Tekst: Jeroen van den Brand // Foto’s: Arjan Kruik & Jeroen van den Brand
XTR M9100: kabelbediend, ouderwets? Misschien, maar evenzo goed courant
In de coronajaren zijn de traditionele productcycli flink overhoop gehaald. Veel fabrikanten stellen de introductie van nieuwe producten uit. Tijdens corona kon men de sterk toegenomen vraag niet aan, maar eenmaal opgeschaald viel de vraag juist weg. Gevolg: overvolle magazijnen. Shimano ververst z’n meest hoogwaardige groepen meestal om de vier jaar. En de huidige generatie XTR, de M9100-serie, werd geïntroduceerd in 2018. Een Di2-versie leek logisch, zeker gezien Shimano’s grootste concurrent vol inzet op elektrificatie. Maar tot op de dag van vandaag er van de huidige 12-speed XTR géén elektrische variant. En – zo is ons stille vermoeden – die komt er ook niet meer binnen de huidige serie.
Je zou dus kunnen beargumenteren dat de huidige XTR-onderdelen in geleende tijd spelen. Immers, Sram timmert dusdanig hard aan de weg met z’n nieuwe Transmission en draadloze, elektrische bediening ‘voor iedereen’, dat Shimano wel wat móet, toch? Mja, misschien. Maar we zijn inmiddels op het punt beland waar iets nieuws niet per se significant beter is. Hooguit krijg je iets meer features. Inmiddels heb ik redelijk wat ervaring met Srams nieuwe high-end schakelonderdelen. Oók heb ik redelijk wat kilometers ervaring op mijn crosscountry-fully met Shimano’s topgroep voor mountainbikes: XTR M9100 12-speed. En ik durf daarom te stellen dat XTR met z’n archaïsche kabelbediening nog steeds een erg interessante optie is. En dat gaat over méér dan alleen het gegeven dat je het nooit iets op hoeft te laden.
Specificaties XTR M9100 12-speed
Typisch Shimano: keuzevrijheid
De Japanse firma gelooft niet zo in ‘één oplossing voor iedereen’. Dat hele ‘one-by’-gebeuren waar de concurrent zo op hamert? Shimano timmert niet zo hard. Oók op XTR-niveau kun je nog altijd voorderailleurs kopen. Goed; dat die inmiddels uiterst zeldzaam zijn zegt wel iets over de markt. ‘One-by’ (of 1x) is inmiddels de norm. Maar dan nóg heb je wat te kiezen binnen Shimano’s XTR M9100-familie. Want naast een 12-speed cassette met 10-51t en dus een bereik van 510 procent, biedt Shimano ook nog een 10-45t variant. De 450 procent bereik van deze optie heeft net wat kleinere sprongen. Overigens was er bij de introductie in 2018 ook nog sprake van een 11-speed variant van deze groep met eveneens een 10-45t-cassette. In feite was dat de 10-51t-cassette, minus de 51t. Maar deze variant heeft nauwelijks de markt bereikt en is zelfs nu niet meer te vinden op de website van Shimano.
Specifiek voor die 10-45t-cassette heeft Shimano de XTR RD-M9100-GS achterderailleur; een exemplaar met een medium kooilengte. Officieel werkt die derailleur niet met de 10-51t-cassette, maar het is bekend dat je er in sommige setups (met name hardtails, waar de achternaaf niet verplaatst ten opzichte van de trapas) wél mee wegkomt. Andersom werkt de XTR RD-M9100-SGS, de versie met lange kooi, wél met de compactere 10-45t-cassette.
Gewichten en prijzen
Hieronder een overzicht van de gewichten van Shimano XTR setups met 10-45t en 10-51t-cassettes en bijbehorende derailleurs, vergeleken met de mogelijkheden die Sram biedt op grofweg hetzelfde niveau. Merk hierbij op dat we uitgaan van een combinatie van derailleur, shifter, cassette en ketting. Cranksets hebben we buiten beschouwing gelaten. De genoemde prijzen zijn indicatief van wat je op het moment van schrijven (november 2023) bij online-shops gemiddeld kwijt bent. Voor een compleet overzicht van de getallen achter deze samenvatting, klik hier.
Geen volledige groep
Het lijkt alsof ik hierboven de conclusie al weggeef. En ja, eigenlijk is dat ook zo. Maar ik leg je graag uit hoe ik aan die gedachte kom. Vooropgesteld; dit is geen duurtest van de hele XTR M9100-groep, ik hou het alleen bij de aandrijfdelen. De remmen en naven laat ik buiten beschouwing, evenals de cranks. In de tijd dat ik mijn Santa Cruz Blur crosscountry-fully opbouwde, waren de XTR-cranks door productieproblemen slecht leverbaar. In plaats daarvan monteerde ik de XCX carbon cranks met een 32-tands kettingblad van E*Thirteen. Daarbij meteen de opmerking dat buiten de tandvorm van het kettingblad er weinig noemenswaardige interactie is met waar het in mijn optiek écht om draait: schakelkwaliteit en duurzaamheid.
10-45t cassette
Voor mijn setup koos ik voor de 12-speed 10-45t-cassette met de bijbehorende RD-M9100-GS achterderailleur, dus die met de kortere kooi. 450 procent bereik is voor mij ruim voldoende voor alles wat ik met mijn crosscountry-fully doe. De ietwat kleinere sprongen in deze cassette spreken me voor het beoogde doel meer aan.
Shimano stanst en smeedt z’n kransen uit plaatmateriaal. Dat is nu eenmaal het productieproces dat ze al jaren als geen ander beheersen. De 10-45t cassette is opgebouwd uit een combinatie van staal, titanium en aluminium. De vier kleinste kransen zijn van staal en zijn los. De volgende vijf kransen zijn van titanium en de grootste drie zijn van aluminium. Die titanium en aluminium kransen zijn samen met klinknagels op één aluminium drager gemonteerd. En omdat ook 12-speed Shimano in plaats van een 11-tands krans als kleinste, nu een 10-tands krans heeft, past het XTR-cassette net als al de andere 12-speed cassettes van Shimano alleen op de specifieke Microspline-body.
Rijden: consistent soepel en stil
Onder mountainbikers is het een niet ophoudende vraag: Shimano óf Sram? Persoonlijk heb ik geen expliciete voorkeur voor de één of de ander; beide hebben aspecten die ik fijn vind. Bij Shimano is één van die aspecten de souplesse waarmee het schakelt. En bij 12-speed heeft Shimano daar in 2018, toen ze deze XTR M9100-serie introduceerden, nog een schepje bovenop gegooid.
Over schakelprofielen in de cassette hoef je de Japanse techneuten niets wijs te maken; dat vak beheersen ze al jaren als geen ander. Alhoewel; Sram liet bij de introductie van Transmission zien dat zij inmiddels óók weten hoe ze perfecte en stille schakelacties voor elkaar kunnen krijgen. Onder meer zeer strategisch geplaatste dik-dunvertanding maakt dat de ketting bij Srams Transmission ook alleen schakelt daar waar de schakelhulpen zitten. Volgens velen dé nieuwe maatstaf voor aandrijvingen. Ook wij zijn enthousiast over die nieuwe groep, maar niet onverdeeld.
“Bij zowel het op- en afschakelen onder lichte, gemiddelde en wat zwaardere belasting blijft XTR M9100 soepele schakelgedrag veel meer constant.”
Cruciaal bij Transmission is dat het soepele schakelgedrag vooral werkt bij redelijk tot ronduit hoge spanning op de ketting. Want alleen dan blijft de ketting strak zitten daar waar het moet en verplaatst-ie zich daar waar een goede schakeling gegarandeerd kan worden. Doe je dit met minder druk op de pedalen, dan ratelt Transmission méér juist door die dik-dun-vertanding, omdat de ketting al wil verplaatsen op plekken waar dat niet optimaal is. En precies op dit punt is mijn ervaring dat Shimano’s topgroep juist meer consistent werkt. Bij zowel het op- en afschakelen onder lichte, gemiddelde en wat zwaardere belasting blijft XTR M9100 soepele schakelgedrag veel meer constant. Bij Sram Eagle 12-speed (mechanische en de eerste generatie AXS) groepen die voorafgingen aan Transmission, gaat het schakelen weliswaar behoorlijk resoluut, maar niet zo verfijnd en met meer hardere geluiden. En bij Transmission is het dus pas onder de zwaardere trapkracht dat het écht stiller en soepeler werkt.
Hyperglide+
Die meer consistente souplesse bij Shimano is er in beide schakelrichtingen. Voor een deel is dat te danken aan de veel stijver geconstrueerde derailleur. Dat wil zeggen: als je de 12-speed RD-M9100-derailleur vergelijkt met de 11-speed RD-M9000-derailleur. Het andere deel ligt aan het samenspel van ketting en cassettekransjes. Vooral het schakelen naar een kleinere krans gaat erg soepel. Daardoor gaat schakelen terwijl je volle bak sprint erg soepel, of zeg maar gerust minder lomp. De crux hierbij is dat de schakelzones dusdanig zijn veranderd dat de ketting in deze zones veel meer in het verlengde ligt van de kettinglijn vanaf het punt waar deze de cassette verlaat richting je crank. Dit is ook het punt waar de kracht uiteindelijk van de ene krans over wordt gedragen naar de andere krans. Hyperglide+ noemt Shimano dit. En het effect is dat de ketting dan dus veel geleidelijker van de ene naar de andere krans glijdt en perfect aangrijpt zónder een stukje te door te slippen om in te kúnnen grijpen. Het gevolg is dat de schakelactie minder schokkend is. Figuurlijk, maar vooral ook letterlijk.
Het onderstaande filmpje is uiteraard door Shimano als marketinguiting gemaakt, maar buiten de flashy blauwe pijlen, is dit ook echt hoe het in de praktijk werkt. Dit is overigens óók iets wat je nu ruim vijf jaar na de introductie van Hyperglide+ ook meer expliciet ziet bij Sram Transmission. Omdat het simpelweg erg goed werkt.
Snel meerdere kransen schakelen
Als je mijn testverhaal over Sram Transmission hebt gelezen, weet je dat je dat ik niet zo onder de indruk ben van de schakelsnelheid van Srams nieuwe draadloze groep op spierfietsen. De verregaande shift mapping die Sram er op nahoudt, maakt dat de ketting zich nauwelijks verplaatst, behálve op de plekken waar een soepele overgang gerandeerd is. En dat krans-per-krans. Wordt je prompt geconfronteerd met een steile klim, of blijk je (zoals mij ook nog steeds overkomt) je beenkracht flink te overschatten en moet je ineens flink lichter schakelen, dan volstaat een flinke duw op de shifter bij Shimano om meteen tot vier kransen lichter te schakelen. En in de regel trap je binnen een halve crankomwenteling ook werkelijk vier kransen lichter. Dat terwijl je nog behoorlijk druk op de pedalen houdt en dus tractie aan het achterwiel hebt. Dat lukt je met Transmission simpelweg niet. Verfijnd is zo’n schakelactie overigens allerminst. Want de ketting krijgt niet de tijd om optimaal gebruik te maken van de schakelprofielen. Maar goed; ‘tandjes poetsen’ met wat extra geluid in plaats van voetje aan de grond? Als fietser die van uitdagingen houd, neem ik dat voor lief.
Derailleur
Shimano zegt uiteraard dat je de voordelen van hun schakelprofielen en het Hyperglide+ concept vooral merkt in combinatie met hun specifieke 12-speed kettingen. Die zijn richting-specifiek vormgegeven, waarbij de kettingschalmen aan de binnenzijde duidelijk een andere afschuiningen hebben. Dat willen we uiteraard geloven, maar het is lang niet alleen de combinatie van cassette en ketting die de schakelkwaliteit bepalen. De derailleur en shifter doen eveneens een flinke duit in het zakje, zo is mijn ervaring.
Lichtere bediening
Ik heb tijdens de duur van deze duurtest ook met de TRP TR12 derailleur en shifter de XTR M9100 ketting en cassette geschakeld. En die setup werkt ook goed, maar duidelijk minder verfijnd. Dat ligt enerzijds aan de nauwkeurigheid van de schakelstappen in de shifter in relatie tot de cassette, maar anderzijds aan de werking van de derailleur. Zo schakelt de TR12-derailleur van TRP zwaarder dan de Shimano XTR M9100. Ook ten opzichte van de vorige generatie (11-speed) XTR, schakelt Shimano’s 12-speed derailleur merkbaar lichter. De verklaring hiervoor zit hem onder meer in de meer rechtop gezette scharnierpunten van de parallellogram. Hierdoor heeft de kettingspanning én de wrijving die de clutch voor het dempen van kettinggeklapper, beduidend minder effect op de benodigde schakelkracht.
En over die clutch gesproken: net als de collega’s die met de Deore-schakelspullen op pad waren, heb ik géén last gehad van afname in de werkingsgraad van de clutch. Iets wat je her en der online nog wel eens terugleest. Dat een derailleur-clutch in Nederland een iets minder uitdagend leven heeft dan in de bergen zal er ongetwijfeld een rol spelen. Feit is wel dat áls de clutch bij de XTR M9100 iets verloopt, je deze (net als bij andere Shimano-derailleurs) kunt servicen én verstellen. Bij derailleurs van Sram kan dat niet.
Shifter: meer klak dan klik, maar geen ergonomisch wonder
Bij de introductie van XTR 12-speed in 2018 claimde Shimano dat shifter een lichtere schakelacties geeft. Dat klopt gevoelsmatig wel. Maar dat komt meer voort uit de vorm van de derailleur, zoals ik hierboven uitleg. Maar voordat de hendels (en daarmee de derailleur) bewegen, is de drempelwaarde of tegendruk die in feite het ‘klikje’ maakt dat je voelt én hoort, juist hoger dan bij de vorige generatie XTR. En waar ik ‘klikje’ zeg is het ook veel meer een harde ‘klak’ dan een verfijnd ‘klik’-geluid zoals ik gewend ben bij Shimano. Een nadeel vind ik dat overigens niet. Het geeft een méér gedefinieerd gevoel, waardoor je ook op een stuiterpad nog altijd voldoende feedback hebt.
Op stuiterpaden heb ik bij Sram mechanische schakelaars wel eens dat ik per ongeluk twee keer de knop voor het schakelen naar een kleinere krans indruk. Bij deze generatie 12-speed shifters van Shimano heb ik dat nooit.
Ergonomie kan beter
Er is echter iets wat me wel wat tegenstaat bij de XTR M9100-schakelaar. Ergonomisch vind ik ze niet briljant. De hendels zitten in hoogte dicht tegen het stuur. Mijn duim schuurt dus tijdens het schakelen altijd langs het handvat. En het is niet dat ik dikke duimen heb. Bovendien moet ik mijn duim best ver naar achteren bewegen om óp de grootste hendel uit te komen. Ik vind het dan ook bezwaarlijk dat je aan de XTR-hendels niet echt iets kunt verstellen. Ja, de montagepositie is – afhankelijk van de remgreep – wel iets te verschuiven of te verdraaien, maar de hendels zijn individueel of samen niet rond hun rotatie-as te verdraaien.
Wél fijn: 2-way- en multi-release
Ik ben overigens vanaf dag één fan van Shimano’s 2-way release; waarbij je de kleine hendel óók met je duim kunt bedienen. Aanvankelijk was dit een hendel die je met de wijsvinger bediende, maar sinds Shimano 2-way-release heeft geïntroduceerd, schakel ik op geen enkele Shimano-fiets nog met de wijsvinger. Verder is de multi-release-functie er één die ik zelfs hier lokaal vaak gebruik. Door de kleine hendel dóór te drukken, kun je in één schakelbeweging twee kransen kleiner schakelen. Perfect om meteen wat rapper over de cassette te gaan, wanneer ik bovenaan de klim van de lokale vuilnisstort, de afdaling induik. Iets wat dus ook gewoon kán in samenspel met de ketting en cassette.
Slijtage
Ketting
Ik heb verspreid over de voorbij drie jaar – want ik fiets op verschillende bikes – iets meer dan 4.000 kilometer weggetrapt met de XTR M9100-aandrijving in alle denkbare weersomstandigheden. De ketting heb ik daarbij gesmeerd met ofwel Peaty’s Dry Lube dan wel All-Weather Lube, naar gelang het weer. Laatstgenoemde probeerde ik liefst te vermijden, want die trekt wel wat vuil aan. In droge periode bleek de Dry Lube perfect, omdat die een waslaagje ín de ketting achterlaat en de buitenzijde behoorlijk schoon houdt. Ik poets mijn fietsen alleen als het écht smerig is. In droge periode kom ik weken door zónder enige vorm van onderhoud.
Met 0,75 procent rek zit de XTR CN-M9100 ketting inmiddels wel tegen z’n houdbaarheidsdatum. Tenminste als je langer wil doen met een cassette, want dan is het aangeraden een ketting bij 0,5 procent rek te vervangen. Ik heb dat dus niet gedaan, ook omdat ik er eigenlijk nooit op het let. Want de ketting voelt geenszins versleten aan. De rolletjes rammelen niet hoorbaar wanneer de ketting relatief droog staat en de schakelprestaties lijken niet afgenomen. Uiteindelijk vind ik 4.000 kilometer een nette score, zeker gezien bij groepen als dit het compromis toch wat vaker doorslaat naar een laag gewicht ten koste van duurzaamheid. Had ik wél een kettingwissel gedaan dan denk dat er nog minimaal 50 procent méér kilometers met de cassette te rijden zijn.
Minder snel vuil
Overigens voorziet Shimano z’n CN-M9100-ketting van een Sil-Tec coating. Die kun je vergelijken met de gladde, afstotende eigenschappen van Teflon. Minder wrijving en minder gevoelig voor het aanhechten van vuil, belooft Shimano. Dat van die wrijving kan ik zonder laboratoriumtest niet bevestigen, noch ontkrachten. Wel heb ik de indruk dat de ketting inderdaad minder snel vuil vasthoudt. Dezelfde Peaty’s Dry Lube gebruik ik op mijn gravelracer met een (goedkopere) Sram Rival-ketting en die is toch stelselmatig vuiler.
Ik probeer in elk geval mijn ketting spaarzaam te smeren, zodat in de buitenzijde ook zo schoon mogelijk blijft. Dat lukt aardig, waarbij zelfs in de meest natte omstandigheden de XTR-ketting niet lijkt te roesten, in tegenstelling tot die Rival-ketting. Anekdotisch bewijs wellicht, maar toch iets dat me opvalt.
Cassette
Het overgrote deel van de kilometers heb ik afgehaspeld in het vlakke Nederland. Dus met name de titanium en stalen kransjes in het midden van de cassette zijn het meeste gebruikt. Die tonen dan ook wel wat vervorming (slijtage, dus), maar ‘op’ zijn ze geenszins. Op de grootste (aluminium) kransen is de zwarte coating rondom de schakelprofielen vrij snel iets beschadigd. Maar erger dan na de eerste paar schakelacties is het ook niet geworden.
Shimano levert z’n cassettes met een kunststof ringetje om tussen de achterkant van de cassette en het aanlegvlak op de driver te leggen. Flinterdun, maar toch vrij cruciaal, zo blijkt. Want dit voorkomt grotendeels het kraken. Maar zelfs met die ring gemonteerd is de cassette niet altijd even stil. De onderste vier kransen zijn namelijk los en tussen die kransen in wil toch nog wel eens wat gekraak ontstaan. De cassette loshalen, de boel poetsen en schoon terug monteren is dan voldoende.
Kraakjes bij eerdere modellen
Overigens lees je her en der online dat sommigen met vroege versies van de XTR M9100-cassettes ook wel eens kraakjes op de kliknagels ervaren. Dat is vervolgens met een druppeltje olie te verhelpen. Oók mijn cassette is er een van kort na de lancering, maar ik heb dit nooit ervaren. Bij nieuwere cassettes zou het ook niet meer voorkomen.
Conclusie
Elektronica is inmiddels niet meer weg te denken op de fiets. Toch doe je jezelf in mijn optiek te kort als je blindelings kiest voor het draadloze gebeuren. De verfijning die Shimano in z’n kabelbediende XTR 12-speed groep weet te leggen is als je het over de volle inzetbreedte bekijkt – zelfs ruim vijf jaar na de lancering – nog steeds ongeëvenaard. Je hoeft daarbij niet na te denken over de batterijlading. Gewoon je fiets pakken en rijden. En eigenlijk is dat een best sterk argument. Sterk genoeg om de toekomst van kabelbediende high-end groepen als XTR te waarborgen? Nee, ik vrees van niet. Product-managers lijken massaal die doldwaze trend te volgen om kabels dóór het bovenste balhoofdlager het frame in te voeren. En de bochten waarin een staalkabel zich dan moet wringen, zijn snel killing voor een soepele, nauwkeurige bediening van een derailleur. Jammer dat zo’n voor mountainbikes praktisch nutteloos idee de toekomst bepaalt voor meer dan alleen de looks van je frame.
“XTR M9100 schakelt licht en soepel. Oók onder volle belasting is de groep nauwelijks te overrompelen, zelfs niet wanneer je op je tandvlees zit en plots meerdere kransen in één keer lichter wil schakelen.”
Het samenspel tussen je duim en wat er op de cassette gebeurt, is dankzij die staalkabel bij Shimano XTR erg intuïtief. Je bent méér verbonden en je hebt zodoende dus meer controle over wát en hoe snel er iets gebeurt wanneer het echt spannend wordt. Wat betreft de ergnomie van de shifter is XTR M9100 echter niet feilloos. De hendels zijn niet te verstellen en ik vind ze te dicht op het stuur staan. Niettemin schakelt XTR M9100 erg licht en soepel. Oók onder volle belasting is de groep nauwelijks te overrompelen, zelfs niet wanneer je op je tandvlees zit en plots meerdere kransen in één keer lichter wil schakelen. Iets dat met de ruim vijf jaar jongere elektronische Sram Transmission op een spierfiets niet lukt. In vergelijking met Srams mechanische en AXS Eagle-groepen is Shimano XTR 12-speed soepeler én (afhankelijk van je specifieke setup marginaal) lichter. En ten opzichte van Transmission ben je bij hetzelfde gewicht de helft (!) goedkoper uit.
Verder is de slijtage voor een high-end groep met een zwaartepunt (…) op een laag gewicht, acceptabel laag. Zeker wanneer je op tijd je ketting wisselt, kun je lang genoeg vooruit en is die ‘oude en archaïsche’ Shimano’s XTR 12-speed over de volle breedte nog altijd een sterke propositie. Nou ja… totdat je een fiets koopt met kabels door het balhoofd.