Waarom houdt de NTFU een enquête onder gravelbikers?
Via de enquête probeert de NTFU een beeld te krijgen van welke types gravelbikers er zijn en wat ze zo leuk vinden aan gravelbiken. En of ze het gravelen combineren met wielrennen of mountainbiken. Of misschien wel beide. Verder omvatte de vragenlijst vragen over het merk en type gravelbike. Maar de grootste focus bij het onderzoek lag op hóe gravelbikers gravelen. Plannen ze zelf hun routes, rijden ze vooral toertochten? Waar rijden ze het liefst. En hoe ver en hoe lang zijn die gravelritten dan?
Met een beter beeld van de doelgroep kan de NTFU, als belangenbehartiger van álle sportieve fietsers, beter beleid creëren voor specifieke doelgroepen. Beleid voor onder meer z’n aangesloten wielerverenigingen, maar ook in brede discussies over toegankelijkheid in de openbare ruimte. En zoals je ongetwijfeld weet is er genoeg discussie op dit vlak… Daadkracht en gedegen beleid zijn dus broodnodig om fietsmogelijkheden open te houden. Oók – of juist vooral – buiten de fietspaden.
Nogmaals; de enquête is geen universele doorsnijding van het gravelbiken in Nederland. Immers; er zijn genoeg gravelaars de hem niet hebben ingevuld. Met de ruim de 700 respondenten die wél hebben bijgedragen aan deze gravelbike enquête van de NTFU kun je hooguit wat globale trends spotten.
De volledige resultaten kun je hier inzien, maar we lichten wat opvallende punten uit.
Dé gravelbiker
Eén van de interessantste resultaten uit het onderzoek is dat dat dé gravelbiker eigenlijk maar lastig te definiëren valt. Want veruit het grootste deel van de bikers die op een gravelbike de natuur in trekt, rijdt daarnaast ook op de racefiets en/of mountainbike. Het is met name duidelijk dat het grootste deel van de gravel-populatie vanuit het wielrennen komt.
Een ruime meerderheid van die gravelbikers rijdt gravelroutes ook daadwerkelijk op een gravelbike (76%). Slechts een klein deel rijdt de routes op een racefiets (3%). Het gebruik van een mountainbike of cyclocrosser/veldrijfiets is nagenoeg gelijk met respectievelijk 10% en 8%. Bijna alle (93%) gravelaars die meededen aan dit onderzoek heeft naast een gravelbike ook nog een andere sportieve fiets. Ze fietsten vermoedelijk dus al voordat ze ook gingen gravelen.
Gravelroutes
Uit het onderzoek blijkt dat Gelderland, Noord-Brabant en Utrecht veruit het meest populaire provincies zijn om te gravelbiken. En terwijl talloze gravelevenementen zich focussen op afstanden die niet misstaan bij racefietsevenementen, geeft 75% van de deelnemende gravelbikers aan een voorkeur te hebben voor gravelroutes met een afstand tussen 40 en 80 kilometer.
Route-applicaties als Komoot en Strava zijn relatief populair. 48% van de deelnemers geeft aan via dergelijke platforms zelf routes te maken. Maar ook websites waar complete ‘ready-to-go’-routes te vinden zijn, waaronder ook weer Komoot, maar bijvoorbeeld ook gravelrides.cc, zijn populair. 27% van de gravelbikers downloadt een route voor men op pad gaat.
81% houdt rekening met toegangsregels
Verder is het interessant om op te merken dat 81% van de gravelbikers aangeeft zich te houden aan toegangsregels. Eerder deed onze columnist Evil E al de oproep voor meer aandacht voor toegangsregels. Juist in een tijd met een hoge recreatiedruk op de natuur, is dit een welkome constatering. Want wie dacht dat het afwijken van toegestane paden exclusief een aangelegenheid was voor mountainbikers, heeft het mis. Maar meer nog; overige recreanten, terreineigenaren en -beheerders zien vaak geen onderscheid in het type fiets waarop je rijdt. Meer respect voor toegangsregels helpt uiteindelijk elke biker om ook in de toekomst nog van ons mooie landschap te kunnen genieten.
Gravelwedstrijden en -evenementen
Opmerkelijk is dat slechts één procent van de enquêtedeelnemers behoefte heeft aan gravelwedstrijden. Zo lijkt het dat er in Nederland méér gediscussieerd wordt over het bestaansrecht van gravelwedstrijden, dan dat er daadwerkelijk behoefte aan is. Maar gegeven het deelnemersveld bij de afgelopen twee Nederlandse kampioenschappen Gravel, is die er duidelijk wél. Daarbij; in hoeverre de enquête vooral is ingevuld door NTFU-leden, die mogelijk meer een ’toer-mindset’ hebben, is ons niet bekend. In dat opzicht is een enquête als deze natuurlijk per definitie wat gekleurd. Hoe dan ook lijkt de kans (of, volgens sommigen, vrees) dat gravelwedstrijden zich als een olievlek verspreiden in Nederland en de gravelscene gaan domineren nog altijd relatief klein.
Meerdaagse evenementen zijn nog niet zo populair onder de Nederlandse gravelbikers, zo blijkt tevens. Eéndaagse tochten, georganiseerd door toerclubs/fietsverenigingen zijn dat juist wél. Maar liefst 52% van de ondervraagden geeft aan zulke graveltochten te rijden. 24% van de gravelbikers heeft interesse of nam deel aan eendaagse evenementen met beperkte deelnemersaantallen zoals Where The Streets Have No Name. Of dat het percentage een gevolg is van een lagere populariteit of juist vanwege de beperking op deelnemers, is wat lastiger vast te stellen.
Tot zover onze highlights uit de gravelbike-enquête van de NTFU. Kijk voor de volledige resultaten hier.