Schwalbe breidt dat aanbod nog verder uit met de G-One R. We bekijken deze nieuwe – volgens Schwable – snelle gravelband in detail én probeerden hem alvast voor je uit!
G-One R: alle details
Boomerangprofiel
Met de G-One R wijkt Schwalbe voor het eerst af van profielen met ronde noppen die je op de andere G-One gravelbanden tegenkomt. Daarbij is de G-One Speed met zijn ‘micro-rondjes’ min-of-meer een weg-slick met net wat meer grip voor wanneer je het asfalt verlaat. Aan het andere uiterste van de serie is de G-One Ultrabite dermate grofgenopt dat-ie prima dienst kan doen als mountainbikeband. Met zijn nieuwe ‘boomerangprofiel’ wordt de G-One R precies tussen de vier reeds bestaande G-One banden geplaatst, dus direct tussen de Allround en de Bite. Niettemin is de focus van Schwalbe bij deze band ‘snelheid’.
Daarom dan ook dat de noppen in het midden van het loopvlak redelijk dicht bij elkaar zijn geplaatst. Voor een licht, soepel en snel rolgedrag, aldus Schwalbe. De schoudernoppen zijn – anders dan bij de andere G-One profielen – beduidend hoger en hebben meer tussenruimte. Dit moet meer grip opleveren bij het sturen op onverharde ondergrond. Het gehele profiel is gemaakt van de snelle Addix Race-compound, wat de grip en de rolweerstand verder ten gunste moet komen.
‘Souplesse’-/Super Race-karkas
In tegenstelling tot de andere G-One profielen, die een Super Ground karkas hebben, wordt bij de G-One R het karkas van de Pro One racefietsband toepast. Dit ‘Souplesse’-karkas kun je zien als de tegenhanger van het Super Race karkas bij de mountainbikebanden. In sommige van de persdocumenten gebruikt Schwalbe de termen ‘Souplesse’ en ‘Super Race’ ook door elkaar. Waar de Super Ground rondom uit 3 karkaslagen bestaat, zijn er bij dit karkas onder het loopvlak slechts 2 lagen toegepast. Dit komt de soepelheid ten goede, terwijl de 3 lagen van de wangen voor stabiliteit zorgen. Onder het loopvlak is overigens nog wel een V-Guard anti-leklaag aangebracht.
Tot slot is de G-One R, net als de overige banden uit de G-One serie, Tubeless-Easy (TLE). Dat betekent dat je de band dus vrij gemakkelijk met een vloeibaar dichtmiddel tubeless kunt rijden. Op die manier profiteer je maximaal van de voordelen die het soepele karkas biedt. En vanwege de grip en het soepele karkas bestempelt Schwalbe de G-One R gravelband als ideaal voor ritten met 60% offroad en 40% verharde ondergrond.
G-One R modellen, prijzen en verkrijgbaarheid
Verkrijgbaarheid is bij fietsonderdelen een hot-topic. Niettemin meldt Schwalbe dat de nieuwe G-One R vanaf eind juni via je lokale dealer gewoon verkrijgbaar zal zijn. Je hebt dan de keuze uit twee modellen:
- 700 x 40c (622-40 / 28 x 1.50”), skinwall / transparante wangen, 480 gram – € 69,90;
- 700 x 45c (622-45 / 28 x 1.70”), skinwall / transparante wangen, 520 gram – € 69,90.
Meer informatie: www.schwalbe.com
Schwalbe G-One R: eerste indrukken
Schwalbe stuurde ons afgelopen maand al een setje 700 x 40c G-One R banden toe om ervaringen op te doen. Op mijn weegschaal wegen respectievelijk 491 en 493 gram per stuk; iets meer dan opgegeven, maar nog altijd zeer nette waarden. Ik monteerde ze rond een setje DT Swiss GR 1600 Spline wielen. Op die velgen, met een binnenbreedte van 24 mm, meten ze over hun schouders exact 40 mm. Monteren was een fluitje van een cent; de band zette zich zonder enige probleem met slechts een paar flinke slagen van een vloerpomp, perfect – slingervrij – in het velgbed.
Met de aanbevolen 60 ml Doc Blue (Schwalbe’s tubeless vloeibaar dichtmiddel) per band zijn ze alleen niet perfect luchtdicht. Na een dag stilstand zijn ze van 2.0 bar leeggelopen tot 1.2 bar, en op die druk blijven ze vervolgens een langere periode. Het ‘Souplesse’-/Super Race-karkas is dus minder lucht dan de Super Ground die je tegenkomt bij de andere G-One’s. De Allrounds die ik parallel op een andere gravelbike heb, blijven beter op druk.
Bedoeld voor 60% offroad en 40% verharde weg
Persoonlijk vind ik dat leeglopen niet zo’n probleem; ik pomp vóór elke rit sowieso mijn banden op, zodat ik exact weet wat er in zit. Zeker op de gravelbike varieer ik hier mee, afhankelijk van de beoogde rit. Schwalbe geeft aan dat de G-One R bedoeld is voor ritten met circa 60% offroad en 40% verharde weg. Mijn typische ritten de voorbije periode komen redelijk overeen met die afwisseling. Het deel offroad is vervolgens wel heel divers. Van brede gravelpaden en ruwe karrensporen, tot mountainbike singletracks en paden met flink wat los (en diep) zacht zand.
Zoals te verwachten was, heeft het boomerangprofiel veel grip; het wordt de band in droge omstandigheden niet snel te veel. Tijdens de regenperiode een paar weken terug viel wel op dat de krappe ruimte tussen de noppen bovenop wel wat sneller dichtslibt. Niet geheel verrassend, maar tegelijkertijd lost het Addix Race-rubber toch vrij gemakkelijk. Op de mate van grip had het nauwelijks negatieve impact. Het soepele karkas draagt hier beslist aan bij. Wanneer ik veel offroad secties voor de boeg heb, rij ik (met mijn gewicht van 66 kg) bij een band van deze breedte typisch met 1.7 tot 2.0 bar. Bij hard insturen volgt de band dan nauwgezet, terwijl-ie op boomwortels en kuilen ‘lekker’ meegeeft. Daarbij slaat de band niet door en veert niet te hard terug, iets wat bij een stugger karkas eerder het geval is.
Rolweerstand
In hun persuitingen gaat Schwalbe er prat op dat de G-One R hun gravelband is met de laagste rolweerstand. Ik kan dat alleen niet echt beamen. Niet dat ik een proefstand heb. Maar ik heb wel volop ervaring met de G-One Allround met het Super Ground karkas, die ik in dezelfde breedte en met de zelfde luchtdruk over dezelfde routes heb gereden. Offroad is het verschil in rolweerstand niet echt goed op te merken. Er zijn simpelweg teveel variabelen die een observatie teniet doen. Op asfalt is dat iets beter te doen en vooral daar merk ik dat ik bij de G-One R echt wat meer moet ‘duwen’. De band rolt verder wel prima af; ook bij het insturen op het verharde, is de band voorspelbaar en merk je geen overgang naar de schoudernoppen.
Conclusie
Schwalbe positioneert de G-One R gravelband qua grip tussen de G-One Allround en de G-One Bite. Mijn indruk is dat-ie haast eerder als alternatief van de G-One Bite neergezet mag of kan worden. Het profiel is namelijk geschikt voor serieus stevig offroad stuurwerk. Op zandgronden komt-ie redelijk uit de voeten, maar vooral op hardere offroad ondergrond op hogere snelheid excelleert deze band. Oftewel: grove gravel en stenen, vooral dankzij zijn soepele karkas.
Als ik de G-One R aan een Nederlandse provincies zou moeten ophangen, dan zou ik zeggen dat het een goede Zuid-Limburg-band is. Voor meer zanderige ondergrond volstaat de G-One Allround met zijn compactere ronde noppen al snel – zeker als je ook volop ervaring hebt met offroad rijden op je mountainbike. De G-One R geeft je wel méér marge dan de Allround, maar de keerzijde is dat je wat inlevert op het asfalt en dankzij het soepele karkas ook wat op luchtdichtheid.
“Vroeger was alles beter”. Je hoort het vast wel eens. Ik ben het er hartgrondig mee oneens, maar ik heb wel een variant als antwoord: “Vroeger was alles overzichtelijker”. Want toen was muesli gewoon muesli en had je 3 tv-zenders om uit te kiezen. Ja, opa vertelt… Met gravelbanden gebeurt inmiddels hetzelfde: keuze te over. En met de G-One R er bij, is de keuze weer een tikkie moeilijker geworden. Elke gravelband is een compromis tussen de meest belangrijke aspecten zoals grip en lage rolweerstand. Waar ligt dat compromis in dit geval? Schwalbe positioneert de G-One R als een snelle gravelband voor ritten met circa 60% offroad en 40% verharde ondergrond. Ik zou hem vooral kiezen wanneer je het overgrote (>75%) deel van je kilometers offroad rijdt, want dáár komen het profiel en de souplesse het best tot zijn recht.
Tekst & foto’s: Jeroen van den Brand