog meer) regelmaat de afstelling moeten controleren om te zorgen dat het geheel netjes blijft.
Tubeless Ready
Het predikaat ’tubeless ready’ maakt voor mij dat de AC28 wielset in potentie erg interessant is voor cyclocrossen. Ikzelf rijd al jaren met een tubeless setup bestaande uit een normale vouwband op een standaard velg en een rubberen velglint van Joe’s No-Flats die doorloopt tussen de hieldraad van de band en de velgrand. In combinatie met vloeibare latex dicht dat erg goed af en is nagenoeg elke velg probleemloos tubeless te rijden. Geen last meer van doorstootlek en doordat het rubberen lint door de latex vastplakt aan de buitenband, blijft het geheel erg goed luchtdicht. Het grote nadeel is echter dat een bandwissel niet echt een leuke klus is. ‘Echte’ cyclocrossers hebben natuurlijk een veelvoud aan wielsets met verschillende banden. Als saloncrosser geef ik persoonlijk liever 1x veel geld uit aan een lekkere wielset, in plaats van dezelfde hoeveelheid geld te investeren in een aantal goedkopere wielsets…
Een band wisselen betekent in mijn geval een complete zaterdagochtend verspelen aan het lospeuteren van het rubberen lint van de band, om vervolgens de rest van de week zere vingers en latex-resten onder de nagels te hebben. In de praktijk komt het er dan vervolgens op neer dat ik het hele winterseizoen, soms tegen wil en dank, maar op 1 type band rijd…
Julius’ tubeless setup maakt gebruik van de kunststof velglint van Stan’s NoTubes die strak rond het velgbed zit en niet rond de hieldraad van de band plakt. Dit staat een bandwissel gemakkelijker toe en klinkt daarom als een ideale oplossing. Of toch niet?
Burp. Oh, pardon!
Met mijn rubberen-lint setup kan ik een dermate lage luchtdruk rijden dat het eerder gedefinieerd kan worden als een band vol met (een zuchtje) wind… Wat is laag? Ik weeg 62 kg en 1,6 bar is – afhankelijk van de stijfheid van de gekozen band – werkbaar, zonder dat het geheel onstabiel wordt en ik bij de minste verticale verhoging in het parcours de velg(randen) de grond laat kussen.
Een lagere druk geeft meer grip en geeft, tot op zekere hoogte, meer comfort. Al is comfort op een cyclocrosser natuurlijk een schromelijk overdreven term. Dat terzijde. 1,6 bar was logischerwijs mijn referentiepunt voor de AC28 wielset die door Julius voor onze test voorzien was van een set Vittoria Cross XG Pro banden in de TNT uitvoering met een breedte van 32 mm.
Deze Vittoria band is soepel. Niet te verwarren met slap. Veel lichte vouwbanden zijn vooral aan de zijkant dun uitgevoerd. Wanneer je deze vervolgens tubeless rijdt kan dat bij lage druk snel een instabiel gevoel geven doordat de velg ten opzichte van het loopvlak ‘zwalkt’. De Cross XG Pro heeft hier geen last van: de band is méér consistent over het gehele karkas en komt dichter bij het ware gevoel van een (op de velg gelijmde) tuub dan de tubeless gemaakte standaard vouwbanden die ik tot dusver inzette. De breedte van de velg werkt hierbij ook in het voordeel. De optelsom van het karakter van de band en de breedte van de velg valt in mijn optiek zeer positief uit en gaf me de ingeving de fietspomp nog minder arbeid te laten leveren bij het oppompen voor de volgende rit.
Ik werd echter snel teruggefloten toen ik van mijn vaste testrondje afdraaide. Al kwam de lucht voor het fluiten niet uit iemands mond, maar uit de band zelf. Het voordeel van een lokale ronde is dat je elke millimeter kent. Het nadeel is echter dat je vanzelf de nettere lijnen gaat rijden, obstakels automatisch mijdt en je wellicht je PR aanscherpt op die ronde, maar je niet zo zeer test of een setup hufterproof is. Ik kwam daar wèl meteen achter toen ik een (nieuwe) verbindingslus van mijn lokale vaste route nam en bij het insturen over een hobbel kortstondig iemand hoorde burpen. In dit specifieke geval de voorband. De zijdelingse impact op de band was niet overdreven heftig; de velg heeft de grond niet eens geraakt, maar toch bleek het voldoende om de hieldraad van de band nipt los te drukken en een klein beetje lucht te laten ontsnappen. Geen drama overigens, de afname in druk was niet zorgwekkend en na een korte ‘pardon!’ kon de koers gewoon voortgezet worden. Bij thuiskomst kon ik met een digitale drukmeter vaststellen dat er slechts 0,1 bar ontsnapt was.
Ja, er staat toch echt 3 bar als minimale druk op de zijkant van de band vermeld. Maar wie kan crossen met 3.0 bar in zijn banden zal ongetwijfeld ook een goede chiroprakter hebben voor na de koers…
Resumé
Wat lucht verliezen is dus niet meteen een drama, maar het ondermijnt wel het vertrouwen. In die zin stel ik dan ook vast dat de laagste luchtdrukken die ik met de rubberen-lint-setup kan behalen, niet met dezelfde bedrijfszekerheid kan bereiken met deze setup. Het Stan’s NoTubes velglint dicht enkel de velg af bij de spaakgaten en vormt een afdichting tussen het velgbed en de hieldraad. Er zijn inmiddels ook velglinten beschikbaar van andere toeleveranciers zoals DT Swiss die voorzien zijn van extra randen of een brede verhoging in het middendeel boven op het velgbed. Deze zouden moeten voorkomen dat de hieldraad naar het midden van de velg gedrukt kan worden, waarmee de afdichting onderbroken wordt. Of dit zich qua bedrijfszekerheid kan meten aan de rubberen-lint-setup hebben we (nog) niet getest. Zo’n optie zou namelijk meer op zijn plek zijn bij deze wielset en het potentieel van tubeless rijden in combinatie met het gemak van bandwisselen kan dan meer uitgenut worden.
Julius Cycling laat ons, na ruggespraak, weten dat zij deze opties voor cyclocross toepassing zeker onder de loop gaan nemen!
Met de tubeless-perikelen even terzijde geschoven, ben ik van mening dat de AC28 wielset wel degelijk een plaats verdient op je optielijst voor een nieuwe crosswielset. Er is gebruik gemaakt van degelijke onderdelen om tot deze wielset te komen. Julius’ eigen naven draaien boterzacht en we hebben ook niet echt twijfels bij de duurzaamheid van de afdichting en lagering bij stevig off road gebruik in de slechtste omstandigheden. Het geheel oogt strak, netjes en… je kan ze naar eigen inzicht samenstellen voor een redelijk concurrerende prijs.
Die prijs? De wielset is via de website rechtstreeks verkrijgbaar vanaf €649,00 en je kan bij je bestelling aangeven dat je de set als tubeless-ready geleverd wil hebben, al dan niet met een passende band zoals de Vittoria Cross XG Pro. Julius biedt je zelfs de mogelijkheid cassettes mee te bestellen (en te laten monteren).
Diezelfde website meldt stijfheidsgetallen, maar bij het ontbreken van een testopstelling hebben we die zelf niet kunnen verifiëren. Niet dat we daar behoefte aan hadden; de wielset stuurt voldoende strak en voelt eveneens voldoende direct aan bij het aanzetten. Over comfort gaan we het niet hebben, we spreken hier over cyclocrossen. De fietssport voor masochisten.
Meer informatie: www.juliuscycling.com
Tekst & foto’s: Jeroen van den Brand
“Zwalkt” :-D
Uitgebreid verhaal, cool!