Met de verschuiving van het najaar naar het voorjaar werd een nieuwe koers ingezet, die verder uitgebreid werd door de beurs samen met twee andere beurzen tot één van Europa’s grootste fietsbeurzen te maken.
Meer gefocust
Trok de laatste Bike MOTION in het najaar van 2016 nog 28.000 bezoekers. Dit jaar was dat ruim 41.000 bezoekers, maar dan dus verdeeld over alle drie de beurzen. Uiteraard logisch dat de organisatie het een vliegende start noemt. Ze hebben ook gelijk; strikt genomen was het gewoon druk.
“Gezellig druk! … maar ze zoeken vooral e-bikes…”.
De beurzen waren onderling verbonden. Met één ticket kon je overal komen. Dat deden veel bezoekers dan ook. Maar dat gaf ook wel een vertekend beeld vanuit de Bike MOTION bekeken. Je hoorde het bij sommige standhouders ook wel; opmerkingen als “Gezellig druk!” werden een paar uur later aangevuld met opmerkingen als “… maar ze zoeken vooral e-bikes…”. Nu zal zo’n kruisbestuiving van bezoekers bij zo’n koppeling van verschillende beurzen altijd wel blijven bestaan, maar de positieve keerzijde is dat de Bike MOTION formule veel meer gefocust was dan in de voorbije jaren.
Best veel lekker spul
Wat betekent dit alles voor jou als consument? Simpelweg dat er best veel écht lekker spul te zien was. Waar de ruimte op de beurs voorheen steeds voller raakte met e-bikes, waren die nu slechts mondjesmaat aanwezig, want die hadden hun eigen beurs. De overgebleven ruimte werd wat verschillend ingevuld. Sommige grotere stands waren wat leger en andere merken hadden gewoon bewust een kleinere stand. Netto leek de hele beurs redelijk ruim in zijn jas te zitten; nergens was het echt krap en dat loopt slentert een stuk fijner.
Het was soms wel wat zoeken naar de mountainbikes. Gravelbikes waren er echter opvallend veel.
De grootste merken namen ook niet meer hun hele programma mee, wat eigenlijk een verademing bleek: je kon nu tenminste een fiets ook goed bekijken, zonder bang te zijn dat je de rest omstoot, of een retina-burn krijgt van de concentratie aan kleuren die normaal netjes per pagina in de catalogus verdeeld zijn.
Het was soms wel wat zoeken naar de mountainbikes. Gravelbikes waren er echter opvallend veel. Opvallend veel maatwerk ook. Uiteraard was er oog voor instapmodellen en fietsen uit het middensegment dat nu eenmaal goed verkoopt. Maar omdat vrijwel niemand meer zijn hele aanbod meenam, waren het vooral ook de lekkerste uitvoeringen waar bij je even in de rem of band kon knijpen, of tegen het frame kon kloppen.
Sommige grote spelers stonden dus niet op de Bike MOTION, maar juist op die andere beurs. Uiteraard hebben bedrijven een eindig marketingbudget en dat maant ze tot het maken van keuzes. Ergens is het erg begrijpelijk dat ze dan vol op het e-bike gebeuren mikken. Dáár zit namelijk de grootste potentie: een sterk groeiende doelgroep waar simpelweg veel aan valt te verdienen.
Goed, daar staat dan wel tegen over dat zoiets ook gunstig kán zijn voor de niet-e-bikers. Met het geld dat bijvoorbeeld Shimano kan verdienen aan e-bike middenmotoren, hebben ze ook weer meer geld om te investeren in een extra kettingkransje bij de volgende generatie XTR… om maar wat te noemen.
Beslist relevant
Iets wat ons inziens deze editie leert is dat bij voldoende concentratie van het aanbod, afgestemd op een duidelijk omkaderd publiek, de beurs beslist relevant kan zijn. Er was uniek spul te zien, de standhouders stonden er met een meer duidelijke boodschap. Er was meer ruimte voor de passie die zo’n essentieel onderdeel uitmaakt van onze sport en dat merkte je aan de sfeer. Of daarin de timing (najaar/voorjaar) werkelijk iets uit heeft gemaakt, valt te bezien, maar de algehele indruk was wel dat iedereen zin had om flink te fietsen… en dat gaat nu eenmaal een stuk lekkerder met goed (voorjaars)weer.
Volgend jaar vindt de beurs wederom plaats in maart. Afgaande op wat we dit jaar zagen, zal een bezoek volgend jaar beslist de moeite waard zijn… ons inziens meer nog dan andere jaren.
Extra Lars
Tot slot neemt Lars je nog één keertje mee en vat zijn gedachten ook samen:
Tekst: Jeroen van den Brand
Foto’s: Mark ten Napel & Coen de Jongh
Videoteam: Lars Vogelenzang & Dennis Jöris – Montage: Jeroen van den Brand