Auw. Met nog wat uitroeptekens. Dat is wat ik nog kan denken. Het uitschreeuwen of zelfs uitspreken lukt me niet. Ik heb al moeite genoeg om fatsoenlijk adem te halen en dat denken staat ook grotendeels uitgeschakeld als een soort van overlevingsmechanisme. Wat ik aan het doen ben? Een cyclocrosswedstrijdje. Mijn eerste. Ik rijd al jaren op een crosser als afwisseling op het fietsen met breder rubber en – durf ik haast te zeggen – meer geschikt materiaal voor offroad fietsen. “Ah joh, jij kan dat wel, cyclocrossen!”, hoor ik in gedachten vriend en collega (en naamgenoot) Jeroen nog zeggen. Het is dat mijn denkvermogen teruggeschakeld is naar het minimale, anders zou ik spontaan de classificatie ‘vriend’ in heroverweging nemen.
Ik kan hem echter niets kwalijk nemen; niemand anders dan ik zelf heb het besloten om mee te doen. Al vraag ik me af waarom, terwijl ik met de finesse van een volleerd ballerina mijn voorwiel voor me en het achterwiel achter me probeer te houden. Voor omstanders zal het er echter vast net zo subtiel (of aandoenlijk) uitzien als bambi op het bevroren meer, maar OK. Gelukkig betreft het een kleine clubwedstrijd waarbij er nauwelijks omstanders zijn om mijn capriolen gade te slaan, laat staan stijlpunten uit te delen.
“…ouderwets, onvervalst authentiek bloedhoesten…”
De hevige regenval van de voorbije dagen heeft de met gras overdekte man-made-mountain bij de Nedereindse Plas omgetoverd tot een groen-bruine glijbaan. Met mijn ‘alles of niets’ wedstrijdindeling (…) is er geen tijd voor tactische spelletjes of opperste concentratie om het verschil te maken met stuurmanskunst en zeker géén reserve om grote gaten te trekken op de spaarzame rechte, verharde stukken van het parcours. Het is, mede dankzij de koude lucht, ouderwets, onvervalst authentiek bloedhoesten.
Ongefilterd
Deze wedstrijd is een test. Voor mijzelf én voor de Focus Mares CX 2.0 schijfremcrosser die ik mee heb. Op Focus’ website wordt de Mares namelijk aangeprezen als testwinnaar. Ik zit gebeiteld dus! Alles wat ik nog hoef te doen om de concurrentie achter me te houden is een beetje trappen, of zo? Dat kan ik wel.
Onder wedstrijdcondities komt het gedrag van deze Mares CX ongefilterd binnen. Maar onderweg is er geen tijd of puf voor een analyse; vanaf het startschot ‘is dit het waarmee je het de komende 60 minuten zult moeten doen’. Waarvan akte. Recht blijven, overleven. Dat zijn de primaire bezigheden bij deze sport.
Als na de wedstrijd mijn bewustzijn langzaam terugkeert, maak ik de balans op. Het feit dat de Focus me tijdens de wedstrijd nauwelijks opviel zegt wel iets. Of eigenlijk zelfs heel veel. Als iets opvalt is dat namelijk omdat het anders uitpakt dan je vooraf had verwacht. Ik verwachtte een volbloeds cross-rosser die het liefst op het scherpst van de snede bereden wordt. De Mares CX beantwoorde dat met verve. De eerder omschreven bambi-op-het-ijs situatie kan zonder nóg meer gestuntel goed opgevangen worden.
De voorkant van het carbon frame, in combinatie met Focus’ eigen oversized carbon vork met een 15 mm steekas voelt strak en reageert voorspelbaar. De balhoofdbuis is erg kort, maar daardoor kun je als compacte rijder je stuur voldoende laag krijgen. Als pygmee (volgens Nederlandse maatstaven) heb ik zelfs een paar spacers en een omhoog gerichte stuurpen nodig om de zitpositie op mijn eigen (Yeti ARC-X) crosser – met ‘slam that stem’ – te evenaren.
Elke trap is – zolang de voorraad grip voor de achterband strekt – raak en dat draagt bij aan het directe gevoel dat de Focus geeft. Direct wil echter niet zeggen dat het frame niet vergeeflijk is. Carbon is een ideaal materiaal om wat vergeving in een frame te bouwen. Maar kom op; we noemden cyclocrossen al eerder de discipline voor de masochisten onder ons, dus over een classificatie van het comfort gaan we het niet hebben. Voor hen die daar toch graag een waardeoordeel over willen hebben: in vergelijk met mijn Yeti ARC-X alu crosser – die geenszins bokhard is – is meer trillingsdemping bespeurbaar. Maar voor diezelfde lezers benoem ik bandkeuze en bandenspanning als grotere troef voor ‘enig comfort’ (en tractie).
Het ontbreken van velgremmen maakt de moddervrijheid per definitie beter, maar de Focus scoort daar boven op nog extra punten. Ondanks een flinke verstevingsrib achter de trapas, is de moddervrijheid bij de achtervork goed en bij de voorvork door de brede bouw zelfs uitmuntend. Daarmee ben je ook slechts gelimiteerd in bandbreedte (33 mm) door de ruimte in het UCI reglement als je aan een wedstrijd onder hen auspiciën mee doet. De ruimte in voor- en achtervork laat gemakkelijk bredere crossbanden toe.
Voorloper
Focus wist met de introductie van de vernieuwde Mares CX vorig jaar tijdens het WK Cyclocross in Hoogerheide alle ogen op zich gericht te krijgen. Niet afwachtende op wat de markt massaal zou gaan doen met schijfremmen en de wildgroei aan asstandaarden, besloot Focus zelf gewoon een richting in te slaan. Focus heeft de voorbije jaren flink geïnvesteerd in de ontwikkeling van high-end carbon frames. De technische vernieuwingen die via de Izalco Max hun weg naar de uh… weg vonden, gaan nu van die gebaande paden af met de nieuwe Mares CX.
Focus Mares CX en Mares AX
De carbon Mares CX wordt door Focus uitgerold naast de Mares AX modellen, met een aluminium frame. Naast het framemateriaal verschillen beide modellen in een aantal belangrijke punten. Waar de alu modellen nog montagepunten hebben voor spatbord en/of bagagedrager voor een brede inzetbaarheid, is de carbon CX duidelijk gericht op het wedstrijdvolk. Geen nokjes, geen franjes, een kortere balhoofdbuis en een lager gewicht.
“Het oranje is… heel oranje!”
Opzichtig
Zowel de genoemde Izalco Max en ook de Raven hardtails van het zwarte vezel hebben meer scherpere lijnen dan deze Mares CX en zijn daarmee meer uitgesproken. Bij de Mares CX is het een stuk meer behoudend, al wordt dat ruimschoots gecompenseerd door de kleurstellingen, zeker in het geval van deze Mares CX 2.0 Disc. Het oranje is… heel oranje en de letters zijn – zoals de trend de laatste jaren – ook wat groter dan de ruimte op de framebuizen. Met de beige zijkanten van de banden en de eveneens ‘te grote’ tekst op de aluminium velgen van de DT Swiss R24 DB Spline wielen maakt het toch wel tot een druk geheel.
Over die banden gesproken: je wordt genept! Hoewel de kleur van de zijkanten het doet vermoeden, zijn het beslist geen gelijmde tubular banden; of ‘tuubs’ zoals ze in de volksmond heten. Het zijn Focus-only Schwalbe Rocket Ron vouwbanden, gemonteerd met een binnenband op ‘standaard’ velgen.
Met een prijs van €2.699 is deze 2.0 Disc de instapper van de carbon Mares modellen mét schijfremmen. Een carbon versie met cantileverremmen en standaard dropouts is er enkel nog in de vorm van de Mares CX 3.0 die €1999 kost. Deze 2.0 is naast de al genoemde DT Swiss wielset voorzien van Focus’ eigen merk (Concept) stuur, stuurpen en zadelpen. Hierbij domineert aluminium als materiaal, al is de stuurpen voorzien van een carbon buitenlaagje. Degelijke, no-nonsense onderdelen. De fiets is voorzien van een SRAM Rival groepset. Rival is het SRAM’s goedkoopste groepset met 22 versnellingen én hydraulische remmen. Het creëert een wedstrijdwaardige fiets van 8,2 kilogram (maat XXS) zonder pedalen. Laatstgenoemde nog toevoegen naar smaak om hem wedstrijdklaar te maken.
Nodig: méér focus…
11 kransjes achteraan is de norm tegenwoordig. Oók in het veld. Enigszins terughoudend trok ik de blubber in. De ruimte tussen de kransen is weer wat krapper dan bij een 10 speed cassette en dus mogelijkerwijs nog gevoeliger voor het vol lopen met gras en andere ingrediënten van een typisch crossparcours. Tot dusver blijkt die zorg ongegrond, maar heeft zich wel een ander fenomeen openbaard.
“Het afschakelen ging soms met een sterke vertraging…”
De nauwere afstand tussen de kransen vraagt om méér precisie van het schakelgerei. De Rival derailleur voldoet hierin, maar na elke rit was het nodig om de instellingen na te kijken. Het afschakelen ging soms met een sterke vertraging en ik ging op zoek naar een oorzaak.
De schakelkabels lopen door het frame. Om de kabels rond de trapas te leiden, is een kunststof geleider binnen in het frame gemaakt. Een afneembare, geschroefde kunststof kap verleent je toegang tot de geleider wanneer je kabels moet vervangen. Helaas leent deze kap ook toegang aan water en vuil want hij dicht slecht af. Daarbij komt dat de schakelkabel voor de voorderailleur door een relatief groot en vooral niet afgedicht gat daar boven het frame verlaat. Zodoende komt er dus snel een hoop troep het frame binnen en ondervinden de schakelkabels dus extra weerstand. Interne kabels zouden juist voor minder onderhoud moeten zorgen. Een smet op dit verder zo doordachte frame!
Toegegeven, het is erg subjectief; de SRAM Rival derailleurs moeten het niet hebben van hun looks. Up-close-and-personal bekruipt mij hetzelfde gevoel als bij SRAM’s mountainbikegroepsets onder het XO niveau; het doet wat Fisher-Price-achtig aan. Dat zegt overigens niets over de schakelprestaties, want die zijn gewoon goed! Het gevoel wordt echter wel bevestigd doordat het bovenste derailleurwieltje al na 4 ritten is vastgeroest… Kom op SRAM, dat kán moét beter! Een pak meer positief was voor mij de kennismaking met SRAM’s DoubleTap shifters. Ik vond de bediening snel intuïtief en de feedback die de schakelgrepen geven is solide en duidelijk waarneembaar. Ook het dragen van dikke handschoenen doet weinig af aan het bedieningsgevoel. Dat is zeker in de winter op stuiterpaden een welkome eigenschap.
Rapid Axle Technology
Focus’ RAT – wat staat voor Rapid Axle Technology – steekasoplossing leek een eye opener te zijn bij de introductie. Een tof idee, waarbij de steekas met het openen van de snelspanhendel, vervolgt met een kwart draai van de hele steekas, eenvoudig uitgenomen kan worden. Voor het monteren voer je deze handelingen andersom uit. Het zou sneller moeten zijn dan een normale steekas met schroefdraad. Bij de voorvork werkt het feilloos, maar bij het achterwiel is wat meer finesse nodig. Zodra je de snelspanhendel ontspant, buigt de achtervork namelijk wat open. Daardoor blijft het T-vormige uiteinde van de steekas in de verzonken vergrendelingspositie hangen. Eniges fingerspitzengefühl ist also notwendig om hem alsnog los te krijgen.
Mares samenvatten…
Tijd om te focusseren; mares samenvatten… De Focus Mares CX overtuigt als geheel. Het steekas-perikeltje is mijns inziens een te overzien punt. Heel vaak wissel je je wielen niet tijdens een wedstrijd; als je lek rijdt heb je sowieso pech en loop je naar de technische zone om daar een ‘proper tuig’ op te pakken. Als je er maar één hebt, dan sta je minstens zo te hannesen met een wielwissel als met conventionele dropouts. Mijn punt zijnde: je gaat de wedstrijd niet winnen met deze RAT-steekassen, maar ook niet echt verliezen.
“Een verademing in vergelijking met de ouderwetse crossers.”
De fiets is als geheel doordacht en geen halfbakken tussenoplossing met verwisselbare dropouts en afneembare velgremnokken om ‘alle’ denkbare afmontages mogelijk te maken. Door het maken van grote keuzes zet Focus een uitgekiende disc-only crosser neer die mijns inziens maar één echte Achilleshiel heeft: de niet goed beschermde kabelgeleiding onder het bottom bracket. De voorvork van de Mares is als onderdeel met het frame ontwikkeld en reageert zonder schokken of stoten bij het remmen. Een verademing in vergelijking met de ouderwetse crossers.
Doordacht tot nagenoeg elk detail: Focus levert standaard een factory-fitted kettingeleider!
SRAM Rival HydroR schijfremmen
De SRAM Rival HydroR hydraulische schijfremmen overtuigen in remkracht en dosering, al ging dat in typische crossomstandigheden wel gepaard met veel geluid. Dat SRAM een knieval begaat met slecht afgedichte derailleurwieltjes kan ik Focus niet geheel aanrekenen, ook al zijn zij het die de keuze maken voor de afmontage. Een schrale troost: alles slijt tijdens een gemiddeld cross-seizoen zo snel dat je toch vrij snel veel moet vervangen. Een upgrade naar iets betere derailleurwieltjes zal de minste van je kosten zijn. Zet dat ook even in het perspectief met de prijs. Voor €2699 heb je een complete disc-crosser met een high-end lichtgewicht frame die race-ready uit de doos komt.
Degelijke, wedstrijdwaardige onderdelen
De DT wielen zijn zijdelings stijf en opgebouwd met bewezen degelijke onderdelen en passen daarmee goed in het totaal plaatje. Als je na je eerste crossseizoen op deze Mares 2.0 Disc wat slijtdelen wisselt en je hebt nog wat zakgeld over, dan kan een upgrade op het gebied van zadelpen, stuurpen en stuur het gewicht nog wat omlaag brengen.
De Mares CX reeks wordt duidelijk als wedstrijdmateriaal neergezet. Alle keuzes zijn daarop afgestemd. Ook de geometrie laat daar weinig twijfel over bestaan. Vooral de korte balhoofsbuis dwingt je haast automatisch een ‘attack’ positie aan te nemen met veel wat druk op je voorwiel. Tenminste, als je niet tegen 10 centimeter spacers aan wilt kijken. Maar als Focus dat een goed idee had gevonden, hadden ze er ook wel 10 centimeter spacers bij gedaan… Het carbon frame is licht en strak en reageert daarmee direct op de input. De steekassen voegen stijfheid toe in de verbindingen tussen de vorken en de wielen en dragen daardoor nog verder bij aan het directe karakter. Het resultaat is een gebalanceerd karakter dat de wedstrijd-lust bij mij aanwakkerde!
Racing heritage
De minst fijne conclusie…
En voor wie zich nog afvroeg op welke plek ik finishte: na een de tweede plek halfweg de eerste beklimming, was het ‘all downhill from there’. Hoewel ik voor- en achterwiel in de juiste volgorde wist te houden, fietste ik qua posities achteruit en finishte als zesde. Ik kan nu natuurlijk zeggen dat het aan de fiets lag, maar dat heb ik eigenlijk hierboven in wollige termen al ontkracht. De minst fijne conclusie van deze test is dan ook dat het toch echt – helaas – aan mij zelf lag.
Tekst & foto’s: Jeroen van den Brand