Je kent ze wel, van die dagen dat het niet mee zit. Het lipje van de afsluiting van het melkpak breekt, de koffiebonen blijken op te zijn precies op het moment dat je ‘nog even snel’ een bakkie wilt zetten voor je op pad moet. Eenmaal de buiten sta je bij je auto te vloeken omdat je ‘m met de sleutel van de auto van je partner niet open krijgt. En bij kantoor aangekomen blijkt de lift stuk te zijn en moet je maar liefst 4 trappen oplopen. Ja, het leven zit vol uitdagingen. Het laatste waar je op zo’n dag op zit te wachten is nóg meer uitdagingen.
Tubeless-banden zijn dat voor velen óók. Zelfs op dagen dat voor de rest alles meezit. Sterker, er zijn genoeg bikers die na diverse mislukte pogingen de handdoek in de ring gooien. Of er, na de horrorverhalen van anderen, niet eens over péinzen om er überhaupt aan te beginnen. Dat terwijl de voordelen van tubeless ontegenzeggelijk groot zijn (méér tractie, méér comfort, minder kans op lekrijden). Maar is dat al het gedoe waard? Dat is een vraag die je natuurlijk alleen zelf kunt beantwoorden. Maar in een poging om van tubeless minder gedoe te maken, nam E*Thirteen onlangs het tubeless-ventiel onder de loep. Ze zijn daarin beslist niet de enigen, waarbij er ook nog genoeg verschillen te zien zijn in wát men meent te moeten optimaliseren.
E*Thirteen Quick Fill Plasma tubelessventiel: gemakkelijker vullen
De kern van het nieuwe Quick Fill Plasma tubeless-ventiel van E*Thirteen zit hem volledig in de – dus goed gekozen – benaming: snel vullen. Vullen via het ventiel, zodat je niet de afdichting tussen buitenband en velg hoeft te doorbreken om langs de hieldraad dichtmiddel aan te brengen.
E*Thirteen doet dat bij deze tubeless-ventielen door de grootste bottleneck bij reguliere prestaventielen weg te nemen. Letterlijk. Bij het deelbare ontwerp van de Quick Fill Plasma-ventielen schroef je het bovenste deel mét de ventielkern los. “Maar je kan toch bij élk tubeless-ventiel ook gewoon de ventielkern losschroeven”, hoor ik je denken. Klopt. Maar die willen nogal eens gaan vastzitten. En de kans op beschadigingen van de platte vlakjes op het ventiel of de schroefdraad in de schacht is aanzienlijk.
Access Port
De montage van de Quick Fill Plasma tubeless-ventielen is niet complexer (of eenvoudiger) dan bij andere tubeless-ventielen. Wel is het zo dat de ventielschacht vastzit aan het dikkere deel, de ‘Access Port’. Je steekt het ventiel dus vanuit de binnenkant van het wiel door het ventielgat, om hem daarna in de losse voet te schroeven die in het velgbed valt. Dat kan met de hand, maar de schacht heeft intern ook een zeskant zodat je met een inbussleutel het ding voldoende hard kunt aandraaien.
Het bovenste deel van het Quick Fill Plasma tubeless-ventiel schroef je simpelweg met de hand los of vast. Een O-ring staat in voor de afdichting. Bij wijze van proef heb ik die meermaals bewust niet hard dicht gedraaid en zelfs dan nog dicht-ie al snel gewoon goed af. Maar je wilt hem wél goed vastdraaien om te voorkomen dat je hem mee losschroeft bij het loshalen van een schroefbare pompkop.
Geen verbetering bij tubeless-maken
De spuitmond van een flacon E*Thirteen Plasma tubeless-dichtmiddel past inderdaad mooi ín het gat van de Access Port. Dat vullen dus zonder morsen kan zoals E*Thirteen bij de Quick Fill Plasma-tubelessventielen claimt, kan ik dus beamen.
Maar voor dat dichtmiddel ook maar iets doet, moet de band natuurlijk eerst goed op de velg zijn geplopt. En dat is het andere probleem met tubeless-ventielen: hoe krijg je ineens een flinke luchtstoot de band in? Helaas biedt de Access Port hier géén hulp; je kan er namelijk géén pomp op aansluiten. Hiervoor heb je dus alsnog het bovenste deel van de ventielschacht nodig. En bij sterke voorkeur dan ook zónder de prestaventielkern voor maximale luchtstroom. Tja… en als je die dan toch los hebt, kun je via die kant óók dichtmiddel de band in duwen. Dat gaat nauwelijks moeilijker dan via de Access Port. Maar, toegegeven, dat gaat een stukje lastiger zónder te morsen…
Conclusie
Dé grootste uitdaging bij tubeless-setups is het goed luchtdicht krijgen van een band op een velg. En op dat vlak biedt E*Thirteen met zijn nieuwe Quick Fill Plasma-ventielen dus geen verbeteringen ten opzichte van veruit de meeste tubeless-ventielen op de markt. Wat dat betreft is Reserve de enige die met zijn Fillmore-ventielen substantieel beter werkt. Maar, eerlijk toegegeven, dat is ook niet wat E*Thirteen belooft. Ze beloven iets minder gedoe doordat je minder zult morsen. En dat is inderdaad het geval.
Ze kosten daarbij nauwelijks meer (of minder) dan andere ‘reguliere’ tubeless-ventielen en zijn in diverse kleuren verkrijgbaar. De Access Port lijkt dus misschien niet meer dan een marginal gain. Wanneer je voor het vullen van je tubeless-band tot dusver telkens je ventielkern uit moest nemen, dan is de kans dat je de kern of de schacht al eens beschadigd hebt, best groot. En als je dat al eens mee hebt gemaakt, dan is de besparing in frustratie en gedoe die E*Thirteen met de Quick Fill Plasma-ventielen met zijn Access Port biedt, misschien niet eens zo marginaal.
E*Thirteen Quick Fill Plasma tubeless-ventielen: specificaties en prijzen
- Lengtes:
- Korte versie: voor velghoogtes van 16 tot 24 mm;
- Lange versie: voor velghoogtes van 23 tot 31 mm;
- Gewicht: 17 gram (kort), 18 gram (lang);
- Kleuren: black, bronze, eggplant, naranja en intergalactic;
- Prijs per set van twee:
- € 25,37 voor kleuren black, bronze, eggplant, naranja;
- € 30,37 voor de kleur intergalactic.
Meer info: ethirteen.com
Distributie: Cosmicsports.com
Tekst & foto’s: Jeroen van den Brand