Tekst en foto’s: Arjan Kruik
Met speciale dank aan Klein Tweewielers voor het rijklaar maken van de testfiets
Trance: Giants allrounder sinds 2005
Disclaimer: ik ben een echte Trance-man. En nee, ik heb het niet over de muziek, maar over de mountainbike van Giant met die naam. Ik heb er door de jaren heen de nodige versleten. Een 2008 Trance met 26 inch wielen en 125/130 millimeter veerweg, een 2013 Trance 29er met rondom 120 millimeter en een 2017 Trance met 27.5 inch wielen en 140/150 millimeter. Je ziet het, deze Taiwanese allrounder heeft nogal wat verschijningsvormen gehad. Maar met één vaste waarde: de Maestro-vering. De combinatie van souplesse en tractie enerzijds en een hoge mate van efficiëntie anderzijds, was voor mij een belangrijke reden om voor een Giant Trance te gaan. En om vervolgens bij de Trance te blijven.
Een andere reden om telkens weer voor een Trance te kiezen is de kwaliteit van de aluminium frames. Er zijn maar weinig andere fabrikanten die zo vaardig zijn in het werken met dit lichte metaal als Giant. Niet voor niets laten veel andere merken hun aluminium frames in de fabriek van Giant produceren. Natuurlijk, Giant weet ook het een en ander van carbonproductie. En ja, dat is een understatement. Maar hun aluminium frames zijn zó goed, dat ik het niet de moeite waard vind de meerprijs voor carbon te betalen.
Goed, het is maar dat je het weet. En dóór, want inmiddels staat er een 2023 Trance testbike in de garage. Uiteraard van aluminium en natuurlijk met Maestro-vering. De huidige generatie Trance staat op 29 inch wielen en heeft respectievelijk 130 en 120 millimeter veerweg voor en achter. Teveel om mee te doen met de crosscountrybrigade en te weinig om als volwaardige trailbike gecategoriseerd te worden. Tenminste, zo kán je het zien. Maar ik zie het andersom; júist omdat de Trance zich niet in een hokje laat plaatsen, past-ie overál in. Ik zal je hieronder uitleggen hoe dat zit.
Giant Trance: programma en prijzen
Wie op zoek is naar een aluminium Giant Trance trailbike kan kiezen uit de Trance 29 1 of de Trance 29 2. De eerste komt op € 3.599, de tweede – het model dat we getest hebben – kost € 3.099. Het onderscheid tussen beide modellen is relatief gering, met als belangrijkste verschil de opwaardering van de transmissie van Shimano Deore naar Shimano SLX en de opwaardering van de remmen van een groeploos Shimano-setje naar Shimano Deore-stoppers. De duurdere Fox 34-voorvork kan misschien ook de keuze richting Trance 1 laten gaan, alhoewel de Marzocchi Z2 op de Trance 2 min of meer hetzelfde binnenwerk heeft als de Fox 34, inclusief de GRIP-demper.
Naast de ‘gewone’ Trance is er ook nog een Trance Advanced 29. Die heeft een carbon frame. In Nederland brengt Giant twee uitvoeringen van deze trailbike: de Trance Advanced Pro 29 1 van € 6.7999 en de Trance Advanced Pro 29 2 die € 4.999 kost. Beide uitvoeringen staan op carbon TRX2-wielen van Giant. Naast een iets duurdere transmissie – Shimano XT in plaats van Shimano SLX – onderscheidt de Trance Advanced Pro 29 1 zich voornamelijk dankzij de elektronische Live Valve-demping van Fox.
En dan is er natuurlijk nog de Trance X 29. Die heeft hetzelfde frame, maar dankzij een demper met een langere slag haalt Giant daar 135 millimeter veerweg uit. In de balhoofdbuis steekt een 150 millimeter voorvork. Giant maakt de Trance X 29 in aluminium en in carbon, maar in Nederland is de Trance X 29 er uitsluitend in aluminium voor € 3.399 of € 4.099.
Meer info op giant-bicycles.com
Frame
Lichtgewicht aluminium
Het frame van de Trance 2 is gemaakt van ALUXX SL, Giants op één na lichtste aluminium-constructie. Ze hebben namelijk ook het nog lichtere ALUXX SLR, maar dat vind je uitsluitend terug op hardtail XTC. Niet dat er iets mis is met ALUXX SL. De framebuizen van 6011 aluminium hebben een meervoudige wanddikte; dik waar het nodig is, dun waar het kan. Daarnaast zijn de framebuizen uitbundig vervormd met een techniek die hydroforming heet. Behalve dat deze bewerking een vloeiend lijnenspel oplevert, maakt het ook de constructie lichter. Dankzij hydroforming kan het contactoppervlak tussen de verschillende framebuizen namelijk geoptimaliseerd worden. Zo ontstaan sterke lasverbindingen zónder dat extra versterkingen (‘gussets‘) nodig zijn.
En dan is er natuurlijk nog het laswerk zelf, met strakke, regelmatige lasrupsen. Bijna jammer dat er een dikke laag lak overheen zit. Aan de andere kant, het is wél een strak lakje; een combinatie van zwart en donkergrijs met onder de blanke afdeklak minuscule metaalsnippers die, als het zonnetje er op de juiste manier op valt, oplichten in alle kleuren van de regenboog. Fraai! Ook de rest van de fiets is netjes. De kabels lopen rammelvrij binnendoor, waarbij met name de loop van de dropperkabel props verdient. Giant heeft namelijk extra ruimte rondom de trapas gecreëerd, waardoor de dropperkabel hier geen scherpe knik hoeft te maken. Een soepele kabelloop is hiermee gegarandeerd. Prima beschermers onderop de onderbuis en op de liggende achtervork maken het verzorgde totaalplaatje compleet.
Geometrie: niet vooruitstrevend, wel actueel
Ik heb de maten van m’n eerste Giant Trance even nagekeken. Die had in maat L een balhoofdbuishoek van 69,5 graden, een zitbuishoek van 73,5 graden, een zitbuis van 457, een bovenbuis van 585, een stuurpen van 100 en een wielbasis van 1.107 millimeter. En dan nu de 2023 Trance in dezelfde maat: 65,5 graden balhoofdbuis, 76,3 graden zitbuis, 626 millimeter bovenbuis, 50 millimeter stuurpen en 1.224 millimeter wielbasis. Je ziet het, is op het vlak van geometrie de laatste jaren aardig wat gebeurd. Alhoewel, met 465 millimeter is de zitbuis op de 2023 Trance niet alleen langer dan die van z’n voorganger uit 2008, maar eveneens langer dan op veel vergelijkbare huidige bikes. Sterker, die zitbuis is zó lang, dat de 170 millimeter dropper bijna helemaal tot de aanslag in de zitbuis moet worden geschoven.
Wel weer actueel is de forse bottom-bracket-drop. Die bedraagt maar liefst 45 millimeter. Zo’n laag geplaatste trapas levert meer controle in afdalingen op, maar het vergroot ook de kans op pedal strikes. Het is dus zeker geen overbodige luxe dat Giant korte 170 millimeter cranks heeft gemonteerd. Dan zijn er nog de waardes voor reach en stack. Die bedragen respectievelijk 472 en 628 millimeter. Die eerste maat is redelijk gemiddeld, die tweede wat hoger dan gemeengoed is. Tot slot de liggende achtervork: die meet 439 millimeter. Niet alleen op onze framemaat L, maar op álle maten. Giant past de lengte van de achterkant dus niet aan op die van de voorkant.
Flipchip
O ja, de Trance 2 heeft ook een flipchip tussen de staande achtervork en de wip die de demper aanstuurt. Draai je deze om, dan komen de zit- en balhoofdbuishoek een kleine graad steiler te staan. En komt de trapas tien millimeter omhoog.
Maestro-vering
Al sinds 2004 zijn bij Giant Maestro en fullsuspension synoniemen. Althans, bijna, want omwille van de prijs wordt inmiddels bij de goedkoopste dubbelgeveerde Giants met een eenvoudiger veersysteem gewerkt. En dan is er nog, aan de andere kant van het prijsspectrum, Giants xc-fullie Anthem. Ook die moet het tegenwoordig zonder Maestro-vering stellen. Maar hierbij is het niet de prijs die het bezwaar is, maar het iets hogere gewicht dat inherent is aan het Maestro-systeem.
Het Maestro-veersysteem bestaat uit een achterdriehoek uit één stuk die met twee stangetjes is verbonden met het voorframe. Een beetje zoals het VPP-systeem van Santa Cruz, maar dan met stangetjes die parallel aan elkaar naar boven draaien. Die opstelling resulteert erin, dat de achteras bij inveren niet naar voren toe beweegt, maar min of meer in een rechte lijn naar boven. In theorie kunnen hierdoor met name de wat grotere oneffenheden beter opgevangen worden. Giant claimt dat z’n Maestro-vering verschillende voordelen in zich verenigd: veel souplesse, een hoge efficiëntie en een relatieve ongevoeligheid voor reminvloeden.
Onderdelen
Matige prijs-kwaliteitverhouding
Met een prijs van € 3.099,- is de Giant Trance 2 niet echt een budgetbike. Echter, dat is wel de indruk die je krijgt als je naar de onderdelen kijkt. Zware wielen met goedkope naven, supergoedkope, groeploze Shimano-schrijfremmen, de goedkoopste remschijven die Shimano in z’n assortiment heeft, een Shimano Deore-transmissie. En over de Marzocchi Z2-voorvork hebben we het al gehad. Dus nee, hier gaat je hart niet sneller van kloppen. Of eigenlijk wel, want om al die massa – het geheel weegt dik vijftien kilo – in beweging te krijgen moet je wel aan de bak.
Aan de andere kant: over wat erop zit is wél goed nagedacht, want op de goedkope remschijven na is alles is zonder meer op z’n taak berekend. De budgetstoppers breken vanwege die goedkope remschijven geen vertragingsrecords, maar hebben wél vier zuigers per remklauw. En de Deore-transmissie mag dan goedkoop zijn, het schakelt ronduit prima en er zit bovendien een slijtvast stalen 30-tands voorblad bij. Daarmee je overwin je probleemloos de allersteilste hellingen. Dat de wielen de weegschaal op tilt laten slaan is minder fijn, maar het zijn wel sterke en vooral ook brede wielen. En dan de Maxxis-banden. Die zijn qua volume, profiel, karkas en rubbersamenstelling goed op het beoogde inzetbereik van de Trance afgestemd.
Diezelfde aandacht voor detail geldt voor alle andere onderdelen. De crank is zwaar, maar met 170 millimeter wel prettig kort. En de dropper beschikt over een genereuze 170 millimeter drop. En ook met het 780 millimeter brede stuur en de 50 millimeter stuurpen is functioneel niks mis. Dus ondanks dat de gemonteerde onderdelen verre van bling zijn, is er wél heel goed over nagedacht.
Waar komt die prijs vandaan?
Maar toch, snappen doe ik het niet helemaal. Giant is een wereldwijde speler die flinke volumes draait. Waarbij de Trance een van de bestsellers is. Dus waarom is de value-for-money dan toch zo karig? Okay, ook een massamerk als Trek doet het met z’n 120 millimeter Top Fuel niet veel beter. Maar een club als Cube, die toch ook gewoon met dealers werkt, biedt met de Stereo One22 een 120/130 millimeter bike voor hetzelfde geld, maar dan met een carbon frame én veel betere remmen. En ga je naar een online partij als Radon, dan sla je helemaal achterover. Hun 120/130 millimeter Skeen Trail AL heeft betere veerelementen, een betere transmissie en betere remmen, maar kost duizend euro minder dan de Trance 2.
Ik kan me voorstellen dat je denkt dat ik hier een potje aan het Giant bashen ben. Maar het is oprecht jammer dat de onderdelen allemaal zo zwaar zijn. Daardoor heeft de Trance 29 2, ondanks z’n relatief lichte aluminium frame, toch anderhalf tot twee kilo meer spek op z’n botten dan lekker is.
Hoe rijdt de Giant Trance 29 2?
Klimmen: niet licht, wel efficiënt
We rijden met de Giant op een van mijn favoriete bikespots: de Zuid-Tiroolse Vinschgau. Aangezien de meeste trails daar alleen op spierkracht bereikbaar zijn, moet een bike niet alleen goed kunnen dalen, maar ook goed klimmen. Het overgewicht van de Trance 2 blijkt minder een nadeel dan verwacht; in de lange maar gelijkmatige beklimmingen over asfalt en grindwegen is het gewicht minder van belang dan de zitpositie, de efficiëntie van de vering en de rolweerstand van de banden.
Eerst maar de zitpositie. Ondanks dat het zadel en het stuur min of meer gelijke hoogte staan, is de zit vanwege de relatief lange bovenbuis toch sportief genoeg om je kracht goed op de pedalen over te kunnen brengen. Zolang je blijft zitten houdt vering zich zelfs in de open stand verrassend koest. Maar omdat gevoel vaak de feiten overstemt, zet ik het bekende blauwe hendeltje op de demper uiteindelijk toch in de wat straffere pedaalstand. Niet dat ik op deze manier toptijden neerzet, want bij de dikke en relatief zware Maxxis-banden ligt de prioriteit meer bij de grip dan bij de rolweerstand. Desondanks, of misschien wel dankzij, is het geen straf om de Trance naar boven te pedaleren.
Ook in technische beklimmingen kun je op de Trance bouwen. Wat heet; de klim kan bijna niet lastig genoeg zijn. Geometrie, vering en banden werken hier perfect samen. Vooral de tractie en het vermogen om drempels en wortels te overmeesteren zijn echt bovengemiddeld goed. En dat zorgt er weer voor, dat je in secties waar anderen moeten afstappen gewoon op het zadel kunt blijven zitten.
Dalen: vertrouwenwekkend en capabel
Dan het dalen. Hier stijgt de Trance 2 echt boven zichzelf uit. Zelden heb ik met een bike met deze hoeveelheid veerweg gereden die zo ontzettend goed afdaalt. Wat is deze Giant fijn in balans en wat is de vering capabel. En het gewicht dan? Dat is geen probleem als de zwaartekracht de goede kant op werkt. Nadat ik de toch niet bepaald gematigde Propain-trail met twee vingers in m’n neus ben afgedaald, is het daarna de beurt aan de nog veel lastigere Montesole-trail. Had ik daar afgelopen najaar m’n handen vol aan een Fuel EX, de op papier minder capabele Trance doet het op deze steile en ruige trail niet eens zo heel veel slechter. Het is echt verbazingwekkend waartoe een bike met zo weinig veerweg in staat is. Zo zie je maar weer; bij vering gaat het niet alleen om de kwantiteit, maar ook om de kwaliteit.
Maar er is natuurlijk meer dan Maestro. Ook de voorvork levert verrassend goede prestaties. Toch kan die de achterkant niet altijd even goed volgen. Is de Marzocchi Z2 op lage snelheid wat stug, als het ruiger wordt en de snelheid omhoog gaat geeft deze Italiaanse vork z’n veerweg juist wat te gretig vrij. Maar gelukkig kun je vertrouwen op de banden. Vooral de Maxxis Minion DHF 2.5 aan de voorkant, met relatief stroeve 3C MaxxTerra-compound, is echt heerlijk. Stuurfoutje aan het eind van een verkeerd ingeschatte bocht? Deze gripvaste band helpt je erdoorheen.
En in de polder?
Leuk natuurlijk, die tripjes naar de Alpen. Maar uiteindelijk rijden de meesten van ons hun kilo- en hoogtemeters voornamelijk in Nederland. Dus hoe doet de Trance 2 het daar? Mwah. Als je de fiets houdt zoals je ‘m gekocht hebt, dus met zware wielen en banden, is-ie op onze zandgrondparkoersen niet vooruit te branden. Zeker op routes met veel korte klimmetjes en dito afdalingen is het hoge gewicht echt een crime, met name vanwege de zware roterende massa. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de hoge rolweerstand van de dikke rubbers.
Echter, als ik een licht setje xc-wielen met dito banden in het frame hang, kantelt dit beeld. Natuurlijk, de Trance muteert dan niet ineens in een agressieve racemachine, maar desalniettemin wil-ie verrassend vlot vooruit. En al helemaal als ik de negatieve veerweg aan de achterkant verlaag van 30 procent naar zo’n 25 procent. Dat geeft in klimmetjes niet alleen meer druk op het voorwiel, maar biedt ook een hogere mate van efficiëntie, zonder dat dit enorm ten koste gaat van de tractie. Ook de flipchips in de achterbrug bieden een effectieve mogelijkheid om de Trance meer richting snelheid te tunen. Door deze plaatjes om te draaien worden niet alleen de hoeken ongeveer een graad steiler, maar ook komt de trapas een millimeter of tien omhoog. Daardoor raken de pedalen minder snel de grond.
Conclusie
Het zal je wel opgevallen zijn dat mijn indrukken van de Giant Trance 29 2 alle kanten opgaan, van ronduit negatief tot razend enthousiast. Ik ben me daar helaas van bewust en dat maakt het niet makkelijk om tot een helder afgerond oordeel te komen. Want enerzijds is deze trailbike voor wat-ie kost maar maar matig afgemonteerd en weegt-ie veel te veel. Maar anderzijds rijdt-ie in de bergen wel gewoon heel erg goed. En dan zijn er, mits je de banden en liefst ook de wielen vervangt voor wat lichters, ook nog de fijne rijeigenschappen op Nederlandse trails.
“Enerzijds is de Giant Trance 29 2 voor wat-ie kost maar maar matig afgemonteerd en weegt-ie veel te veel. Maar anderzijds rijdt-ie in de bergen wel gewoon heel erg goed.”
Omdat ik in dubio sta, stel ik de vraag of ik zelf voor een Trance 29 2 zou kiezen. En mijn antwoord is dan toch “ja”. Het frame en de vering zijn gewoonweg te goed om te negeren. Waarbij ik wel successievelijk de te zware onderdelen zou vervangen door lichter spul. Nou ja, “zou”… deze aanname is eigenlijk helemaal niet zo hypothetisch, want de Giant Trance 2 is inmiddels in gebruik als testfiets voor het testen van onderdelen en componenten. Op de foto hierboven zie je hoe de Trance er nu bij staat. Gewicht: 12,62 kilo, bijna tweeënhalve kilo minder dan af fabriek. In de rol van proefkonijn zal de Trance binnen en buiten Nederland zoveel mogelijk ingezet worden. Dit is dus niet het laatste wat je van deze veelzijdige Taiwanees hebt gezien. Wordt vervolgd…
Giant Trance 29 2 2023 | Prijs, specificaties en geometrie
Onderdelen, gewicht en prijs
Frame | ALUXX SL-aluminum |
Vork | Marzocchi Z2, 130 mm veerweg |
Achterdemper | Fox Float DPS Performance, 100 mm veerweg |
Achterderailleur | Shimano Deore, 12-speed |
Schakelaar | Shimano Deore, 12-speed |
Crankset | Praxis Cadet M24, 30t, 170 mm |
Cassette | Shimano Deore, 10/51t |
Ketting | KMC X-12 |
Remmen | Shimano BR-MT420 |
Remschijven (v/a) | Shimano RT-26, 180/180 mm |
Velgen | Giant AM 29, 30 mm binnenbreedte, 32 spaken |
Naven | Giant |
Voorband | Maxxis Minion DHF, 3C MaxxTerra, EXO, 29 x 2.5″ |
Achterband | Maxxis Aggressor, EXO, 29 x 2.5″ |
Stuur | Giant Contact TR35, 780 mm breed |
Stuurpen | Giant Contact SL 35, 50 mm |
Zadel | Giant Romero |
Zadelpen | Giant Contact Switch dropper, 170 mm drop |
Gewicht compleet | 15,06 kg (framemaat L) |
Prijs | € 3.099,- |
Garantie | Levenslange garantie op frame en wielen voor 1e eigenaar, 1 jaar op lak en onderdelen |
Geometrie
Website fabrikant: giant-bicycles.com
Ik val met mijn 191cm en 93cm binnenbeen precies tussen de L en XL.
Welke zou je mij aanraden?
Dag Yorn, als je alleen in Nederland rijdt is de L vanwege z’n grotere wendbaarheid denk ik de beste keus. Maar ga je ook buitenlandse trails rijden, dan zou ik omwille van de grotere stabiliteit voor de XL gaan. Merk op dat ik met mijn 1.80 meter lengte op de L zit.