2013 was een bewogen mountainbikejaar. De media wilde XX1, enduro, fatbikes en racefietsen met schijfremmen maar niet met rust laten. De internationale pers wakkerde het schuimbekken over wat obscure UCI regels aan en thuis werd de Bergrace ter ziele gedragen. Nog nooit zat er zo veel potentie in de scene en nog nooit zag het er voor de wedstrijdsport in eigen land zo somber uit. In september spraken we nog Maarten Esser van MTBSO over miskenning, frictie en hoe dingen anders kunnen – of misschien wel moeten.
We gingen ook te raden bij de overkoepelende Nederlandse bond: de KNWU. Voor de één hoofdschuldige aan alles dat ontbreekt aan de sport in eigen land, voor een ander de lijm die alle betrokkenen bindt. We zaten aan tafel met Henk van Beusekom – manager sport – en Evert Jochemsen – voorzitter commissie offroad – en vroegen ons allereerst af waarom er afgelopen augustus een enquête bij KNWU leden in de bus viel…
Worstelingen Henk & Evert: De enquête is gericht op de deelnemer, waarom die hij/zij mountainbiket en deelneemt aan wedstrijden. Wat is belangrijk – moet het losser of strakker? Alle licentiehouders konden reageren op de open vraagstelling: wat is het mountainbiken? Dit ook in het kader van het beleidsplan dat [afgelopen najaar] werd geschreven. Hoe ziet het er op dit moment uit, en nou ja, wat is de beleving van de sporter? Waarom ga je fietsen, waarom kom je wel – of niet, wat zijn de keuzes die je maakt? Wat voor wedstrijden wil je? Want dat was al langer bij ons een strijd. Velozine: Blijkt hieruit dat er een fundamentele verandering komt, of moet komen? H&E: Je ziet een worsteling bij de UCI in de afgelopen jaren, qua regelgeving. Waar alles vroeger in de Rocky Mountains moest, willen ze nu in de stad organiseren. Ze hebben zelfs gewerkt om de [XC -red.] Eliminator Olympisch te krijgen. Er zit een worsteling in die je kunt zien en die we onderkennen. Alleen sommige zaken worden toch erg lastig in Nederland, tenzij je alles in Limburg en op de Posbank gaat houden. Je bent beperkt in de mogelijkheden. Ook al heb je stukken bos ter beschikking, blijft het lastig met vergunningen. Het zal niemand inderdaad ontgaan zijn dat de (XC) sport aan het veranderen is. Een blik op het XC parcours van Pietermaritzburg, Zuid Afrika, zegt alles. Een makkelijk in beeld te brengen helling, een spectaculair parcours dat techniek en explosiviteit vergt die de gewone sterveling nauwelijks op kan brengen. De verandering is van bovenhand opgelegd door de UCI om de discipline een stimulans te geven, maar de vraag is wie er kan volgen en op welk niveau. H&E: Er is nog een andere worsteling: de lijn nieuwelingen tot en met topsport – elite – en alles er omheen. Het overgrote deel van de licentiehouders verhoudt zich niet helemaal lekker daartoe: tot de nationale selectie, UCI en bondscoach. We hebben dezelfde gesprekken [als met verenigingen] met organisatoren, die liever 500 funklassers aan de start hebben dan de Olympisch kampioen. VZ: Dan krijg je toch een spagaat tussen top- en breedtesporters? H&E: De spagaat is er tussen de bondscoach en driekwart van de deelnemers: die willen een parcours met minder druk op dat technische. Er zit hele duidelijke verschuiving voor de sport. Die is voor Nederland heel lastig. Een hele grote groep gaat marathons fietsen in Duitsland. De groep die week in week uit naar Brabant of waar dan ook in Nederland rijdt om een mountainbikewedstrijd te rijden is kleiner aan het worden. Dat heeft niet alleen maar te maken met parcours, maar ook met kosten die hoger worden. VZ: Is mountainbiken niet te veel een doe-sport in Nederland, om ons te laten leiden door een kleine groep elite? H&E: Terwijl mountainbikers toch vooral een doe-sport zou zijn blijkt toch uit de enquête dat publiek, entourage en sfeer ook wel belangrijk zijn. Vanuit de amateurs en masters – dat is ook de grootste groep – is ook een focus op parcours. Dan krijg je dat ze niet zitten te wachten op kunstmatige hindernissen, maar gewoon flow-parcoursen die goed gefietst kunnen worden. Dus terwijl de internationale XC top(-competitie) een nieuwe richting inslaat, hebben we in Nederland een aantal beren op de weg. Enerzijds worden we beperkt door onze topografie en de toegang tot de spannendste stukjes bos, anderzijds is duidelijk dat de meerderheid van de inschrijvers geen behoefte heeft aan Pietermartizburg op de Holterberg. Daarnaast is er dan ook nog eens verloop naar andere discipline’s. VZ: Vroeger stond je met honderd-nogwat man aan de start bij de elite…. H&E: Dat is nu een man of 35. De bonscoach, die zegt “Elite moeten een prominente plaats hebben”, een paar organisatoren roepen “Ik heb liever de funklasse.” Onze stelling, dan: je organiseert een wedstrijd maar dat moet een evenement zijn. Er moet meer te doen zijn. De afgelopen jaren hebben we ook geprobeerd om bij de topcompetitie Go Biking Toer (opstapactiviteiten voor kinderen) neer te zetten, of van alles er omheen. Maar dat strookt niet altijd met organisatoren: het is heel moeilijk om de stap te maken. Die [organisatoren] zitten heel erg in het sportinhoudelijke. |
Lees verder op de volgende pagina…
De nationale bond heeft de plicht om alle wieler sporten in Nederland te promoten. Het heeft niks te maken met of het wel of niet olympisch is. De bond zou fietsers de kans moeten geven. Zelfs landen als Mauritius krijgen het voor mekaar om twee downhillers naar het wereld kampioenschap te sturen. (in champery 2011 op single crown huur fietsen) Het is een kleine moeite om dit soort dingen te faciliteren. Als er wegens regels een officiele coach o.i.d. moet zijn dan zijn ze er toch al voor xc waar dan wel veel aandacht aan wordt besteed. Nu er wel… Lees meer »