Test | Bikeyoke Divine SL dropper: Is een klein zakje drop óók genoeg?

Méér droplengte: klanten vragen er blijkbaar om en framefabrikanten verkorten er de laatste jaren hun zitbuislengtes zelfs voor. Het is inmiddels een continue wedstrijd vèrpissen: Wie levert de grootste drop?

Met mijn 1.90 m lengte met erg lange benen ben ik ook wel te vinden voor die ‘méér droplengte is beter’-parochie. Maar daar moet ik wel bij zeggen dat ik tot dusver alleen op mijn dikke buitenlandfiets droppers gebruik. En waar ik buitenlandfiets zeg, bedoel ik een enduro fully die ik ook gebruik in Nederland, op ‘de leukere’ paden. Dropper incluis. Voor al het andere werk heb ik een cross-country hardtail zónder dropper. ‘Want als ik die dropper nodig heb, heb ik liefst ook meer veerweg’ – zo was mijn gedachte. Toen mij gevraagd werd of ik de BikeYoke Divine SL met een ‘magere 80 mm’ drop wilde reviewen in die hardtail, was mijn primaire reactie dan ook ‘wat moet ik daar nou mee…?’ Maar ik kan je alvast verklappen: zelfs 80 mm verruimd de geest!

Bikeyoke Divine SL: Superlicht en toch niet alleen voor xc-lichtgewichten

Bikeyoke heeft alles uit de kast getrokken om één van de lichtste droppers op de markt te realiseren. Ze ontwierpen het binnenwerk opnieuw, draaiden de buitenste buis zowel inwendig als uitwendig tot in het extreme af en verlichtten de zadelklem. Uiteraard zijn de boutjes van titanium. Dit alles resulteert in een gewicht van slechts 385 gram, voor de 30.9 mm pen op de volle 400 mm lengte.

Mocht je dát nog te zwaar vinden en die lengte niet nodig hebben: loop even naar de schuur en haal een zaag. Want omdat de drop slechts 80 mm bedraagt, is het interne mechanisme van de Divine SL kort… en is het onderste gedeelte van de buitenste buis dus leeg. Je kan hem daarom inkorten tot minimaal 283 mm en dan hou je zelfs minder dan 360 gram aan dropper zadelpen over. Bikeyoke levert ook de Divine SL Rascal; dit is dezelfde pen, maar dan reeds maximaal ingekort. Ondanks dat lage gewicht is het maximale rijdersgewicht van de Divine SL zoals bij alle Bikeyokes ‘gewoon’ 115 kg.

Géén 27.2 mm versie

De Bikeyoke Divine SL en Divine SL Rascal kosten € 335,- en zijn verkrijgbaar in 30.9 of 31.6 mm. Op veel xc-hardtails kom je een zitbuis van 27.2 mm tegen. Toch levert Bikeyoke die afmeting niet omdat ze in deze (beperkte) diameter geen solide zadelpen kunnen garanderen. Al denkt bijvoorbeeld KindShock daar anders over. Anderen, waaronder zoals DT Swiss onderkennen het punt van BikeYoke. Zij ondervangen het door het hele spul om te draaien. Juist door deze patstelling zou je dezelfde stevigheid en betrouwbaarheid verwachten als bij andere Bikeyokes. Dat bleek echter niet helemáál het geval, maar daarover verderop meer.

80 mm drop, waarom in hemelsnaam? Heb je daar wat aan?

Misschien moet er vóór bovenstaande vraag nóg één staan: Heb je op typische Nederlandse mountainbikeroutes überhaupt een dropper zadelpen nodig? Niet echt, als ik voor mezelf praat. Waarom dan tóch een dropper en waarom zó’n korte? Mijn antwoord: omdat het werkt! Want die luttele 80 mm drop die de Divine SL heeft is nét genoeg om mijn zadel uit de weg te hebben. Dat maakt dat mijn hardtail zelfs al op de kortere en niet steile afdalingen van de centraal-/ Oost-Nederlandse mountainbikeroutes duidelijk speelser aanvoelt, platter door de bochten gaat, fijner springt… en dus gewoon meer fun geeft. En dat had ik vooraf eigenlijk niet verwacht. Wat dat betreft: missie geslaagd!

Wordt het echter nóg heftiger en steiler, dan wil ik mijn extreem hoge zwaartepunt (ik ben 1.90 m lang) verder naar beneden kunnen brengen en wil ik dus ook méér drop. Maar goed, voor zulke ritten pak ik persoonlijk dus altijd mijn endurobak…

Voor de beoogde doelgroep van de Divine SL – De xc-racer die wel een dropper zadelpen wil, maar dan een lichte – is hij denk ik goed bruikbaar. Het is wel een beetje afhankelijk van je lengte, je skills en waar je rijdt. Ben je wat kleiner, kun je goed dalen en/of rijd je geen ‘Wereldbekerparcoursen’, dan is die 80 mm waarschijnlijk méér dan genoeg. Ben je erg lang, wat minder een daler en/of rijd je extremere xc-parcoursen, dan schroef je wellicht beter een dropper met, zeg, 120 mm drop op je xc-bike. Twijfel je sterk, dan is méér drop de veilige keuze.

Zelf rijd ik geen xc-races (meer) en heb ik geen xc-fully. Maar als ik die wel had – zeker als het mijn enige mountainbike was – dan zou ik toch voor méér droplengte gaan en het meergewicht voor lief nemen. Maar goed, eigenlijk val ik gewoon buiten de beoogde doelgroep voor de Divine SL.

Montage: nét even anders dan je gewend bent…

De korte lengte van het hydropneumatische binnenwerk zorgt er voor dat de kabel ook diep in de pen vast zit. Daar kom je nooit bij met een standaard constructie waarbij de kabel vastzit in een hefboompje. Ze moest dus wat anders bedenken. Zie hieronder hoe het werkt.

Diep in de pen zie je de glimmende drukknop. Als je die indrukt, kan de pen bewegen. Eromheen zit een cilinder met buitenschroefdraad.

Als je al deze onderdelen in elkaar duwt, steekt het gevorkte kapje dóór de sleuven onderin de moer, en steunt tegen de platte einddop van de buitenkabel. Als je de pen bedient, duwt de buitenkabel het kapje omhoog en daarmee druk je de knop in.

Rijg alles in elkaar en schuif de moer in het zeskantige uiteinde van de tool

…en draai nu met de tool de moer vast in de pen.

• Foto 1: Diep in de pen zie je de glimmende drukknop. Als je die indrukt, kan de pen bewegen. Daar omheen zit een buitenschroefdraad;
• Foto 2: Als je al deze onderdelen in elkaar duwt, dan steekt het gevorkte kapje dóór de sleuven aan de onderzijde uit de moer, kan hij over de binnenkabel heen schuiven, en steunt aan de bovenzijde tegen de platte einddop van de buitenkabel. Als je de pen bedient, duwt de buitenkabel het kapje omhoog en daarmee druk je de knop in;
• Foto 3: Rijg alles in elkaar en schuif de moer in het zeskantige uiteinde van de tool…
• Foto 4: …en draai nu met de tool de moer vast in de pen.

Uiteindelijk niet moeilijk(er)

Al met al is montage van de BikeYoke Divine SL niet moeilijker dan bij een standaard dropper zadelpen. Je moet alleen de pen – mét kabel – wat verder uit het frame trekken om de tool te kunnen plaatsen. Het op lengte afknippen van de kabels is zelfs iets makkelijker. Rijg de buitenkabel door je frame, monteer buiten en binnenkabel aan de pen en zet het zadel op de juiste hoogte. Trek de binnenkabel strak en markeer aan de hendelzijde je buitenkabel om af te knippen. Trek dan de pen met binnenkabel een stukkie terug, zodat je die niet per ongeluk afknipt. Knip de buitenkabel af, zet het zadel weer op de juiste hoogte vast, zet de binnenkabel vast aan de hendel, en klaar. Kleine opmerking: bij mij was de sleuf van de tool wat krap, waardoor de buitenkabel er wat moeilijker doorheen ging. Een vijl loste dat probleem echter snel op.

Ontluchting en bediening

Bij hydropnuematische droppers, zoals die van Bikeyoke, zorgt luchtdruk er voor dat de pen uitschuift wanneer je op de knop drukt. Een ander deel van de interne constructie beweegt door een kolom olie, waarbij de zuiger de stroom van olie kan blokkeren. Hiermee zet je de dropper zadelpen dus stil op de gewenste positie. De olie en lucht wil je echter gescheiden houden. Want lucht in de olie betekent dat de pen in geblokeerde toestand niet ‘hard’ aanvoelt; lucht is immers samendrukbaar. Daarom zit er in de meeste droppers een zwevende zuiger die olie en lucht scheidt

Bikeyokes hebben die zuiger bewust niet. Maar wat als olie en lucht dan mengen? Bij de ‘originele’ Revive dropper omzeilt Bikeyoke dit probleem met het Revive-ventiel. Bij de Divine en onze Divine SL lossen ze het anders op: deze ontluchten zichzelf automatisch elke keer dat je ze dropt. Daardoor schuiven ze volgens de fabrikant wel nét iets minder soepel in en uit dan de Revive. Daarvan heb ik echter niks gemerkt. Want de pen zakt supersoepel in en komt snel met een duidelijke tik weer uit. De bediening vergt wel iets meer kracht dan bij de Revive. Dat komt omdat hij met een wat hogere luchtdruk werkt.

Vering in je dropper!?

BikeYoke heeft de Divine SL heeft iets unieks meegegeven: ‘vering.’ Nee, niet met de pen op volle lengte, maar wanneer-ie één à twee centimeter gezakt is. Het is dan ook niet bedoeld voor bergaf… maar voor bergop (!). Bikeyoke redeneert dat extreme steile, en ruwe klimmetjes makkelijker te halen zijn als je het zadel iets laat zakken en dat de pen dan ook iets kan inveren om de impact van wortels en dergelijke op te vangen en zo meer grip te houden.

Of dat in de praktijk een ook echt een meerwaarde heeft, heb ik echter niet kunnen testen. Ik heb de Divine SL namelijk getest in mijn singlespeed. En klimmen op een singlespeed komt meestal gewoon neer op ‘uit het zadel gaan en rammen’, zéker als het steil wordt. Daar moet ik dus het antwoord op schuldig blijven.

Ik vind dat kleine beetje vering wél nuttig op meetrap-afdalingen met wat wortels, waar je niet direct je zadel (veel) hoeft te droppen. Daar helpt het je om minder door elkaar geschud te worden. De Divine SL veert dan op grotere klappen zelfs tot de onderaanslag in. ‘De pen een beetje laten droppen’ is in die omstandigheden trouwens nog best lastig: omdat de drop maar 80 mm is, druk je hem al snel volledig neer.

Toch vering op volle lengte?

Tijdens de eerste ritten ontdek ik echter nog iets: Als ik in het zadel – met de pen geblokkeerd in de hoogste stand – hard over grote wortels rijd, dan veert het zadel tot wel 2 cm in en uit! Alsof het een geveerde pen is, maar dan met een lockout en een overdrukventiel… En ik had er overheen gelezen in de handleiding, maar dat is precies wat het is. De Divine SL werkt op een hoge luchtdruk van 300 psi (ruim 20 bar). De blokkering heeft een overdrukventiel om overbelasting van het binnenwerk te voorkomen. Of deze quasi-vering goed of slecht is? Met name op een hardtail spaart het je rug op ruwere paden. Tegelijkertijd veert hij hard en vooral ongedempt weer uit, je krijgt dus een wipje na. Netto heb ik er persoonlijk noch veel voordeel, noch veel last van.

Tuningtip: met het verlagen of verhogen van de luchtdruk (minimaal 250, maximaal 350 psi) verander je niet alleen de uitveersnelheid, maar ook de drempelwaarde waarbij de pen inveert. Bedenk wel dat de bedieningskracht van de hendel óók groter wordt bij een hogere luchtdruk.

De remote: Triggy X

Bikeyoke stuurde ook een Triggy X remote mee om de Divine SL te bedienen. Deze lijkt op de reguliere Triggy, maar de hendel van deze ‘X’ is tot 6 mm te verlengen om de hefboomwerking (en dus de bedieningskracht) wat te tunen. In eerste instantie leek me de verstelbaarheid ook overbodig en zou ik eerder gewoon voor de prima werkende standaard Triggy remote aanraden. Ook de chiquere, kogelgelagerde Triggy Alpha zou ik links laten liggen. Maar inmiddels heb ik de Triggy X hendel wél maximaal verlengd: de langere hefboom maakt de bedieningskracht net even wat lager en op de Divine SL is dat wel prettig.

Onderhoud… en gekraak

Onderhoud en reparatie van Bikeyoke droppers is eenvoudig en goedkoop. Alle onderdelen zijn los leverbaar. Was dat bij meer producten maar het geval! Met redelijk standaard gereedschap voer je zelf je 100-uurs service uit. Hierbij blijft het hydraulische mechanisme in de binnenbuis dicht; geen geklieder met olie dus. Mocht je nieuwe glijlagers en afdichtingen nodig hebben, dan ben je met twee tientjes klaar. En in het uitzonderlijke geval dat je de hydrauliek moet servicen, dan scoor je voor hetzelfde geld een set nieuwe o-ringen.

Kraken en tikken

Lange tijd dacht ik dat Bikeyokes droppers unkaputtbar zijn. Toen weigerde vorig jaar, midden in de Ardennen, de blokkering van mijn originele Revive… Maar: dat was dus het voorserie-exemplaar waar ik al drie jaar mee rondrijd. En inmiddels is hij tegen de prijs van een servicebeurt weer gefixt. Wat dat betreft verwachtte ik ook met de Divine SL geen problemen.

Ondertussen dropt en lift ook deze Divine SL al een dik jaar zonder morren, maar helemáál probleemloos is deze BikeYoke dropper helaas echter niet. Hij heeft een kraak in de zadelklem, die ik er met geen mogelijkheid volledig uit krijg. Die klem is lichter uitgevoerd dan bij andere Bikeyokes en voorzien van titanium bouten. Wat ik in de afgelopen maanden ook probeerde: mét vet tussen de onderdelen, zonder vet… ook met de bouten voorgespannen op de voorgeschreven 7 Nm (wat letterlijk eng hoog klinkt tijdens het aandraaien), of zelfs met ander zadel in een andere fiets blijft het ding in meer of mindere mate kraken en tikken tijdens gebruik. Waarbij het na verstellen van het zadel ook ineens meer of minder kan worden. Zelfs Bikeyoke kon me daarmee uiteindelijk niet helpen. Bedenk daarbij ook dat ik slechts 70 kg weeg.

Klein zakkie… of toch een pondspak?

80 mm drop lijkt niks, maar maakt de juiste fiets op de juiste paden wat sneller, maar vooral leuker. Zo heb ik het in ieder geval ervaren op mijn hardtail. En dat terwijl ik erg lang ben en er eigenlijk per definitie van uitging dat ik daardoor juist gebaat zou zijn met méér droplengte! Daarbij is deze BikeYoke Divine SL érg licht. Wat dat betreft zou je als hardcore, gewichtskritische xc’er die tóch wat wil kunnen droppen, erg blij kunnen worden van de Divine SL. Maar… misschien is-ie SL wel wat té licht. Want mijn exemplaar blijft, onder mijn 70 kg, tikken en kraken in de zadelklem. En dat is onacceptabel voor een product van € 400.

Toen ik de SL echter richting Bikeyoke een ‘nicheproduct’ noemde, gaven ze fijntjes aan dat de SL in hun eigen webshop de beste verkopende dropper is van allemaal. En dat je ook op Wereldbekerniveau veel Divine SL’s (al dan niet met afgeplakt logo…) tegenkomt. Blijkbaar is er toch veel vraag naar. Ik ga er dus ook vanuit dat mijn test-exemplaar een maandagmorgenmodel is met z’n gekraak.

Of 80 mm drop voor jou genoeg is, is naar mijn mening afhankelijk van je lengte, skills en waar je rijdt. Bij twijfel kun je wellicht beter voor meer drop gaan. En in combinatie met de kraak in de zadelkop raad ik je voor hetzelfde geld liever een 465 gram zware 125 mm Revive 2.0 aan, of een reguliere 445 grams Divine voor € 40 minder.

Tekst: Lars Vogelenzang
Foto’s: Lars Vogelenzang, Sander van der Sluis