Velozine’s ándere Jeroen vroeg zich onlangs af hoe een mountainbike er uit zou zien die voor zoveel mogelijk terrein geschikt is. Hij vond een antwoord in de Cube Stereo, een fully met 29″ wielen en 120 mm veerweg. Ik ging dit jaar langdurig op pad met de Canyon Nerve AL 9.0 SL. Oók een fully met 120 mm veerweg, maar met iets kleinere wielen. Ik kom tot dezelfde conclusie: grotere wielen én 120 mm veerweg – het is het mountainbike-equivalent van het Zwitserse zakmes!
Scherp en strak
Net als de Cube komt ook de Canyon bij onze oosterburen vandaan, maar het verkoopmodel van Canyon wijkt nogal af van de norm. Vanuit Koblenz verkoopt het merk exclusief via internet direct aan jou als klant. Op een lokaal ondersteuningspunt voor technisch- en verkoopadvies na is er géén lokale importeur, géén dealer en dus ook géén lokale showroom. Deze formule resulteert in een lagere kostprijs en voor wie weet wat hij zoekt en het gemis van een lokale dealer en showroom (daarvoor moet je naar Koblenz) geen bezwaar is, resulteert dat dus in een scherpe aankoopprijs.
In het geval van deze aluminium Nerve AL 9.0 SL – het topmodel Nerve met 27,5” wielen – was die prijs €3299. Daarvoor heb je een fiets met Fox’ meest high-end 32 Float CTD voorvork en Float CTD demper. Beide uiteraard mét Kashima coating. Shimano levert met de XTR derailleurs, cranks en shifters ook wat bij hun op het hoogste schap ligt. De wielen komen bij DT Swiss vandaan en zijn van het Spline XM1501 type. Zitten doe je op een Ergon
Misschien zijn laatst genoemden niet de meest sexy onderdelen op een fiets met een dergelijke high-end afmontage, maar ze zijn mooi egaal mat-zwart en combineren perfect met het eveneens mat-zwarte, strakke aluminium frame. En strak… dat lijkt een thema…
Die zijn van Lutz Scheffer
Dat Canyon een korter pad snijdt door het bos naar de klant, wil nog niet zeggen dat het beknibbelt op het ontwerp van de fietsen. De groeispurt die Rad Sport Arnold doormaakte met hun merk Canyon heeft er in geresulteerd dat ze een ontwikkelingsafdeling hebben kunnen opzetten die zich kan meten met de grootsten in de industrie. Dat strakke aluminium frame getuigt hier van: de Nerve heeft scherpe lijnen en ongeacht welke maat je kiest, de bovenbuis, de tuimelaar en de achtervork volgen elkaar strak en rechtlijnig op dezelfde manier op. Vanuit welke hoek je ook kijkt. Die lijnen… design van Lutz Scheffer. Hij is de hoofdontwerper bij Canyon. Je kent hem misschien nog van het merk Bergwerk – waar hij mede-eigenaar van was – en enkele Votec modellen die hij destijds tekende.
Scheffer is er echter in geslaagd een design-snaar bij mij te raken.
Er stroomt bij mij werktuigbouwkundig constructeursbloed door de aderen. Mijn credo luidt ‘vorm volgt functie’. Bij sterk ‘vormgedreven’ ontwerpen in de fietsindustrie haak ik snel af, omdat het weinig toevoegt of zelfs afbreuk doet aan de functionaliteit. Scheffer is er echter in geslaagd een design-snaar bij mij te raken. De scherpe lijnen van de Nerve passen voor mij bij het eerder rauwe karakter van de sport. Verder vormen ze een mooi contrast ten opzichte van de meer ronde vormen zoals die de voorbije decade nogal in ‘schwung’ waren.
Nerve…us!
Met een – volgens new-school maatstaven, die vooral langere frames met vlakke hoeken voorschrijven – redelijk steile balhoofdhoek van 69,5 graden en een relatief korte wielbasis, is de Nerve duidelijk XC-agiel geïnspireerd. De zitbuishoek is eveneens vrij steil waardoor de zit relatief kort en daardoor rechtop is. De term ‘nerveus’ kwam bij me op en tijdens de eerste rit werd dit bevestigd. Op de rotspaden van Gran Canaria was het even opletten geblazen met de Nerve ‘vers uit de doos’. De korte bouw maakt dat de fiets snel reageert op het verplaatsen van het gewicht over de fiets. Dat maakt echter ook dat dat wat nerveuze gedrag goed is op te vangen door subtiel te corrigeren met het bovenlijf. Een actievere rijhouding wordt dus min of meer opgelegd. De feedback is daarbij gewoon voorspelbaar en daardoor is het beslist geen mechanische stier!
Om te testen of de Nerve de kwalificatie “Zwisters zakmes” verdient, heb ik de Nerve dan ook van alles voorgeschoteld. Dagtochten op Gran Canaria met steile beklimmingen en afdalingen over grote rotsen, een marathon in de Ardennen, technische en vooral lange ritten over Sloveense kronkelpaadjes, enkele vaste routes met hoogteverschil in Nederland en zelfs een enduro in de Ardennen.
Foto: Michiel Rotgans
… het stuurgedrag vraagt in de meest penibele situaties wel wat meer ‘body language’…
Met de laatste twee heb je meteen de twee uitersten te pakken waarin de fiets zich lekker voelt. In ogenschouw genomen dat ik geenszins een volleerd enduro-rijder ben; mijn grenzen liggen nog net binnen het kader wat je van een enduro in de Ardennen verwachten kunt. Een volbloed enduro machine is het zeker niet; daarvoor is 120 mm veerweg snel te weinig, maar meer nog: het stuurgedrag vraagt in de meest penibele situaties wel wat meer ‘body language’ om heelhuids en snel (óp de fiets…) beneden te komen. Aan de andere kant geldt het tegenovergestelde voor de meer XC-georiënteerde ritten. Met een – op een paar gram na – 12 kilo totaalgewicht, juist dat stuurgedrag en 120 mm neutraal aanvoelende vering zorgen ervoor dat je met de Nerve zeker geen flater slaat aan de start van een marathon.
De Nerve dankt dat neutrale veergedrag aan het uitgekiende veersysteem: het is een klassieke Horst Link. Dat betekent dat het scharnierpunt tussen de liggende en staande vork vóór de achternaaf ligt. Met de ketting vooraan op het middelste of grote blad is er amper pedaalinvloed merkbaar en had ik daardoor niet de minste behoefte om de Fox Float CTD demper op de dichtste (Climb) stand te zetten. Op het kleinste blad is er een lichte pedaalinvloed merkbaar, maar waarschijnlijk rijd je dan op zó’n steil stuk dat je al je concentratie al nodig hebt om tractie te behouden. Zelfs klimmen op de ‘Descend’ stand (demper volledig open) gaat gevoelsmatig behoorlijk efficiënt. In de praktijk kwam het er dan ook vaak op neer dat ik de demper de hele rit dan wel in de Trail (in Nederland) of Descend (meer geaccidenteerd terrein) liet staan. Datzelfde gaat op voor de voorvork. En mijns inziens hoort dat ook: set and forget. Ik wil niet continu aan schakelaars her en der op de fiets moeten flipperen. Overigens voelde de 120 mm veerweg voor- en achteraan nooit als te weinig en de fiets krijgt daardoor een hoog ‘kom maar op!’-gehalte.
Nerve wracking…
De oplettende lezer had al opgemerkt dat ik de remmen nog niet genoemd heb. Ik heb ze bewaard voor dit kopje. Het mag best vreemd genoemd worden dat je Avid remmen monteert op een fiets die voor de rest een volledige Shimano XTR groep meekreeg. De Elixir 9 Trail remmen werkten in eerste instantie nogal op mijn zenuwen. Ze zijn van het bijtgrage type en dat vergt gewenning. In mijn geval zelfs heel veel gewenning. Tijdens de Ardennen-enduro miste ik meermaals de mooiste lijn door een haarspeld en sneed daarmee het parcours af. Onbedoeld, want sneller was het – ik moest immers terug klimmen – niet.
De gewenning werd echter versneld toen ik de Nerve in het hooggebergte inzette. Op lange afdalingen met flinke obstakels viel de keuze van Canyons productmananagers meer op zijn plek. De ho!-ankers gaven bij hogere snelheden duidelijk aan goed thuis te zijn in dit soort omstandigheden. Geen fading en veel remkracht beschikbaar ‘at a finger tip’. Bij de steilste afdalingen gaven ze het vertrouwen om de snelheid er in te houden en bij de langste afdalingen bleef de kramp in de handen uit. Ik kreeg er alleen soms wat angstzweet voor terug. Maar dat zag gelukkig niemand, zo onder de helm(…). Eenmaal thuis en wisselend tussen de XC hardtail met XC remmen en de Canyon, was er telkens weer een herinnering aan onze eerste kennismaking: “Ho, deze bijten!”
‘Nerve wracking’ was ook Shimano’s XTR achterderailleur. Hoewel voorzien van een clutch-functie die de derailleurkooi – en daarmee de ketting – strak moet houden, klappert de ketting aanzienlijk meer dan bij SRAM clutch derailleurs. Shimano’s clutch heeft een kleine vrije rotatieslag (speling) voordat hij in werking treedt. Dat betekent dat het trekkende deel van de ketting (de bovenloop) kan gaan dansen en tegen de liggende vork klappert zodra je je benen stil houdt. Je afdaling gaat dan dus gepaard met een ritmisch geratel…
Schakelen doet het XTR spul overigens gewoon perfect, zij het dat een verhoogde veerspanning in de clutch duidelijk meer druk in de duim vergt bij het opschakelen. De feedback van de schakelaars is goed en duidelijk. Shimano bewijst ook nog steeds haar superioriteit op het gebied van het schakelen tussen voorbladen: ook onder de zwaarste belasting schakelt de voorderailleur netjes op- en af, waar concurrerende systemen duidelijk meer moeite hebben.
Het crankstel telt drie bladen. Haast ouderwets…! Van mij had er gerust een ‘double’ gemonteerd mogen zijn, want de combinatie met een 11-36t cassette maakt dat ik slechts zelden het kleinste voorblad gebruikte. En die keren dat ik dat deed, openbaarde zich het volgende: de schoudernoppen van de 2.2” brede achterband scheren rakelings langs de kooi van de voorderailleur. Wil je nog breder, dan heb je een probleem. Ik kwam daar pas achter toen ik al een eind op pad was met 2.35″ Nobby Nic Snake Skin’s. Banden die eigenlijk een must zijn om de Nerve werkelijk breed inzetbaar te maken. Een – in mijn optie – design fehler…
En nu we het toch over het frame hebben; de gebruikte bouten in de scharnierpunten zijn netjes gezwart voor de ultieme stealth-look, maar helaas niet erg roestvast. Na de eerste rammelritten was het nodig om de bouten van de achtervork opnieuw aan te draaien. Kort daarna waren alle inbusgaten van deze bouten voorzien van een laagje roest. Jammer! Het oranje-geel-rood-achtig gloedje matcht echter wel weer met de kleur van de Kashima coating op de Fox vork en demper…
De vorm en plaats van de tuimelaar is uitgekiend en draagt bij aan het strakke en uitgedachte geheel. Maar… – the nerve…! – een Reverb dropper zadelpen is standaard; waarom dan een zadelpenklem mét snelsluiter?
Zonder twijfel…
… krijgt de Canyon Nerve AL met 27,5” wielen van mij het predicaat “Zwitsers zakmes”. De afmontage is subliem. Buiten de misschien wat erg uitgesproken remmen is er niks op af te dingen. Zeker niet als je nog eens goed kijkt naar de prijs! Voor 2015 is de prijs gestegen naar €3599, waarbij je dan de allernieuwste Shimano XTR 11 speed onderdelen krijgt. Ook die Nerve heeft een triple crankstel… Dus vooral ook véél versnellingen voor je geld!
… ride, rinse and repeat.
In de lange periode dat ik met deze fiets op pad was, heeft hij écht van alles gezien. Droge, stoffige trails ohne ende, dikke blubber, hele natte blubber en alle denkbare combinaties van voorgenoemde. Op het eenmalig nadraaien van alle bouten van de achterbrug geen negatieve bijzonderheden op te merken. Nooit een piep, nooit een kraak. Kabels zijn doordacht langs en door het frame gelegd en nergens zijn extreme modder-verzamelplaatsen op het frame. De matte, geanodiseerde finish is soms wat gevoelig voor vlekken, maar buiten dat is het motto van deze fiets simpel en vlekkeloos: ride, rinse and repeat.
Deze fiets is heel breed inzetbaar. Mocht je echt verslingert raken aan enduro’s dan zal je wellicht toch opteren voor wat dikkers. Hetzelfde geldt wanneer XC/marathon racen op hoog tempo je een flinke kick geeft; je koopt dan beter een meer gespecialiseerde fiets. Voor alles daar tussen in past deze Nerve.
Ik voel me de laatste tijd goed thuis in dat gebied, iets links van XC. Daarom bevalt én past de Nerve me. De Nerve voelt levendig en is wendbaar als een XC fiets, klimt goed en heeft tegelijkertijd genoeg reserves om je plezier te laten beleven in zwaardere afdalingen. Het karakter is daarmee wel wat uitgesproken en je doet er goed aan af te wegen of dat dat bij jouw wensen past. Ben je een XCer en wil je gewoon méér veerweg, of kom je van een freerider of downhiller en wil je wat meer XCen; dit is je zakmes… uh… fiets!
Tekst: Jeroen van den Brand
Foto’s: Jeroen van den Brand, Erik Nienhuis, Michiel Rotgans