Het ontwerp van de Spengle drie-spaaks carbon wielen verdeelde bikers destijds al flink. Zo ook bij ons op de redactie. Maar dat komt omdat het merendeel in de jaren ’90 al fietste en ze toen ook uitgesproken meningen hadden, over… uh ja, alles. Dus ook over deze wielen. Ik stap daar vrolijk aan voorbij en doe een poging met een ‘2019’-blik naar deze retro-wielen te kijken.
Carbon: zeer geschikt voor wielen
Je zou verwachten dat je meer Spengle carbon wielen tegen zou komen. We leven immers in een tijd waar carbon composieten niet per sé ingezet worden voor gewichtsbesparing maar óók om duurzamere producten te maken. Duurzaam voor de klant, let wel. Om bij wielen te blijven: je kan momenteel legio carbon velgen kopen die niet heel veel lichter zijn dan hun aluminium tegenhangers. Het argument vóór carbon is hier dan zo’n velg sterker is én niet plastisch vervormt. De velg is óf heel (en zo recht als toen ‘ie uit de fabriek kwam) óf stuk, en daarmee aan reparatie of vervanging toe. Als het goed is, is de kracht die nodig is om zo’n carbon velg te doen delamineren aanmerkelijk hoger dan wat je nodig hebt om een soortgelijke aluminium velg van een deuk (of breuk) te voorzien. Kortom: als het goed gaat, hoef je je wielen een stuk minder vaak te richten. Een wielset met carbon velgen is daarmee onderhoudsarm(er).
Echter: stalen spaken rekken uit, verbuigen of breken zelfs bij aanvaringen met uitstekende obstakels langs de trail. Je wielen richten omdat de spaken zelf beschadigd zijn is dus nog steeds aan de orde. Carbon spaken inzetten lijkt bij mountainbikewielen niet echt praktisch te zijn, hoewel Berd wel met polyethyleen bezig is. Nee, als je nou die 28 of 32 dunne spaken vervangt door 3 hele dikke…
In theorie het ondershoudsvrije wiel
… voila! Het onderhoudsvrije mountainbikewiel. Ja, oké, op de lagers na dan (daarover zo dadelijk meer), maar dit is wat Spengle met deze drie-spaaks carbon wielen in principe biedt. Géén aluminium velg waar je een deuk of slag in kan rijden. Een velgwand die helemaal dicht is en geen velglint benodigt (dat vroeg of laat gaat loslaten). Geen spaken die kapot kunnen; geen nippels die breken of corroderen. Het hele concept is natuurlijk in ’88 bedacht in het kader van verbeterde aerodynamica. De mechanische eigenschappen van de driespaak monocoque waren een fijne bijkomstigheid. Voor de hedendaagse mountainbiker is die potentiële robuustheid echter hét hoofdargument om Spengle carbon wielen te kopen.
“Voor de hedendaagse mountainbiker is die potentiële robuustheid echter hét hoofdargument om Spengle carbon wielen te kopen.”
Op dit moment levert Spengle haar mountainbikewielen enkel in een 27,5″ diameter. Ze zijn bedoeld voor trail tot en met enduro gebruik – of eigenlijk gewoon alles behalve downhillen. Je kan momenteel kiezen tussen 15 x 110 mm (Boost) of 15 x 100 mm inbouw voor het voorwiel, 12 x 148 mm of 12 x 142 mm inbouw voor het achterwiel, en een Shimano HG of Sram XD cassettebody. Andere wielmaten zijn er voor gravel- en stadsfietsen en ook een 29″ mountainbikemodel komt er aan. De velgen meten 24 mm intern en zijn zowel hookless als tubeless-ready. De achternaaf maakt gebruik van een Shimano SLX vrijloop. Voor zowel de basiskleur van de wielen als de decals kan je (afzonderlijk) kiezen uit zwart, wit, blauw, oranje of rood.
Montage van de testwielen was – grotendeels – een fluitje van een cent. Alleen het tubeless maken van de banden was zonder compressor, luchttankje of een tubeless-specifieke vloerpomp wat lastig. Zelf vind ik dit altijd net even jammer – mijn ‘eigen’ wielsets doen hier nooit zo moeilijk over. Het was eveneens fijn geweest als Spengle zelf ventielen mee had geleverd. De benodigde 50 mm lengte is namelijk niet zo standaard en ligt maar zelden bij de fietsenmaker om de hoek op voorraad.
Niet té stijf
Eenmaal op pad sturen de Spengle drie-spaaks carbon wielen echt messcherp. De zijdelingse stijfheid lijkt serieus hoog; zodoende bieden de wielen meer stuurprecisie dan het stijfste wat ik ooit eerder bereed. De keerzijde hiervan is natuurlijk dat je stuur ook sterker reageert als je voorband een steen of dikke wortel schampt. De stijfheid van de monocoque is ook in verticale richting behoorlijk. Combineer harde ondergrond met hoge snelheid en je voelt hierdoor duidelijk hoogfrequente trillingen. Die buzz is in ruw terrein minder merkbaar, weggemoffeld door de grotere klappen die je vering toch al moet absorberen.
“Door de constructievorm had ik echter verwacht dat ze echt bokhard zouden zijn. Mijn conclusie is nu dat ze niet té stijf zijn.”
Mijn algehele indruk is dat de Spengles voor mijn gewicht (75 kg) en rijstijl aan de harde kant van het spectrum zitten. Het verschil met bijvoorbeeld Mavic XA Pro Carbon is duidelijk merkbaar. Door de constructievorm had ik echter verwacht dat ze echt bokhard zouden zijn. Mijn conclusie is nu dat ze niet té stijf zijn. Dat, of ik kan er goed mee omgaan. Maar ik denk vooral dat mijn eerdere conclusie meer de waarheid is (…).
Degelijk
De wielen zijn inderdaad onderhoudsvrij op alles behalve de lagering na (lees vooral verder, ik kom daar echt nog op terug). Degelijk is misschien voor het wiel op zich een betere term. Er is geen velglint dat je scheef kan plakken (of waarvan de lijm na een jaar los gaat weken), er zijn geen spaken om langs een uitstekende tak te verbuigen. Ja, je kan een enorme tak tussen die drie spaken prakken en uiteindelijk gaat er wel wat stuk, maar vooralsnog ging het mij er goed af.
Op één plekje na is er ook nauwelijks iets van gebruikssporen op de wielen te zien. Maar het degelijke uit zich vooral in het gegeven dat een Spengle wiel dat recht uit de fabriek komt, ook gewoon recht blijft. Nou ja, behoudens een bizarre overbelasting zoals een aanrijding (waar je gespaakte wiel ook total loss zou zijn). Mocht er nou toch een foutje in zitten vanuit de fabriek, dan wordt dat gedekt door levenslange(!) garantie.
Alles bij elkaar opgeteld heb je dus erg goed sturende wielset waar je qua rondheid geen omkijken naar hebt, kleurkeuze om de meeste tuners blij te houden én een goede garantie. Voor €1490,- vind ik dit eigenlijk geen gekke deal. Het is veel geld maar je kan makkelijk nog zo’n €400,- extra er tegenaan gooien voor een alternatief wiel met enkel carbon velgen. Dan sta je potentieel alsnog om de wedstrijd een spaak te vervangen.
Overbuilt, op de lagers na…
Over smaak valt echter behoorlijk te twisten, zeker bij looks die zo polariserend zijn als die van de Spengle drie-spaaks carbon wielen. De optische factor buiten beschouwing gelaten zijn wel een paar raadselachtige technische keuzes gemaakt.
In de eerste plaats zijn de wielen voor mijn gevoel onnodig zwaar, gegeven de 24 mm breedte. Natuurlijk kan je betogen dat een 100 kg rijder die ieder weekend z’n velgen moet richten sowieso niet toe is aan superlichte wielset, maar de naven van de Spengles zijn wel serieus overbuilt. Dit geldt vooral achter, waar een berg stalen onderdelen is gebruikt, inclusief een Shimano SLX vrijloop. Tel hierbij op de dikke, brosse laklaag en je komt op – jawel – 2344 g. Da’s ruim een halve kilo meer dan een high-end 30 mm wielset voor AM/enduro gebruik. Let wel: de massa zit vooral in de naaf, dus de invloed op het traagheidsmoment van de wielen is niet zo groot. Tenzij je je fiets optilt ‘voel’ je er relatief weinig nadeel van.
“Kleine lagers gaan doorgaans sneller slecht lopen, getuige ook onze testwielen die inmiddels niet bepaald smeuïg meer draaien.”
Ik zei al twee keer terug te komen op de lagers. Wel nu, die zijn juist relatief klein, alsof men hiermee iets probeert te compenseren. Kleine lagers gaan doorgaans sneller slecht lopen, getuige ook onze testwielen die inmiddels niet bepaald smeuïg meer draaien. Het was zinvoller geweest om een duurder, lichter binnenwerk te kiezen (DT Swiss, bijvoorbeeld) en het carbon te voorzien van een simpele clearcoat. Dat laatste was niet alleen lichter maar naar mijn mening ook een stuk mooier – en minder krasgevoelig – geweest. Belettering naar keuze is voor zowat alle kopers immers voldoende, toch?
Behalve de rare verhouding tussen dimensies en gewicht zijn er ook een paar slordige details op te merken. De einddoppen van de voornaaf zitten nergens mee vast – geen schroefdraad en ook geen o-ring. Met het wiel uit de voorvork vallen die doppen er regelmatig af. Verder zijn lijmranden tussen carbon monocoque en aluminium naafhuis wél van o-ringen voorzien, maar vallen die er weer af. Da’s een beetje jammer voor een wielset van deze prijs.
Conclusies
Ondanks mijn kritiek kan ik me voorstellen dat een aantal rijders smoorverliefd is op het idee. Bovenal: je moet de looks van de Spengles gewoon té gek vinden, ze zijn namelijk niet-echt understated. Maar rijders die chronisch alles slopen – omwille van hun gewicht, rijstijl of lijnkeuze – zijn gebaat bij een wielset waar je niet maandelijks de spanning van moet controleren. Ben je zo’n rijder dan kom je met klassieke componenten op een soortgelijk gewicht uit, waarbij je alsnog spaken kan beschadigen. De Spengles geven (letterlijk) geen krimp en zijn dan netto – de garantie meegerekend – echt geen gekke investering. Tot slot zie ik een standracer voor me, op zoek naar een potentieel aerodynamisch voordeel, die blij is met een wielset waar spaaknippels en velg niet langer vatbaar zijn voor corrosie.
Alles bij elkaar maakt Spengle een unieke wielset, zoveel is zeker. Het ontwerp is inmiddels retro, of klassiek zelfs, maar tegelijkertijd ook futuristisch. Daarnaast is de stuurprecisie absoluut top, grijpt de achternaaf heerlijk snel aan, ook al is het een SLX vrijloop, en is er bar weinig dat ooit mis kan gaan met het carbon wiel zelf.
Ze zijn alleen best smal naar moderne maatstaven, zeker gegeven het feit dat ze het gewicht hebben van een 29er downhillwielset. Deze scheve verhouding is in mijn optiek de grootste olifant die in de porseleinkast rondloopt. Daarnaast is de lagering ondermaats en kan de afwerking beter. Beide zaken maken de netto duurzaamheid van het verder degelijke wiel toch wat twijfelachtig. Zou Spengle voor een lichter, beter gelagerd binnenwerk en een simpelere (en goedkopere) lakfinish kiezen, dan hebben ze er ongetwijfeld een berg kopers bij. Al was het maar omwille van de retro-looks. Skinwall banden zijn immers ook opnieuw populair, met dat verschil dat de Spengle’s ook daadwerkelijk een effect hebben op de rijeigenschappen.
2020
Uiteraard wist ons commentaar Spengle te bereiken, die bij monde van hun hoofd R&D graag inging op onze vragen. Ze zijn zich zeer bewust van een aantal aspecten en komen met een reeks verbeteringen. Toekomstige modellen zullen geheel in de EU geproduceerd worden en de lang beloofd 29″ versie is langzamerhand ook (bijna) onderweg en zal een 30 mm brede velg krijgen. Grappig genoeg lijkt men naar letterlijk alle puntjes van kritiek gekeken te hebben. Zo wordt de lak verbeterd. De naafdelen worden nu door een Italiaanse partij aangeleverd. Waarbij vooral de lagering extra aandacht heeft gekregen en er zal zelfs een Ceramic Speed optie bij komen. De verbinding velg-spaken alsmede de velg worden óók onder handen genomen. Dit komt niet alleen de sterkte ten goede maar zal totaalgewicht omlaag brengen. Inmiddels zou de nieuwste versie nu slechts 1.750 gram wegen; deze versie kost € 1.499,- Daarmee is de wielset ineens voor een veel breder publiek interessant! En mocht de wielsetje je niet opzicht genoeg zijn, dan is er sinds kort ook een zéér gelimiteerde 24-karaats vergulde editie. Maar je kan ook voor een andere ‘limited edition’ versie kiezen in ‘Chromeo’, ‘Iridescent’, ‘Molten Lava’, ‘Popping Cherry, of ‘Neon Glitch’.
Meer info: spengle.com