Tekst en foto’s: Arjan Kruik
Cane Creek eeSilk+ verende zadelpen: gimmick of gewoon goed?
Met de komst van de gravelbike wordt een oud probleem ineens weer actueel: hoe blijf je tijdens lange ritten over onverharde wegen zo lang mogelijk fris? Of meer precies: hoe kan je de gevoelige onderrug ontzien? Mountainbikers hebben dat probleem al lang geleden met achtervering en/of dikke banden opgelost. Maar bij de gravelbike zijn dat geen praktische opties. Natuurlijk; er zijn inmiddels gravelbikes te koop met een verende achterkant. En met een beetje geluk kan je in jouw gravelbikeframe 650B-wielen hangen met veel dikkere banden dan de standaard 35 à 40 mm rubbers, maar echt mainstream zijn dat soort oplossingen niet. Dus wat dan, als je op zoek bent naar meer comfort? Volgens de Amerikaanse onderdelenmaker Cane Creek is hun eeSilk+ verende zadelpen het antwoord.
“De carbon uitvoering van de eeSilk+ kost zelfs € 375,-! Maar goed, áls de eeSilk+ inderdaad in extra comfort voorziet en/of een pijnlijke rug tegengaat, dan mag dat wel wat kosten, toch?”
Ik ben met de aluminium versie van deze verende zadelpen op pad gegaan. Die weegt in de 27,2 mm diameter uitvoering 323 gram. Dat is maar een 15 gram zwaarder dan de originele aluminium zadelpen op de testfiets, een Conway GRV 6 gravelbike. En ongeveer 100 gram meer dan een hoogwaardige carbon zadelpen. Voor het gewicht hoef je zo’n verende eeSilk+ dus niet te laten. De prijs kan wel een dingetje zijn; € 250,- vraagt Cane Creek ervoor. De zo’n 50 gram lichtere carbon uitvoering van de eeSilk+ kost zelfs € 375,-! Maar goed, áls de eeSilk+ inderdaad in extra comfort voorziet en/of een pijnlijke rug tegengaat, dan mag dat wel wat kosten, toch? Maar dan moet-ie wel daadwerkelijk doen wat Cane Creek belooft…
Werkt-ie? Hij werkt zéker!
De eeSilk+ is qua werking niet anders dan de ouwe trouwe Cane Creek Thudbuster verende zadelpen: twee verticale, parallelle stangetjes, met daar tussen een kunstrubber (‘elastomeer’) blokje, kunnen schuin naar achteren bewegen als het achterwiel een oneffenheid raakt. Gaat bij die klassieke Thusbuster de veerweg tot 90 mm, bij de eeSilk+ is dat maar 35 mm. In beide gevallen is er dankzij de eigenschappen van de toegepaste elastomeren niet alleen sprake van vering, maar ook van demping. Geen hydraulische demping zoals in een met olie gevulde voorvork of achterdemper, maar demping die uit de eigenschappen van het kunstrubber zélf voortkomt. Daarover hieronder meer. De eeSilk+ wordt standaard geleverd met een elastomeer voor rijders van 65 tot 95 kg. Met mijn 75 kilo val ik binnen deze gewichtsklasse. Voor lichtere rijders zijn nog twee minder harde elastomeren verkrijgbaar, dito voor zwaardere rijders.
“Het effect verrast me zo, dat ik de grindstrook meermaals afrij, telkens van zadelpen wisselend, om me ervan te verzekeren dat ik me het comfortabele gevoel niet inbeeld.”
Op een strook met grof grind die ik regelmatig in mijn routes verwerk neem ik de proef op de som. Eerst met de originele aluminium zadelpen, daarna met de eeSilk+. Het verschil is aanzienlijk! Alsof je van 35 mm naar 40 mm banden gaat. En toch ook weer niet helemaal. Want alhoewel mijn ervaring zich wel zo laat beschrijven, is het effect sterker dan dat. Alsof het zadel écht geïsoleerd wordt van de ondergrond. Niet zoals de achtervering van een mountainbike dat doet, maar subtieler. Het effect verrast me zo, dat ik de grindstrook meermaals afrij, telkens van zadelpen wisselend, om me ervan te vergewissen dat ik me het toegenomen rijcomfort niet inbeeld.
Vering en demping
Mijn ervaring op gravel is dus zonder voorbehoud zeer positief. Maar op een pad van hard opgedroogde klei met her en der diepe kuilen blijkt dat de Cane Creek eeSilk+ verende zadelpen toch geen wonderen kan verrichten. Op dit pad – waar in tegenstelling tot de grindstrook de oneffenheden willekeuriger door elkaar liggen en bovendien veel groter zijn – loopt de eeSilk+ tegen z’n grenzen aan. Niet alleen qua beschikbare veerweg, maar ook als het gaat om demping. Eerst maar even die veerweg; als die in een diepe kuil tegen z’n eind loopt, dan voel je dat natuurlijk. Maar zelfs dán krijg je zo’n tik minder hard door dan met een starre pen. Dan de demping: de gemonteerde elastomeer is niet alleen elastisch, maar beschikt ook over dempende eigenschappen. Je kunt dat zelf makkelijk testen: als je het kunstrubber blokje vanaf een meter hoogte laat vallen op een harde ondergrond, dan stuitert het hooguit maar zo’n 10 à 15 cm terug. Desondanks is bij sommige stevige stoten de demping zo nu en dan ontoereikend. Oftewel: je krijgt een tikkie terug van het zadel. Voor de goede orde: dit doet zich alleen bij grove oneffenheden voor, dus echt storend is het niet. Zeker niet gezien de comfortwinst die de pen op minder ruwe onverharde wegen en paden biedt.
“De eeSilk+ is met z’n 35 mm veerweg dus geen vervanger voor achtervering. Maar op grind – de ondergrond waar de gravelbike bij uitstek voor is bedoeld – is de werking van het ding echt geweldig.”
De eeSilk+ is met z’n 35 mm veerweg dus geen vervanger voor achtervering. Maar op grindwegen – de ondergrond waar de gravelbike bij uitstek voor is bedoeld – is de werking van het ding echt geweldig. Werkelijk ieder kiezeltje lijkt door de parallellogramvering geabsorbeerd te worden. Waarbij me bovendien is opgevallen dat twee zaken waar ik me vooraf zorgen over maakte, zich niet gemanifesteerd hebben: 1. In theorie verandert de afstand tussen het zadel en de trapas een klein beetje als de parallellogram naar achteren beweegt. Dat is ongunstig voor de effectiviteit van de pedaaltred. In de praktijk heb ik dat negatieve effect niet kunnen vaststellen. 2. Bij lange, flexibele comfortzadelpennen overkomt het me wel eens, dat zo’n pen bij een hoge trapfrequentie onaangenaam begint te wippen. Ik heb dit effect bij de eeSilk+ niet waargenomen, terwijl ik echt moeite heb gedaan om wippen te forceren. Een duidelijk teken dus dat de demping van de elastomeer niet bepaald verkeerd is.
Conclusie
Over de levensduur van de Cane Creek eeSilk+ kan ik nog niks zeggen. Daarvoor moet ik er echt langer mee rijden dan ik nu gedaan heb. En dat gaat zéker gebeuren, want ik ben voorlopig niet van plan deze verende zadelpen weer om te ruilen voor de originele zadelpen. Ik zou dat trouwens ook niet durven, m’n zitvlak en onderrug zouden beslist bezwaar aantekenen. Die hebben zich namelijk sinds lange tijd niet meer zó lekker gevoeld op een gravelbike. Maar goed, als het moment komt dat de glijlagers aan vervanging toe zijn, zou je ze in principe zelf kunnen vervangen. Voor zo’n € 40,- kan Cane Creek een setje nieuwe glijlagers leveren, inclusief een gereedschapje om de asjes uit de parallellogramstangjes en weer terug te persen.
“Maar als je gaat voor maximaal comfort is én én natuurlijk het allerbest. Dus én 40 mm of 45 mm banden én een eeSilk+. Of haal je hiermee téveel de uitdaging uit het gravelrijden?”
Moet iedere gravelaar dan maar aan de eeSilk+? Nou nee, met het monteren van dikkere banden trek je het rijcomfort natuurlijk ook naar een hoger plan. En dan ben je geen € 250,- kwijt. Maar niet in alle gravelbikeframes passen dikkere banden. Plus: het effect van de eeSilk+ mag dan líjken op het gevoel dat je krijgt als je van smalle banden naar bredere banden overstapt, het is toch subtiel anders. En wat mij betreft ook een gradatie beter. Dat blijkt als ik op dezelfde grindstrook als in het begin van dit stuk óók nog een paar keer heen en weer trap zónder eeSilk+, maar met dikkere 40 mm rubbers. Rijdt heerlijk, kan niet anders zeggen. Maar met de originele 35 mm banden en de eeSilk+ is het rijcomfort toch nog nét wat hoger. As je gaat voor maximaal comfort is én én natuurlijk het allerbest. Dus én 40 mm of 45 mm banden én een eeSilk+. Of haal je hiermee téveel de uitdaging uit het gravelrijden? Als jij graag wilt afzien, doe gerust je ding. Maar ik wil geen ruzie meer met mijn zitvlak en onderrug.
Cane Creek eeSilk+ | Prijzen en specificaties
De eeSilk+ beschikt over 35 mm veerweg. De verende zadelpen wordt geleverd in een aluminium en in een carbon uitvoering. Beide varianten komen in twee diameters: 27,2 mm en 31,6 mm. De aluminium eeSilk+ is 385 mm lang, de carbon-uitvoering meet 360 mm. De aluminium eeSilk+ weegt in de 27,2 mm uitvoering 375 gram, de 27,2 aluminium versie komt op 323 gram. De eeSilk+ heeft een offset van 12 mm, maar omdat de parallellogram onder het gewicht van de rijder iets naar achteren beweegt, is deze waarde in de praktijk wat hoger. Een aluminium eeSilk+ kost € 250,-, de carbon variant komt op € 375,-. Losse elastomeren komen op € 14,50.
Naast de eeSilk+ verende zadelpen heeft Cane Creek ook een gewone eeSilk – dus zonder ‘+’ achter de naam – in z’n assortiment. Die weegt minder, maar heeft met 20 mm ook minder veerweg. We hebben deze eeSilk nog niet kunnen testen; ook Cane Creek heeft last van de inmiddels bekende problemen in de productie- en distributieketen. Maar gezien onze goede ervaringen met de eeSilk+ zou ik eigenlijk niet weten waarom je op een gravelbike voor minder veerweg zou kiezen, tenzij gewicht voor jou op de eerste plaats staat. Voor wielrenners die op zoek zijn naar een beetje extra rijcomfort zou de 20 mm eeSilk wel een goede keus kunnen zijn. Zodra we er eentje ontvangen hebben, zullen we deze test actualiseren.
Meer informatie: canecreek.com
Tot slot: hoe verhoudt de Cane Creek eeSilk+ zich tot de Canyon VCLS 2.0?
Er zijn als het gaat om het verhogen van het comfort van een gravelbike natuurlijk meer wegen die naar Rome leiden. Zo is er het IsoSpeed-systeem in Trek’s gravelbike Checkpoint. Of BMC’s URS, met een achterbrug die dankzij een elastomeer 10 mm kan inveren. Maar dan kost comfortabeler gravelen je dus een nieuwe fiets. Wie z’n eigen gravelbike comforttechnisch wil opwaarderen, kan ook bij Canyon te rade gaan. Die brengt met de VCLS 2.0 CF ook een zadelpen die het comfort verhoogd. Hoe verhoudt deze bladveerzadelpen zich tot de Cane Creek eeSilk+ verende zadelpen? De VCLS is met 220 gram lichter en met zijn prijs van € 199,- minder duur dan de Cane Creek eeSilk+. Maar ondanks dat de verende zadepen uit Koblenz minder bewegende delen heeft dan z’n Amerikaanse evenknie, is-ie niet 100 procent onderhoudsvrij. Vuil kan zich ophopen tussen de twee bladveren en ook de glijlagers in de kop van de pen hebben niet het eeuwige leven.
“De Cane Creek eeSilk+ daarentegen werkt altijd, ongeacht het aantal centimeters zadelpen dat boven de zadelpenklem uitsteekt.”
Maar goed, dé centrale vraag is natuurlijk: welke van deze twee verende zadelpennen werkt het best, de eeSilk+ of de VCLS? Gezien mijn goede ervaringen met de comfortpen van Canyon op de mountainbike dacht ik voorafgaand aan deze test dat de eeSilk+ en de VCLS 2.0 aan elkaar gewaagd zouden zijn. Niet voor niets reed ik, voordat ik een decennium terug definitief overstapte op een xc-fully, in al mijn hardtails een VCLS. Maar een gravelbike is geen mountainbike: de korte zitbuizen die je op de meeste mountainbikes vindt, zie je in veel mindere mate op gravelbikes. Dat wil zeggen dat de Canyon VCLS veel minder zadelpen boven de zadepenklem uisteekt dan op een mountainbike, waardoor de bladveren helaas minder goed werken. De Cane Creek eeSilk+ daarentegen werkt altijd, ongeacht het aantal centimeters zadelpen dat boven de zadelpenklem uitsteekt. Oftewel: zoek je meer comfort op je gravelbike, dan moet je de eeSilk+ hebben.
Eerder gepubliceerd op 24 maart 2022
Waar kan je de cane Creek eesilk+ kopen?
In principe kan elke fietswinkel hem bij importeur Cosmic Sports voor je inkopen.
Zelf rijd ik al jaren met de zadelpen van suntour. Die zijn misschien wel beter en mooier en kosten 80 euro…dat is een leuke prijs om eens te testen…
Wat is het verschil tussen de Thudbuster ST en de eeSilk+? Welke is het meest geschikt voor off-road? Ik kan daar geen goed antwoord op vinden. Ook de website van CaneCreek is er vaag over. De Thudbuster ST: “Absorb bumps, dips, and drops”. Een over de eeSilk+ zeggen ze: “great enhancements to gravel or mixed surface bikes”. Ik vind dat de eeSilk+ een mooiere en betere seat clamp heeft.
Dag Hans, het verschil tussen de Thudbuster ST en de eeSilk+ is 50 mm veerweg versus 35 mm veerweg. Daarnaast ziet de eeSilk+ er wat compacter uit en weegt-ie iets minder dan de Thudbuster ST. Deze laatste is wel makkelijker zelf te onderhouden, aangezien je de gelagerde asjes makkelijker kunt losmaken.
Bedankt voor de reactie. Slaan die waarden (50 en 35) niet op wat het parallellogram kan bewegen zonder elastomeer erin? Ik ben in de winkel op een fiets met de ST gaan zitten, ik moest met een flinke plof gaan zitten om hem circa 15 mm te laten inveren. Er zat de standaard elastomeer in voor mijn gewichtsgroep. Het vreemde is dat CaneCreek op hun website de ST onder “forens” plaats en de eeSilk+ onder “gravel en avontuur”. Ik maar daaruit op dat de eeSilk+ meer comfort biedt op slecht wegdek dan de ST ondanks de kleinere veerweg. Verder lees… Lees meer »
Dag Hans, de aangegeven veerweg is inderdaad gebaseerd op de afstand die de parallellogram aflegt zónder elastomeer. Verder: je moet even door de marketing van Cane Creek heen lezen en gewoon de pen kiezen die je het fijnst vindt. Dan de hardheid van de rubbers. De gewichtsindicaties zijn niet meer dan dat: indicaties. Dus ook hier mijn advies gewoon de verschillende rubbers te proberen en dan de hardheid te gebruiken die je het fijnst vindt. Tot slot jouw opmerking over de ‘single bolt seat clamp’: daar ben ik, om de redenen die jij omschrijft, zelf ook geen liefhebber van. Lang… Lees meer »
Bedankt voor de reactie! Ik heb een paar 100 km mogen rijden op de Thudbuster ST G3 (die vorige versie dus) en dat is me goed bevallen. Cane Creek heeft het portfolio wat verschoven, zowel de ST G4 als e LT G4 hebben een grotere veerweg gekregen, ze hebben deze verschillen samengevat in dit pdf-bestand. De Thudbuster ST G3 heeft dus zelfs iets minder travel (33 mm) dan de eeSilk+ (35 mm). Reden temeer om de eeSilk+ te kopen :-)