Vorig jaar november kwam het nieuws naar buiten dat het roemruchte fietsmerk American Eagle een wederopstanding zou krijgen. Het merk dat vooral bekend werd door Bart Brentjens’ wedstrijdprestaties, spreidt door Brentjens en partner Henk Schipper opnieuw haar vleugels. Op de vooravond van de Wereldbeker cross country wedstrijd in het Tsjechische Nové Město, breekt het duo samen met het wedstrijdteam ter plaatse de schaal van het ei waaruit de jongste Eagle tevoorschijn komt.
Het nieuwe frame krijgt de naam “Atlanta 2.0” mee. Daarmee verwijst het uiteraard naar de o-zo bekende oranje American Eagle waarmee Brentjens in 1996 de eerste Olympische medaille cross country ooit won.
De Atlanta 2.0
Het persbericht dat we zojuist ontvingen is wat karig met details. Niettemin valt op te maken dat de Atlanta 2.0 opgetrokken is uit Toray carbon vezel en 1.000 gram zou wegen, al wordt niet vermeldt voor welke framemaat dat gewicht geldt. Exacte geometriedata ontbreken vooralsnog, maar het persbericht maakt melding van een korte achtervork en een steile stuurhoek. Met name dit laatste is vandaag de dag opmerkelijk; lang(er) en lui(er) lijkt de norm, maar hier kiezen Brentjens en Schipper dus een andere insteek. De achtervork is ontworpen voor 148 mm brede steekasnaven en, om hem kort te houden, is hij vooraan nabij de trapas omlaag gehaald om ruimte te bieden aan kettingbladen en de achterband. Een ontwerptrucje dat we ook al eerder zagen bij onder meer Open.
Kabels lopen – uiteraard – binnendoor en we zien naast een Pressfit traplager-passing ook nog een montagemogelijkheid voor een voorderailleur. Tot slot meldt het persbericht als detail dat de zadelpen een diameter heeft van 27,2 mm; ongetwijfeld een bewuste keuze omwille van comfort.
De Atlanta 2.0 zal als framekit vanaf september verkrijgbaar zijn in 5 kleuren. Prijzen zijn nog niet bekend, maar American Eagle zal ze rechtstreeks aanbieden via haar website en daarnaast 25 ondersteunende dealers hebben in Nederland, België en Luxemburg.
Bron: www.americaneagle.online
Foto’s: Irmo Keizer