Degenen die weleens de vaste route van Amerongen rijden, zullen het beamen: op de gemiddelde zondagochtend, met name in de winter, is het asociaal druk op de parkeerplaats aan de Bergweg. Volkstammen mountainbikers menen op dat tijdstip hun outdoor kant te moeten tonen door, weer of geen weer, de strijd met de mede toerders op de route aan te gaan. Tel daarbij op dat op diezelfde zondagochtend hondenbezitters er goed aan menen te doen, hun viervoeter in datzelfde bos te moeten uitlaten en evenvele wandelaars proberen hun jachtige door-de-weekse bestaan te compenseren middels een rustgevende boswandeling.
Een dergelijke constructie, is natuurlijk als de kat op het spek binden: gegarandeerd gaan mensen elkaar aan zich ergeren, omdat eenieder meent het meeste recht te hebben op zijn stukje bos. Om deze situatie te doorbreken, heeft de NTFU de Wetenschapswinkel van de WUR opdracht gegeven om te onderzoeken, hoe deze structuur verbeterd kan worden, zodat de diverse betrokken partijen elkaar minder in de haren zitten. De focus lag daarbij op het komen tot een uitdagende en financieel haalbare routestructuur in het gebied.
Het rapport bestaat uit een aantal onderdelen, die de moeite waard zijn om te lezen. Zo worden de conflicten tussen mountainbikers en personen of fauna en flora bepaald. Daarbij valt op dat de perceptie hoeveel schade mountainbikers aan het bos toerichten vele malen groter is, dan er daadwerkelijk aan schade optreedt. Natuurlijk verergert de schade aanzienlijk op het moment dat bikers buiten de paden rijden (bv. op een plas te ontwijken), maar het effect daarvan is bij bijvoorbeeld ruiters of wandelaars evengroot.
Ook het gegeven dat de Utrechtse Heuvelrug een grote lappendeken is als we kijken naar landeigenaren wordt besproken. Zo beheren Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en het Utrechts Landschap grote delen, maar ook private partijen bezitten nog de nodige grond. Staatsbosbeheer loopt van de genoemde partijen voorop in het mogelijk maken van mountainbike-routes, maar ook Natuurmonumenten kijkt met een open blik naar de al of niet wenselijkheid van mountainbikers in hun gebied. Doordat het gebied echter in zoveel stukken opgedeeld is, kan niet 1 partij een lange, uitdagende route aanleggen, zonder daarbij op de grond van een van de andere partijen te komen. Dit maakt uitbreiding van de routestructuur momenteel moeilijk.
Een van de conclusies uit het rapport is echter, dat om de druk op de bestaande routes te verlagen, er een routenetwerk dient te komen, wat de diverse routes aan elkaar verbind, waarbij er meerdere opstapplaatsen zijn met aanlooproute en waarbij de gehele structuur uitgebreid wordt met een of meer extra route(s). Ook dienen de routes te verleiden… immers bij afdoende uitgepijlde mogelijkheden, is de verleiding voor mountainbikers groot, om dan maar zelf de leukste paden op te zoeken. In hoeverre dit betekent dat er ook ‘technical trail features‘ op of naast de routes komen te liggen, is nog de vraag. Het rapport suggereert dat met name de betrokken fietsverenigingen voor dergelijke zaken moeten zorgdragen.
Als gevolg van bovenstaande zijn veel positieve resultaten te onderkennen: allereerst zal door de toegenomen opstapplaatsen de druk op de nu gebruikte parkeerplaatsen afnemen. Indirect betekent dat ook, dat er automatisch meer spreiding van de fietsers door het gebied ontstaat, waarbij ook de mountainbikers de mogelijkheid krijgen drukke gebieden te mijden. Meer kilometers bruikbare (aanrij-)route betekent sowieso meer spreiding. Met aansluitingen op Zeist, Driebergen en Doorn wordt de drempel voor de Oostelijke randstedeling om vanuit huis te vertrekken met de mountainbike ook aanzienlijk kleiner, waar nu nog tot ten minste Leersum doorgereden moet worden, voordat er legaal in het bos gereden mag worden.
Negatieve resultaten? Als je betalen voor gebruik als negatief wil bestempelen, dan wel. Het rapport spreekt over bedragen van 2 euro voor dagkaarten tot 15 euro voor jaarkaarten. Hoewel er nadrukkelijk gewezen wordt op een uniform systeem voor Nederland (waarbij bv. ook PWN gebied, Posbank route en dergelijke in het pakket zitten), is er nog niets in steen gehouwen… Voordeel (en voor de terreineigenaren nadeel) van een dergelijke constructie is wel, dat mountainbikers op dat moment een dienst kopen. En simpel gezegd, mag je dan voor je inleg ook wat terugverwachten in de vorm van onderhouden paden.
Het rapport is een eerste verkenning naar de mogelijkheden om tot een goede routestructuur te komen op de Heuvelrug. Hoe dit zich verder ontwikkeld? We kunnen alleen hopen dat de NTFU / Singletracks met de terreineigenaren tot een voor iedereen prettige oplossing zullen komen.
Meer informatie is hier te vinden, onderaan de pagina staat een link naar het volledige rapport.
http://singletracks.nl/Projecten/Belangenbehartiging.aspx
CJ
Mooi rapport! Nog mooier als er daadwerkelijk stappen gemaakt worden in aanleg van een mooi netwerk. Al vrees ik dat dat, met ons nederlands rechtsstatelijk gekronkel, nog lang zal gaan duren.
Altijd heel grappig om te zien dat op zondag ochtend op de snelweg een hoop auto’s rijden met een mtb achterop vanuit de randstad. Persoonlijk zou ik het helemaal niet er vinden om een jaarabbo/sticker aan te moeten schaffen.
Geinig dat er veel van dit soort lokale initiatieven zijn en dat iedereen het weer anders oplost. Zou de NTFU niet eens wat landelijker moeten gaan opereren en inventariseren hoe andere lokale clubs het aanpakken. Niemand zit te wachten op een jaarkaart van X euro….de bikers blijken best € 10,-/€ 25,- of zelfs €100,- te willen doneren voor parcoursonderhoud(weten wij uit ervaring) maar een verplichte kaart voor ALLEEN mountainbikers stuit veel mensen tegen de borst, en terecht. Waarom moet je als MTBer betalen voor een paar lullige km’s terwijl de wandelaars een veelvoud aan km’s gratis tot hun beschikking hebben…….wie… Lees meer »