“Nog voor je goed en wel nagedacht hebt wát een Plus bike is, kan of zou moeten zijn, is de industrie je voor en zijn er Plus bikes in vele soorten. Alsof er met hagel wordt geschoten…”
En de trend van 2016 zomer 2015? Plus-sized tires. 27,5″ en 29″ banden met een 2,8-3,2″ breedte. Verrassend? Nee. We belichtte onlangs de Sherpa, die Rocky Mountain precies een jaar na dat de proto gespot was op Sea Otter nu officieel ten toon stelde. Twaalf maanden geleden was een 120 mm full suspension met ‘plus’ banden nog een noviteit, of circusattractie. Anno 2015 kan men er geen genoeg van krijgen.
Nadat Schwalbe al een persbericht rondstuurde dat er ‘dik’ nieuws aan zat te komen, was het Trek die vrij snel volgde met de lancering van de Stache en Farley. De rest van de markt volgt gestaag. Van traagheid zoals bij de opmars van de 29ers is nu absoluut geen sprake. Nog voor je goed en wel nagedacht hebt wát een Plus bike is, kan of zou moeten zijn, is de industrie je voor en zijn er Plus bikes in vele soorten en maten. Alsof er met hagel wordt geschoten…
Vanwaar 27,5/29+?
Hebben we dit niet al eerder geprobeerd, bredere banden? Midden jaren 2000 waren er genoeg 26×3,0″ Nokian Gazzaloddi’s te bespeuren op Sun Double Wide velgen. Dit leek vooral een geval van ‘goed bedacht, slecht uitgevoerd’: enorm zwaar en weinig zinvol, al helemaal niet voor de gemiddelde biker. Het zal echter niet de eerste keer zijn dat de fietsindustrie het wiel een paar keer opnieuw moet uitvinden voor ze echt de juiste vorm gevonden hebben.
Fatbikes – met 4-5″ banden rond 26″ velgen – bestonden echter al jaren en waren voorheen het terrein van enkele kleine spelers in een niche. Denk sneeuw, denk extreem los zand. De enorme velg- en bandbreedte biedt op zulk terrein de nodige extra grip, een voordeel dat je vermoedelijk ook door kan trekken naar het alledaagse MTB ritje.
Omdat de fietsindustrie zich telkens opnieuw uit lijkt te vinden om verder te komen pakte men na endurobikes een jaar of drie terug even stevig door met fatbikes: de volgende stap voor de grote markt. Maar net als 15 kg aan fiets met 160 mm aan veerweg voor lang niet iedere rijder zinvol – of zelfs leuk – is, blijkt ook de fatbike geen allemansvriend. Bij het ontbreken van verkoopcijfers kunnen we slechts onze observatie geven: het lijkt alsof men na enkele seizoenen het concept niet zo sterk omarmt als gehoopt. En dat terwijl echt ieder mainstream merk wel een fatbike of twee in de catalogus heeft staan.
“Deze vreemde eend combineerde een aantal eigenschappen die het hele ‘dikkere banden’-thema meer aantrekkingskracht gaf voor een breder (…) publiek.”
Exit fat, enter plus
Surly – die al lang en breed in de fatbikes zat – zette in 2012 met de Krampus met zijn 3″ brede 29″ banden een slankere fatbike neer en wist daarmee diverse productmanagers wereldwijd aan het denken te zetten. Deze vreemde eend combineerde een aantal eigenschappen die het hele ‘dikkere banden’-thema meer aantrekkingskracht gaf voor een breder (…) publiek. Hoewel fatbikes aantoonde dat meer band(volume) in combinatie met een lagere druk gelijk staan aan meer tractie, grip en comfort, is het ook synoniem met meer gewicht. Daarnaast technische en praktische nadelen: een fatbike band op lage druk is als een luchtveer zonder instelbare demping, en om zo’n slof kwijt te kunnen moet alles – van frame en vork tot naven en aandrijving – aangepast worden. Lees: breder gemaakt. Het optische aspect en de vergelijking met ‘normaal’ ogende wielen is, tot slot, vooral een kwestie van smaak en een kwestie van love it or hate it.
De fietsindustrie is inmiddels ook bedreven in de eeuwige zoektocht naar het ultieme compromis de optimale MTB voor iedereen. Als de markt zich na de grotere 29″ wielen naast de ‘oude’ 26″ nu lijkt te consolideren rondom 27,5″ wieldiameter, waarom zouden we dan niet een bandbreedte tussen “fat” en “normaal” gaan proberen, zeker als 4″ voor sommigen too fat is? Nu kan je roepen: “Ja leuk, maar al die Plus bikes zijn eigenlijk óók al sterk afwijkend van dat wat ‘normaal’ was!” – en dat klopt. Maar een beetje als 27,5″/650b wielen zijn de Plus maat banden ietsje gemakkelijker compatibel te maken met de spullen die je al in huis hebt en de typische lichtgewicht XC georiënteerde spullen die we vooral kopen.
Nu is dat laatste ook niet helemaal waar: de hele Boost-trend met bredere achter- en voornaaf is volledig ingegeven door de Plus-sized banden trend die op stapel staat. Je zult dus toch een nieuw frame moeten kopen, maar dan heb je meteen 2 fietsen; nagenoeg elk merk presenteert haar 27,5″ Plus bike als één waar je tevens je 29″ wielen met skinny XC banden in kwijt kunt.
“Voor mensen zonder wereldbekerambities kan je je afvragen wat het werkelijke nut is van de lichtste wielen met de minste rolweerstand…”
Polderen… iets minder vet is nog altijd dikker dan dun
Enkele merken steken met hun marketing in op de ‘extra marge’ (lees: grip en comfort) die plus banden geven tegenover normale skinny. Hiermee zouden de Plus-sized wielen vooral perfect zijn voor beginnende of minder behendige rijders. Je kan je vervolgens afvragen of die insteek niet stigmatiserend werkt, een beetje als een setje zijwielen… Daar wil niemand toch mee geassocieerd worden?
Bovendien: ook Plus banden zijn nog steeds relatief zwaar. XC rijders die graag een potje doortrappen – zeg maar de iets meer snelheids-georienteerde rijders – zullen mogelijk weinig op hebben met deze Plus-trend. Zelfs al komen er lichtere versies: het effect dat we zelf in extremis merkte op de Salsa Buckshaw fat-fully zal nog steeds aanwezig zijn (traag in alle richtingen, log; zelfs een steile stuurhoek kan daar weinig aan veranderen). Rijders die hun plezier vooral halen uit de basisvaardigheden zien deze lol mogelijk flink ondermijnd worden door een dergelijke fiets.
Voor wie de nadruk meer legt op grip of comfort zijn de Plus-sized banden natuurlijk een mooie middenweg tussen fat en skinny. Voor mensen zonder wereldbekerambities kan je je ook afvragen wat het werkelijke nut is van de lichtste wiel/bandcombinatie met de minste rolweerstand. Wie de klok niet per sé in de gaten houdt heeft vaak meer baat bij de hele dag door kunnen trappen zonder een hernia te krijgen, of die reeks idiote stenen- en wortelpassages bergop nu eindelijk eens kunnen halen. Voor deze dames en heren is 27,5+/29+ een ideaal instrument voor rijplezier en de duur ervan enkel te vergroten.
Anderzijds: is fietsplezier niet belangrijker dan nut of rendement? Er zijn immers mensen die nog starre vorken kopen. Wat je bij een fatbike heel duidelijk merkt, gaat ook – in mindere maten – op voor Plus banden: je ‘drijft’ meer over de ondergrond. Dat is in sommige gevallen fijn, maar zeker niet altijd. Soms wil je juist door de losse ondergrond of modder heen prikken zodat de noppen zich vasthouden aan vaster materiaal. En om dit soort redenen is óók de Plus-trend niet een eindstation of een trend die je móet oppakken.
Diversiteit: keuzes, inclusief ‘Nee bedankt!’
Net zoals Plus banden een compromis tussen dik en dun, kleine en grote hoepels zijn, lijkt de industrie als geheel ook een derde weg gekozen te hebben in hun aanpak. Geen eeuwig kat-uit-de-boom-kijken en doen alsof je neus bloedt zoals met de overgang naar 29er wielen. Geen schuimbekkend, hondsdol enthousiasme zoals bij enduro- en fatbikes. Nee, een deel van de fabrikanten dat inhaakt op de nieuwe trend lijkt voor een meer volwassen aanpak te kiezen en brengt mondjesmaat doordachte producten uit.
En nu net die diversiteit valt ons op. Net als bij andere trends is er een zoekende beweging zichtbaar. Enerzijds ingegeven door kuddengedrag: je zult productmanagers tegen komen die een Plus-product hebben ‘ontwikkeld’ terwijl ze er tot voor kort zelf niet vrijwillig mee zijn gaan rijden. Anderzijds zijn er producten die al redelijk volwassen en doordacht zijn. Het gevolg is wel dat je de Plus banden tegen komt in een breed scala fietsen. Niet slechts behouden tot een uitgesproken discipline en de daarbij behorende specifieke fietsen. Van hardtails met een (werkelijke) cross country insteek tot fullies voor het ruigere werk, waarbij de huidige – als algemeen aanvaarde – denklijn van de productmanagers is dat je dus zowel een setje 27,5+ én een setje 29″ skinny wielen toe kunt passen voor verfijning net naar gelang de wind staat.
Als advocaat van de duivel zou je je kunnen afvragen waarom er dan niet ook een 26+/27,5″-skinny optie is voor de compactere medemens, zoals onze huis-eigen redactiepygmee Jeroen… Maar misschien is dat iets voor 2017. Uh, zomer 2016 dus.
De nieuwe standaard: Uniformiteit
De mountainbike-tak van de fietsindustrie is een speeltuin voor ontwikkelingen. Keer op keer wordt ook bewezen dat ‘wij mountainbikers’ graag experimenteren en daarmee ook, ondanks fora vol met klaagzang, een dankbaar publiek zijn. Met fatbikes werd de markt – letterlijk – wat opgeblazen. Nu de stofwolken van de voorbij rijdende fatbikes wat is opgetrokken, settelen we voor iets minder dikke dikke banden. Soms moet je de boel wat méér oprekken voor er beweging komt. Zodra de rekgrens bereikt is, is er voldoende beweging in de markt gekomen en dat lijkt in dit geval wel zijn effect te hebben.
Dat men zowel OEM (‘af-fabriek’) als aftermarket 27,5+/29+ serieus neemt, moeten we zodoende maar niet zien als ‘weer iets nieuws dat ons opgedrongen wordt’, je hoeft immers niks te kopen, maar iets goeds: je hebt als biker de keus tussen verschillende doordachte opties. Waarbij dat doordachte ook slaat op de uniformiteit. ‘Standaardisering’ willen we niet meer in de mond nemen, maar het feit dat eigenlijk iedereen zonder tegenstribbelen uniform dezelfde asafmetingen omarmt is – in het licht van eerdere trends – een verademing en maakt dat de geboden opties je niet al te vast in een nieuwe, en misschien wel tijdelijke, niche duwt.
Tekst: Eric Wictor & Jeroen van den Brand