Klik hier voor de overige reportages vanaf de EuroBike Media Days
Eind april kondigde Cannondale aan dat XC dood was… XXC zou het vanaf toen zijn en het passende wapentuig is een mes: De nieuwe Scalpel-Si. XXC is natuurlijk een marketingterm, maar Cannondale’s uitleg was wel een interessante. XC Wereldbeker parcoursen worden steeds extremer, dus eXtreme XC is niet eens zo’n verkeerde titel. Als verstokt hardtail rijder schakelde ik 2 jaar geleden volledig om naar een lichtgewicht XC fully die me ook meer de extreme lijnen liet rijden. De Scalpel kon dan ook op meer dan gemiddelde interesse van me rekenen. Dus stapte ik bij de EuroBike Media Days als eerste bij de groen-zwarte stand van het Amerikaanse merk binnen om een maat ‘S’, met (maatspecifiek) 27,5” wielen, uit het rek te trekken.
Fabuleuze daler
Het nadeel van ergens erg naar uit kijken, is dat het tegen kan vallen. Was dat het geval? Ja en nee. Laat ik met de ‘nee’ beginnen. De Scalpel doet zijn naam absoluut eer aan: Hij stuurt messcherp en elke trap is dankzij het stijve chassis (frame én vork) gewoon raak. Met nog geen 10 kilogram (9,9 kilogram, in de maat ’S’, gemeten zonder pedalen) voelt de fiets ook lichtvoetig en speels. Op zich niets aparts voor een XC race fully zou je zeggen. Inderdaad… Totdat ik met mijn collega’s voor me op veel dikkere fully’s, blind de afdaling van de Fleckalm afreed. Een afdaling met bovenin veel snelle stukken op open Alpenweiden met af en toe flinke kuilen en kombochten, gevolgd door meer technische stukken in het bos met afwisselend wat stenen en vooral veel wortels van alle formaten. Toen zij all brakes loose naar beneden suisden, kon ik ze zonder blikken of blozen volgen. Ik heb vaker in zo’n ongelijke battle gezeten, waarbij ik het op de XC fully gewoon aflegde tegen het dikkere materiaal. Hoe anders was het met de Scalpel-Si!
Na een paar trailsecties stopte ik om te controleren of ik toch niet per ongeluk Cannondale’s Habit mee had genomen. Deze Scalpel daalt namelijk totaal niet zoals ik van een XC race fully fiets gewend ben. Bij dergelijk snelheden op XC fullies is dat namelijk vaak een combinatie van ‘remmen én bilnaad dicht’! In tegenstelling tot de Rocky Mountain Element lag dat hier niet mede aan het veersysteem. Ik gebruikte namelijk amper 75% van de veerweg achteraan, maar daarover later meer.
De geometrie van de fiets is iets unieks. We merkten hetzelfde eerder al bij de hardtail broer van de Scalpel-Si, de F-Si. Cannondale’s Lefty 2.0 heeft met 55 mm een grote vorksprong (afstand dat de voornaaf vóór de hartlijn van de voorvork staat), terwijl de stuurhoek met 69,5 graden redelijk – maar niet overdreven – vlak is. Het effect is een grote mate van stabiliteit op hoge snelheid, terwijl de voorvork nog altijd licht en precies te sturen is op lage snelheid. Met het zadel wat omlaag en een breed stuur ‘kruip je’ in de fiets en dat geeft een zeer vertrouwenwekkend gevoel. De Scalpel-Si wordt daarmee werkelijk een fabuleuze daler. Zelfs met redelijk gebruikte Racing Ralph banden voelde het vertrouwd genoeg om de ho-ankers niet méér te gebruiken dan strikt noodzakelijk en luchtig de trail af te blazen achter die dikkere fietsen aan. Op natte wortels was het minder feest. Met Racing Ralphs heb je daar gewoon niets te vertellen. Niettemin had dit geen effect op de eerste indruk: Ik kan me niet herinneren ooit op zo’n goed dalende XC fiets te hebben gereden!
Full suspension, maar geen full travel…
Had ik al gezegd dat het een extreem goede daler was? Als de nieuwe Rocky Mountain Element een van de beste XC/Marathon dalers van het moment is, dan zet deze Scalpel-Si dé referentie voor volbloed XC race-fullies. En dan te bedenken dat dat gebeurde zonder de veerweg achteraan volledig uit te nutten. De RockShox Monarch XX achterdemper is in deze Scalpel-Si een domper. Wat ik ook deed, ik kon nooit meer dan 75% van de veerweg benutten. Zelfs niet met een sag van ruim 30%, wat flink is voor XC begrippen. Ter referentie: Met fietskleding en bepakking zat er in mijn geval zo’n 70 kg op de fiets.
Ook bij het klimmen is het de Monarch die me opvalt. De compressiedemping is volledig dicht te zetten met de dubbele XLoc remote die ook de voorvork blokkeert, maar verstelbaar is de compressiedemping niet. Met de demper volledig open, beweegt de achtervering bij zittend én zeker bij staand klimmen. Niet héél veel meer dan andere XC fullies, maar wel meer dan sommigen, waaronder mijn eigen Giant Anthem of de Scott Spark 29er van een collega tijdens deze testrit. Bij laatstgenoemden is de achtervork via een hevel aan de achterdemper gekoppeld, waarmee de uitwerking van de demperkarakteristiek op het veersysteem (in het ontwerp) wordt beïnvloed. Bij de Scalpel-Si is er ook een hevel, maar daarmee wordt de demper nog steeds nagenoeg ‘rechtstreeks zonder omzetting’ aangesproken en is het veergedrag dan ook rechtstreeks gekoppeld aan de karakteristiek van de Monarch demper.
Niet dat de Scalpel-Si door dit gedrag zwaar inlevert op klimcapaciteiten. Hij klimt goed en dankzij het stijve chassis voelt het allemaal nog steeds racy aan. Er zijn echter full suspensions die met geopende demper net wat rustiger zijn en dat kan mentaal best doorwerken.
Overigens viel de Lefty me amper op. En dat is een goed teken. Dat de voorkant van de fiets strak en stijf is, is een standaard gegeven bij een Lefty en dat draagt sterk bij aan het stijve karakter van de hele fiets. De 100 mm veerweg gebruikte ik volledig, maar nooit kwam er een abrupt einde aan die veerweg. Het soepele aanspreken onder nagenoeg alle belastingen maakt dat remknippen net voor een kombocht moeiteloos werden geabsorbeerd. Daardoor konden de kombochten perfect worden ingestuurd via de ideale lijn en bleef de snelheid dus hoog.
Scherp, maar kan aangescherpt worden
De Scalpel-Si is scherp. Zijn lichtvoetigheid en stijve overkomen doen wat elke goede XC racer moet doen: Je inspireren om hard te (blijven) gaan. De geometrie van de Scalpel-Si is wat mij betreft spot-on. Waar ik voorheen op een Cannondale een sterk negatieve stuurpen nodig had om niet té hoog te zitten vooraan, is dat nu met het kortere balhoofd en lagere Lefty niet meer nodig. Het frappante is vooral dat de Scalpel-Si zelfs met een minder verfijnde achtervering je weinig in de weg staat om hard af te dalen. Dat onderstreept nog eens extra dat het met de geometrie van deze fiets écht wel snor zit.
De Monarch XX achterdemper zou voor mij een groter volume mogen hebben, waarmee hij minder progressief zou worden en dus meer veerweg gebruikt. Met volume spacers zou dan nog wat extra fine tuning gedaan kunnen worden en is er ook weer een (sterk) progressieve demper van de maken, al zou ik niet weten waarom je dat zou willen. Een instelbare ingaande demping of een standaard hogere compressiedemping zouden volgens mij ook niet misstaan, het zou de Scalpel-Si van een 100/75 mm fully weer een 100/100 mm fully maken, precies zoals geadverteerd.
Zoals ik in het begin al aangaf, keek ik erg uit naar deze fiets. Hij past goed bij de type ritten die ik het meeste van mijn fietstijd aftrap. De Scalpel-Si Race, zoals ik hem reed, overtreft mijn verwachtingen wat betreft handling. Als Cannondale mee zou kunnen gaan in mijn voorstel voor demper-optimalisatie, dan zou de Scalpel-Si met stip boven aan mijn lijstje van volgende XC fully’s komen te staan. Al betwijfel ik of dat deze Race uitvoering zal zijn. Groen matcht namelijk niet met ons Velozine tenue. (Maar misschien dat de prijs van €8499 er méér mee te maken heeft…)
Tekst: Jeroen van den Brand
Foto’s: Coen de Jongh