Tussen de officiële bekendmaking en de eerste uitlevering aan de consument in heeft SRAM’s nieuwste 11-speed groep al een aantal XC en enduro wedstrijden op het palmares staan, waaronder Olympisch titel en een wereldbeker. De XX1 groep begon als een side-project 9-36t cassette, maar is uiteindelijk uitgegroeid tot een complete aandrijving. Feitelijk is het een evolutie van de enkel-blads opstelling die veel bikers – ook enkele engineers bij SRAM – al zelf in elkaar knutselde in het kader van ‘simpeler is beter’. Die evolutie is – nu de groep klaar is voor levering aan de consument – te zien in een aantal grote en een paar minder ingrijpende veranderingen ten opzichte van de X0 en XX groepen.
Het meest in het oog springt uiteraard de 10-42t cassette. Onder de tandwielen zelf schuilt een nieuw ontwerp cassettebody (‘XD’ genoemd), die voorzien is van schroefdraad. Deze nieuwe open standaard wordt naast SRAM ook overgenomen door in elk geval DT en Mavic, maar we zagen op de stand van Hope inmiddels ook een versie voorbij komen. Door de gedeeltelijke schroefpassing heeft de cassette geen speling meer op de body (wat het bekende invreten voorkomt), valt de belasting van de lagers gunstiger uit, en maakt de sluitring plaats voor een 10t tandwieltje.
De XX1 crank lijkt sterk op de X0 DH crank maar is voorzien van een enkel blad met een duidelijk andere tandprofiel. De tandjes zijn hoger en licht in de draairichting gevormd. De tanden vallen afwisselend in de brede danwel smalle schakels van de specifieke ketting. Samen met de Type 2 achterderailleur moet dit voorkomen dat de ketting van het blad af valt, zonder dat er extra kettinggeleiding nodig is.
Tot slot is de achterderailleur wezenlijk anders dan het bestaande XX model: naast het al genoemde Type 2 mechanisme zit het bovenste derailleurwieltje ruim achter het scharnierpunt. Die excentriciteit zorgt – samen met kettingspanning – ervoor dat het bovenste wieltje vrij blijft van de cassette. De kooi schakelt immers enkel zijdelings; de juiste kettinglengte is dus cruciaal. De derailleur zelf is compatibel met zowel een trigger als een Gripshift draaischakelaar; met deze laatste was ik tijdens de press ride op pad en openbaarde meteen met een belangrijk voordeel. Met één flinke draai kun je door de het hele bereik van de cassette schakelen. Iets wat met de trigger shifter niet kan.
Nu is een enkele demo-rit beslist geen referentie voor de prestaties gedurende een heel seizoen over een veelvoud aan diverse trails. De paden die door de SRAM-tourguide uitgezocht waren, waren echter allerminst van het kaliber ‘doen we nog wel met onze ogen dicht!’. Maar, first impressions doen er toe. En ja, cliché, maar op het voorgeschotelde stuiterpad werden de hoge verwachtingen ingelost. Schakelen verliep snel en accuraat en een scheve kettinglijn op de 10 of 42 leverde geen problemen op. En de belangrijkste conclusie; de afdalingen al af rammelend bleef de ketting netjes op het enkele 32t voorblad, zoals SRAM het beloofde. Tegen onze verwachtingen in ‘liep’ de ketting, zelfs onder flinke kracht, heel netjes op het kleinste tandje achter.
De vraag is dus in de eerste plaats niet of XX1 werkt, maar eerder voor wie het een geschikte groep is. Wat dat betreft sluit ik qua ervaring en mening aan bij SRAM: XX1 is voor iedereen die de complexiteit van zijn of haar aandrijving wil verminderen. Geen chainsuck, een shifter, kabel en derailleur minder, een ketting die er nooit meer af valt… wie wil dat niet? Voor XC gebruik is de groep immers licht genoeg en voor enduro is de groep stevig genoeg gebouwd. De vraag die je jezelf dan moet stellen is of het bereik voldoende is en welk voorblad je het juiste minimale (of maximale) verzet geeft. Voor mij was op het testrondje met enkele korte, steile beklimmingen een 32t voorblad op een fiets met de 2013-wielmaat, ook bekend als 650b en 27,5″, perfect.
Tekst & foto’s: Eric Wictor
Aangezien de kooi horizontaal gefixceerd is, kan hij geen kettinglengteverschil compenseren…
Dat kan dus problemen opleveren bij full suspensions met veel chain growth?
Derailleur kan toch ook kettinglengteverschil van het schakelen opvangen? Dan zal chain growth toch ook wel gaan?
Nou, als ik het zo lees… De afstand van de upper pulley tot de cassette wordt bepaald door de excentrische positie van die pulley in de kooi, de draaiing van die kooi en de kettinglengte, die goed op maat gemaakt moet worden.
Met chain growth van de achtervering introduceer je er nog een factor bij!
Wel is het zo dat de kettinglengte altijd in stappen van 25,4mm varieert, dus het systeem zal iig niet kritisch op de millemeter zijn.
Beetje late reactie (scuzi) maar: wat Lars zegt klopt wel. Als de ketting te lang is trekt hij het bovenste derailleur wiel niet ver genoeg van cassette af, en loopt de boel op het grootste tandwiel aan, als het uberhaupt al schakelt.
Volgens SRAM kan je in de praktijk +/- 2 tanden voorblad steken voordat je in de problemen komt en een andere kettinglengte nodig hebt. En idd, fietsen met extereme chain growth kunnen een probleem op leveren. De meeste moderne ontwerpen hebben daar echter weinig tot geen last van.
balen… Het leek me nog wel zó’n leuk groepje voor mijn
[img]www.vintagecannondale.com/sites/default/files/images/DSCN3339.preview.JPG[/IMG]
:-)
Dacht al, met zo’n lange stuurpen is het onmiskenbaar een Lars fiets :P