Je kan een trend weliswaar pushen door het gewoon groots neer te zetten, flink te roepen en maar te hopen dat het verkoopt. Maar in de fietsenbranche zijn de marges zo laag dat weinigen al te grote gokken nemen. Het feit echter dat echt veel merken niet één, maar meerdere modellen in diverse prijsklassen hebben, zegt toch écht dat er een markt is. Het heeft misschien een beetje te maken met de steeds grotere inzetbaarheid van de gravelbike, en daarmee de stijgende kans op marktsucces. Want wat we jaren terug in Nederland nog ‘mountainbiken’ of liever ‘atb-en’ noemden, is nu zo’n beetje wat je met een gravelbike doet. Kijk maar eens naar onderstaande afbeelding, en vergelijk die dan met de klassieke Scott een paar afbeeldingen verderop. Welke is terreinwaardiger, denk je?
We zagen in de voorgaande jaren ook al een flinke opmars van leveranciers van tassen en accessoires voor het betere bikepacking-werk. Toen nog op fatbikes, die daarmee werden gepropageerd als dé ultieme wereldreiziger. Nu, in 2018, moet je die fatbikes – zelfs ondanks die dikke banden – met een loep zoeken, en wordt bikepacking vooral gekoppeld aan de gravel-scene. Als zelfs mainstream merken als Shimano’s onderdelenmerk Pro een accessoirelijn specifiek voor de gravelbike maken, is er toch echt wel wat aan de hand.
Tegelijkertijd is het ook een speeltuin voor marketeers en productontwikkelaars. Vering, droppers… verzin het maar en je ziet het óók op de gravelbike. Uiteraard ook elektrische trapondersteuning, want ja… de ‘E’ van EuroBike staat immers – zo lijkt het – voor ‘Electro’…
In deze tweede reportage schotelen we je een aantal van die gravelunits voor, naast wat ander opvallend, leuk of gewoon mooi spul dat we na lang zoeken tóch nog vonden. Aan het einde van de dag liepen we nog een Australiër tegen het lijf die geen genoegen neemt met enkel dromen over een beter veersysteem…
Vasttech
Australiër Tim Southall reist de halve wereld af met zijn eigen creatie. Enerzijds om de fabrieken te bezoeken die hem helpen zijn creatie te verwezenlijken, anderzijds om anderen te overtuigen van zijn veerconcept. De kerngedachte is een scharnierpunt halfweg tussen trapas en achterwiel, waarbij het eerste deel van de veerweg een achterwaartse beweging geeft. De in totaal 112 mm veerweg wordt doorlopen met weinig ‘chaingrowth’ waardoor en het veersysteem ongekend efficiënt zou werken. Het afgeveerde gewicht is eveneens erg laag en de asconstructie erg stijf. Op uitdrukkelijk verzoek hebben we niet alle details vast gelegd op de gevoelige plaat; details die absoluut interessant waren!
Tekst: Jeroen van den Brand
Foto’s: Dennis Jöris & Mark ten Napel