Van ‘simpelweg’ wat kleur-opties bij een aftermarket cassette en 1.001 smaken aan kettingbladen voor je cranks tot complete derailleur-/shiftersets. Een enkeling durft het zelfs aan om van gebaande paden af te wijken en laat zich niet binden aan een ketting.
We doen een rondje langs de highlights op het gebied van schakelsystemen, zoals we die op vorige week op de EuroBike zagen.
Het aantal spelers neemt toe, maar Shimano en Sram zijn natuurlijk nog steeds de grootsten en daar komt niemand snel bij in de buurt. De nieuwe XT groep kwamen we behoorlijk veel tegen en dat geldt ook voor de GRX onderdelen, waaronder ook de nu verkrijgbare Di2-versie. Sram zette de AXS groepsets (Red, Force, Eagle XX1 en X01) breed neer; allerlei combinaties zijn mogelijk, afhankelijk van het inzetgebied. Dat was ook goed te zien op deze beurs; het leek wel alsof de AXS groepsets gratis waren uitgedeeld, we zagen ze o-ve-ral. Wat we niet écht breeduit zagen waren Microspline-compatibele achternaven en Sram’s nieuwe – nogal onder de radar gelanceerde – Universal Derailleur Hanger (UDH).
Micro Spline
Het is opzienbarend om te zien dat de Japanse firma slechts mondjesmaat de Micro Spline interface vrijgeeft aan anderen. Nu de leverproblemen van de nieuwe XTR groepset achter de rug zijn en deze groepset, samen met de nieuwe XT als SLX groepsets, toch wel erg goed ontvangen worden door markt én de industrie, zou je verwachten dat ze maximaal willen profiteren van dat momentum. Die verdraaide nieuwe interface is echter een grote bottleneck. Uiteraard hoopten ze meer eigen naven en wielsets te verkopen, maar je kon voorspellen dat dat niet zo geslikt zou worden. DT Swiss kreeg als eerste vrij snel na de lancering van de nieuwste XTR toestemming het ontwerp te gebruiken. Als enige. Daar spinnen ze goed garen bij: het waren vooral de naven uit Zwitserland die we op beurs zagen bij fietsen die afgemonteerd waren met de 12-speed onderdelen van Shimano en dus niet de naven van de Japanse firma…
Het kan eigenlijk niet anders dan dat ze nu toch langzaam maar zeker de interface wat meer vrij zullen geven, al was het maar omdat ze toch uiteindelijk vooral hun schakelgerief een verkoopboost (…) willen geven.
Universal Derailleur Hanger
Bij SRAM was genoeg te zien, maar eigenlijk niets dat we nog niet kenden. Toch hebben ze wat nieuws, al werd dat niet breed uit verkondigd: de Universal Derailleur Hanger (UDH). En hoewel dat klinkt als een ‘nieuwe standaard’ en je de boze meute al van veraf hoort toestromen, gewapend met knuppels of gewoon hun toetsenbord, is de UDH zowaar een initiatief dat écht nuttig lijkt. Sram is in samenwerking met een aantal fiets-/framefabrikanten bezig om de derailleurmontage aan je fiets méér uniform te maken. ‘Maar bij elke hanger is het derailleur-montagegat toch al hetzelfde?’ Klopt, en daar verandert ook niets aan. Het gaat om alles ‘rond dat montagegat’, simpel gezegd.
Met een universeel ontwerp hoef je straks nooit meer lang te zoeken naar een vervangend exemplaar, wanneer je hem krom rijdt. Het ontwerp is stilletjes al opgenomen in onder meer de nieuwe Trek Fuel EX. Het werkt dan ook braaf met alle derailleurs. In de kern wijkt het ook niet echt af van wat sommige merken al maken: de hanger zit aan de binnenzijde van de dropout en wordt met een bout door het frame tegen de binnenzijde van de dropout bevestigd. Het draadgat voor die bout is eveneens het gat waar je je steekas in vastschroeft. Het ontwerp is dusdanig dat bij een flinke impact op de derailleur in de rijrichting de hanger naar achteren toe kan wegdraaien. Zo zal die draadloze Sram of hydraulische Rotor derailleur – waar je zo lang voor gespaard had – de klap beter overleven. Aan de bovenzijde is de hanger voorzien van een randje dat er voor zorgt dat de ketting niet tussen de kleinste krans en je frame/dropout terecht kan komen.
Het ontwerp is vrij toepasbaar en frames hoeven niet ingrijpend te worden hertekend om er mee te werken. Hij past dus niet op je huidige frame, maar bij de volgende generatie is de aanpassing voor de framefabrikant niet heel complex en dat verlaagt de drempel behoorlijk. Nu maar hopen dat velen het omarmen; het ontwerp is simpel en doordacht en zowaar een ‘standaard’ die erg nuttig is!
TRP – Goede eerste indruk
We trapten onze EuroBike rapportagereeks dit jaar af met het nieuws van TRP. Zij lanceerde hun DH7 derailleur en shifter en die konden we op de stand al eens proberen. Hoewel de ‘release’ knop dus rechtlijning beweegt, is die beweging vrij kort. Het gevolg is het hele schakelgedrag behoorlijk lijkt op dat van Sram’s trigger shifter. En dat is géén nadeel in mijn optiek.
Wat ik ze mee moet geven is dat ze volgens mij hun huiswerk goed hebben gedaan. De tegendruk (van de veer/veren achter de knop) is goed getuned, waardoor de klikjes resoluut en trefzeker overkomen. Wie met een SRAM shifter één kransje wil afschakelen op het moment dat de fiets een hobbel raakt, zal ongetwijfeld merken dat je dan soms per ongeluk twee keer op de knop drukt. Ik schat die kans bij TRP lager in. Verder viel het ons op dat de hele set erg goed overkomt wat betreft afwerking en schakelgedrag. De eerste indrukken zijn dus veel belovend!
Box Components – ‘Nine is Fine’
Box components introduceerde enkele jaren geleden haar eerste aandrijvingsset. Een succes was dat niet: Ze moesten hun originele shifter-concept schrappen in verband met patenten, en de derailleurs kenden wat kwaliteitsproblemen. Inmiddels hebben ze zich herpakt. Na een switch van productiepartner en de ontwikkeling van een 9-speed e-bike schakelset, zagen ze kansen om weer iets unieks neer te zetten om een deel van de markt te veroveren. Box heeft besloten niet meer mee te doen aan de wedloop van steeds weer een kransje extra. Ze zijn van 11-speed teruggegaan naar 9-speed. Juist ja, want ‘Nine is Fine’, zeggen ze zelf.
“Prime 9 technology is a counter-intuitive philosophy based on the less is more theory. It embraces range without adding complexity. The outcome is fewer parts, reduced weight, and increased durability” – Aldus de marketing pitch voorin in hun brochure. Het somt het verhaal eigenlijk goed op, want de uitwerking is verrassend… bruikbaar voor velen, is onze inschatting. Tenzij je in Nederland woont.
Bij een e-bike kom je – door de trapondersteuning – gemakkelijker uit de voeten met grote sprongen bij een cassette. Door die stappen wat te fine tunen bleek het volgens Box óók goed werkbaar voor ‘gewone’ mountainbikes. Box biedt een redelijk groot bereik aan: met 11t als kleinste en 50t als grootste krans kom je op 454%. Dat is net wat méér dan Sram’s 11-speed dat voor velen nét te krap was, maar wel minder Sram’s 12-speed dat voor velen meer dan toereikend bleek. Over de stapgroottes zegt Box zelf dat ze ‘Consistent Progression’ hebben. Eenmaal in tabelvorm bekeken valt dát echter wel wat tegen als we het vergelijken met Sram:
Wat dus opvalt is dat er weinig consistentie zit in die, toch wel erg grote stappen. Voor ons vlaklanders niet echt werkbaar, wanneer je enigszins je trapcadans strak wilt houden. Het punt is echter dat veruit het grootst aantal bikers ter wereld niet in Nederland woont, meer te maken heeft met klimmen en dalen. Daarnaast is het overgrote deel op de fiets niet bezig met ‘wie het snelst is’ en schakelt derhalve niet 10x per minuut… De reacties onder het nieuwsbericht bij een grote internationale website sprak dan ook boekdelen – verrassend genoeg – in het voordeel van Box’ toch wel gewaagde insteek. De voordelen van het systeem zijn dan ook vrij helder én voor velen ontegenzeggelijk nuttig: de bredere ketting is duurzamer en sterker. Dat heeft Box voor elkaar gekregen door de binnenschakel net zo breed (of smal, zo u wilt) te maken als die van een 11-/12-speed setup, maar de buitenschakel juist dus veel dikker. Dus dikker dan bij een ‘authentieke’ 9-speed ketting, terwijl ze wél even breed zijn. Bijkomend voordeel is dat ‘ie werkt met alle narrow-wide kettingbladen die er op de markt zijn.
Box rolt het Prime 9 idee uit op de Box One, Two en Three groepsets. De Three heeft daarbij ook een 11-46t cassette optie met dus een bereik van 418%. De Four krijgt slechts 8 versnellingen, waarbij de cassette met 11-42t gelimiteerd is tot een bereik van 382%. Niet dat je die laatste twee opties écht zou willen. Tenzij je van Fisher-Price spul houdt. Dat klinkt misschien wat hard, maar de twee goedkoopste opties die Box biedt zagen er wel héél erg goedkoop uit. Ze wijken ook slechts in detail af van wat we iets verderop bij de Chinese firma S-Ride iets verderop op de stand tegenkwamen.
Ceramic Speed
Vorig jaar werd het cardan-aandrijfprincipe dat Ceramic Speed presenteerde door velen afgedaan als ‘leuk conceptje, maar niet echt realistisch’. We zijn een jaar verder en blijkbaar denkt de Deense firma daar toch écht anders over. Niet één, maar drie verschillende fietsen op hun stand lieten de volgende ontwikkelstappen zien. Een Specialized Venge raceframe was vakkundig aangepast waardoor het geheel – eerlijk is eerlijk – toch wel erg netjes en geïntegreerd overkwam. Er stond ook een Canyon Neuron full suspension om aan te tonen dat het concept óók werkbaar is op een fiets met een variërende afstand tussen bracket en achterwiel. Ik zeg ‘werkbaar’, maar eigenlijk klopt dat maar ten dele.
Hoewel Ceramic Speed er prat op ging dat de getoonde modellen schakelbaar waren, was het maar voor weinigen écht overtuigend. Dat de demonstraties uiteindelijk niet doorgingen omdat het systeem stuk was, hielp daarin niet echt zeg maar… Wat we tot dusver op hebben kunnen maken is dat het vooralsnog traag schakelt. Ceramic Speed claimt dat het keer per omwenteling van de as één keer kán schakelen. De as draait relatief snel en dus zou snel schakelen theoretisch mogelijk moeten zijn, maar tijdens de demonstratie werd er niet ‘doorgeschakeld’. Onze eerste analyse zegt dat het nu op slechts maar één positie in de omwenteling van de cassette kan schakelen. Daar waar de openingen in de cassette op dezelfde straal liggen. Dat lijkt een principieel punt, maar de Denen hebben het in hun video over een Torque Decoupler; misschien is dát de troef, maar werkte die nog niet tijdens de demonstraties. Gezien de progressie gun ik ze het voordeel van de twijfel. Indrukwekkend was het in elk geval – zelfs niet 100% functioneel – ook al.
De claims dat het aerodynamisch is en minder wrijving heeft dan een kettingaandrijving zijn inmiddels onderbouwd: 1% beter in aerodynamica en maximaal 2% meer efficiëntie. Dat het 300 gram minder zou wegen dan Shimano’s DuraAce Di2 vind ik méér indrukwekkend. Of dat het fietsproducten (en consumenten) massaal kan overtuigen, schatten we op zijn minst in als ‘ambitieus’. Het frame moet er flink voor worden aangepast en… het wiel is (vooralsnog) niet gemakkelijk te (de-)monteren. Positief bekeken is het echter absoluut bewonderenswaardig wat Ceramic Speed tot dusver al voor elkaar heeft gekregen. En zeg nu zelf, na 100 jaar zijn we ook wel een beetje uitgekeken op de ketting, toch?! Nu nog zorgen dat het werkt en bliíft werken.
Rotor, FSA en anderen
Tekst: Jeroen van den Brand
Foto’s: Mark ten Napel, Jeroen van den Brand