Schwalbe G-One RS: alle details
RS = Race Slick
Schwalbe lanceerde in 2015 de eerste G-One, de G-One Allround, als zijn eerste specifieke gravelband. Die band met zijn kenmerkende ronde nopjes wordt vandaag de dag nog altijd geproduceerd. Met goede reden; hij loopt behoorlijk licht en heeft voorspelbare grip. Met recht een allrounder dus. Maar zoals gravelbikes ook in allerlei richtingen worden gespecialiseerd en rijders ook meer afstemming wensen, zo is de behoefte aan toegespitst rubber voor de gravelbike ook vergroot. Bij de G-One R die Schwalbe vorig jaar introduceerde, werd voor het eerst afgeweken van de ronde noppen. Het boomerangprofiel beloofde veel grip én zou nog steeds een vrij rappe gravelband zijn. Persoonlijk was ik van de rolweerstand op harde ondergrond echter niet zo onder de indruk. De ‘oude’ G-One Allround rolt op harde ondergronden lichter.
En precies dát thema, lichter rollen dus, is het uitgangspunt van Schwalbe’s nieuwste gravelband, de G-One RS. Want die letters staan voor ‘Race Slick’ en ook al kijk je maar vluchtig naar de band, dan is die naam goed gekozen. Het laat ook weinig te raden over wat het beoogde gebruik is: de G-One RS is vooral thuis op harde(re) ondergronden, waar rolweerstand belangrijker is dan grip.
Schubben
Het loopvlak van de Schwalbe G-One RS heeft géén noppen, maar een schubbenpatroon dat in de looprichting ook nog eens een zigzag-patroon heeft. Op de schouder vind je langwerpige noppen die lijken op die van de G-One R. Het hele profiel is geheel gemaakt met de Addix Race-compound en de combinatie moet dus een zéér lichtlopende band geven. Het profiel is ontwikkeld om in twee richtingen te kunnen gebruiken. Afhankelijk van hoe je de gravelband monteert heb je meer tractie bij remmen óf grip bij sturen, zo meldt Schwalbe in z’n persbericht. Zodoende monteer je hem dus op je achterwiel andersom dan op het voorwiel.
Super Race-karkas
Om de rolweerstand verder te verlagen is de G-One RS gemaakt met Schwalbe’s soepele Super Race-karkas, waarbij je altijd de transparante zijkanten hebt. We kennen dit onder meer van de G-One R en de mountainbikebanden, waar Schwalbe dit karkas-type introduceerde. Dit karkas bestaat uit slechts 2 lagen van 67 tpi onder het loopvlak. Dit komt de soepelheid ten goede. De wangen zijn gemaakt met 3 lagen van 67 tpi en zorgen voor stabiliteit. De combinatie van het profiel, het Addix-Speed rubber én het Super Race-karkas zou de G-One RS tot 20% lichter laten rollen dan de G-One R gravelband, aldus Schwalbe.
Overigens is onder het loopvlak nog wel een V-Guard anti-leklaag aangebracht. Tot slot is de G-One RS Tubeless-Easy (TLE); Schwalbe’s aanduiding dat de band dus tubeless te rijden is. Het relatief dunne karkas vraagt misschien wel wat extra aandacht bij de keuze van dichtmiddel en je verwachtingsmanangement ten aanzien van luchtdichtheid, zoals we dat ook van de G-One R en Schwalbe mountainbikebanden met het Super Race-karkas inmiddels gewend zijn.
G-One RS modellen, prijzen en verkrijgbaarheid
Schwalbe’s G-One RS wordt weliswaar nu gelanceerd bij de Gravel Unbound race, maar zal pas verkrijgbaar zijn vanaf eind augustus 2022. Er zijn drie varianten waaruit je vooralsnog kunt kiezen:
Meer informatie: www.schwalbe.com
Schwalbe G-One RS: eerste indrukken
Kort voordat we je kennis mochten laten maken met de G-One RS, stuurde Schwalbe ons een setje in 700 x 45c gravelbanden toe om alvast uit te proberen. Voor een duurtest was er te weinig tijd, dus hou ik het nu bij eerste indrukken.
Om te beginnen bij de getallen: op mijn weegschaal wegen de exemplaren die ik opgestuurd kreeg respectievelijk 525 en 523 gram per stuk. Dat is 20 gram méér dan opgegeven, maar zwaar zijn ze allerminst te noemen. Vorig jaar viel me bij het uitpakken van de G-One R de souplesse van de banden meteen op. De nieuwe G-One RS-en lijken zowaar nóg een tandje soepeler. Logisch ook, want op het loopvlak zit betrekkelijk weinig rubber dat vervorming tegenwerkt.
Moeiteloze montage
Het monteren van beide gravelbanden rond DT Swiss GR 1600 Spline wielen bleek appeltje-eitje. Ging het bij elke band-velg-combinatie maar zo simpel: monteren, 60 ml Schwalbe Doc Blue dichtmiddel er in, oppompen tot-ie op de velg plopt, druk goed zetten, rijden maar. De DT Swiss wielen hebben overigens velgen met een binnenbreedte van 24 mm. De 700 x 45c G-One RS gravelbanden bollen daar mooi op rond en meten over hun schouders 43,5 mm.
Het Super Race-karkas is het dunste, lichtste en soepelste karkas van Schwalbe. Daarmee is het ook niet het meest luchtdichte karkas van de Duitse bandenfirma. Opvallend genoeg bleven deze G-One RS-exemplaren een stuk beter op druk na de montage, dan andere Schwalbe banden met het Super Race-karkas die ik eerder probeerde. Na een dag stilstand is de druk van 2,2 bar met slechts 0,3 bar gezakt op het achterwiel; de band op het voorwiel leek nauwelijks meetbaar druk verloren te hebben na een nachtje in de schuur.
Open deur
Het is een enorme open deur dat de G-One RS exceleert op harde ondergrond. Op asfalt rolt-ie erg licht, lichter dan de G-One R, die ik juist op asfalt een beetje vond tegenvallen. Maar de G-One RS rolt gevoelsmatig lichter dan die andere fijngenopte gravelband van Schwalbe, de G-One Allround. Op gravel lijkt de grip én voorspelbaarheid van de RS op eenzelfde niveau als die Allround. Dat wil zeggen: voldoende grip om niet met dichtgeknepen billen een bocht in te sturen. Maar bij snelle koerswijzigingen blijft het echter opletten, omdat grind sowieso de neiging heeft om onder je band weg te rollen, ongeacht de grootte van de noppen.
Op de grindafdaling op de lokale vuilnisbelt heb ik echter wél de indruk dat de grenzen van de G-One RS bij hard insturen verder weg liggen dan bij de Allround. De schoudernoppen op de nieuwe gravel-race slick lijken natuurlijk op die van de G-One R en die verdraagt brusk sturen ook goed én voorspelbaar. Eveneens een open deur misschien, maar toch prettig te merken dat het zo werkt. De overgang tussen het loopvlak en de schoudernoppen is overigens niet echt merkbaar. De band kantelt dus over zijn loopvlak zonder dat je duidelijk merkt dat je vanaf de zaagtand-nopjes in het midden overgaat naar de schoepjes op de schouders.
Zandgrond
Bij het ontvangen van deze nieuwe gravelbanden kwamen herinneringen bij me op van Michelin’s Wildgripper Sprint S. Voor wie niet in de jaren ’90 al op de mountainbike zat: dat waren iconisch groen gekleurde banden (mét transparante zijkanten) waar boven op het loopvlak een heel fijn diamantprofiel gecombineerd was met schoudernoppen… voor enigszins fatsoenlijke houvast in de bochten. Geboren en getogen op de Brabantse zandgronden, waar mountainbikes met smalle stuurtjes, starre voorvorken en racefietscassettes als boscrossers dé gravelbike avant la lettre waren, waren die groene Michelin slicks jaren lang mijn keuze voor het onvervalst, authentiek Brabants pedaalduwen. Dankzij die band weet ik dat je op veel ondergronden in het vlakke Nederland, met betrekkelijk weinig profiel, best een eind kunt komen mét een hoge snelheid. Zolang je de druk niet al te hoog had staan.
Om die reden vroeg ik Schwalbe dan ook de breedste versie van de G-One RS toe te sturen. Want een brede band is gemakkelijker op een lage druk te rijden. En met 1,7 tot 1,8 bar (ik weeg momenteel nipt 70 kg) blijkt de G-One RS nog behoorlijk goed uit de voeten te komen op bosgrond. Mijn lokale mountainbikeroute is géén knikkerbaan; oftewel: geen kombochten. En zelfs dan is de snelheid hoog te houden. Niet dat ik op de kronkelige paadjes snelheidsrecords heb gezet met de Schwalbe G-One RS, maar echt langzamer dan met grover genopt rubber was ik ook niet. Ik vind de nieuwe race slick verrassend voorspelbaar. We zeggen het vaker, maar dat is eigenlijk dé beste eigenschap die een band kan hebben.
Glibberig = glijden
De lokale mountainbikeroute hier om de hoek heeft wat secties waar het vrij donker is en dankzij de regenval van de voorbij week, liggen daar ook nog wat nat(tige) secties. In écht natte omstandigheden heb ik nog niet kunnen rijden, maar die paar meters blubber lieten zien dat het profiel logischerwijs snel vol loopt. Geen verrassingen op dat vlak, eigenlijk. De G-One RS prikt met zijn marginale nophoogte nauwelijks door de slijklaag heen naar de hardere ondergrond. Van richting veranderen in dit soort omstandigheden gaat dus meer zoals iemand die navigeert met een kapotte kompas: exact uitkomen waar je wilt, is meer geluk dan wijsheid. Zodra je weer op hardere, minder natte ondergrond komt, lost het profiel echter ook weer snel. Juist door die marginale nopjes heeft troep niet zo’n houvast.
Conclusie
Dankzij veel verschillende ondergronden in ‘mijn achtertuin’ heb ik in betrekkelijk korte tijd toch veel indrukken gekregen van Schwalbe’s nieuwste en – naar eigen zeggen – snelste gravelband, de G-One RS. En snel is-ie zeker. Althans, hij rolt erg licht en snelheid maken gaat dus in veel gevallen gemakkelijk. Dit komt uiteraard door het slick-profiel, maar óók door het soepele karkas. De grip op grind en harde bosgrond is voor een slick behoorlijk en heeft net een bredere marge dan bijvoorbeeld de G-One Allround met zijn kleine, ronde nopjes.
“Op gravel, asfalt en kasseien is de G-One RS simpelweg erg rap rubber. ”
Als je je comfortabel voelt bij lage bandenspanning, kom je met Schwalbe’s G-One RS zelfs nog behoorlijk goed uit de voeten op dieper, los zand, terwijl de band nog altijd soepel loopt bij die lage druk op asfalt. Bestaat gravelbiken voor jou vooral uit échte gravelpaden, geasfalteerde fietspaden en af-en-toe een zandpad of mountainbikeroute over harde bosgrond, waarbij je een hoge kruisnelheid fijn vindt? Dan heb je niet veel meer nodig dan de Schwalbe G-One RS. Op gravel, asfalt en kasseien is de G-One RS simpelweg érg rap rubber.
Tekst: Jeroen van den Brand
Foto’s: Schwalbe, Marleen Mescher & Jeroen van den Brand