Transformer?
Jeroens Museum is een kleurrijke bedoening. De jaren 80 en 90 drukken duidelijk hun stempel op het museum! Maar tussen al dat neongeweld staan soms ook fietsen met een minder vrolijk uiterlijk. Als ik in mijn ééntje door een stille zaal achterin het museum loop, sta ik ineens oog in oog met de Whyte PRST-1… Het ding staat daar intimiderend technisch en donkergrijs te wezen. Ik ben geïntrigeerd, maar durf eigenlijk niet dichtbij te komen. Of me om te draaien. Want een een stemmetje in mijn hoofd zegt: “Als je dát doet, dan transformeert het zich als in een Michael B(ay) film met dzjudzjudzjudzju geluiden tot een verschrikkelijke robot-bidsprinkhaan met 26″ ogen.”
Geintje natuurlijk. De Whyte is een fantastisch apparaat, waar mijn techneutenhart van gaat bloeden. Jeroen, vertel eens?
Nope! robothond!
Jeroen: Ja, je grapt nou wel over die Transformers, maar weet je waar de naam van deze fiets vandaan komt? Van Preston, de op hol geslagen robothond uit een Wallace & Gromit film. Dus kiek maar uut, haha.
Deze fiets komt ergens uit de eerste jaren van het nieuwe milennium. Alle technisch écht kansloze constructies waren al eens geprobeerd en hadden gefaald. Toch werden er nog steeds nieuwe concepten bedacht, zoals deze fiets. Er zit echt een hoop bijzonders aan!
Wat vind je bijvoorbeeld van die vork? Het lijkt op de Telelever voorvork in BMW motoren, maar is toch écht anders: In de BMW-vork zit een telescoop, de Whyte is een echte paralellogram. Het ontkoppelt de vering van de invloed van de remmen. Er zit een Fox demper in, en kogelgelagerde scharnierpunten. Réken maar dat dát goed werkte als XC-vork, zéker voor die tijd.
Het draaipunt van de achtervork zit op een plek die trap-efficiëntie mogelijk maakt, en de achterbouw, met zijn driehoekige vorm, geeft veel clearance voor de achterband, ketting en tandwielen en is ook nog eens superstijf. Nog geholpen door, jawel, begin 2000, semi-steekassen vóór en achter! Deze fiets was echt zijn tijd vooruit.
Het zijn ook niet de minste die hem ontworpen hebben hoor: Jon Whyte en zijn mattie Adrian Ward (die ook in de Formule 1 als ontwerper actief was) ontwierpen samen fietsen voor Marin. Niet tevreden met de standaard beschikbare vorken van die tijd, ontwierpen ze hun eigen. En omdat ze wisten dat Marin zoiets radicaals nooit zou aandurven, zetten ze hem onder eigen merknaam op de markt gezet. Het merk bestaat nog steeds, maar is helaas veel van zijn karakter kwijtgeraakt.
Maar weet je nou wat ik nou écht jammer vind? Er is zó goed over nagedacht, het werkt allemaal zó goed. Maar toch werd het geen succes. Terwijl de wipkippende eerste generatie Cannondale Scalpel wel als een malle verkocht. Misschien was het te heftig, te ingewikkeld voor de grote massa. Misschien was het te duur (enig idee hoeveel meters er aan gelast werd?). Of misschien stond er wel gewoon de verkeerde merknaam op de onderbuis, wie weet. Jammer hoe dan ook. Maar deze waakhond blijft!
Tekst: Jeroen van Roekel, Lars Vogelenzang
Foto’s: www.erikboschman.com