Mountainbikevelgen. Altijd rond, maar wel steeds een beetje anders rond. Alle nieuwe bandmaten terzijde zijn er de laatste jaren twee duidelijke trends zichtbaar:
- Velgbreedte: Was je begin deze eeuw nog een baas met je 17 mm brede Crossmaxen, tegenwoordig lachen zelfs wielrenners om dat soort smaldenkerij. Breed moet het zijn! Want: dat is stijver, en ondersteunt de band beter in de bocht, toch?
- Carbon als velgmateriaal: In het high-end segment al bijna standaard. Carbon heeft de potentie om velgen te maken met een ongeëvenaarde verhouding tussen stijfheid/sterkte en gewicht.
Productie van carbon onderdelen is arbeidsintensief en de materialen zijn kostbaar. Je betaalt daarom altijd meer voor carbon dan de hooguit €180,- voor een set chique aluminium velgen. De prijsverschillen tussen carbon velgen zijn echter enorm. Alibaba-velgen daargelaten: Wil je weinig betalen, dan koop je ze zelf in China bij bekende(re) agenten als Light Bicycle of Nextie. Dat zijn nette bedrijven die over het algemeen goede waar leveren. Een set velgen kost pakweg €500,- inclusief verzending. Dan heb je ze echter nog niet in huis! Je bent namelijk je eigen importeur, en moet dus nog BTW en invoerrechten betalen. Omdat agenten hun pakketten vaak (frauduleus) met een lager dan werkelijke waarde markeren en de controle niet 100% is, komen de extra kosten in de parktijk gemiddeld op nog zo’n €50,- uit. De vraag is natuurlijk hoe lang de douane hier nog in trapt. Bij schade of verlies tijdens verzenden ben je ook slechts verzekerd tot de factuurwaarde. Heb je een garantiegeval dan moet je ook zelf alles regelen. Kosten en frustratie kúnnen dus snel oplopen….
Aan de andere kant van het prijzenspectrum zitten bedrijven als Reynolds en Enve. Daar betaal je zo’n €1.000,- voor één velg, krijg je vijf jaar fabrieksgarantie, en kost vervanging onder crash replacement 50% van de nieuwwaarde.
Ergens tussen die twee uitersten bevindt zich een aantal Nederlandse leveranciers als Wheel-tec, Handgespaakt, Andless en 9th Wave die velgen en/of complete wielen onder eigen naam aanbieden. Daarvoor betaal meer, maar ze worden wel op eigen specificatie gemaakt, én je koopt er het eventuele “gezeik” met douane en garantie mee af. Of het je dat waard is, is je eigen afweging. Hopelijk helpt deze review je bij die keuze!
9th Wave
Voor een interview spraken we met de Nederlandse aanbieder 9th Wave. Maar niet te lang, want we wilden fietsen. Er stond namelijk een set wielen klaar! Een hele dikke set wielen. 9th Wave bouwde voor ons, op speciale wens, de volgende set:
- 9th Wave SW29 Asymmetric velgen met een binnenbreedte van 29,5 mm. We kozen deze velg omdat de set bestand moet zijn tegen trail- en endurogebruik op een 29er all-mountain fiets en een piloot die “niet gelooft in lijnen”. Sterkte, stijfheid en een goede ondersteuning van minimaal 2.3″ brede banden hebben prioriteit boven gewicht.
- DT Competition spaken. 9th Wave spaakt haar standaard wielen met DT Revolution spaken. Wij kozen voor dikkere. Niet omdat we verwachtten dat de Revo’s tekort schieten op sterkte of stijfheid, maar wel omdat dunne spaken gevoeliger zijn voor steenslag. Een dikke opgeworpen steen kan maar zo een spaakbreuk veroorzaken!
- 32 spaken per wiel. We kozen hier voor… omdat we even niet nadachten. Onze testset zou 28 spaken hebben, als we al niet onze bestelde 32 gaats naven hadden ontvangen.
- DT aluminium nippels. Omdat ze stevig genoeg zijn. En omdat kleurtjes belangrijk zijn!
- Hope Pro 4 naven. Deze kregen we van Hope, naar onze wens: Boost 110×15 mm en 148×12 mm, 32 gaats.
- Tubeless velglint en ventielen.
De eerste indruk
Er is een goede wielbouwer aan het werk geweest. De spaakspanning voelt en klinkt uniform. Ook is er goed gereedschap gebruikt: de oranje geanodiseerde spaaknippels zijn kwetsbaar voor krassen, maar zijn onbeschadigd. Als er al iets te zeuren valt, dan is het dat het logo van de voornaaf niet precies tegenover het ventiel zit.
De velgbreedte, de 3 mm dikke zijwanden, non-anorexia spaken en brede flensbasis laten de wielen er bijna intimiderend stevig uitzien. Zo voelen ze ook aan! Toch zijn het geen zwaargewichten – een velg weegt namelijk volgens fabrieksopgave 414 gram. Ter indicatie: dat is zo’n 110 gram minder dan een No Tubes Flow Mk3 met dezelfde binnenbreedte en max rijdersgewicht (115 kg). De complete wielen wegen een nagewogen 1799 gram, inclusief ventielen en tubeless velglint. Zeker geen XC-sprint setje, maar gezien beoogde inzet-bereik, de breedte en niet al te lichte naven en spaken een prima gewicht.
Setup
De wielen komen aanrollen met voorgemonteerde velglinten en ventielen, de banden kunnen er dus direct op. En dat gebeurt gelukkig ook: 2,35″ Schwalbe Hans Dampf Snakeskins gaan er makkelijk omheen, bandenlichters zijn overbodig. Om de banden in de velgrand te laten ploppen, is wel hulp nodig. Mijn ouderwetse dunne SKS baanpomp raakt namelijk buiten adem, en ik er bij! Gelukkig is die hulp beschikbaar in de vorm van een Air Shot. Met de ventielkernen er uit ploppen de banden met één luchtstoot op hun plek. Fijn zo, dat hebben we wel eens anders gezien. De “PANG” van het ploppen klinkt anders dan bij een aluminium velg. Het klinkt zelfs een beetje eng…
Na het ploppen kun je dan gerust de tijd nemen om de hulptroepen te verwijderen en de ventielkern terug te plaatsen. In het velgbed zitten tussen het centrum van de velg en de zijwanden twee kleine randen die de band op hun plek moeten houden, zelfs als hij helemaal leegloopt. Bij de setup lijken die alvast goed te werken. Ook dát hebben we al eens anders gezien…
Met de banden op druk geeft de schuifmaat een bandbreedte van 61 mm aan, gemeten op de noppen. Dat is fors. Het gekke is: dat valt niet eens op, omdat de wieldiameter, velgbreedte en velghoogte óók al zo fors zijn. Het is een beetje hetzelfde effect als bij mijn XL 29er: Omdat het frame zo groot is, lijken de wielen klein en zien mensen soms niet direct dat het een 29er is.
Rij-indrukken
Een grote blauwe vogel (dank voor het citaat) zei ooit: “Gewicht is het enige objectief meetbare aan een fiets. De rest is perceptie.” Nou, hoe voelen de wielen dan aan? Voor we daar op ingaan, moeten we er bij vertellen dat de testwielen in een gloednieuwe fiets zitten en dat we geen andere Boost-wielen beschikbaar hadden. Direct vergelijkingsmateriaal is er dus niet.
De wielen voelen lekker strak aan en zijn zijdelings zeker stijf genoeg. Ik voel nauwelijks flex, ook niet als ik de fiets op een recht stuk snel laat slingeren, noch op worteltapijten, noch in bochten. Online lees je wel eens dat wielen ook té stijf kunnen zijn, waardoor obstakels je zijdelings uit balans kunnen brengen, of de fiets oncomfortabel aanvoelt. Beide sensaties heb ik bij deze wielen nog geen moment gehad. Toch nog even terug naar die uitspraak over perceptie. Helemaal klopt hij toch niet want wielstijfheid is prima te meten, mits je een goede meetbank hebt! Helaas staat die pas voor 2017 op onze begroting. Tot die tijd moet je het dus doen met deze indrukken.
Ik had in de eerste ritten met de wielen nog twee onverwachte sensaties. Ten eerste lukte het me om de achterband al bij een kleine sprong te laten burpen. Ten tweede rolde de achterband in bochten veel meer weg dan ik op basis van de brede velgen, bekende banden en luchtdruk zou verwachten. Wat nou, wonderwielen? Wat bleek: ik begon al met een lage bandendruk, en de gloednieuwe achterband had al bijna direct last van een Schwalbe-kwaal: Één nop liet een beetje los, waardoor hij heel langzaam leegliep. Na hem geplakt te hebben, was dat alles gelukkig voorbij en geven de wielen inderdaad blijvend het strakke gevoel dat je zou verwachten.
Duur/-zaam?
Tijdens de eerste enduroritjes geven de wielen geen krimp. Wortels, sprongen, wat stenen, niks aan de hand. Om eerlijk te zijn: Die ritten bevatten nauwelijks grote en scherpe stenen, die de velgen op impact kunnen beschadigen. Want dat is toch wel “een dingetje”. De verwachting is dat deze velgen veel kunnen hebben. Veel is echter niet alles, want alles kan kapot. Hoe houden de velgranden zich als je ze vol op een scherpe steen prakt? Een aluminium velg deukt dan in. Dat is vervelend, maar niet per sé desastreus. Carbon doet echter niet aan indeuken. Nee, carbon blijft óf gewoon heel… of het delamineert of breekt bros. En dat wil je niet, want ook al biedt 9th Wave een crash replacement programma: Als je een carbonvelg sloopt, dan doet dat pijn in de portemonnee!
Het opzoeken van de grens is daarom gevoelsmatig wat “gevaarlijker” dan bij een set met aluminium velgen. Dat maakt dat je in het begin misschien ook wel voorzichter met deze wielen omspringt dan nodig. Gaandeweg verdwijnt die aanvankelijke voorzichtigheid echter… dus is het wachten op de eerste impact. Die komt echter niet op een moment dat ik hem verwacht. Niet in een dikke rotstuin, niet na een mislukte sprong, maar op een snelle afdaling met niet eens zozeer grote als wel scherpe stenen. Eén steen scheurt de buitenband open op het loopvlak, en hij is zo snel leeg dat hij op hetzelfde punt inslaat op de velg. De band bevat ook daar een gaatje. De velg toont een beschadiging met een braampje. Twee millimeter lang, en amper een halve millimeter diep. Dat is alles.
Een aluminium velg had er zeker slechter uitgezien. De fabrikant adviseert om er lekker mee door te rijden en de braam niet te schuren, tenzij hij echt scherp is. Met een verse achterband blijkt de luchtdichtheid ook op orde. De beschadiging is miniem dus, dat geeft me vertrouwen dat de velgen een stootje kunnen hebben! In latere ritten, zowel op natuurlijk trails als in Bikeparks, komen er veel meer lompere stenen en rotsen voor de wielen, en soms voel ik dat de velg de grond raakt, nu gelukkig zonder lek te rijden.
Velgbreedte en bandendruk
Een bredere velg ondersteunt een band bij gelijke luchtdruk beter dan een smallere velg, daar kunnen we het over eens zijn. Dat wil echter niet zeggen dat je met zulke velgen zomaar met “0,9 bar” rond kan gaan raggen, zeker niet in combinatie met lichtere, soepele banden. Dat heeft twee redenen: Ten eerste kent dit effect zijn grenzen, maar veel belangrijker: Hoe lager de druk en hoe lichter de band, hoe groter de kans op (stoot)lekken. Daar doet een bredere velg niks aan.
Banden met stijvere en sterkere karkassen (Maxxis Double Down of Schwalbe Super Gravity Casing – op de redactie “tuinslangversies” genoemd) verlagen de minimaal berijdbare en veilige druk wel iets, maar nog steeds geldt: Als je lomp gaat doen, verhoog je bandendruk dan wat. Wil je echt maximale grip én snelheid in lomp terrein, bescherm dan je investering met een systeem als Procore.
Conclusies
Met een set 9th Wave velgen koop je een set prachtige velgen, met inderdaad een érg gunstige verhouding tussen stijfheid/sterkte en gewicht. Ze zijn retestijf, bewezen sterk op impact en duidelijk lichter dan een set hoogwaardige aluminium velgen. Een wondermiddel is het natuurlijk niet (dat is het trouwens zelden), want nog steeds kun je je banden aan flarden rijden en al zijn de velgen sterk: Ze zijn niet onverwoestbaar.
De meerprijs van deze velgen bedraagt echter zo’n €650,- ten opzichte van aluminium en zo’n €300,- ten opzichte van zelf geïmporteerde carbonvelgen. Daarom besluiten met een herhaling van een strofe uit de eerste alinea. “Of je dat waard is, is je eigen afweging.” Hopelijk hielp deze review je daarbij!
Prijzen en mogelijkheden
- Losse 9th Wave SW velg, in 27,5 of 29″: €419 per stuk, twee jaar garantie, crash replacement mogelijk.
- Standaard 9th Wave wielset met SW velgen, 28 DT-Revolution spaken en eigen merk naven: €1199,-.
- Online kun je ook je eigen wielen samenstellen met verschillende naven- en spaaknippelopties.
- Velglogo’s in eigen kleur: +€125,- per set.
- Het door ons geteste niet-standaard set vertegenwoordigt een waarde van circa €1300,-. Maatwerk als dit is in overleg vaak mogelijk.
Tekst: Lars Vogelenzang
Foto’s: Jeroen van den brand
Meer info: www.9thwave-cycling.nl