Tekst: Jeroen van den Brand // Foto’s: Arjan Kruik, Jeroen van den Brand, Marleen Mescher

Sram AXS en AXS XPLR?
Shimano heeft GRX, Sram heeft XPLR. Beide duiden aandrijfonderdelen aan voor gravelbikes. Maar bij Sram is er buiten het XPLR-gebeuren nog meer te kiezen. Want waar bij Shimano die drie letters staan voor een unieke familie met verschillende niveaus, daar staat XPLR bij Sram voor een toevoeging aan bestaande racefietsgroepen. En met de XPLR-onderdelen binnen z’n racefietsgroepen Apex, Apex AXS, Rival AXS, Force AXS en Red AXS bedoelt Sram in feite alleen de aandrijvingen zonder voorderailleur.
Die combineer je met een cassette tot 44-tanden, waarbij je een maximum bereik hebt van 400 procent bij Apex en tot 440 procent bereik bij Rival en Force. Inmiddels er ook 13-speed XPLR op Red-niveau, waarbij je tot 460 procent bereik hebt. En hoewel Sram duidelijk gelooft in een voorderailleurloze toekomst, onderkennen ze tevens dat 440 of zelfs 460 procent niet voor iedereen voldoende is. Zodoende kun je op je gravelbike óók een groep monteren mét voorderailleur om tot een bereik van 516 procent te geraken.
Sram biedt je met de Eagle-derailleurs en cassettes uit het mountainbike-assortiment ook nog de optie om het bereik van een 1x-aandrijving te vergroten naar 520 procent. Dit wordt vaak een mullet-set-up genoemd.
Ik heb me de voorbije maanden in binnen- en buitenland alleen bezig gehouden met de ‘complete’ Force AXS 2×12 en AXS XPLR 1×12-opties. De mullet-configuratie heb ik tijdens het testen buiten beschouwing gelaten, maar ik zal die verderop in dit verhaal zeker nog aanstippen.
Force AXS: subtopper
Force AXS is op een na hoogste groep in het Sram-assortiment voor racefietsen en gravelbikes, na Red AXS. De groep maakt gebruik van dezelfde draadloze elektronische AXS-schakeltechnologie. Maar door de bank genomen is er een fractie minder carbon en net wat meer aluminium toegepast. Carbon is er zéker wel, hoor. Zo zijn de cranks van carbon en ook de remhendels zijn van het zwarte vezelcomposiet. Zoals het een subtopper betaamd weegt Force AXS dan ook nét iets meer dan de topgroep, maar kost vervolgens een pak minder.
Bij de facelift in 2023 kreeg Force AXS nieuwe grepen, cranks en een meer chique uitstraling. Hoewel uitstraling natuurlijk subjectief is, kon Force AXS die opknapbeurt desondanks wel gebruiken. Het verschil met de derde groep, Rival AXS, was visueel namelijk nogal klein en daarmee met Red AXS juist des te meer. Er werd ook gesleuteld aan het gewicht, waarbij vooral de racefietscranks dankzij nieuwe geïntegreerde kettingbladen een afslankkuur kregen.
Montage
Ik vertel je natuurlijk niets nieuws wanneer ik zeg dat de montage van draadloze schakelhendels een stuk eenvoudiger is dan exemplaren met mechanische kabels. Maar dan nog is het niet mijn favoriete karweitje om de nog ‘overgebleven’ remleidingen door een frame heen te voeren. Ik heb zowel Force AXS 2×12 als AXS XPLR 1×12 op een Santa Cruz Stigmata en een Cervelo Aspero gemonteerd. Bij laatst genoemde gaan de remleidingen dóór het bovenste balhoofdlager. Zeker bij kleine frames is dat al snel meer gedoe. Het kostte me moeite om de leidingen netjes te laten lopen, zodat ze nergens schuren of de stuuruitslag beperken. En waar je bij dit soort constructies al snel last hebt te scherp gebogen schakelkabels en dus inlevert op schakelprestaties, is dat dus met een draadloze groep geen punt.
Bleeding Edge
Sram levert z’n remmen zonder dat de grepen aan de leidingen zijn gemonteerd. De leidingen zijn afgedopt met een metalen dopje met ronde voorkant. Daarmee is de leiding iets gemakkelijker door een intern geleiding in je frame te duwen, of met een magneet van buiten af te sturen. En dankzij de openingen in dat dopje is kun je met wat huisvlijt ook een kabel verbinden om de leiding zo door het frame te trekken. Maar dan moet je allereerst wel die kabel door je frame hebben weten te krijgen…
Het ontluchten van de Force-remmen gaat dankzij de Bleeding Edge overigens betrekkelijk eenvoudig. Het luistert in elk geval niet zo nauw als bij Apex, waar die functie ontbreekt. En als je een beetje voorzichtig te werk gaat bij het inkorten en verbinden van de remleiding, dan kan het zelfs zijn dat je niet hoeft te ontluchten.
Afstellen en instellen
Het afstellen van de derailleurs is bij zowel Force AXS XPLR 1×12 als de niet-XPLR 2×12-aandrijving iets dat aandacht vraagt. Cruciaal is dat het bovenste derailleurwieltje op een specifieke afstand staat ten opzichte van de cassette. ‘B-gap’, wordt die afstand genoemd. Met name bij de 2×12-aandrijving in combinatie met de 10/36t-cassette luistert de b-gap-afstelling erg nauw. In de handleiding geeft Sram die maat op in millimeters, maar het laat zich lastig meten. Ik kwam met deze methode een heel eind in de buurt van iets dat goed schakelt. Maar pas toen Sram me later de b-gap-tool nastuurde, ontstond het beste schakelgedrag.
Overigens kun je de schakelaar(s) en derailleur(s) onderling met elkaar koppelen zonder tussenkomst van een Sram AXS-app. Maar het leven is toch echt een stuk gemakkelijker wanneer je die wel gebruikt. Sram rolde de voorbije zomer nog een compleet nieuwe AXS-app uit. En het verbinden van de onderlinge onderdelen, als ook het instellen van alle opties die je hebt bij de AXS-groepen, gaat kinderlijk eenvoudig. De functies van de schakelhendels aanpassen? Binnen een paar klikjes en swipes heb je dat voor elkaar. De uitleg is daarbij duidelijk en het verbinden van de app met de AXS-componenten gaat razend snel en zonder gedoe. Een schril contrast met Shimano’s E-Tube-app die ik bij de GRX Di2 2×12-test uitprobeerde. Je merkt duidelijk dat Sram veel ervaring heeft met digitale technieken én apps waarbij de gebruiker centraal staat.
Ervaringen Sram Force AXS 2×12 en AXS XPLR 1×12
Grepen: ergonomie
Sram gaf z’n Force AXS-grepen in 2023 nog een grondige update. Ietwat vreemd leunen ze daarbij op de eerder geïntroduceerde vernieuwingen bij de lager geplaatste Rival-groep. Meestal komen vernieuwingen van de groep hogerop. Rival zag echter als eerste een vernieuwingsslag, waardoor de grepen voor mensen met kleinere handen beter in de hand liggen. Force volgde gezwind. Mijn handen zijn niet extreem klein noch groot. Ik vind in elk geval de nieuwe Force-grepen prettiger in de hand liggen dan de vorige generatie, met daarbij ook een betere bediening van de remmen. Daar over dadelijk meer.
De greep zelf ligt lekker in de handpalm, waarbij ik meerdere posities aan kan nemen zonder extreem duidelijk naar één punt toe te worden gedirigeerd. Ze zijn relatief compact en nergens steken harde randen of bijvoorbeeld de remleiding uit, of zijn er scherpe overgangen. De afrondingen zijn dusdanig dat de grepen óók prettig in de hand liggen bij montage op een stuur met een extremere flare, zoals het Ritchey WCS Beacon-stuur dat ik op een van m’n gravelbikes heb.
Grepen
Schakelbediening
Srams party trick is natuurlijk de eTap-schakellogica, waarbij je aan elke greep maar één schakelhendel hebt. Wat die hendel doet is eenvoudig in de AXS-app in te stellen. Ik vind het één-hendel-per-zijdeprincipe erg intuïtief. Niet alleen bij de 1x-aandrijving waarbij je maar één derailleur hebt, ook bij de Force AXS 2×12-aandrijving heb ik me nog geen één keer vergist in de schakelrichting of derailleur. Om de voorderailleur te schakelen bedien je namelijk zowel links als rechts de schakelhendels tegelijkertijd. Dat went zo snel en is zó duidelijk anders, dat per ongeluk de voorderailleur schakelen simpelweg niet voorkomt.
De slag van de schakelhendel, de tegendruk van de veer én het klikje waarbij je effectief schakelt, zijn duidelijk en resoluut. In tegenstelling tot Shimano Di2-schakelaars is het me bij Sram Force AXS niet één keer overkomen dat ik doordat ik met de vinger op de hendel had en door een kuil reed, per ongeluk schakelde. En, eveneens in tegenstelling tot Shimano Di2 met z’n twee naast elkaar geplaatste schakelaars, is het me bij Sram Force AXS niet één keer overkomen dat ik tijdens het remmen per ongeluk de schakelhendel bediende.
Remhendels
Over die remhendels gesproken: die zijn van carbon. Collega’s Arjan en Sebastiaan klagen wel eens dat ze ze te glad vinden. Persoonlijk heeft me dat nooit tegen gestaan. Maar dat ligt misschien ook in het gegeven dat ik tegenwoordig ook op de gravelbike altijd met handschoenen met lange vingers rijd. De bediening van de remmen vanaf bovenop de grepen gaat met mijn ‘gemiddelde’ handen prima, waarbij ik eigenlijk altijd méér dan één vinger gebruik om te remmen. De hendels vragen namelijk wél wat meer kracht dan ik bijvoorbeeld van Shimano gewend ben. Toch kan ik niet zeggen dat ik uiteindelijk écht harder moet knijpen voor eenzelfde remvertraging. Het is zo gezegd puur de remhendel zelf die minder snel in beweging komt. Desondanks vind ik de terugkoppeling wanneer ik eenmaal rem ruim voldoende. De tegendruk is prima en daardoor is het moduleren van de rem ook prima.

Schakelen
Voor ik je wat vertel over de voorderailleurschakeling bij de Force AXS 2×12-aandrijving, eerst even iets over wat bij zowel de 1x als 2x-aandrijving identiek is; het schakelen achteraan. Dat wil zeggen; als je dus de extra aandacht bij het afstellen van de achterderailleur bij de 2×12-aandrijving met de 10/36t-cassette in acht hebt genomen. Eenmaal alles goed ingesteld, wordt de ketting duidelijk, snel en soepel van krans naar krans geschakeld. Ook onder belasting gaat dat relatief feilloos en op echte misstappen heb ik beide set-ups niet kunnen betrappen.
Sram koos er jaren geleden bewust voor om alle kransen en kettingbladen wat kleiner te maken. Dus minder tanden. Dat betekent dus ook dat op de meeste plekken het verschil per schakeling niet extreem is, waardoor de schakelactie in de regel ook net wat soepeler verloopt. Waarvan akte. Pas wanneer je meerdere kransen in één keer wilt schakelen, wil de ketting zich wel eens verslikken. Maar daarin niet meer of minder dan de Japanse concurrent. Overigens heb ik de indruk dat de schakelsnelheid niet echt onderdoet voor dat wat je bij Shimano Di2 ervaart, of andersom.
De kracht van een elektronisch schakelsysteem is ook dat, eens het allemaal goed is ingesteld, er ook niets verloopt. Na de installatie heb ik precies nul keer iets moeten aanpassen. Vanaf de eerste tot de laatste testkilometer schakelen beide Force-groepen nog zoals het bedoeld is.
Voorderailleur
Dat Sram de voorderailleur het liefst elimineert mag geen nieuws voor je zijn. Ze grossieren in de 1x-aandrijvingen en zette onlangs nog een stap verder door de XPLR-variant van z’n nieuwste Red-topgroep te voorzien van 13 kransjes. “Logisch, want die voorderailleur schakelde bij Sram nooit zo goed!”, hoor ik sommige denken. Mja, die reputatie hebben Sram voorderailleurs wel. Onterecht overigens, want dat lag niet zo zeer aan de voorderailleurs, maar aan de kettingbladen. De ironie wil echter dat wat Sram nu voor z’n Force AXS-groep op de markt zet, niet alleen beter schakelt dan wat Sram zelf eerder aanbood, maar ook beter dan Shimano’s GRX Di2 2×12!
Qua schakelsnelheid heb ik niet de indruk dat de Sram Force AXS-voorderailleur zelf extreem veel sneller óf langzamer is dan Shimano’s GRX Di2-exemplaar. Maar onder belasting schakelt Force AXS toch echt beter dan de Japanse evenknie.
Sequentieel schakelen
Waar die voorderailleurschakeling vooral tot uiting komt, is wanneer je de Force AXS 2×12-aandrijving in een sequentiële schakelstand gebruikt. Hierbij schakelt de software de voor- en achterderailleur gecoördineerd, zodat alle unieke overbrengingen áchter elkaar volgen. Bij de 2×12=24 versnellingen worden alle bruikbare, unieke overbrengingen ‘achter elkaar’ gezet om zo tot 15 à 16 unieke versnellingen te komen. Hiervoor stel je in de AXS-app de modus ‘Opeenvolgend’ in en selecteert de juiste cassette voor het juiste schakelprogramma.
Het punt is dit: zonder continu zicht te hebben op de exacte stand van je schakelapparatuur, weet je niet precies wanneer de voorderailleur z’n werk gaat doen. En ook al schakelt het spul bij Sram Force AXS aan de voorkant goed; onder een gemiddelde tot flinke trapbelasting schakelt geen enkele voorderailleur feilloos. Je trekt namelijk met je trapkracht de ketting vaster op het kettingblad. En precies op die plek staat de voorderailleur tegen de ketting te duwen. Toch is het Sram gelukt om dit behoorlijk goed voor elkaar te krijgen, want de hele sequentiële schakelactie gaat sneller én verfijnder dan bij Shimano.
Sneller
Maar er speelt nog iets. De achterderailleur moet – net als bij de Shimano GRX Di2-aandrijving – twee kransen schakelen om op de volgende logische overbrenging te komen. Bij Shimano zit er een merkbare vertraging tussen de aansturing van de voor- en achterderailleur. En daardoor merk je bij het lichter schakelen kortstondig (méér dan een halve crankomwenteling) dat je eerst véél te licht trapt, waarna de achterderailleur vervolgens twee kransjes kleiner schakelt om terug op een meer passende cadans te komen. Bij de Force AXS 2×12-aandrijving gaat dit beduidend sneller; in de regel is de gecoördineerde schakelactie binnen een halve crankomwenteling al afgewerkt en is de verstoring van je trapritme dus duidelijk minder.
Dat gezegd hebbende; als je écht flink aan het klimmen bent en dus veel druk op de pedalen hebt staan, dan protesteert de Sram-aandrijving eveneens. Zeker als je op de pedalen staat. De tip is dan dus ook om in dat soort gevallen zelf vooraf ouderwets te anticiperen en alvast vooraan kleiner te schakelen.
Ketting-management
De Force AXS-achterderailleurs zijn voorzien van de Orbit-clutch. Een vloeistofdemper (!) die de kooi afremt in z’n beweging naar voren toe. Daarmee wordt geklapper van de ketting vermindert en wordt aflopen van de ketting effectief voorkomen. Tot op de dag van vandaag heb ik bij zowel de Sram Force AXS 2×12 als bij Force AXS XPLR 1×12 geen enkele keer een ontspoorde ketting gehad. En dat terwijl ik mijn gravelbikes ook volop op flinke stuiterpaadjes gebruik waar een mountainbike eigenlijk beter thuis is. Om op dat punt nog verder door te gaan: ik heb inmiddels de Force AXS XPLR-derailleur op mijn crosscountry-hardtail gemonteerd. Sram keurt dat vast niet goed, maar ik kan je zeggen: dat gaat vooralsnog gewoon prima; de ketting blijft prima ‘gemanaged’.
Remmen
Ik noemde iets eerder al dat de remmen wat meer kracht vragen dan ik van exemplaren van Shimano gewend ben. Dat zit hem dus vooral in de hendel en is bovendien consistent. Daardoor was ik toch snel gewend aan de remmen en vind ze verder gewoon goed doseerbaar. En waar ik nul-komma-nul fan ben van de mountainbikeremmen van Sram, heb ik geen bezwaren bij de exemplaren voor de gravelbike. In Nederland is de remkracht met zowel voor- als achteraan een 160 millimeter remschijf prima. In het buitenland kwam ik – met mijn gewicht van 72 kilo – niet snel te kort. Wel is de schijf op het achterwiel wat bruin geblakerd. Teken dat die flink warm zijn geweest. Daal je veel, lang en/of met bepakking, dan zijn grotere schijven dus wel aan te bevelen. Maar dat is niet Sram-specifiek, maar bij gravelbikes een universele waarheid.


Sram Force Wide-crankset met Quarq-vermogensmeter
Een paar jaar geleden betekende een vermogensmeter niet alleen iets dat je trapvermogen aangaf, maar ook hoe kapitaalkrachtig je bent. Want ze kostte een godsvermogen. Inmiddels zijn er talloze opties op de markt waarvoor je geen hypothecaire lening hoeft aan te vragen. Sram doet hierin ook een duit in het zakje. Sinds ze elektronicabedrijf Quarq hebben ingelijfd biedt Sram steeds meer sensoren aan. En bij al z’n racefiets- en gravelbike-groepen heeft het merk nu een Quarq-powermeter als optie. Sterker; je hebt al een vermogensmeter in de trapas op Srams instapgroep, Rival, vanaf 230 euro (!). Een prijsniveau dat een paar jaar geleden totaal onrealistisch was.
Niet extreem nauwkeurig
In tegenstelling tot vermogensmeters op het kettingblad of de spider meet deze variant dus uitsluitend de trapkracht van je linkerbeen. Om tot een totaalplaatje te komen verdubbelt de software simpelweg de meting. Om twee redenen is deze vermogensmeter per definitie minder nauwkeurig. Reden één is dat elke meting een onnauwkeurigheid heeft. Sram claimt een onnauwkeurigheid van 3 procent. En die onnauwkeurigheid wordt dus óók verdubbelt. Reden twee is dat het maar zelden zo is dat beide benen even sterk zijn. Het totale vermogen dat je op je fietscomputer geprojecteerd krijgt is dus per definitie vertekend. Maar ja; je krijgt waarvoor je betaald en 230 euro meerprijs is ronduit scherp.
Is die onnauwkeurigheid erg? Dat ligt er maar net aan wat het beoogde doel is. Als het om zeer gerichte trainingsdoelen gaat om puntjes op de i te zetten ten aanzien van je prestaties, dan is een meting van beide benen wel zo fijn. Een kettingblad- of spider-systeem biedt dit, maar kost beduidend meer. Als je niet op zoek bent naar de laatste procenten verbetering, maar gewoon iets gerichter wilt trainen en leren doseren, dan is een deze vermogensmeter in de trapas in mijn optiek echter wel voldoende.
Duurzaamheid
Ketting, cassette en kettingbladen
Het overgrote deel van deze duurtest heb ik met Sram Force AXS 2×12 gereden, simpelweg omdat deze groep mét voorderailleur voor mij het beste werkt. Daarover verderop in dit verhaal nog wat meer. Verspreid over de voorbije lente, zomer, najaar en inmiddels winter, heeft de groep alles gezien, van droge, stoffige paden tot diepe modder en singletracks die niet onderdoen voor een meanderende kreek. Dat gezegd hebbende; zo extreem veel blubber als onze kilometer- én moddervreters Dik, Lars en Maurice voor de tanden kregen, is deze Force AXS-groep bespaard gebleven. Om nu te zeggen dat ik een mooi-weer-fietser ben? Nee, maar ben duidelijk wél meer van suiker dan die drie heren. Hoe dan ook: de teller staat inmiddels op net iets meer dan 2.200 kilometer. Ik heb vanaf de eerste kilometer de ketting consistent gesmeerd met een smeermiddel gebaseerd op was.
Qua schakelkwaliteit en loop van de ketting voelt alles nog prima aan. Ik schrok alleen wel toen ik onlangs (pas) de kettingslijtagemeter op de Force-ketting losliet. Sram beveelt een nieuwe ketting aan zodra je in de buurt van de 0,8 procent slijtgrens bent. En aangezien de slijtagemeter gemakkelijk tussen de schakels valt, ben ik zéker voorbij dat punt. Hoe ver? Dat is lastig in te schatten. Sram beveelt aan uiterlijk bij die 0,8 procent slijtgrens je ketting te vervangen. Zodoende kun je de levensduur van kettingbladen en cassette verlengen. Ik heb de gok genomen door alsnog een nieuw exemplaar te monteren; dat loopt prima en trapt niet door. Mooi; op naar minstens nóg eens 2.200 kilometer?
Roestig lager
Qua duurzaamheid heb ik eigenlijk verder betrekkelijk weinig aan te merken. Alles schakelt nog consistent, vlot en doeltreffend. De (niet-oplaadbare) knoopcellen in de schakelaars zijn ook nog lang niet toe aan vervanging. Ook de trapaslagers draaien nog zo goed als nieuw.
Alles koek-en-ei? Schoonmaken, ketting smeren en weer door, is grotendeels wél het adagium geweest. De enige uitschieter is dat het onderste derailleurwieltje wel eens piept. En al vrij vroeg in de testperiode bleek na een paar regenritten het lager van dat onderste derailleurwieltje te roesten en nagenoeg droog te staan. Na het verwijderen van de afdichting, schoonmaken en volproppen met nieuw hoogwaardig vet is dat niet meer voorgekomen.
Batterijen
Eén van de dingen waar ik wel aan heb moet wennen met draadloze elektronische apparatuur is het opladen van de batterijen. De AXS-app is hierin handig om voor een rit snel te zien wat de status is. Mijn gekoppelde Hammerhead Karoo-computer op het stuur geeft echter ruimschoots op tijd een melding als de batterijlading aan de lage kant is. En omdat ik vaker niet dan wel mijn AXS-app raadpleeg, is dat meestal bij het opstarten van die computer net voor vertrek. Voor een rondje van een uur rondom huis durf ik dan steevast de gok wel aan en laad de batterijen op na terugkomst.
Maar uiteraard geeft een reservebatterij minder stroomstress. Ik heb dat in de vorm nog een andere fiets met Sram AXS, waarvan ik de batterij, als de nood me daartoe dwingt, even kan lenen.
De batterijstress vervaagd met de tijd wel. Inmiddels is er een gewoonte om de batterijstatus met regelmaat te controleren. En als gezegd geven te koppelen fietscomputers je ook tijdig een melding als je tijdens een rit richting de laatste paar procent lading gaat. Vaak heb je dan, zo is mijn ervaring, ook nog eens ruim voldoende om je rit gewoon af te maken.
Conclusie
Het aantal opties dat Sram biedt aan gravelbikers is groots, maar het overzicht is wel wat lastig. Ja, ‘XPLR’ als label om gravelspecifieke groepen te duiden zou helpen. Maar met XPLR duid Sram in feite alleen de schakelgroepen zónder voorderailleur aan en dan ook alleen met de specifieke XPLR-achterderailleur. Want óók de mullet-groep waarbij een mountainbike derailleur en cassette combineert, is er een zónder voorderailleur, maar ook zónder het XPLR-label.
Een 1x-aandrijving is simpeler in gebruik, en het bereik is – zeker in de mullet-versie met de grote mountainbikecassette – zeer breed. De 2×12-versie van Srams racefietsgroepen zijn, met hun specifieke cranks voor een bredere kettinglijn, ook prima thuis op een gravelbike. Qua bereik kom je in binnen- en buitenland niet snel tekort. Tenzij je met veel bepakking rijdt. Bij de 2×12-opstelling heb je simpelweg meer verfijning voor je cadans ter beschikking. En voor mij is dit punt op mijn gravelracer de doorslaggevende factor gebleken.
Met met grepen die qua vorm niet echt anders zijn dan bij de goedkopere Rival en het ontbreken van een functioneel verschil bij het elektronisch schakelen tussen alles van de opstapper Apex AXS tot de duurste Red AXS, is het soms lastig te bepalen wat nu werkelijk de meerwaarde is van de groepen tussenin, zoals Force AXS.
“De groep is duidelijk meer duurzaam dan de goedkopere stalgenoten. En in dat opzicht is Force AXS als subtopper simpelweg de meest rationele keuze als je een duurzame Sram AXS-groep wil, zónder je bankrekening de kleur van Sram’s topgroep te geven.”
Ten opzichte van de Rival AXS en zéker Apex AXS is ga je bij Force AXS vooral het verschil merken in duurzaamheid. De goedkopere cassettes en kettingen van Sram slijten duidelijk sneller dan ik nu ervaren heb tijdens mijn duurtest met Force AXS. Dat de lagering van derailleurwieltjes bij Force AXS net wat degelijker zouden zijn, kan ik niet volledig beamen. Maar buiten dat betrekkelijk eenvoudig op te lossen punt en inmiddels 2.200 probleemloze kilometers met de eerste ketting afgehaspeld, komt de groep me erg gedegen over.
Inmiddels zijn er foto’s gelekt van de opvolgende Force AXS-groep. Wanneer die komt? Mijn gok: niet eerder dan de zomer. De nieuwe remgrepen die we sinds de vernieuwde Red AXS kennen, komen ook naar Force-niveau. En hoewel ik de ergonomie van de huidige greep prima vind, is het remgevoel dat de nieuwe Red-remgrepen geven duidelijk een stap voorwaarts. Buiten fijnslijperij qua uiterlijk, lijkt de rest in de kern niet te veranderen. En dat hoeft Sram wat mij betreft ook niet, want wat Force AXS biedt, laat mijns inziens namelijk weinig te wensen over. De meerwaarde van carbon en sjiekere looks zijn misschien betrekkelijk. Maar de groep is duidelijk degelijker dan de goedkopere stalgenoten. Als je een duurzame Sram AXS-groep wilt zónder je bankrekening de kleur van Srams topgroep te geven, dan is de subtopper Force AXS simpelweg de meest rationele keuze.