Tekst en foto’s: Arjan Kruik
Conway RLC FS 6.9: meer prestaties met meer veerweg?
Conway is een merk van de firma Hermann Hartje KG uit het Noord-Duitse Hoya. Het kan zo maar zijn dat je daar nog nooit van hebt gehoord. Hermann Hartje is namelijk vooral actief als groothandel in fiets-, scooter- en auto-onderdelen. En daarin zijn ze behoorlijk groot, met kantoren in Duitsland, België, Oostenrijk, Denemarken en ook Nederland. Naast die groothandelsactiviteiten houdt Hartje zich tevens bezig met de ontwikkeling en productie van fietsen onder eigen label. Naast het sportieve merk Conway bijvoorbeeld ook Victoria (gewone fietsen en e-bikes) en QiO (compacte e-bikes). Fietsen van deze merken worden verkocht via een netwerk van dealers. Daarnaast is het grootste deel van de collectie te zien in het Hartje Experience Center in het Gelderse Zutphen.
Met de RLC FS 6.9 haakt Conway in op de trend xc-fullies van iets meer veerweg te voorzien. In tegenstelling tot de RLC FS 6 waarmee we begin 2021 reden, heeft de 2024 RLC FS 6.9 namelijk geen 100 millimeter veerweg aan de voorkant, maar 120 millimeter. De veerweg aan de achterkant is ongewijzigd, wat er wellicht mee te maken heeft dat de geclaimde 100 millimeter veerweg in de praktijk toch al iets royaler uitvalt. Heeft dat zin, zo’n 120 millimeter voorvork in de balhoofdbuis van wat oorspronkelijk een 100-millimeter-fully is? Of ben je beter uit met een ‘ouderwetse’ honderd-millimeter-vork? Ik heb een paar maanden lang m’n favoriete routes met de Conway RLC FS 6.9 gereden om dat uit te vinden.
Conway RLC FS 2024: programma en prijzen
De Duitse mountainbikemaker Conway brengt dit seizoen vier verschillende uitvoeringen van z’n dubbelgeveerde xc- en marathonfully, van de RLC FS 9.9 die 6.499 euro moet opbrengen tot de RLC FS 4.9 van 3.299 euro. Onze testfiets, de RLC FS 6.9, staat daar met 3.499 euro qua prijs net een beetje boven. Van topmodel tot instapper hebben alle Conway RLC FS’en hetzelfde frame, dat verkrijgbaar is in vier maten, van S tot XL.
Ondanks dat alle bikes dezelfde modelnaam hebben en hetzelfde frame delen, hebben ze aan de voorkant niet allemaal dezelfde hoeveelheid veerweg. De RLC FS 9.9, 7.9 en 4.9 hebben een voorvork met 110 millimeter veerweg, de geteste 6.9 heeft een centimeter meer. Aan de achterkant zijn alle modellen qua veerweg gelijk. Conway geeft een veerweg van 100 millimeter op, in de praktijk is het net iets meer.
O ja, een aantal RLC FS’en komt in meerdere kleuren. Zo is onze testfiets, de RLC FS 6.9, er ook in zwart of brons.
Meer info op conway-bikes.com
Frame: volumineus carbon
Veel merken hebben een vaste ontwerptaal, in goed Duits designsprache genoemd. Bij de carbon frames van Conway is die taal hoekig. We zagen het al eerder bij de Conway GRV 12.0, een carbon gravelbike uit hetzelfde huis. Over het algemeen zijn dergelijke hoekige vormen voor de verhouding tussen sterkte en gewicht niet optimaal. Dat blijkt ook wel uit het framegewicht dat Conway communiceert: 2.300 gram in maat M. Vanwege de hoekige, volumineuze buizen oogt het frame robuust en massief. En zo voelt het in het terrein ook aan, zeker in combinatie met de relatief stijfe Fox 34 Step-Cast voorvork. Maar daarover straks meer in m’n rij-impressie.
De afwerking van het frame is netjes en doordacht. Zo gaan de kabels ‘ouderwets’ het frame in via de zijkanten van de balhoofdbuis, zijn de gelagerde draaipunten van de achterbrug netjes afgedekt, is er in de voordriehoek plaats voor twee bidons en zit er een effectieve beschermer tegen kettingslag op de liggende achtervork. Een beschermer tegen steenslag op de onderbuis ontbreekt. Wie z’n Conway RLC FS zou willen upgraden met een Transmission-schakelgroep van Sram heeft pech: het frame mist de daarvoor benodigde UDH-achterpat.
Geometrie en maatvoering
Gestrekte zit
Korte fiets, lange zit, zo kun je de geometrie van de Conway RLC FS het best samenvatten. Deze dubbelgeveerde Duitser, die in framemaat M de redactie kwam binnenrollen, heeft namelijk een behoorlijk gestrekte zitpositie. Voor wie de geometrietabel hier beneden al bekeken heeft kan dat als een verrassing komen, want de bovenbuis is met 600 millimeter gewoon redelijk gemiddeld. En datzelfde geldt voor de reach van 449 millimeter. Dat je desondanks nogal gestrekt zit heeft enerzijds te maken met de flauwe zitbuishoek van 74 graden, die je zitvlak naar achteren brengt. Dit effect wordt versterkt door een zadelpen met een naar achteren verzette kop. En anderzijds brengt de cockpit je handen juist ver naar voren; de stuurpen is met 80 millimeter bovengemiddeld lang en het stuur is vlak en recht. Daardoor voélt de rijhouding aan alsof je op een maat L zit.
Lange achterkant, steile voorkant
Was de Conway RLC FS mijn eigen bike, dan monteerde ik een stuurpen van maximaal 70 millimeter lang, een stuur met iets meer buiging naar achteren en een zadelpen met rechte kop. Los van het verkorten van de zitpositie, is die laatste sowieso aanbevelenswaardig. Om in steile beklimmingen m’n houding te optimaliseren, heb ik het zadel uiteindelijk zo ver als mogelijk naar voren geschoven. Dát en de met 445 millimeter bovengemiddeld lange liggende achtervork maken dat de Conway RLC FS als een malle klimt. Diezelfde lange achterkant maakt het wel lastiger het voorwiel op te trekken als je een obstakel wilt nemen. Maar goed, ik loop nu vooruit op m’n rij-impressie hieronder.
Om trouw te blijven aan de oldskool-filosofie combineert Conway de flauwe zitbuishoek met een steile balhoofdbuishoek van 69,5 graden. Merk op: dat is mét een langere 120 millimeter voorvork. Met een 100 millimeter voorvork waarvoor het frame in eerste instantie is ontworpen, is die hoek nóg steiler. Die steile balhoofdbuishoek resulteert in een met 1.153 millimeter relatief korte wielbasis. Dat is best opvallend, aangezien de liggende achtervork juist bovengemiddeld láng is. Nu ik het toch over gemiddelden heb: de trapas staat wat hoger dan op veel actuele xc-fullies. Dat betekent dat je wat hoger op deze bike zit. Maar het betekent tevens dat je zelden of nooit met je pedalen de grond raakt.
Veersysteem
Klassieke Horst-link
Net als voor hun andere fullsuspensions vertrouwen de ontwerpers van Conway voor de RLC FS op een vierpuntsvering met Horst-link, een beproefd veersysteem met een draaipunt net voor/onder de achteras dat in theorie garant staat voor actieve vering met minimale trapinvloeden. Ze stappen dus niet, zoals de meeste andere merken omwille van gewichtsbesparing inmiddels wel gedaan hebben, over op een constructie met een flexibele staande achtervork. De staande achtervork stuurt de demper direct aan, zonder hevel die de overbrengingsverhoudingen verandert. De korte hevel die de achterbrug met de demper verbindt, zit er dus alleen maar om deze laatste te vrijwaren van dwarskrachten.
Veerelementen van Fox
Naast veersysteem spelen uiteraard de veerelementen eveneens een rol. Voorin hangt een Fox 34 Step-Cast Performance, aan de achterkant vangt een Fox Float de klappen op. Naast luchtdruk en de demping van de uitgaande slag kun je bij de vork en de demper met behulp van een hendel onder het stuur kiezen tussen de standen ‘open’ en ‘gesloten’. Er is dus géén tussenliggende klimstand. Vind ik dat op sommige fullies een gemis, bij deze Conway maal ik er niet om. De achtervering is in de open stand namelijk nauwelijks gevoelig voor deinen. Inzakken van de achtervering in de steilste secties? Ook nauwelijks. Om die reden gebruik ik de blokkeerfunctie eigenlijk alleen maar op verbindingssecties over asfalt. En niet eens omdat het echt nodig is, maar omdat het kan.
Onderdelen
Superieure prijs-kwaliteitverhouding
Bij veel tests aarzel ik om de prijs te noemen. Immers; als gevolg van de drang naar luxe en exclusiviteit kosten sommige bikes inmiddels bijna net zo veel als een nieuwe auto. Conway laat zien dat het ook anders kan, want wat je bij dit Duitse merk voor 3.499 euro krijgt is bijna ongelofelijk. Voor zover ik het kan zien zit Conway hiermee op hetzelfde prijspunt als de online concurrentie. Terwijl het merk toch werkt met distributie via dealers, een verkoopmodel dat over het algemeen resulteert in hogere prijzen voor de eindgebruiker. Niet dus bij Conway.
De prima veerelementen van Fox noemde ik hierboven al. Maar voor 3.499 euro levert Conway daarbovenop een nagenoeg complete Shimano XT-groep. Alleen de cassette en ketting zijn afkomstig uit de iets goedkopere SLX-groep. Maar dat levert functioneel gezien geen enkel nadeel op, terwijl Conway in tegenstelling tot sommige andere merken juist niet bezuinigd op de punten die er écht toe doen. Zo zit op het stuur een XT-shifter en zijn op de naven XT Ice Tech Freeza-remschijven gestoken. Waarom dat van belang is? Met de XT-shifter hebt je de mogelijkheid vier verzetten in één keer op te schakelen en twee in één keer omlaag. En de Freeza-remschijven zijn ondanks hun lage gewicht erg goed in het afvoeren van overtollige warmte.
Smalle velgen, brede banden
De overige onderdelen zijn wat minder mindblowing, maar gezien de prijs nog steeds niet verkeerd. Zoals de wielen die Conway in de RLC FS 6.9 gestoken heeft: X1900 van DT Swiss. Niet licht, maar wel degelijk. Niet voor niets kom je deze wielen keer op keer tegen in de biketests op deze website, zelfs in bikes die veel meer kosten dan de deze Conway. En sinds de X1900’s zijn voorzien van DT Swiss’ befaamde ratchet-vrijloop, met twee getande ringen in plaats van pallen, valt er op hun relatief hoge gewicht na eigenlijk maar weinig in te brengen tegen deze wielen.
Okay, met een binnenbreedte van 25 millimeter zijn ze relatief smal, waardoor de 2.35 inch brede banden minder mooi vallen dan zou kunnen. Dus áls je de Conway RLC FS 6.9 wilt upgraden, dan zou ik zeggen: begin met de wielen. De rubbers van dienst zijn de Racing Ray en Racing Ralph, in dit geval met het lichte Super Race-karkas en de snelle Addix Speed-rubbersamenstelling. Dat alles maakt dit klassieke Schwalbe-koppel bij uitstek geschikt voor de doorsnee Nederlandse mountainbikeroute, waar een verdwaalde wortel het heftigste obstakel is dat je kan tegenkomen.
Hoe rijdt de Conway RLC FS 6.9?
Capabele klimmer
Goed, dan nu het rijden met de Conway RLC FS 6.9. Ik heb ‘m voornamelijk gebruikt op mtb-routes in het westen van Brabant. Drieluik Dorst, Bergen op Zoom, Huijbergen, dat soort routes. Maar daarnaast is de Conway ook mee geweest naar de Utrechtse Heuvelrug. Over de gestrekte zitpositie heb ik het al uitgebreid gehad. Vind je die fijn, dan hoef je er niets aan te doen, zit je graag wat compacter, dan is dat met een andere stuur- en zadelpen snel opgelost. Ik ben zelf met de orginele set-up blijven rijden, maar wel met het zadel maximaal naar voren geschoven.
Op die manier afgesteld klimt deze dubbelgeveerde Duitser echt fantastisch, met name als je op het zadel blijft zitten. Het voorwiel blijft de ondergrond goed volgen en de achterkant grossiert in grip. Op Col du Kragge, de route op de voormalige vuilnisbelt De Kragge bij Bergen op Zoom, is dat een enorm pluspunt. De beklimmingen zijn daar namelijk steil tot zeer steil, terwijl de ondergrond bestaat uit fijn grind. Niet bepaald een combinatie die garant staat voor veel tractie, maar de Conway heeft er maar weinig moeite mee.
Efficiënt onderstel
Ook in de aansluitende lus rond de Bergse Heide wordt de indruk van efficiëntie bevestigd. De zitpositie is gericht op het leveren van maximaal rendement en hetzelfde geldt voor de achtervering, die ook in de open stand nauwelijks gevoelig is voor deinen. Toch worden wortelsecties probleemloos geabsorbeerd. Conway laat hiermee zien dat efficiëntie en comfort elkaar zeker niet uit hoeven te sluiten.
Van de achtervering naar de voorvork. Of meer precies: naar de 120 millimeter veerweg van die vork. Op m’n vaste Brabantse routes zie ik daarin geen toegevoegde waarde. Eerder andersom. Omdat die twee centimeter extra veerweg de fiets aan de voorkant iets hoger maakt, wordt de zitbuishoek nog flauwer dan deze toch al is. Terwijl ik op de Col du Kragge, vanwege de steile beklimmingen daar, eerder behoefte heb aan een steilere zitbuishoek dan aan meer veerweg. Want de afdalingen op de Col du Kragge zijn weliswaar bochtig, maar verder technisch niet ingewikkeld. En dus volstaat hier ‘gewoon’ 100 millimeter.
Nieuwe inzichten op de Heuvelrug
Na een rondje over de Heuvelrug, waar ik in tegenstelling tot West-Brabant échte beklimmingen en afdalingen tref, speelt de vering van de Conway RLC FS nóg een troef uit. Want hoe hard ik de kuipbochten ook instuur, het onderstel van de Conway blijft tegendruk geven. Hierdoor kun je veel snelheid meenemen van de ene naar de andere bocht. En dat in volledige stilte, want als ik over de remknippen naar beneden dender, klappert en kraakt werkelijk helemaal niks op en aan deze Duitser.
Ook de stuurprecisie is ronduit goed; hier blijkt dat de Fox 34 Step-Cast op het vlak van stijfheid in een heel andere divisie speelt dan de Fox 32 Step-Cast in de Conway RLC FS 6 die we in 2021 testten. Plus: de twee centimeter extra veerweg – en de iets luiere balhoofdbuishoek die dat oplevert – komen op de Heuvelrug veel meer van pas dan op m’n vaste Brabantse rondjes. Als de Heuvelrug jouw habitat is, dan is de 120 millimeter voorvork dus zeker niet misplaatst. M’n indruk dat deze fully zich bovengemiddeld efficiënt omhoog laat peddelen blijft op de Heuvelrug overeind. Wat een klimkoning! En dat met de standaard, relatief zware systeemwielen. Kan je nagaan waartoe deze bike in staat is met een setje lichtgewicht carbon hoepels…
Overpeinzingen achteraf
Conway positioneert de RLC FS 6.9 expliciet als “downcountry-bike”. Zeg maar als crosscountry-fully met rondom een beetje extra, waardoor je er ook op ruigere (buitenlandse) paden goed mee uit de voeten kunt. Maar eerlijk gezegd: op die Fox 34 Step-Cast met 120 millimeter veerweg na zit er werkelijk niets op en aan de RLC FS 6.9 dat de kwalificatie downcountry rechtvaardigt. De banden hebben een ondiep profiel, een harde rubbersamenstelling en een dun karkas, de velgen zijn smal, het stuur is vlak en eveneens smal, de stuurpen is lang en – misschien wel het belangrijkste – er zit geen dropperpost in de zitbuis. Dat wat is er nou downcountry aan deze bike?
Dat is helemaal niet erg, want juist omdát deze bike volbloed crosscountry is, bevalt-ie zo goed op de Nederlandse mountainbikeparkoersen. Maar waarom wordt dan juist dát punt niet benadrukt, in plaats iets claimen dat de fiets in de huidige configuratie niet kan waarmaken? Want wat de marketeers van Conway ook mogen beweren: de RLC FS 6.9 is een crosscountry-bike pur sang.
Conclusie
Onderweg met de Conway had ik voortdurend aanspraak. Dus onbekend maakt dus zeker niet onbemind; vooral de vorm en uitstraling van de RLC FS 6.9 vallen in de smaak. En, als ik die vertel, z’n prijs ook. Wie graag tempo maakt, efficiëntie belangrijk vindt en voornamelijk in Nederland z’n rondjes rijdt, haalt met deze dubbelgeveerde Duitser een erg fijne bike in huis. Buitenlandambities? Dan is de RLC FS 6.9 zeker een goede optie, zeker als snelle en efficiënte bike voor buitenlandse marathons. Maar om er een capabele downcountry-bike van te maken moet je er zoals ik hierboven al aangegeven heb, nog wel wat aan doen. De mate waarin is uiteraard afhankelijk van je prioriteiten. Mijn eerste aanpassing voor het buitenland zou een dropperpost zijn.
“De vraag die ik mezelf vaak stel bij het schrijven van een test is: zou ik mijn vrienden de testbike aanbevelen? In het geval van de Conway RLC FS 6.9 hoef ik daar niet lang over na te denken: doen!”
De vraag die ik mezelf vaak stel bij het schrijven van een test is: zou ik mijn vrienden de testbike aanbevelen? In het geval van de Conway RLC FS 6.9 hoef ik daar niet lang over na te denken: doen! Nee, perfect is deze bike niet. Maar hij is wel heel erg goed. En vooral – waarschijnlijk het belangrijkste – helemaal op z’n plaats op Nederlandse routes en parkoersen. En dan is er nog die superscherpe prijs…
Conway RLC FS 6.9 2024 | Prijs, specificaties en geometrie
Onderdelen, gewicht en prijs
Frame | Carbon |
Vork | Fox 34 Step-Cast Performance, 120 mm veerweg |
Achterdemper | Fox Float DPS, 105 mm veerweg |
Achterderailleur | Shimano XT, 12-speed |
Schakelaar | Shimano XT, 12-speed |
Crankset | Shimano XT, 32t, 175 mm |
Cassette | Shimano SLX, 10/52t |
Ketting | Shimano SLX |
Remmen | Shimano XT-tweezuigerremmen |
Remschijven (v/a) | Shimano XT Ice Tech Freeza, 180/160 mm |
Wielen | DT Swiss X1900 |
Voorband | Schwalbe Racing Ray, Addix Speed, Super Race-karkas, 2.35 inch |
Achterband | Schwalbe Racing Ralph, Addix Speed, Super Race-karkas, 2.35 inch |
Stuur | Conway Alloy Light Flat 740 mm breed |
Stuurpen | Conway Alloy Light, 80 mm |
Zadel | Conway 1489 Sport Light |
Zadelpen | Conway Alloy Light, Ø 27,2 |
Gewicht compleet | 12,35 kg (framemaat M) |
Prijs | € 3.499,95 |
Garantie | Drie jaar op frame en vork, twee jaar op de onderdelen. Niet overdraagbaar. |
Geometrie
Website fabrikant: conway-bikes.com