Test | Bontrager Kovee RSL 30-mountainbikewielen: Extreem licht, extreem duur…

Tekst en foto’s: Arjan Kruik

Bontrager Kovee RSL 30: extreem licht, extreem duur

De Bontrager Kovee RSL 30’s zijn wielen van superlatieven. Superlicht (1.200 gram), voor crosscountry-wielen superbreed (30 millimeter) en superduur (2.600 euro). Met deze wielen maak je dus niet alleen je bike flink lichter, maar ook je portemonnee. Oftewel: deze wielen zijn niet voor iedereen weggelegd. Desondanks aarzelden we geen moment toen Trek, het fietsmerk achter Bontrager, ons een testset aanbood. Want alhoewel we er ons van bewust zijn dat deze wielen vanwege hun prijs slechts in homeopathische hoeveelheden over de toonbank van de Bontrager-dealers zullen gaan, is het wel een enerverende ervaring om ermee te rijden. Een ervaring die we graag met jullie delen.

Zoals gezegd wegen de wielen slechts 1.200 gram. In combinatie met carbon velgen met een binnenbreedte van maar liefst 30 millimeter is dat echt een prestatie van formaat. Volgens Bontrager zijn het de lichtste mountainbikewielen die ze ooit gemaakt hebben. Maar ook in vergelijking tot de concurrentie slaan de Kovee RSL 30’s geen slechte figuur. Zo doet een paar min of meer vergelijkbaar geprijsde Crossmax SL Ultimate 30’s van Mavic 1.395 gram, terwijl DT Swiss met z’n topmodel XRC 1200 Spline 30 niet lager komt dan 1.480 gram. Syncros komt met z’n Silverton SL 30 enigszins in de buurt van de Kovee RSL 30’s; 1.280 gram wegen die wielset. Maar vanwege de gecompliceerde constructie met meegelamineerde carbon spaken komen deze wielen op dik 4k per set!

Geen toeters en bellen, wel doordacht gemaakt

En dat brengt me weer terug bij de Kovee RSL 30’s. Want in tegenstelling tot Syncros is er bij deze Bontrager-wielen ogenschijnlijk nauwelijks sprake van allerlei technische hocus pocus. Ogenschijnlijk, want in alle onderdelen zit een behoorlijke hoeveelheid techniek. Zo zijn de velgen zijn gemaakt van Treks OCLV-carbon. Door de hoeveelheid kunsthars te minimaliseren hebben de technici een velg weten te maken die slechts 315 gram weegt. Die velg is door middel van 24 platte Sapim CX-Ray spaken met rechte kop verbonden met een DT Swiss 240-naaf. De achternaaf heeft vrijloop met 54 tanden, de remschijf monteer je via de centerlock-passing.

Opvallend genoeg is de velg niet hookless. In tegenstelling tot de velgen van een aantal concurrenten heeft de velg dus gewoon velghaken om de hieldraden van de band op hun plek houden. De spaakgaten zijn in de trekrichting van de spaak geboord en het velgprofiel is asymmetrisch. Dat is een constructie die je vaker ziet, omdat je op deze manier de de spaakspanning aan weerszijden van het wiel meer in balans krijgt. Bij een klassieke symmetrische velg staan in het achterwiel de spaken achter de cassette namelijk meer rechtop. En bij het voorwiel aan de remschijfzijde van het wiel. Dat veroorzaakt een verschil in spaakspanning. Door de spaken in het achterwiel meer naar links en in het voorwiel meer naar rechts – de velg zit dan omgedraaid – met de velg te verbinden, wordt dat verschil minder groot.

Hoe rijden ze?

De Bontrager Kovee RSL 30’s die Trek ons stuurde waren niet meer nieuw. Hoeveel kilometer er al mee gereden was en hoe zwaar de rijder was, is me niet bekend. Trek had al tubeless velglint rond de velg getrokken, een ventiel was ook reeds aangebracht. Het omzetten van mijn eigen banden, een paar lichtgewicht Schwalbe’s in de maat 2.35 inch, is appeltje-eitje. Omleggen, vloeistof toevoegen, oppompen, klaar. Het overzetten van de remschijven is iets lastiger. Hiervoor heb ik een paar adapters moeten kopen, aangezien mijn eigen wielen geen centerlock-montage hebben, maar de klassieke zesgaats-montage.

De eerste meters met de wielen zijn een openbaring. Natuurlijk, ik heb al eerder met lichtgewicht mountainbikewielen gereden. Maar nog nooit zó licht. En al helemaal niet met zo’n brede velg. Vooral op de op-en-neer routes die ik regelmatig rijd is het rijgevoel echt ongekend. Bam bam bam en voor je het in de gaten hebt sta je alweer bovenop de bult. Ook bij aanzetten na een scherpe bocht komt telkens een gevoel van euforie op. En onderliggend ook een beetje frustratie, want het zijn niet mijn benen die voor de versnellingskick zorgen, maar de wielen. Op zoek naar legale doping? Dan moet weet je nu waar je moet zijn.

Verrassend: stijf genoeg

Ik had vooraf – ingegeven door eerdere ervaringen met lichtgewicht 29er wielen – een nogal lage verwachting van de stijfheid. Vooral het geringe aantal spaken – slechts 24 per wiel – deed het ergste vermoeden. In de praktijk valt dat echter mee. Nou ben ik nog geen 75 kilo, dus dat moet je even meewegen. Maar echt, ik heb geen seconde het gevoel gehad dat deze wielen niet stijf genoeg zouden zijn. Zelfs in snelle en lastige afdalingen doen de wielen precies wat ik wil. Wél zijn de wielen als gevolg van de relatief geringe hoogte van de velg enigszins meegaand. Maar dat ervaar ik eerder als comfortabel dan als slap. En het is bovendien een pre op routes met veel stenen en wortels, met name als je die nét toucheert. In plaats van met een luide ‘ploink’ zijdelings weg te stuiteren, passen de Kovee RSL 30’s zich aan aan de ondergrond aan.

Ja, ik zoek hier de nuance en ja, het feit dat ik met dikke 2.35 inch banden rijd speelt natuurlijk ook een rol. Maar dat neemt niet niet weg dat ik de Kovee RSL 30’s aan de ene kant niet als slap ervaar, terwijl ik wel een hoge mate van comfort en meegaandheid waarneem. Het is belangrijk dat te benadrukken, ook in relatie tot het bedrag dat Bontrager voor deze wielen vraagt. Ik heb namelijk redelijk veel op goedkopere carbon wielen van andere merken gereden. En het merendeel van die wielen voelt hard en bokkig aan. Om die reden rij ik zelf nog steeds graag met hoogwaardige aluminium wielen. Die zijn namelijk significant comfortabeler en meer meegaand. Met de Kovee RSL 30’s laat Bontrager zien, dat carbon wielen helemaal niet oncomfortabel hoeven te zijn. Met als bonus een immens gewichtsvoordeel ten opzichte van aluminium.

Breder is lekkerder

Ja, het is een beetje schrikken als je deze wielen voor het eerst in je handen hebt. Want los van het feit dat het gewicht absurd laag is, is ook de breedte even wennen. Tenminste, voor gebruik in combinatie met een crosscountry-bike. Maar ik ben om. Ik heb de Kovee RSL 30’s gereden met zowel 2.25’s als met 2.35’s. En alhoewel ook die 2.25’s als gevolg van de grote velgbreedte volumineuzer vallen dan op een conventionele smalle crosscountry-velg, hebben de dikkere 2.35’s mijn voorkeur. Offroad rollen die rubbers ondanks – of dankzij? – hun volume heerlijk licht, beschikken ze over veel demping en bieden ze karrenvrachten grip, vooral in de bocht.

Tot slot misschien wel de belangrijkste vraag: hoe staan de wielen er na bijna een half jaar gebruik bij? Het antwoord: nog helemaal prima. Nergens een slag, geen losse spaken, geen gedoe met lagers of vrijloop. Ja, dat verraste mij ook, met name gezien het lage gewicht. Maar het is zoals het is. Wellicht speelt het feit dat de wielen niet meer nieuw waren toen wij ze kregen een rol. Tijdens de eerste ritten zetten de spaken zich namelijk. En misschien heeft Trek de spaakspanning nog nagelopen voordat wij ze kregen. Maar goed, dat is speculatie, ik kan alleen maar vaststellen dat de wielen onze testperiode probleem hebben doorstaan.

Conclusie

2.600 euro voor een paar mountainbikewielen? Ja, dat kan dus gewoon, zo laat Bontrager met de Kovee RSL 30’s zien. Zijn die wielen dat bedrag waard? Tjsa, dat is lastig te bepalen. De wielen zijn absurd licht, goed gebouwd en – zeker gezien het lage gewicht – verrassend stijf en degelijk. En het effect op de rijeigenschappen is verbluffend. Uiteraard geldt wel: hoe zwáárder je huidige wielen zijn, hoe nadrukkelijker het effect. Snellere acceleratie, makkelijker klimmen, dynamischer sturen. Een verslavend gevoel.

“Dat wil zeggen; hoe zwáárder je huidige wielen zijn, hoe nadrukkelijker het effect van de Bontrager Kovee RSL 30’s. Snellere acceleratie, makkelijker klimmen, dynamischer sturen. Een verslavend gevoel.”