Naar eigen zeggen nam Merida flink de tijd voor de ontwikkeling van de nieuwe One-Forty en One-Sixty. En als we kijken naar wat ze nu allemaal presenteren, is dat ook begrijpelijk. Traditioneel heeft Merida bij veel bikers in het 140-160 mm veerwegsegment misschien niet vaak en zeker niet uitgebreid op de radar gestaan. Maar met deze nieuwe One-Forty met 140 mm veerweg en One-Sixty met 160 mm zou dat zomaar kunnen veranderen. Er is veel en vooral oprecht interessant nieuws te melden over deze trailbroeders.
Volledig nieuwe (gedeelde) frames
Meest in het oog springend is natuurlijk het volledig nieuwe silhouet. Merida heeft z’n best gedaan om in elke framemaat een zo direct mogelijke lijn vanaf het balhoofd naar de dropouts aan te houden. Het is misschien allesbehalve wetenschappelijk onderbouwd, maar het levert in elk geval een frame-ontwerp op dat snelheid impliceert. En dat zien veel bikers graag! Ten opzichte van de vorige generatie heeft Merida bij deze One-Forty en One-Sixty de demper in lijn gelegd met de bovenbuis, wat de doorgaande lijn nog eens benadrukt.
Bij zowel de One-Forty als One-Sixty heb je de keus uit een carbon en een aluminium frame. Maar waar we dus over vier verschillende bikes praten, hebben we het eigenlijk over maar twee frames. Want zowel de One-Forty als One-Sixty gebruiken in de basis hetzelfde frame in aluminium of carbon. Merida maakt het onderscheid tussen de One-Forty en de One-Sixty simpelweg door een demper met langere slag (maar met gelijke inbouwlengte) te monteren.
Het carbon frame weegt overigens 2.460 gram. De aluminium versie weegt 3.660 gram. Beide in de maat M, zonder demper en andere hardware.
Veerweg en wielmaten
De One-Forty krijgt heeft een voorvork met 150 mm veerweg. De achtervering heeft echter méér dan de naam impliceert, 143 mm om exact te zijn. Bij de One-Sixty wijkt het ook af, want hier krijgt je 161 mm veerweg. Dankzij een flipchip in de achtervork zijn beide bikes uit te voeren als mullet-bikes, dus met een 27.5” achterwiel. Wanneer je dit doet, krijg je tevens méér veerweg achteraan. De One-Forty beschikt dan over 151 mm veerweg, terwijl de veerweg bij de One-Sixty tot 171 mm groeit. De namen zijn dán dus een tikkie verwarrend, of op z’n minst niet dekkend. Aan de andere kant rolt One-Fortythree-or-Fiftyone ook niet bijster gemakkelijk van de tong.
Merida verkoopt de One-Forty af fabriek als een 29er. Ook de One-Sixty heeft in de twee grootste framematen (Long, XLong) rondom 29” wielen. Maar koop je een One-Sixty in de maat XShort, Short of Mid, dan krijg je een 27.5” achterwiel. In alle gevallen kun je echter dus de wielmaat achteraan veranderen en kun je maximaal 2.5″ brede banden kwijt.
“Agilometer” maatvoering
Bij de geometrie introduceert Merida nu een geheel nieuw systeem, waarover zo dadelijk meer. Progressief is in elk geval een term die wel past bij de keuzes die Merida gemaakt heeft voor de One-Forty en One-Sixty. Zo is de zitbuis bij beide bikes extreem rechtop gezet met een effectieve waarde van 79º. Dit moet het klimmen op deze veel-veerweg-bikes ten goede komen. Ondanks de verschillende vorklengtes bij beide modellen, komt die effectieve zitbuishoek overeen doordat er een zadelpen met 0 mm offset wordt gebruikt bij de One-Sixty, terwijl de One-Forty een zadelpen krijgt met 10 mm offset. De stuurhoek voor de endurobike is een vlakke 64º. De broer met minder veerweg heeft z’n voorvork onder een hoek van 65º staan.
De frames zijn relatief lang, maar nu komt het: het is maar net hoe je dat bekijkt. Want onder de noemer ‘Agilometer’ zet Merida nu een maatvoering neer waarbij je méér vrijheid hebt om te kiezen wat bij je past. Er zijn vijf framematen, beginnende bij XShort, oplopend tot XLong. En zoals die namen al weggeven, baseert het ‘Agilometer’-concept zich vooral op de lengte van de fietsen. Op basis van je lichaamslengte kom je niet per se uit op één framemaat en vervolgens kun je dus een framelengte kiezen die bij je rijstijl past. Kies het langere frame voor wat meer stabiliteit en rust. Kies de kortere wanneer je er een meer speelse rijstijl op nahoudt.
Merida heeft de zitbuizen bij alle maten daarom ook relatief kort gehouden, zodat je qua lichaamslengte niet snel in de knoei komt met de lengte van de zadelpen. Ook de balhoofdbuizen zijn daarom behoorlijk kort, zodat het stuur niet snel té hoog staat voor de meer compacte rijder. Ben je groter, dan monteer je meer spacers. Merida levert overigens op alle One-Forty en One-Sixty modellen in de kleinste twee maten standaard een rise-stuur met 18 mm rise. De grootste drie maten hebben sturen met 30 mm rise.
Terwijl de trend in de fietsenindustrie op dit moment neigt om per framemaat ook de achtervorklengte aan te passen, zodat de berijder zo goed mogelijk gecentreerd zit tussen beide wielen, doet Merida dat niet. Maar juist met het oog op kunnen kiezen van framelengte op basis van je rijstijl binnen het Agilometer-concept is die keuze niet eens zo vreemd.
Specifieke dropper zadelpen ‘voor iedereen’
In z’n persbericht geeft Merida zelf al aan dat ze beslist niet de eerste zijn met een reach gebaseerde maatvoering. Zo doet Liteville dat al jaren. En ook Specialized (waarvan Merida overigens deels eigenaar is) past dit ook al enige tijd toe bij z’n dikkere fullsuspensions zoals de Stumpjumper. Wat meer bijzonder is, is dat Merida alle One-Forty’s en One-Sixty’s standaard levert met z’n eigen Team TR dropper met maximaal 230 mm droplengte.
De Merida Team TR dropper is traploos verstelbaar, maar óók traploos instelbaar. Zonder de pen uit elkaar te moeten halen, of zelfs uit de fiets te trekken, kun je de maximale hoogte van het zadel met een simpele inbussleutel instellen. Daarna kun je hem gewoon traploos droppen en komt-ie maximaal terug op de ingestelde hoogte.
Het concept werkt op eenzelfde manier als het Eightpins-concept, met het verschil dat je bij de Merida-versie de Team TR in zijn geheel uit kunt nemen en kunt vervangen voor een andere zadelpen. De zitbuis heeft dus ook gewoon een standaard zaagsnede en zadelpenstrop.
FAST-veersysteem mét flexstays
Bij het veerconcept baant Merida redelijk nieuwe paden. In de kern is het ‘gewoon’ een single-pivot vering, terwijl de demper via een hevel wordt bediend. Meest visueel opvallend is in elk geval dat er een scharnierpunt nabij de achternaaf ontbreekt. Merida past op de One-Forty en One-Sixty een zogeheten ‘flexstay’ toe. “Niets nieuws”, hoor ik je zeggen. Klopt, genoeg fullsuspensions hebben inmiddels een scharnierpunt minder en hebben een achtervork die op een specifieke plek meebuigt om de vering de benodigde flex te geven. Dat is lichter, onderhoudsvriendelijker en zijdelings stijver. Maar in alle gevallen ging dat tot dusver over fullies met relatief weinig veerweg, grofweg tot 120 mm.
Merida past dit P-Flex-concept, zoals ze het óók op hun Ninety-Six XC fully noemen, nu dus toe op frames met zelfs 171 mm veerweg. En dát is uniek, zeker wanneer je een materiaal als aluminium in ogenschouw neemt. Merida zegt dat de verbuiging bij hun nieuwe veerconcept dusdanig klein is, dat die flex dus ook gewoon mogelijk is. En dat in zowel carbon als aluminium, zonder in de buurt te komen van kritische belastingen en vervorming die impact hebben op de levensduur.
Framespecifieke veercurve
Ten opzichte van de vorige generatie heeft Merida flink gesleuteld aan de anti-squat (invloed van trapkracht op het inveren) en anti-rise (de mate waarin het remmen de vering laat verharden) van het veersysteem. Ze hebben voor méér progressieve verhouding tussen veerweg en demperslag (‘leverage ratio’) gekozen. Dit past veel beter bij de nieuwste generatie achterdempers met hun grote luchtkamers, die van zichzelf minder progressief zijn dan oudere dempers met kleinere luchtkamers.
Redelijk uniek is dat Merida voor elke framemaat een eigen leverage ratio heeft gekozen. Het idee hierbij is dat een grotere rijder ook meer weegt en dus een progressievere leverage ratio nodig heeft. De kleinste framemaat heeft een progressie van 6%, terwijl de grootste bijna 14% heeft. Dit moet dus voorkomen dat de grotere, zwaardere rijder sneller door z’n veerweg klapt dan een kleine, lichte rijder, zonder hiervoor meteen zijn demper moet volproppen met volume-spacers. Onder de streep heeft elk formaat rijder zo de maximale mogelijkheden tot finetuning van het veersysteem.
Het is eigenlijk een héél logisch en prijzenswaardig verhaal! We zagen het eerder al bij de Habit van Cannondale, maar zij en Merida zijn hiermee nog steeds behoorlijk uniek.
Overigens is het nieuwe veersysteem óók te gebruiken in combinatie met een demper met schroefveer.
Framedetails
Het carbon en aluminium frame delen bijna, maar niet alle details. Zo lopen alle kabels uiteraard binnendoor. Bij de carbon frames in individuele buisjes en bij de aluminium frames worden ze omhuld met schuimrubber om rammelen tegen te gaan. De schakelkabel en remleiding lopen overigens dóór het hoofdscharnierpunt, waarna ze via een specifieke kunststof opening naar de achtervork lopen. Het geheel wordt afgeschermd door platen op het voorframe en op de liggende achtervork. Jammer genoeg gaan de kabels en leiding wel dóór het balhoofd het frame in. Leuk (en deels nuttig) op een aerobike, maar een dikke trailbike? Nah, niet echt. Of eigenlijk: echt niet. En sowieso qua servicevriendelijkheid niet echt handig.
Merida scoort wel pluspunten in de keuze voor een trapaspot met schroefdraad. Ook zien we een Sram UDH en Merida is niet zuinig geweest met protectie op het frame. Van een geribbelde kettingbeschermer tot een lange beschermplaat op de onderbuis. Merida levert ook spatborden die nauw op de achtervork aansluiten.
Opbergruimte en Fidlock-bidonhouder
Bij de carbon frames heb je overigens ook nog opbergruimte die via de onderzijde van de onderbuis toegankelijk is. Hierin zit standaard een etui waarin je wat reservespullen rammelvrij mee kunt nemen. Verder zien we bij de carbon modellen ook nog een Fidlock-bidonmontage. Deze snelkoppeling bespaart flink wat ruimte, waardoor je ook in de kleinste framemaat nog altijd een Fidlock-bidon kwijt kunt van 600 ml inhoud. De adapter is overigens om te wisselen voor een versie waarop je een reguliere bidonhouder kunt monteren.
Merida One-Forty en One Sixty-modellen
Merida zet breed in met beide modellen. Van de One-Forty zijn er 5 varianten, waarbij telkens twee kleuren per versie zijn. De One-Forty-serie begint voor Nederland en België alleen niet met de One-Forty 400, maar met de One-Forty 500 vanaf € 3.199. Je hebt dan een aluminium frame. Een carbon One-Forty heb je vanaf € 5.699 in de vorm van de One-Forty 6000.
De One-Sixty wordt door Merida Benelux niet actief gevoerd. Niettemin zijn One-Sixty-modellen wél te bestellen, maar verwacht die niet bij de Merida-dealer in de showroom of in de testvloot van het Merida Experience Center in Apeldoorn.
Een geselecteerd aantal modellen van de One-Forty is vanaf oktober al verkrijgbaar. De overige modellen die Merida Benelux voert, zullen vanaf begin 2023 verkrijgbaar zijn.
Bron en meer info: www.merida.nl