Tekst en foto’s: Arjan Kruik
Met speciale dank aan Klein Tweewielers voor het rijklaar maken van de testfiets.
Cannondale Scalpel Carbon SE: hoeveel méér allround dan de gewone Scalpel Carbon?
Oude wijn in nieuwe zakken, daar weet de mountainbike-industrie wel raad mee. Zoals de huidige downcountry-trend, waarbij loepzuivere xc-fullies met extra veerweg, dikkere banden en een verstelbare zadelpen getuned worden tot lichtgewicht trailbike. Vernieuwend? Niet bepaald, want dat gebeurt al járen. Dus áls er iets nieuw is aan deze trend, dan is het vooral de naam. Maar goed, nieuw of niet, feit is wel dat deze modificatietrend een gestage stroom fijne en veelzijdige xc-fullies oplevert. Vooral ook omdat fabrikanten er tegenwoordig al tijdens het ontwerpen van het frame rekening mee houden dat er twee uitvoeringen moeten komen: een snaarstrakke bolide voor wedstrijdrijders en Stravastrijders en eentje met iets meer veerweg waarmee het ook nog lollig afdalen is.
“Ook de Cannondale Scalpel Carbon SE waarmee ik de afgelopen weken heb kunnen rondrijden, is zo’n al vanaf de tekentafel gepimpte xc-racer. Dat wil zeggen dat de Scalpel SE hetzelfde lichtgewicht carbon frame heeft als z’n wedstrijdgerichte stalgenoot Scalpel Carbon.”
Ook de Cannondale Scalpel Carbon SE waarmee ik de afgelopen weken heb kunnen rondrijden, is zo’n al vanaf de tekentafel gepimpte xc-racer. Dat wil zeggen dat de Scalpel SE hetzelfde lichtgewicht carbon frame heeft als z’n wedstrijdgerichte stalgenoot Scalpel Carbon (waarmee collega Jeroen al eerder mocht rijden). Waar deze laatste het moet doen met 100 millimeter veerweg voor en achter, daar heeft de SE-uitvoering van de Scalpel rondom 20 millimeter extra. Cannondale is overigens niet de enige fabrikant die deze weg bewandelt; ook nieuwe xc-fullies als de Cube AMS, de Lapierre XR en de Santa Cruz Blur komen in een potentere downcountry-variant met meer veerweg aan zowel voor- als achterkant.
Cannondale Scalpel Carbon SE 2022: programma en prijzen
De door ons gereden Scalpel Carbon SE LTD is met 8.399 euro de duurste uitvoering van de Scalpel SE. De LTD-uitvoering is uitgerust met een complete Sram X0-transmissie en de enige Scalpel SE met een eenbenige Lefty Ocho met 120 mm veerweg. De Scalpel SE 1 van 5.799 euro komt met een RockShox SID Select+, met daarnaast een Shimano XT-transmissie en carbon wielen. Ook de Scalpel SE 2 van 4.899 euro heeft een SID-voorvork, maar de aandrijflijn is een mix van Shimano XT en Deore en de wielen zijn van aluminium in plaats van carbon. Daarnaast is er – en dit is een beetje verwarrend – óók nog een Scalpel SE 2 met Sram NX-transmissie. Deze uitvoering kost 4.399 euro. Al deze modellen zijn uitgevoerd in BallisTec-carbon. Wie een Scalpel SE wil in de lichtere Hi-Mod-constructie zal zelf een frame moeten opbouwen. Een Scalpel SE Hi-Mod-frame (1.900 gram) wordt door Cannondale aangeboden voor 3.999 euro.
Meer info op cannondale.com
Van crosscountry naar downcountry: langere vork, aangepaste demper
Heel ingewikkeld is dat trouwens niet, die extra veerweg realiseren. Aan de voorkant wordt er gewoon een langere vork ingestoken, aan de achterkant meestal een demper met dezelfde inbouwlengte, maar wel een iets langere slag. Ook Cannondale volgt deze procedure; is de slag van de demper van de gewone Scalpel 40 millimeter, bij de Scalpel SE is die 45 millimeter. Dat lijkt een verschil van niks, maar in combinatie met de overbrengingsverhouding van de hevel die de demper aanstuurt, resulteert deze schijnbaar minieme aanpassing bij de Scalpel SE toch in 20 mm extra veerweg. Geen 100 dus, maar 120 millimeter, net als de voorvork.
“Ten opzichte van de gewone Scalpel heeft die aangepaste demper geen invloed op de geometrie van de Scalpel SE. Maar de langere vork heeft dat wel: alle hoeken worden een klein beetje luier en de zit wordt wat korter en hoger.”
Ten opzichte van de gewone Scalpel heeft die aangepaste demper geen invloed op de geometrie van de Scalpel SE. Maar de langere vork heeft dat wel: alle hoeken worden een beetje luier en de zit wordt iets korter en hoger. Bij de testbike in maat L betekent dat een 1 graad vlakkere balhoofdbuis (67 graden), een halve graad vlakkere zitbuis (74 graden), een 7 millimeter hogere trapas (34,4 cm) en een 8 mm langere wielbasis. (1118 millimeter). Met 445 millimeter is de reach 10 millimeter korter, de stack is met 611 millimeter juist 10 millimeter langer. De liggende achtervork is bij beide uitvoeringen van de Scalpel uiteraard gelijk: 436 millimeter. In vergelijking tot andere bikes in deze klasse geen schokkende afwijkende cijfers. Behalve de reach: die is met 445 millimeter voor een frame in maat L aan de korte kant; een erfenis van de gewone Scalpel Carbon. Hieronder meer hierover, eerst het frame.
Uniek: Horst-link zonder lager
De Scalpel SE is rondom van carbon, voorframe én achterframe. Niet van Cannondale’s superlichte Hi-Mod-carbon zoals je dat op de allerduurste (vanaf 8.899 euro) gewone Scalpels vindt, maar desondanks licht genoeg: volgens Cannondale komt het Scalpel SE-frame in maat L op 2.045 gram. Het eerste dat opvalt is het ontbreken van een lager in de achterbrug; in plaats daarvan heeft Cannondale het benodigde draaipunt uitgevoerd in massief carbon. Natuurlijk zijn er veel meer merken die afzien van (kogel)gelagerde draaipunten in de achterbrug, maar in bijna alle gevallen is het dan de stáánde achtervork die kan vervormen als het achterwiel inveert. Bij de Scalpel SE is het juist de líggende achtervork die kan vervormen. En dan niet over de gehele lengte, maar slechst op één specifieke plek, net voor en onder de achteras. Hierdoor is de facto sprake van de zogenaamde Horst-link, een essentieel kenmerk van het beproefde gelijknamige veersysteem, dat in theorie garant staat voor een actieve vering met minimale trapinvloeden.
“De voordelen van deze lagerloze constructie zijn legio. Lichter (volgens Canondale dik 200 gram), stijver en natuurlijk ook volledig onderhoudsvrij.”
De voordelen van deze lagerloze constructie zijn legio. Lichter (volgens Canondale dik 200 gram), stijver en natuurlijk ook volledig onderhoudsvrij. Als het om stijfheid gaat komt de Scalpel SE trouwens niks tekort. Een dikke onderbuis, een supervolumineuze zitbuisbuisbasis met daarin de ophanging en lagering van de liggende achtervork. En dan nog die dikke, doosvormige achtervork zelf. Zelfs de staande achtervork is bovengemiddeld dik. Nou zeggen dat soort uiterlijkheden niet alles, maar je mag van me aannemen dat de Scalpel SE – en nu loop ik wat op mijn rijimpressie vooruit – alle beloften die het frame optisch doet over z’n stijfheid in het terrein ook echt waarmaakt.
Onderdelen: overal carbon en als afmaker een Sram X0-transmissie
De Scalpel Carbon SE waarmee ik op pad ben geweest, de LTD Lefty, kost 8,399 euro. Niet niks, maar je krijgt dan wel een dermate complete en hoogwaardige afmontage, dat er nauwelijks iets te wensen overblijft. Carbon velgen, lichte banden, carbon stuur, een weliswaar wat korte maar verder prima dropperpost en natuurlijk de onvolprezen Sram X0-transmissie. Compleet, wat wil zeggen dat niet alleen de derailleur afkomstig is uit de X0-groep, maar ook de cassette en ketting. De cranks komen overigens niét uit de X0-groep, maar de lichte en sterke carbon Truvativ Stylo-cranks, ook uit het assortiment van Sram, zijn een prima alternatief.
Parel aan de kroon: Lefty Ocho Carbon 120
En dan is er nog de Lefty Ocho Carbon. Ook al maakt Cannondale al sinds 2000 eenbenige voorvorken en heeft het concept zich al lang en breed bewezen, zo’n Lefty blijft spraakmakend. Tijdens de eerste écht lange rit op de Scalpel SE, de fraaie Veluwezoomronde, was er weer een medefietser die de functionaliteit van de constructie in twijfel trok. Een ingenieur nota bene, die ongehinderd door kennis van zaken en zonder er één meter mee gereden te hebben een heel scala veronderstelde nadelen de revue liet passeren. Tot hij zelf even een stukje mocht trappen, toen bond hij wel in. Oftewel: de Lefty Ocho Carbon mag er dan wel gek uitzien, hij rijdt allesbehalve gek! Sterker; de Lefty Ocho 120 kan de concurrentie met de referentievorken in de 120 mm klasse – de Fox 34 Step-Cast en de SID Ultimate 35 – makkelijk aan.
“Op de Scalpel Carbon SE levert de Lefty Ocho 120 mm veerweg en weegt-ie een magere 1.495 gram. Knap gedaan van Cannondale, aangezien er hoge krachten inwerken op met name de enkelvoudige vorkkroon. Maar dat is blijkbaar wat ingenieurs tegenwoordig met behulp van carbon kunnen realiseren.”
De Lefty Ocho 120 op de Scalpel SE weegt een magere 1.495 gram. Knap gedaan van Cannondale, aangezien er hoge krachten inwerken op met name de enkelvoudige vorkkroon. Maar dat is blijkbaar wat ingenieurs tegenwoordig met behulp van carbon kunnen realiseren: een eenbenige vork met enkelvoudige kroon die licht en tegelijkertijd stijf en sterk is. Op de kroon zit een knop waarmee je de ingaande demping kunt instellen, tot aan een complete lock-out. Onderaan de vorkpoot vind je een knop voor het instellen van de rebound, de uitgaande demping. Net iets daarboven bevindt zich het ventiel voor het op druk brengen van de vork. Aan de binnenkant van de beschermkap van de onderpoot is een schaalverdeling gedrukt, zodat het niet moeilijk is de juiste hoeveelheid negatieve veerweg in te stellen. Daarnaast laat het luchtvolume zich met met vulbussen verkleinen, om zodoende de progressiviteit van de luchtveer aan te kunnen passen.
Pop? Hoeveel wil je hebben?
Voor m’n eerste rit – een rondje Leersum/Amerongen – stel ik vering in zoals ik dat gewend ben te doen bij iedere eerste rit op een nieuwe xc- of trailfully: bij de voorvork een negatieve veerweg van 20 procent, achter 25 procent. Waarbij direct opvalt dat de RockShox SIDluxe-achterdemper flink wat druk nodig heeft om die waarde te bereiken: ruim 250 psi, zo’n 17,5 bar! Terwijl ik inclusief m’n mountainbikeoutfit toch niet meer dan 75 kilo weeg. Ter referentie: mijn demperpomp gaat maximaal tot 300 psi. Dat geeft zware rijders maar weinig speelruimte. Weeg je meer dan 90 kilo, dan zal je zeker een volume-spacer in de luchtkamer van de demper moeten (laten) monteren om het luchtvolume te verkleinen en zodoende te kunnen rijden met een iets lagere luchtdruk.
“Om maar even met dat laatste te beginnen: de Cannondale Scalpel SE wil werkelijk vanaf iéder randje en hobbeltje het luchtruim kiezen, zoveel tegendruk geeft de vering als je deze vlak voor de afzet ‘oplaadt’. Echt een feest!”
Als ik het parkoers opdraai lijken die instelling precies goed. Ik noteer mentaal al snel de volgende woorden: wendbaar, snel, efficiënt, comfortabel, tractie en poppy. Om maar even met dat laatste te beginnen: de Scalpel SE wil werkelijk vanaf iéder randje en hobbeltje het luchtruim kiezen, zoveel tegendruk geeft de vering als je deze vlak voor de afzet ‘oplaadt’. Echt een feest! Ook in snelle, opeenvolgende kuipbochten komt deze eigenschap van pas; dankzij de progressiviteit van de vering gaat nauwelijks energie verloren en neem je moeiteloos je snelheid van de ene bocht mee naar de andere. Kortom, van deze fiets word je blij; wat een funbike!
Klimmen: bovengemiddelde tractie
Maar denk niet dat de Scalpel SE door z’n pop oncomfortabel is. Integendeel; het bovengemiddeld actieve onderstel rekent af met kiezels en kuilen alsof ze er niet zijn, aan de voorkant nog beter dan achteraan. Pas bij dikke wortels merk je dat met name de progressiviteit van de achtervering resulteert in meer feedback van de ondergrond. Afhankelijk van je verwachtingen en je beleving kun je deze eigenschap natuurlijk ook ‘oncomfortabel’ noemen. Sommige andere bikes in deze klasse, met een meer lineair veersysteem dat een groter deel van de beschikbare veerweg benut, absorberen grove oneffenheden beter. Aan de andere kant: dankzij datzelfde progressieve karakter van de Scalpel-achtervering komt doorslaan eigenlijk niet voor. En is de achtervering vrijwel ongevoelig voor trapinvloeden. Daarover hieronder meer.
“Trapinvloeden zijn er ook in de open stand nauwelijks. Dat maakt dat de Cannondale Scalpel SE niet alleen snel aanvoelt, maar ook gewoon snel is. Diverse PR-en zijn daarvan het verheugde resultaat!”
Eerst namelijk even iets over de tractie in beklimmingen. Omdat het actieve onderstel de ondergrond zo goed volgt, is de grip namelijk heel erg goed. Hoe lastiger de klim, hoe beter. En dat terwijl de karig geprofileerde Maxxis-achterband op zich helemaal niet zo grippy is. Sommige mountainbikers, zeker als ze al een tijdje meedraaien, zullen géén positieve connotaties hebben bij de kwalificatie ‘actief onderstel’. Immers, nog niet zo lang geleden gebruikte je de uitdrukking ‘wipkip’ voor bikes met zo’n onderstel. Niets van dat alles bij de Scalpel SE. Ondanks dat de SIDluxe-demper maar over twee standen beschikt – open en dicht – voel ik niet de behoefte aan een tussenstand die trapinvloeden elimineert. Die invloeden zijn er namelijk ook in de open stand nauwelijks. Dat maakt dat deze bike niet alleen snel aanvoelt, maar ook gewoon snel ís. Diverse PR-en zijn daarvan het verheugende resultaat!
Rijeigenschapen: heerlijk op de Heuvelrug
Zoals ik hierboven schreef volgt het onderstel van de Scalpel SE de ondergoed extreem goed. Dat resulteert in snelle afdalingen in veel controle, terwijl het toch gaat om een bike met relatief weinig veerweg. Een bike die bovendien, in vergelijking tot een aantal (nieuwere) concurrenten, relatief kort en steil gebouwd is. Zo is de Trek Top Fuel, die we afgelopen najaar op de proef mochten stellen, op alle fronten langer, lager en luier. Maar pas op écht snelle, steile en lastige afdalingen – en hoeveel heb je daarvan in Nederland? – kan deze Trek dit voordeel uitspelen.
“Beperken we de vergelijking tot het gemiddelde Nederlandse mountainbikeparkoers, dan is de enigszins oldschool-achtige geometrie van de Cannondale Scalpel SE helemaal geen nadeel.”
Beperken we de vergelijking tot het gemiddelde Nederlandse mountainbikeparkoers, dan is de enigszins oldschool-achtige geometrie van de Scalpel SE helemaal geen nadeel. Sterker; in vergelijking tot de bovengenoemde Trek voelt de Cannondale speelser en wendbaarder aan. Ook in steile slingerklimmetjes op lage snelheid komt die eigenschap goed van pas. Niet alleen de relatief korte bouw en dito steile hoeken spelen hierbij trouwens een rol, maar ongetwijfeld ook de met 50 mm lange de vorksprong van de Lefy Ocho-voorvork. Overigens, alle goedkopere uitvoeringen van de Scalpel SE zijn uitgerust met een RockShox SID met een vorksprong van 44 millimeter.
Biken in het buitenland: wat, waar en hoe?
De eerlijkheid gebied me te zeggen, dat ik de Scalpel SE niet heb meegenomen naar het buitenland, tenzij je Zuid-Limburg ook daartoe rekent. Laat ik dat voor deze test maar doen, want sommige Limburgse paadjes hebben buitenlandse allure! Moet je de Scalpel SE LTD voor gebruik over de grens nog tunen? Dat hangt af wat je gaat doen. Ga je een marathon of meerdaagse toertocht rijden? Dan is snelheid van belang, maar wil je tevens fris genoeg blijven om ook de laatste lastige afdaling zonder kleerscheuren te volbrengen. Met de Scalpel SE LTD in fabrieksconfiguratie kan dat. Maar ga je lastige paadjes met scherpe stenen rijden, dan kan het geen kwaad de bike aan te passen. Te beginnen met de banden; die hebben voor stenige trails een te dun karkas en te kleine noppen. Daarnaast zou ik achter een grotere remschijf monteren, voor meer remkracht en een betere hittebestendigheid.
“Muteert de Scalpel SE LTD hiermee in een trailbike? Nee, dat niet, daarvoor is het race-DNA te dominant. En dan met name in de achtervering en de geometrie.”
Muteert de Scalpel SE LTD hiermee in een echte trailbike? Nee, dat niet, daarvoor is het race-DNA te dominant. En dan met name in de achtervering en de geometrie. Om even met dat laatste te beginnen: de reach is kort en de stuurpen lang. In steile afdalingen ligt hierdoor je zwaartepunt méér voorop dan je zou willen. En dan is er nog de progressieve achtervering. Ik ben daar, zoals je hierboven hebt kunnen lezen, erg enthousiast over. Maar dat neemt niet weg, dat grove oneffenheden relatief hard doorkomen. Wat dat betreft heeft de Lefty Oncho 120 aan de voorkant een comfortabeler karakter; de eenbenige vork geeft makkelijker een groter deel van z’n veerweg vrij, maar slaat desondanks bij harde klappen niet door. Wat dat betreft doet de Oncho 120 het nog beter dan de SID Ultimate 35 op m’n eigen bike. Terwijl dat toch ook een topper is.
Conclusie
XC-fullies die af fabriek zijn getuned met iets meer veerweg zijn een hit. Logisch; wie wordt er nou niet gelukkig van snelheid in combinatie met comfort en controle? Ik wel. Tenminste, als de belofte van snelheid waargemaakt wordt, wat bij dit soort mountainbikes helaas niet altijd het geval is. Oorzaak: te zware banden, te lichte verzetten of een te breed stuur. Prima als je uitsluitend buitenlandse trails rijdt, maar in Nederland schiet het niet op. Letterlijk niet. Om het marketingwoord downcountry er nog maar eens in te gooien: te veel down en te weinig country.
Bij de Cannondale Scalpel SE zijn die twee aspecten veel meer in balans. Natuurlijk, de SE-uitvoering van de Scalpel heeft meer veerweg dan z’n racy stalgenoot en dat maakt ‘m ontegenzeglijk comfortabeler en capabeler. Maar daarmee zijn de snelheid en rijdynamiek gelukkig niet op een zijspoor beland. Hierdoor komt de Scalpel SE ook zeer goed uit de verf op de gemiddelde Nederlandse mountainbikeroute. Oftewel: deze dubbelgeveerde bike is voldoende down, maar vooral ook volop country!
“Om bij een gewone Scalpel Carbon qua prestaties het onderste uit de kan te halen, heb je bovengemiddeld veel techniek, kracht en uithoudingsvermogen nodig. Hoe anders bij de Scalpel Carbon SE: die levert ook met een minder ervaren piloot aan de stuurknuppel probleemloos topprestaties.”
Tot zover de vergelijking met sommige andere downcountry-bikes. Maar óók als je specifiek op zoek bent naar een xc-fully, kan de Scalpel SE een goede keus zijn. We hebben de gewone Cannondale Scalpel en de Scalpel SE helaas niet een-op-een met elkaar kunnen vergelijken, maar het zou me niets verbazen als deze laatste voor de sportieve recreant de snellere bike is. Immers; om bij een gewone Scalpel qua prestaties het onderste uit de kan te halen, heb je bovengemiddeld veel skills, kracht en duurvermogen nodig. De veel meer vergevingsgezinde Scalpel SE daarentegen, levert óók topprestaties met minder ervaren piloten aan de stuurknuppel. De op de Scalpel SE gereden PR’s spreken wat dat betreft boekdelen.
Moest ik dus kiezen tussen de gewone Cannondale Scalpel en de Scalpel SE, dan werd het voor mij deze laatste. Niet alleen voor gebruik in Nederland, maar ook voor lange buitenlandse toertochten als de Stonemen, met relatief veel klim en daalkilometers over bos- en veldwegen, maar zo nu en dan toch ook een pittige trail. De perfecte habitat voor deze bike; je kunt namelijk echt álle vakjes aanvinken: niet alleen gewicht, rolweerstand en efficiëntie, maar ook tractie, comfort en controle. En niet te vergeten het allerbelangrijkste: fun!
Cannondale Scalpel SE LTD 2022 | Prijs, specificaties en geometrie
Onderdelen, gewicht en prijs
Frame | BallisTec-carbon |
Vork | Lefty Ocho Carbon 120, 120 mm veerweg |
Achterderailleur | Sram X01 Eagle , 12-speed |
Schakelaar | Sram X01 Eagle, 12-speed |
Crankset | Truvativ Stylo C Eagle, 34t |
Cassette | Sram XO1 Eagle, 10/52t |
Remmen | Sram Level TLM |
Remschijven | Sram Centerline, 180/160 mm (v/a) |
Naven | HollowGram Lefty 60 (voor) en HollowGram met DT Swiss-vrijloop (achter) |
Velgen | HollowGram 25 Carbon, 25 mm binnenbreedte |
Voorband | Maxxis Ardent Race EXO Protection, 29 x 2.40″ |
Achterband | Maxxis Recon Race EXO Protection, 29 x 2.35″ |
Stuur | Cannondale 1 Carbon Riser, 780 mm |
Stuurpen | Cannondale 1 Alloy, 80 mm |
Zadel | Fabric Scoop Flat Race Titanium |
Zadelpen | Cannondale DownLow-dropper, 125 mm verstelbereik |
Gewicht compleet | 11,35 kg (framemaat L, inclusief Stash-kit) |
Gewicht wielen | 4,04 kg (incl. banden, remschijven en cassette) |
Prijs | € 8.399,- |
Geometrie
Framemaat | L | ||||
Zitbuislengte | ST | 480 mm | Offset | O | 50 mm |
Bovenbuislengte | TT | 625 mm | Trail | T | 112 mm |
Reach | R | 444 mm | Balhoofdbuislengte | HT | 115 mm |
Stack | S | 611 mm | BB drop | BBD | 33 mm |
Zitbuishoek | STA | 74° | Liggende achtervork | CS | 436 mm |
Balhoofdbuishoek | HTA | 67° | Wielbasis | WB | 1.178 mm |
Framemaat | L | |
Zitbuislengte | ST | 480 mm |
Bovenbuislengte | TT | 625 mm |
Reach | R | 444 mm |
Stack | S | 611 mm |
Zitbuishoek | STA | 74° |
Balhoofdbuishoek | HTA | 67° |
Offset | O | 50 mm |
Trail | T | 112 mm |
Balhoofdbuislengte | HT | 122 mm |
BB drop | BBD | 33 mm |
Liggende achtervork | CS | 436 mm |
Wielbasis | WB | 1.178 mm |
Website fabrikant: www.cannondale.com/nl
Mooie review weer!!! Hulde. En als je zou moeten kiezen tussen deze en de Kona Hei Hei die je vorig jaar hebt getest?
Oei! Dat is een lastige vraag. Ik kan daar niet zo een twee drie een duidelijk antwoord op geven; qua rijgevoel en inzetbereik lijken de Scalpel SE en Kona Hei Hei heel erg op elkaar. En ook in de afmontage zijn beide bikes, in de uitvoeringen die wij getest hebben, tamelijk gelijkwaardig. Kiezen tussen de Scalpel SE en Kona Hei Hei is voor mij als in de Italiaanse ijssalon kiezen tussen de smaken stracciatella en chocola: allebei heel erg lekker. Meestal neem ik ze dus allebei. Maar goed, bij bikes kun je ze natuurlijk niet allebei nemen. Als ik moet… Lees meer »
Kijk. Duidelijke terugkoppeling! Maar dan zou je ook kunnen zeggen dat de Heihei anderzijds meer value for money biedt, aangezien het nog bijna 2 k scheelt in aanschaf;)
Als het om de prijs gaat is de Hei Hei CR/DL zeker een interessante optie.
Beste Arjan, Allereerst complimenten voor het aandachtig en zeer gedetailleerd geschreven artikel. Ikzelf heb sinds kort een nieuwe Scalpel SE 1 weten te bemachtigen (Shimano XT + Rockshox SID Select+). Uiteindelijk toch voor deze bike gekozen (boven Trek Top Fuel en Specialized Epic Evo) om de de rijdynamiek en het prima uitrustingsniveau (carbon velgen!). Daarnaast wilde ik zoveel mogelijk wendbaarheid behouden, komende van een Stumpjumper HT. En dat is zeker gelukt. Ik heb trouwens achter de 18cm riemschijf gemonteerd, en voorop de Maxxis Minion DHRII. Deze laatste geeft meer vertrouwen in het betere bochtenwerk. De eerste kilometers zijn veelbelovend. Inderdaad… Lees meer »