Dat het in de fietsenbranche niet heel goed gaat, mag geen verrassing meer voor je zijn. Aan de ene kant lijken het voor kopers hoogtijdagen; er wordt met kortingen gestrooid alsof het niets is. En hoe tof het ook is dat je nu voor bizar lage prijzen je fietsspullen kunt kopen, ze zijn een gevolg van een structureel en breed probleem in de fietsindustrie. Een probleem dat z’n weerga niet kent en in de nabij toekomst nog veel teweeg zal brengen.
Overproductie en gestegen kosten
Tijdens de coronapandemie steeg de vraag naar fietsen. Die vraag werd vervolgens nog verder opgeblazen* terwijl talloze fietsmerken amper konden produceren door fabriekssluitingen wereldwijd. Ook bij Rocky Mountain, dat moeite had om z’n fietsen geproduceerd te krijgen door tekorten en stijgende kosten, speelde dit probleem. Toen eenmaal de productiestroom weer op gang kwam, werd er vervolgens enorm veel geproduceerd. Té veel, zo bleek al vrij snel na de pandemie. En veel van die productie is nog niet verkocht, met als gevolg een extreem scherpe prijsdaling, in de hoop toch zo snel mogelijk van de voorraden af te komen.
Dat er beduidend méér aanbod is dan vraag, betekent nu simpelweg dat Rocky Mountain niet snel genoeg van z’n voorraad af komt. Hierdoor is de financiële druk enorm. In een poging om overeind te blijven heeft Rocky Mountain daarom nu bij de rechtbank uitstel van betaling gevraagd. Deze procedure geeft een tijdelijke bescherming tegen schuldeisers en geeft enige ademruimte om orde op zaken te stellen.
Heel concreet betekent dit dat er om de kosten te drukken flink gesneden wordt in de organisatie. Er zou personeel van het ontwikkelingskantoor in Noord-Vancouver ontslagen zijn. Ook bij het hoofdkantoor in Saint-Georges (in de Canadese provincie Quebec) en de onlangs overgenomen distributeur BikeAction in Duitsland zijn posities opgeheven.
* Vraagoverschatting
Er was tijdens de pandemie zeker een toename in het aantal mensen dat een fiets wilde. Maar een deel van de ‘gestegen vraag’ komt doordat één klantvraag meermaals geteld werd. Zie het zo: één klant klopt bij meerdere fietswinkels tevergeefs aan om een fiets te kopen. Doordat elke fietswinkel dat terugkoppelt naar z’n leverancier, kan dat al snel als effect hebben dat die ene klantvraag via meerdere kanalen telkens als individuele misgelopen verkoopkans geïnterpreteerd wordt. En in een tijd waarin iedereen roept dat de vraag toeneemt, is het heel aanlokkelijk om daar voor te zwichten. Waarvan akte.
Faillissement af te wenden?
Of dit alles voldoende is om een faillissement van Rocky Mountain te voorkomen, moet uiteraard nog blijken. In een markt waar we – ook in minder lastige tijden – toch wel een overschot aan veel-van-hetzelfde hebben, wist het merk zich altijd als een unieke speler te positioneren. Het imago is sterk en de historie is rijk. Maar dat op zichzelf is nooit een garantie dat een herstructurering zal werken. Dat komt heel plat gezegd toch gewoon neer op keiharde pegels. En met een imago alleen maak je niet zomaar geld. Tegelijkertijd is dat imago misschien wel dé reden voor een geldschieter of een grote paraplu-firma (zoals Pon.Bike…) om het merk nu over te nemen…
Het is nog te vroeg om te voorspellen waar dit heen gaat. Tegelijkertijd houden we ons hart vast voor wat er nog komen gaat. Want niet Rocky Mountain heeft de wind flink tegen. De hele industrie bevindt zich in een storm zoals die er nog nooit is geweest…
Toevoeging 21 december
Inmiddels heeft Rocky Mountain op zijn website een verklaring staan. Daarin spreken ze uit zich volop te blijven in te zetten voor klanten en dealers. De blogpost heeft, vrij vertaald, de titel “De rit eindigt niet hier – dit is slechts het begin”.
Rocky Mountain, pionier sinds 1981
Rocky Mountain Bicycles werd in 1981 in het Canadese Vancouver opgericht. Een stad omringd door… juist ja, de Rocky Mountains. Het merk vloeit voort uit een winkel en later importeur van de eerste mountainbikes van Tom Ritchey. Rocky Mountain speelde al vrij snel een grote rol in de ontwikkeling van de mountainbikesport in Canada en ver daarbuiten. In 1984 begon men zelf frames te maken, met befaamde framebouwer Derek Bailey aan het roer van de ‘handbuilt division’. Ook Paul Brodie en Chris Dekerf startte hun loopbaan als framebouwers bij Rocky Mountain. Beide zijn redelijk bekend van solowerk onder eigen naam.
Bovendien zijn onderdelenmerken als Syncros en Race Face nauw verbonden met de geschiedenis van het merk. Race Face was een onderdelenmerk van Rocky Mountain dat verzelfstandigd is. Syncros werd opgericht door Pippin Osborne, die ontwerper was bij Rocky Mountain.
Typenamen die vanaf dag één gevoerd worden zoals de Blizzard, Element, Altitude en Slayer en het iconische lakwerk voorzien van Canadese esdoornmotieven hebben bijgedragen aan het sterke merkimago met een flinke schare fans wereldwijd.