Tekst: Sebastiaan Kruik // Foto’s: Arjan Kruik
Met speciale dank aan onze fijne vrienden van Klein Tweewielers voor het rijklaar maken van de testfiets en Roberto Mich van wielerhotel Teutschhaus in Tramin voor z’n routetips.
Met de Conway GRV 12.0 naar Zuid-Tirol
Conway is een merk van de firma Hermann Hartje KG uit het Noord-Duitse Hoya. Het zou best kunnen dat je er nog nooit van hebt gehoord. Hermann Hartje is namelijk vooral actief als groothandel in fiets-, scooter- en auto-onderdelen. En daarin zijn ze behoorlijk groot. Op het hoofdkantoor en in de tientallen verkoopkantoren in Duitsland, België, Oostenrijk, Denemarken en ook Nederland werken bij elkaar ruim duizend mensen.
Naast die groothandelsactiviteiten houdt Hartje zich tevens bezig met de ontwikkeling en productie van fietsen onder eigen label. Naast het sportieve merk Conway bijvoorbeeld ook Victoria (gewone fietsen en e-bikes) en QiO (compacte e-bikes). Fietsen van deze merken worden verkocht via een netwerk van dealers. Daarnaast is het grootste deel van de collectie te zien in het Hartje Experience Center in het Gelderse Zutphen.
Al eerder reed ik naar grote tevredenheid met de aluminium Conway GRV 6.0, deze keer is er een model van carbon aan de beurt: de nog geen negen kilo zware Conway GRV 12.0. Ik heb ‘m meegenomen naar het Noord-Italiaanse Zuid-Tirol, maar uiteraard ook op de proef gesteld op m’n eigen polderparkoers. Hoe dat alles is bevallen lees je hieronder.
Conway GRV 2023: programma en prijzen
In 2023 brengt Conway zes uitvoeringen van z’n gravelbike GRV, waarvan twee in carbon en vier in aluminium. De aluminiumreeks start met de GRV 3.0 van € 1.599,95 en eindigt met de GRV 8.0 van € 1.899,95. Fijn voor forenzen en vakantiefietsers: de GRV 4.0 C en GRV 5.0 C van respectievelijk € 1.599,95 en € 1.799,95 komen met spatborden, bagagedrager en dynamoverlichting. De carboncollectie bestaat uit de GRV 10.0 en ‘onze’ 12.0, die respectievelijk € 2.999,95 en € 3.999,95 kosten.
Meer info op conway-bikes.com
Frame
Hoekig carbon
Veel merken hebben een vaste ontwerptaal, in goed Duits designsprache genoemd. Bij de carbon frames van Conway is die taal hoekig. We zagen het al eerder bij de Conway RLC FS, een dubbelgeveerde mountainbike uit hetzelfde huis. Over het algemeen zijn dergelijke hoekige vormen voor de verhouding tussen sterkte en gewicht niet optimaal, maar volgens mij heeft Conway ook niet de ambitie gehad om een superlicht frame te construeren. Ze lopen er in ieder geval niet mee te koop. Mooi is het frame in ieder geval, zéker in combinatie met het lakwerk. Zwart met goud, preciés de kleuren van de legendarische John Player Special Formule 1 Lotussen uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. Gaaf!
Vanwege de hoekige buizen oogt het frame robuust. En stijf is het ook. Stijf als in ‘efficiënt’, zeker, maar ook stijf als in ‘minder comfortabel’. Ja, de staande achtervork staat niet in lijn met de bovenbuis, maar is wat lager aangezet. Dat is vaak comfortabeler. En ook de onderin afgeplatte zitbuis lijkt een comfortverhogend effect te beogen. Maar het gaat toch te ver om de carbon Conway GRV 12.0 daarom comfortabel te noemen. Van alle carbon gravelbikes die de afgelopen tijd op de redactie zijn langsgekomen, is dit één van de hardste.
Zie dat overigens niet gelijk als een diskwalificatie! Zoals ik wel vaker heb geschreven komt een belangrijk deel van het rijcomfort niet uit het frame, maar uit de banden. En aangezien de GRV 12.0 af fabriek op 40 millimeter rubbers staat, zit dat redelijk goed. Plus: tijdens mijn trip naar Zuid-Tirol heb ik zelfs met 44ers gereden. Dat scheelt. Maar welke banden je ook neemt, vanwege z’n korte bouw in het algemeen en z’n zeer korte achtertrein in het bijzonder, zal de GRV 12.0 niet muteren in een comfortwonder.
Nokjes, bescherming en bandbreedte
Sommige gravelbikes hebben meer gaten in hun frame dan een Leerdammer kaas, bij andere heb je geen idee hoe je er überhaupt iets op of aan vast kunt maken. De Conway GRV 12.0 valt daar een beetje vreemd tussenin. Aan de ene kant heeft de voorvork maar liefst drie nokjes aan elke zijde, plus een schroefgat voor een bagagedragerstangetje achter de as. Maar aan de andere kant is het frame zélf qua montagepunten maar karig bedeeld, met uitsluitend twee keer twee bidonnokjes binnenin het kader. Op de bovenbuis of onder de onderbuis vind je geen montagepunten.
Tussen de staande achtervork is een afneembaar kunststof mannetje geklemd. Dat dient niet als versterking, maar als montagepunt voor een spatbord. Boven de achterpatten zitten tapgaten voor het bevestigen van spatbordstangetjes. Het monteren van een bagagedrager is geen optie. De bescherming van het frame is redelijk minimalistisch. De kunststof beschermers die andere fabrikanten soms toepassen om de onderbuis en de liggende achtervork te beschermen tegen steen- en kettingslag, ontbreken op de Conway GRV 12.0.
Tot slot even de ruimte die de banden hebben. Op de testfiets zijn af fabriek zijn 40 millimeter banden gemonteerd, maar zoals gezegd heb ik in Zuid-Tirol zonder problemen met 44ers gereden. Als je alleen in Nederland rijdt en je wisselt verhard en onverhard in min of meer gelijke mate af, dan is 40 millimeter natuurlijk breed genoeg. Maar het is wel fijn dat frame en vork plaats beiden aan nog breder rubber, mochten de omstandigheden daar om vragen.
Geometrie
Compact en kort
Zoals ik schreef reed ik al eerder met een aluminium Conway GRV 6.0. Sterker, ik rijd er zo nu en dan nog steeds op, want deze Conway is bij de redactie in gebruik als fiets voor het testen allerhande losse gravelbike-onderdelen. En dan nu dus een test van een carbon gravelbike uit hetzelfde huis. Is bij veel merken de geometrie van de aluminium gravelbike-frames min of meer gelijk aan die van de carbon uitvoeringen, bij Conway doen ze dat anders.
Hoe anders? Laat ik het zo zeggen: het zijn van de voor- tot de achterpatten twee totaal verschillende fietsen. Waar de aluminium Conway GRV – kort door de bocht gezegd – lang en lui is, daar is de carbon equivalent juist kort en steil. Nogmaals, dit is kort door de bocht en het doet de geometrie van beide fietsen niet volledig recht. Maar het geeft wel aan dat Conway met de carbon GRV 12.0 een compleet andere doelgroep voor ogen heeft dan met de aluminium GRV 6.0. De eerder genoemde hoeveelheid montagepunten geeft dat trouwens ook aan: waar de GRV 6.0 op dat punt zeer ruim bedeeld is, daar moet je ze op de GRV 12.0 met een loep zoeken.
Carbon GRV 12.0 versus aluminium GRV 6.0
Even wat relevante maten. Heeft de aluminium Conway GRV 6.0 in maat M een wielbasis van 1.056 millimeter, de carbon GRV 12.0 meet slechts 1.011 millimeter. Lengte liggende achtervork? 435 versus 420 (!) millimeter. Reach? 393 versus 374 millimeter. Stuurhoek dan? 70 versus 72 graden. Je ziet het, de carbon GRV is op alle punten korter en steiler. Alleen de stack-waarde wijkt daar vreemd genoeg van af: daar heeft de GRV 12.0 met 576 millimeter 13 millimeter méér stack dan de GRV 6.0. Terwijl het omgekeerde toch voor de hand ligt. Waarom? Omdat de aluminium Conway GRV 6.0 binnen het gravelbikespectrum veel meer aan de mountainbike- dan aan de racefietskant zit. En vice versa voor de carbon GRV 12.0, die met z’n relatief korte en steile geometrie wel wat racefietsachtigs heeft. Je zou op die laatste dus juist een kórtere balhoofdbuis verwachten.
Onderdelen
Transmissie: volledig GRX RX810
Onze testfiets, de duurste carbon Conway GRV uit de catalogus, is rondom uitgerust met Shimano GRX RX810. Transmissie, remmerij, alles. Mixen en matchen om kosten te besparen? Daar doet Conway op deze gravelfiets dus niet aan. Zoals ik gewend ben van deze Shimano-groep schakelt het prima. Over de verzetten op zich wel een opmerking: ondanks dat een lichtste verzet met 31 voor en 34 achter niet bepaald zwaar is, kan het op hele steile hellingen voor minder getrainde fietsers toch nog een hele kluif zijn om boven te komen. Volgens mij heeft Shimano zich dat ook gerealiseerd, want met de nieuwe 1×12-speed GRX 820-groep gaan de Japanners zo licht als 40-51. En bij 12-speed GRX RX610 zelfs 38-51! Maar goed, daar heb je natuurlijk niks aan als je met je Conway GRV 12.0 tegen een muur geparkeerd staat…
Remmen: 160 millimeter rondom
De Shimano GRX RX810-remmen en remgrepen zijn een no-brainer. Je kunt zowel van vanaf de hoods als van onderuit de beugels goed bij de remgrepen en de stopkracht en doseerbaarheid zijn prima. Conway heeft rondom 160 millimeter remschijven gemonteerd. Prima in de polder, niks meer aan doen. Maar als je in de Alpen onderweg bent en de afdalingen zijn lang en steil, dan kan met name de achterste remschijf flink heet worden, zo is onze ervaring. Althans, als je meer weegt dan zo’n tachtig kilo; ik heb daar zelf met mijn geringe gewicht van zo’n 65 kilo geen last van. Bovendien heb ik de indruk dat Shimano’s speciale Icetec-remschijven, die een aluminium kern hebben, behoorlijk goed zijn in het afvoeren van warmte.
Wielen en banden: DT Swiss en Schwalbe
Conway heeft in het frame van de Conway GRV 12.0 een paar GR1600-systeemwielen van DT Swiss gehangen. Die zijn niet superlicht, maar wel stevig en bovendien redelijk comfortabel. De hoogte van de velg bedraagt 25 millimeter, de binnenbreedte 24 millimeter. Niet de grootste breedte in de huidige markt, maar breed genoeg om ook rubbers met meer volume mooi te laten vallen. Zoals de 44 millimeter brede Raddlers van WTB, die gedurende mijn Alpentripje de originele, 40 millimeter brede Schwalbe G-One Allround-banden vervangen hebben. Fijne banden, allebei. De Schwalbe G-One’s komen op Nederlandse routes goed uit de verf, de WTB Raddlers zijn met hun grovere profiel en grotere volume in de bergen meer op hun plaats. Horses for courses.
Hoe rijdt-ie?
Wendbaar en dynamisch
De Conway GRV 12.0 rijdt anders dan alle andere gravelbikes die ik toe nu toe gereden heb. Wendbaarder, directer. Maar ook harder en nerveuzer. Ik veronderstel dat dit grotendeels te danken is aan de korte en steile geometrie, die veel meer weg heeft van die van een competitieve cyclocrosser dan van een gemoedelijke gravelbike. Met name de voor het gravelgenre zeer korte achterbrug draagt bij aan dit karakter, je hebt nadrukkelijk het gevoel dat het achterwiel niet áchter je, maar ónder je zit. Zoals op een veldrijder. Of op een racefiets. Dat biedt niet alleen de sensatie dat iedere trap raak is, maar zorgt bij staand omhoog beuken ook voor maximale tractie. Plus natuurlijk het levendige, speelse gevoel dat de korte bouw geeft. De omschrijving ‘gooi- en smijtfiets’ wordt door fietsjournalisten te pas en te onpas gebruikt, maar voor deze carbon Conway gaat het toch echt op.
De keerzijde van die korte bouw in het algemeen en die korte achterkant in het bijzonder is dat oneffenheden die het achterwiel raken harder doorkomen, een effect dat versterkt wordt door de stijve constructie van het frame. Daarnaast heeft de korte achterbrug als eigenschap dat bij zittend klimmen de voorkant van de fiets eerder omhoog komt. En dat in lastige afdalingen een vaste hand vereist is. Is dat een probleem? Tsja, dat kán het zijn. Maar na een tijdje rijden op de Conway GRV 12.0 zijn voor mij de voordelen zwaarder gaan wegen dan de nadelen. Okay, je raakt op onverharde ondergronden op deze fiets eerder vermoeid. Maar het speelse karakter maakt voor mij persoonlijk veel goed.
Snel en efficiënt
Op fijne gravel en asfalt is de Conway GRV 12.0 een feest der herkenning. Nét een racefiets, zeker met de originele Schwalbe-bandjes! En niet alleen ervaar ik dat zelf zo, maar ook mijn fietsmaatjes. Want in tegenstelling tot de meeste andere, veel langere gravelfietsen, kunnen je maatjes bij de korte GRV 12.0 lekker kort op je rijden en zo maximaal uit de wind blijven. Of andersom, want vanwege de steile balhoofdbuishoek en de korte reach is de afstand tussen de vooras en de trapas relatief klein. En kun jij je dus beter verstoppen achter je voorganger. En zodra die erdoorheen zit, kan jij er razendsnel voorbij klappen en is iedereen die achter je zit kansloos.
Okay, ik draaf hier wat door. Maar dat neemt niet weg dat ik me goed kan voorstellen gravelrijders met wedstrijdambities voor een fiets als deze zouden kiezen. Want áls er een fiets het stempel ‘graveracer’ zou kunnen dragen, dan is het deze wel. Natuurlijk, wedstrijdgravelbikers zouden dírect lichtere wielen steken en ongetwijfeld ook een hoop andere zaken tunen, maar dat neemt niet weg dat deze carbon Conway GRV 12.0 in de basis flink aan de racy kant van het gravelspectrum zit.
Conclusie
Fietsen testen is nuances zoeken, zeker in een tijd als deze, waarin producten, ondanks alle pogingen die fabrikanten doen om het tegendeel te bewerkstelligen, vaak tóch op elkaar lijken. Wat dat betreft is de GRV 12.0 van Conway een verademing. Want als er één gravelfiets een eigen karakter heeft, dan is het deze Duitser wel. Niet qua constructie, niet qua gebruikte onderdelen, maar wel als het gaat om de geometrie en de daaruit resulterende rijeigenschappen. Collega Jeroen heeft er altijd een beetje moeite mee als ik het woord ‘sportief’ aan een fiets hang. Immers, álle fietsen zijn in zijn ogen sportief. Daar heeft hij natuurlijk gelijk in, maar toch noem ik de Conway GRV 12.0 een sportieve gravelfiets.
Je koopt deze carbon Conway GRV 12.0 knalbak namelijk niet als je wilt cruisen met je hartslag comfortabel in het groen, maar juist als je keihard wilt beuken en je je lichaam op de proef wilt stellen. Kan dat dan niet, relaxed rijden met deze gravelracer? Natuurlijk kan dat, ik heb dat zelf ook gedaan. Maar vaak liet ik me dan weer verleiden om tóch nog even een tandje bij te zetten, om tóch nog wat sneller de top van de heuvel proberen te halen. Dat competitieve, dat zit nou eenmaal in deze fiets.
“Je koopt de carbon Conway GRV 12.0 namelijk niet als je relaxed wilt cruisen met je hartslag comfortabel in het groen, maar juist als je keihard wilt beuken en je je lichaam op de proef wilt stellen.”
En bikepacken? Je kunt tassen aan deze carbon gravelaar hangen. Zoals je op de foto’s kunt zien heb ik dat zelf ook gedaan. Maar de fiets is duidelijk niet primair ontworpen om er spullen mee te vervoeren. Niet qua montagemogelijkheden en zeker ook niet qua geometrie. Hoe zwaarder de bepakking, hoe stabieler en koersvaster je je fiets wilt hebben. En op dit vlak schiet de wendbare en levendige Conway GRV 12.0 gewoon tekort. Dus bikepacken ja, maar hou het licht.
Wat dat betreft lijkt deze gravelracer wel wat op die legendarische John Player Special Lotussen van weleer, waarvan Conway de kleuren geleend heeft. Ook die waren niet de makkelijkste om mee te rijden. Maar in handen van de juiste coureurs haalden ze desondanks ene na de andere overwinning binnen. Als dat niet inspirerend is…
Conway GRV 12.0 2023 | Prijs, specificaties en geometrie
Onderdelen, gewicht en prijs
Frame | Carbon |
Vork | Carbon |
Achterderailleur | Shimano GRX RX810, 11-speed |
Schakelaars | Shimano GRX RX810, 2×11-speed |
Crankset | Shimano GRX RX810, 48-31t, 172,5 mm |
Cassette | Sunrace HG700, 11-speed, 11-34t |
Ketting | Shimano HG601 |
Remmen | Shimano RX810 |
Remschijven | Shimano MT800, 160/160 mm (v/a) |
Wielen | DT Swiss GR1600 |
Banden | Schwalbe G-One Allround Classic, 700 x 40 |
Stuur | Easton EA70 AX, 420 mm |
Stuurpen | Easton EA70 AX, 80 mm |
Zadel | Fizik Argo Terra 150 |
Zadelpen | Easton EA70, Ø 27,2 mm |
Gewicht | 8,95 kg (framemaat M) |
Prijs | € 3.999,95 |
Garantie | Drie jaar op frame en vork, twee jaar op de onderdelen. Niet overdraagbaar. |
Geometrie
Website fabrikant: conway-bikes.com