In de regel testen we producten die al uitontwikkeld zijn. Daar gaat een heel traject aan vooraf met specificaties bepalen, ontwerpen, leveranciers kiezen en prototypes beoordelen. Julius Cycling gaf ons de mogelijkheid om daar een rol in te spelen. Zij leverden ons een prototype carbon disc tubeless wielset voor race- en cyclocrossgebruik met de vraag hier feedback op te geven. In het vorige cyclocross seizoen testten we al de Julius Cycling AC28 wielen. De grootste verschillen: disc naven, de ‘A’ van de aluminium remflank is vervangen door de ‘C’ van carbon, de velg is 10 mm hoger en het velgbed is herontworpen. Bij de AC28’s constateerden we nog een aantal beperkingen bij de tubeless eigenschappen. Zal dat bij de CC38 beter zijn?
Schijven in de cross en je krijgt er nauwelijks vragen meer over. Wat 1 jaar niet kan doen!
Julius is er vroeg bij
Zowel de racefiets- als cyclocrossmarkt beweegt zich richting gebruik van schijfremmen. De Julius CC38 wielen anticiperen hierop en kunnen in beide disciplines toegepast worden. Echter, we zitten nu in het zwaartepunt van het crossseizoen. We hebben dus vooral de geschiktheid voor cyclocross getest, want op de weg rijden… daar is het geen weer voor!
De CC38 wielset bestaat uit – je raadt het al – 38 millimeter hoge carbon velgen die voorzien zijn van een velgrand “bead hook” die voldoet aan de UST specificaties. Daardoor kan je er tubeless mee rijden, mits de velg voorzien is van voor tubeless geschikt velglint ter afdichting van de velg. Beide wielen hebben 24 2x gekruiste Sapim Race spaken en aluminium nippels. De naven die in de prototype wielset zijn toegepast, zijn van Novatec, maar de productieversie zal naven van Julius zelf hebben. Het gewicht is circa 1480 gram, met flanken die voor velgremmen geschikt zijn. De uiteindelijke velg zal disc-only zal zijn, waardoor wellicht nog wat gewicht bespaard wordt. Julius mikt op een richtprijs van €800 voor de uiteindelijke productieversie van deze wielset.
De beste anti-burp test: Koers!
De wielset werd geleverd met Vittoria XG Pro TNT banden die vooral voor droge omstandigheden geschikt zijn. Na een relatief droge periode kondigde het weerbericht aan dat het tijd werd voor modderbanden. Ik koos daarvoor Specialized’s Terra Pro 2bliss, die eveneens ontworpen zijn voor tubeless montage. Bij het demonteren viel al op dat de Vittoria’s lekker stevig in de velgrand zitten. Je moet ze met best wel wat duimkracht losduwen en dat is vertrouwenwekkend. Bij cyclocrossen is het immers belangrijk om met lage druk te kunnen rijden, maar bij tubeless ligt het risico van ‘burps’ op de loer. Hierbij komt band los van de velgrand als de band zijdelings belast wordt. Het gevolg is plotseling luchtverlies, oftewel ‘burp’! -Pardon-
Soms wil je wat meer nop.
Aangezien het cyclocrossseizoen in volle gang is, heb ik de wielen meteen in het diepe gegooid: een serie van regionale cyclocrosswedstrijdjes. Hierin werd de burp-resistentie tot het uiterste op de proef gesteld, door steeds lager te gaan met de bandendruk. Ik eindigde op 1,5 bar voor en 1,6 bar achter (op een digitale bandendruk meter, bij circa 72 kg lichaamsgewicht). Lager wilde ik niet gaan, want bij de gebruikte druk verloren de banden al teveel stabiliteit om de fiets door bochten te gooien. Dat wil zeggen: ze rolden bijna om, maar ze burpten niet. De vorm van het velgbed werkt zeer goed in combinatie met tubeless ready banden. Ter referentie, ik reed met dezelfde druk als collega Jeroen in zijn test met de AC28 wielen, maar mijn lichaamsgewicht is 10 kg hoger.
Voor meer stabiliteit bij lage druk, zou ik aanraden om de velg intern breder te maken dan de huidige 17 mm. Het daardoor vergrootte volume van de band geeft comfort en grip, wat bij cross een groot voordeel is. Voor wie onder UCI (en dus KNWU) reglement rijdt, is er wel de grens van maximum 33 mm bandbreedte. De Terra Pro’s zitten op mijn eigen Pacenti CL25 velgen met een binnenbreedte van 20 mm exact op de fabrieksopgave van 33 mm. Julius zou dus safe 1 tot 2 mm breder kunnen gaan, zonder wedstrijdrijders met licentie buiten te sluiten. Tot 18 of 19 mm binnenbreedte is ook bij road tubeless prima toepasbaar en past bij de trend van steeds bredere banden en velgen voor de weg.
Solide rijgevoel
De wielen voelen zelfs bij wedstrijdinzet zijdelings zeer stijf aan en mijn fiets stuurt mooi strak. 24 spaken lijkt ruim genoeg bij deze velghoogte en de spaakspanning is hoog en gelijkmatig. We worden blij van de ‘standaard’ externe spaaknippels, die een logische keuze zijn bij tubeless te maken velgen. Bij volledig in de velg verborgen nippels moet namelijk het velglint eraf als je een wiel moeten richten.
De meegeleverde quick releases met titanium as zijn met 43 gram licht en subtiel uitgevoerd. Titanium rekt echter méér dan staal en daardoor kan de verbindingsstijfheid tussen vork en naaf wat in het gedrang komen. In de praktijk is het stijfheidsverlies echter niet zodanig dat ik er negatieve consequenties van merk. Het voorwiel trekt niet naar 1 kant bij het remmen, wat een symptoom van een slappe vork-wiel verbinding kan zijn. Als ik mijn fiets op een rechte weg extreem kantel, kan ik de schijven iets aan laten lopen, maar die belasting komt tijdens het cyclocrossen eigenlijk nauwelijks voor. Mijn fiets stuurt zo strak als altijd. Alleen de grootste rijders zou ik aanraden om quick releases met stalen as te gebruiken, of naar een fiets met steekassen over te stappen.
Over steekassen gesproken: wat de Novatec naven niet hebben, is verwisselbare as-einden. Dat lijkt een must voor de uiteindelijke naven om met de wildgroei van as-“standaarden” om te gaan. Zo kan de wielset makkelijk en goedkoop worden omgezet aangepast aan de standaard die jouw fietsconstructeur aanhield.
We werden overigens erg blij van de stalen inlegspie in de aluminium vrijloopbody van de Novatec achternaaf. Deze voorkomt het inslaan van losse cassette-delen of individuele kransjes in het relatief zachte aluminium. Ons inziens zou dit eigenlijk een standaard onderdeel bij elke alu vrijloopbody moeten zijn.
Minimalistisch. Toch stevig.
Banden monteren kan makkelijker
Het velgbed lijkt nog wat te diep om gemakkelijk tot een goede dichting van een tubeless setup te komen. Nu zijn er 3 lagen velglint nodig geweest om Vittoria banden strak genoeg te laten aansluiten. Bij de nog ruimer vallende Terra Pro’s ontstond de indruk dat er misschien nóg wel een laag extra toegepast kan worden. Van te voren zijn de banden een dag met binnenbanden gemonteerd, om de kreukels van het opgerold zijn in de verpakking eruit te halen. De beproefde combinatie sop, vloerpomp en ventielkern verwijderen om meer luchtdruk opbouw te bereiken, bracht daarna geen succes: de compressor moest er aan te pas komen.
Hoe krapper de banden passen in het velgkanaal, hoe makkelijker je ze naar de velgrand kan blazen, omdat er minder lucht langs ontsnapt. Het zou daarom goed zijn om het kanaal in het velgbed iets ondieper te maken. Meer dan 1 laag velglint zou niet nodig hoeven zijn. Te krap is ook niet goed, want dan krijg je de banden niet meer om de velg. Het velgbed kan echter heel wat ondieper, voordat daar sprake van is. De Vittoria’s zijn nog zeer makkelijk op de velg te brengen, terwijl ze bij de krapste op de markt horen. Of dat bij road tubeless banden ook zo is, hebben we niet getest. Eenmaal gemonteerd, zaten de Terra Pro’s net zo solide in de velg als de Vittoria’s en de veldtesten onderstreepten dat nog eens.
Uiterlijk: Guilty pleasure?
Het voelt wat ongemakkelijk om te zeggen, want ik hoef niet per se met alle trends en ‘pro looks’ mee: hoge carbon velgen zien er retegaaf uit in je wielrenfiets of cyclocrosser. Het was even slikken toen ik deze wielen uit mijn fiets haalde om ze terug te geven. Mij beviel de chique en understated look van de zwarte decals. Voor wie meer wil opvallen, is er net zoals de huidige wielsets van Julius, keuze voor decals in diverse kleuren.
Weinig bling meer in deze omstandigheden, maar de klasse blijft.
En nu? Van proto naar verkoop
Het aantal cyclocrossers en racefietsers dat met schijfremmen rijdt, groeit. De verwachting in de branche is dat de UCI binnen niet al te lange tijd schijfremmen in wegwedstrijden toestaat. Met deze test hebben we een kijkje kunnen nemen in de ontwikkelkeuken van een kleine Nederlandse wielenbouwer die zich klaar maakt voor die toekomst. Naar ons idee lijken modulaire naven voor zowel gebruik met een standaard quick release én een steekas dé troef om de wielset breed inzetbaar te houden. Daarbij zou Julius zich kunnen veroorloven enkel 135/142 mm inbouwbreedte voor respectievelijk quick release en steekas te gebruiken. 130 mm disc in combinatie met 11 speed gaat een zeldzame verschijning worden, voor zover we die conclusie al kunnen trekken.
Deze wielset toont eveneens aan dat er misschien wel behoefte is in de industrie voor een meer uniforme standaard voor de diepte van het velgbed, of liever; de diameter van het velgbed. Bij de geteste Julius full carbon velgen kan hier zeker nog geoptimaliseerd worden om daarmee niet alleen de tubeless-readyness beter te krijgen, maar mogelijk ook nog wat ruimte te creëren voor een verlaging van het gewicht.
Ook al reden wij hier met een prototype wielset bedoeld om feedback te krijgen, zou ik de wielset in zijn huidige vorm toch aanraden. Burpen bij lage druk is de achilleshiel van tubeless in cyclocross. Hier zijn de CC38’s zodanig tegen bestand dat je er al volledig op kan vertrouwen.
VZ approved
Feedback krijgt respons
Onze feedback hebben we uiteraard ook bij Julius neergelegd. Cees Heinis van Julius Cycling reageert:
|
Tekst: Jeroen Kooij
Foto’s: Jeroen van den Brand
Voor meer informatie, zie: www.juliuscycling.com