In 2013 lanceerde het Duitse Focus de SAM. Een dikke enduro fully met 160 millimeter veerweg. Een begrijpelijke zet: enduro is was booming. Toch was de SAM een wat vreemde eend in de bijt in het programma van Focus. Naast de Spine met 120 millimeter veerweg had het merk namelijk niet echt veel aanbod van (of geschiedenis in) full suspensions in het inzetgebied ‘voorbij’ cross country. Tussen de Spine en de SAM werd vorig jaar de JAM met 140 millimeter veerweg en 27,5” wielen gepositioneerd. Deze werd tegelijkertijd gepresenteerd met de O1E cross country full suspension met 29” wielen, waarmee hij ook het nieuwe FOLD veersysteem deelt.
FOLD
De achtervork van de JAM bestaat uit één geheel en is daarmee een single pivot. Niets bijzonders. Behalve de manier waarop deze vervolgens de demper bedient en wat de kern van het FOLD systeem vormt. We schreven bij de introductie van JAM al uitgebreid over de opbouw en werking van het systeem. In het kort komt het er op neer dat twee hevels worden gebruikt om het veersysteem twee specifieke fasen te geven. De eerste 30% van de veerweg is de werking degressief: naarmate het achterwiel veerweg opsnoept, nemen de slag van de demper -en daarmee de benodigde kracht om hem in te drukken- relatief af. Daarna volgt een fase die de progressiviteit van de luchtdemper benut zodat je niet abrupt door de rest van de veerweg heen blaast. Focus claimt hiermee een veersysteem te hebben gecreëerd dat in het begin van de veerweg erg fijngevoelig en actief is, zonder overactief te worden naarmate de obstakels groter worden.
…een heerlijk cliché.
En raad eens? Dat wat ze claimen… klopt! De achterkant is écht super fijngevoelig. Met de sag rond de aanbevolen 30% is het FOLD systeem fijngevoeliger dan alles wat ik ooit eerder probeerde! Vooral op remknippen die met hoge snelheid genomen worden, valt het enorm op hoe gemakkelijk de achtervering ze weet op te vangen en daarmee de fiets gecontroleerd en stabiel aan doet voelen. De overgang tussen het eerste -fijngevoelige- en het progressieve tweede deel van de vering gaat vloeiend en zonder nukken. Het gevolg is een boterzachte achterkant die de JAM comfortabel maakt en tegelijkertijd het idee geeft over véél meer dan 140 millimeter veerweg te beschikken; een heerlijk cliché. Op grote obstakels en hoge drops voelt de achterkant dan ook niet snel ondermaats. Chapeau Focus!
De actieve achterkant vertaalt ook naar veel tractie bergop. De JAM is daarmee een goede technische, maar niet per se snelle klimmer. De snelheidssensatie wordt met die actieve achterkant wat gedempt en maant je ook om vooral op het zadel te blijven zitten. Een sprintje doen met de demper geopend, overweldigt het systeem snel; een greep naar de hendel om compressiedemping dicht(er) te zetten is nodig om wat meer rust én voorwaartse snelheid te krijgen.
De fijngevoeligheid van de achterkant is gewoonweg niet te matchen door welke vork ook.
Merk op: ik heb het overigens bewust hier alleen over de achterkant. ‘Elk voordeel, heb z’n nadeel’ zei wijlen Johan Cruyff. Hoewel hij enkel verstand had van voetbal, is de uitspraak universeel toepasbaar en in het geval van de Focus JAM zo treffend als de goals die hij -Johan dus- maakte. De grootste troef van de JAM is meteen ook zijn grootste nadeel. De fijngevoeligheid van de achterkant is gewoonweg niet te matchen door welke vork ook. Nou ja, jawel: Cannondale’s Lefty, maar die zijn er niet (meer) voor dit veerweg-bereik. We moeten het dus stellen met ‘reguliere’ vorken en in dit geval een Fox 34 Float Performance. Een prima vork, maar toch een teleurstelling in de JAM ‘dankzij’ het FOLD concept; hij kan gewoonweg niet mee qua fijngevoeligheid en dat is JAMmer. Het effect is een wat ongebalanceerd gevoel tussen voor- en achtervering, dat nogal bepalend is voor de hele fiets.
Duits sober
Met zijn donkere kleuren oogt de fiets wat sober. Men had op zijn minst de in(elkaar)gewikkelde linkage nog een andere kleur gegeven. Pas na enige tijd kijken vallen ook pas kleine ontwerpdetails op, zoals de typenaam ‘JAM’ die verschijnt in het kleurenvlak op de achtervork. Sober gaat ook op voor de afmontage van deze JAM C Pro. Maar zie dat beslist niet als nadeel. De Shimano XT groep mét voorderailleur geeft een groot bereik en werkt zoals je van Shimano verwachten kunt: feilloos. De DT Swiss E1900 Spline wielset heeft velgen met een binnenbreedte van 25 millimeter die de Continental Mountain King 2.4” banden goed tot hun recht laten komen. Stuur, stuurpen, zadel en zadelpen zijn van Focus’ eigen ‘Concept’ label. Ik blijf het een vreemde naam vinden; ik heb liever onderdelen die ‘af’ zijn. Goed, ik zal niet muggenziften over een naam… De mechanisch te bedienen Concept dropper zadelpen voelt echter volledig ‘af’, is licht in zijn bediening en komt degelijk over.
De “C” in de de typenaam “JAM C Pro” staat voor carbon. Dat gaat alleen op voor het voorframe. De achtervork is van aluminium, net als de hevels van het veersysteem. Het topmodel, de JAM C SL (€7.199), heeft ook een carbon achtervork. De afwerking is prima en dat geldt ook voor de lagerpunten van het veersysteem. Aan de voorzijde van de brede bovenbuis lopen de kabels naar binnen toe via een kunststof geleiding. Die had echter wel wat subtieler en vooral ook wat dichter gemogen om vuil buiten het frame te houden.
Rechte zit
De stuurpen op de testfiets was relatief lang voor hedendaagse begrippen. In de afdaling wenste ik een kortere stuurpen om wat gemakkelijker naar achteren te kunnen hangen en daarmee de voorkant wat lichter te maken. Zelfs met veel spacers onder de stuurpen en dus een hoog geplaatst stuur, hing ik gevoelsmatig nog best flink op het voorwiel. Bij de meest krappe passages merkte ik dan ook dat ik me wat meer inhield om in controle te blijven. De zitbuishoek is daarbij vrij steil waardoor, tijdens het klimmen de zit juist weer wat kort/krap aan voelde. Focus heeft deze zitpositie bewust gekozen om het gewicht ook wat meer voorop de fiets te hebben bij het klimmen en zodoende ook de achtervering wat minder in te laten zaken op de steilste stukken. Ik zou denk ik zelf toch een zadelpen met setback monteren en een kortere stuurpen. Toegeven: die impuls wordt volledig ingegeven door gewenning…
Eigenzinnig
Een halve dag op pad met de JAM leert me dat het een eigenzinnige fiets is, met veel potentie. Het FOLD systeem maakt de fiets en weet me in basis absoluut te charmeren. De gretigheid waarmee de achterkant werkt, maakt dat het een fiets is die goed past wanneer je zelf iets passiever bent. Hou je van veel airtime, het afzetten op elke kant die je tegen komt, dan geeft de fiets misschien wat te weinig ‘support’ in het begin van zijn veerweg. Je kan de demper natuurlijk harder oppompen, maar dan rij je feitelijk op een fiets met veel minder veerweg; die 140 millimeters die de achterkant biedt, ga je dan nooit meer volledig bereiken. De souplesse waarmee de achterkant onder meer remknippen vlak strijkt, is een openbaring en op een niveau waar weinig fullies zich mee kunnen meten. Juist om die reden loont het absoluut de moeite om heel bewust een JAM model te kiezen met een goede en vooral soepele voorvork, om zodoende iets meer balans in de fiets te krijgen en daarmee in zijn volle potentie te kunnen benutten.
Tekst: Jeroen van den Brand
Foto’s: Coen de Jongh