Zoals hier aangekondigd zijn we onderweg met 3 Hutchinson profielen. Nu het licht te zien is aan het einde van de tunnel die winter heet, is het is tijd voor een update. Ik moet zeggen dat ik me regelmatig letterlijk in een tunnel waande van sneeuw en modder. Dat en een mix van rottende bladeren, bosgrond en ijswater waarvan ik niet wist of ik het sneeuw of modder moest noemen.
Van de 3 types zijn de Toro en de Cobra aan de beurt geweest. De Python ligt nog even in de kast, in afwachting van de in zonlicht badende rots ondergrond waar hij voor bedoeld lijkt. Bovendien is het voor de oordeelvorming wel handig om met de 2 uitersten aan het werk te gaan. De Toro, de band met de meeste nop, ziet er uit alsof hij de winterse omstandigheden wel lust. Over de Cobra was ik op het eerste gezicht minder zeker, met zijn lage, dicht tegen elkaar geplaatste noppen op het loopvlak.
Cobra
Totdat je er nog eens beter naar kijkt en mee gaat rijden: De zijnoppen zijn stiekem behoorlijk agressief en prikken uitstekend door de natte prut laag heen die je in de gemiddelde toertocht bocht tegen komt. Tenminste, ik wel, want ik start doorgaans op een tijdstip dat velen me al zijn voor zijn gegaan in het tot moes rijden van de route. De Cobra rolt daarbij uitstekend, iets dat je al kon verwachten door het lage profiel op het midden. In diepe of klei-modder komt deze band aan zijn limiet, maar dat mag geen verrassing zijn. De veelzijdigheid van de Cobra was dat wel. Het rolvermogen van een semislick, maar zonder dat je je smartphone op je stuur moet monteren om buienradar in de gaten te houden.
Even terugspoelen naar de stoffige, rotsige trails van het Massif des Maures, het gebied waar de Roc d’Azur wordt gehouden. Ahhh, die heerlijke, warme zomer verlenging. Hoe dan ook, daar reed ik voor het eerst met deze banden en ook daar verbaasde de Cobra met erg veel grip. Afdalen voelde aan alsof je met een meer noppige band onderweg was. De zachte Race Riposte compound doet wat hij moet doen: Plakkerig zijn.
… *Plof*, even naar buiten kijken maakt een einde aan mijn zonnige dagdroom. Terug naar de harde vaderlandse werkelijkheid. In onze natte omstandigheden bleek het klim- en remvermogen niet superieur, maar ruim genoeg voor de moeilijkheid van de Nederlandse paden. De grootste beperker daarvan is het hardskin karkas dat gemaakt is voor lekbestendigheid. Het kwam bij het voorstelrondje al ter sprake; de extra padding maakt de band zeer safe, maar ook stugger. De druk verlagen werkt enigszins. Dat zou ik eigenlijk meer willen doen, maar mijn velgen zijn me lief. Tubeless monteren is een daarom een aanrader bij deze band, want het geeft je nèt dat laatste beetje soepelheid. Hutchinson heeft hem niet in het assortiment, maar voor ons land zou ik een lichte variant met hetzelfde volume wensen. Immers, dat ze niet afkerig zijn van lichte banden, bewijzen ze al met hun ultralichte Black Mamba 29.
Toro
Voor de Toro is nattigheid een kwestie van #doenwatjemoetdoen, de hashtag die in weinig twitter berichten van de nationale wedstrijdrijders en hun trainers ontbreekt. Het betekent zoveel als ‘laat je niet afleiden door alles dat je trainingsregime laat uitglijden’. Ookal wordt het zeer nattig, de noppen van de Toro behoeden hem prima van uitglijden. Ze prikken door de toplaag heen en biedt uitstekende ‘bite’ tijdens klimmen, remmen en bochten. Banden die het goed doen in de modder willen je op hardere ondergrond wel eens het gevoel geven dat er zuignappen op de noppen zitten. De Toro voelt uiteraard niet zo lichtvoetig aan als een semislick, maar zwaar lopen doet hij allerminst.
Droge, vaste bosondergrond heeft de Toro ook mogen ondervinden. In het fraaie mini-bikeparkje Filthy Trails maarliefst. Yep, daar passen bredere sloffen eigenlijk veel beter bij, maar je test banden vooral als je ze écht uitdaagt. Lees: Ik ben simpelweg te lui geweest om mijn banden te wisselen.
Toro; niet de rode variant, maar geeft wel vleugels.
Op relatief vaste ondergrond viel op dat de banden weliswaar behoorlijk veel grip hebben, maar dat de bandendruk relatief veel invloed heeft op de stabiliteit en daarmee het bochtengevoel van de band. Dat lijkt te komen door de zijnoppen, die behoorlijk zacht zijn en vrij hoog op de zijwand van de band staan. Je hoeft je fiets maar een beetje schuin te leggen om ze te gebruiken. De bandendruk lijkt vrij veel effect te hebben op de mate waarin ze vervolgens wegknikken. Geen strafpunten waardig, maar het zette me wel aan om met ietsje meer druk te rijden dan ik normaal doe. De ervaring leert dat deze wat vierkante doorsnede niet iedereen aanspreekt, maar dat merk je vooral op ondergrond waar de noppen niet makkelijk in doordringen. Dat is eigenlijk alleen relevant voor wie deze band het hele jaar wil gebruiken, maar dat raad ik niet aan, want voor het onvermijdelijke mul zand van onze zomers werkt een bredere band beter.
Het bescheiden volume is in winterse omstandigheden eerder een voordeel dan een nadeel. Zodra de toplaag dikker wordt, zakt een smalle band er makkelijker doorheen om vastere ondergrond te vinden. Het lossend vermogen is dik in orde, alhoewel ik moet bekennen dat hij nog geen plakkerige klei heeft gezien. Een voorjaars-cyclo of marathon in de noordelijke Ardennen biedt vast uitkomst. De Toro lijkt met zijn zachte rubber de Hardskin zijwanden safe kanidaat voor nat en afwisselend rots- en zachtere ondergrond. De Python wil ik vooral uitproberen op droog en rotsig en gelukkig gaan we dat zeer binnenkort onder de wielen krijgen.
To be continued!
Tekst: Jeroen Kooij
Foto’s: Eric Wictor & Jeroen van den Brand