Tekst: Jeroen van den Brand // Foto’s: Arjan Kruik & Jeroen van den Brand
Origine Cycles Théorème FS: een crosscountry-fully naar jouw wensen
Het is je vergeven als je het fietsmerk Origine Cycles nog niet kent. Ook al bestaat de uit Noord-Frankrijk afkomstige fabrikant inmiddels ruim 10 jaar, pas sinds twee jaar opereert het merk óók buiten de eigen landsgrenzen. En dat doen ze zónder dealernetwerk. Want bij Origine Cycles bestel je je fiets online. Daarin zijn ze niet de eerste en zéker niet de enige. Een scherpere prijs is voor velen hét argument om online te kopen, maar bij Origine Cycles zetten ze naast een scherpe prijs vooral in op iets waarin ze behoorlijk uniek zijn: je stelt namelijk via hun online configurator zelf je fiets samen.
Oók de Théorème FS koop je op deze manier, waarbij je bijzonder veel opties hebt. En niet alleen qua afmontage, ook qua kleur. Want bij Origine Cycles spuiten ze het frame in een kleur naar wens. Maar buiten de keuze van kleur en componenten – wat al een (leuke) uitdaging kan zijn – is er nog een fundamentelere keuze te maken bij de Théorème FS: pak je hem met 100 of 120 millimeter veerweg?
Dat hangt er natuurlijk maar net vanaf wáár je je crosscountry-fully gebruikt. Maar, en nu loop ik alvast op de mijn conclusie vooruit, als de extra veerweg van de Théorème FS 120 GTR niét resulteert in minder snelheid, dan vraag ik me hardop nog af waarom je met minder veerweg genoegen zou willen nemen. Hoe ik tot die uitspraak kom, leg ik je verderop in dit verhaal graag uit.
Alleen online samen te stellen en te bestellen
Origine Cycles biedt z’n fietsen alleen online aan. Dat doen ze via een zéér uitgebreide configurator, waarbij je digitaal je eigen fiets samenstelt. Van de kleur tot de onderdelen; alles is via je scherm aan te passen én te bekijken. Weet je niet welke afwegingen je het beste kunt maken voor jouw budget, of twijfel je over een framemaat of kleur; Origine heeft diverse hulplijnen (chat, mail, telefoon) en helpen graag mee om tot de juiste keuzes te komen. Ook wanneer je hier geen gebruik van maakt, neemt een Nederlandstalige medewerker na het ingeven van je bestelling contact met je op om alles nog eens door te lopen. Ook ten aanzien van levertijden. Als een onderdeel onverhoopt lang op zich laat wachten, wordt er altijd een alternatief aangeboden.
Testen vóór aankoop?
Hoe goed de configurator ook werkt en hoezeer je geen bezwaren hebt tegen online bestellen van een duur item als een fiets, zónder te weten hoe-ie er in het écht uitziet en rijdt blijft online kopen een flinke stap. Om die reden is bij de fabriek in Rouvignies in Noord-Frankrijk óók een uitgebreide showroom te bezoeken. Daar vind je alle modellen die het merk aanbiedt. Ook kun je er alle kleurenopties real-life bekijken. Bovendien hebben ze van elk model ook élke maat rijklaar staan om uit te proberen. Proefrijden kan dus absoluut, maar je moet er wel eventjes voor in de auto zitten.
Ontvangen en rijden maar?
Origine Cycles levert de fiets nagenoeg rijklaar. Na ontvangst moet je zelf het voorwiel monteren, het stuur rechtzetten, het zadel op de juiste hoogte en hoek afstellen en een setje pedalen monteren. De banden zijn bovendien ook al tubeless gemaakt, dus na een korte controle van de bandendruk en eventueel instellen van voorvork en achterdemper ben je na ontvangst snel op weg.
Meer info: origine-cycles.com
Théorème FS GTO en GTR framedetails
De Théorème FS is er niet alleen met 100 en 120 millimeter veerweg, Origine levert z’n crosscountry-fullsuspension ook in twee smaken carbon. Het frame van de Théorème FS GTO weegt 1.862 gram zonder demper. Bij het frame van de GTR-uitvoering past Origine een andere samenstelling van het carbon en productiemethode toe. Die is bewerkelijker, daardoor 310 euro duurder, maar weegt met 1.712 gram dus 150 gram minder.
Buiten het gewicht wijken de Théorème FS GTO en GTR verder niet af van elkaar. Zo is er met gemak ruimte voor banden tot 2.4 inch breedte. De zitbuisdiameter is intern 30,9 millimeter en uiteraard is er de ruimte voor een kabelbediening van een dropper-zadelpen. Die kabel gaat, net alle andere kabels en leidingen, dan overigens wél door het bovenste balhoofdlager. Dat balhoofd is verder ook voorzien van een stuuruitslagbegrenzer. Die zorgt er voor dat het stuur of de onderdelen die daar aanhangen, de bovenbuis bij een valpartij niet beschadigen.
De trapaslagers zijn gemonteerd in een pressfit 92 passing en tot slot hebben de Théorème FS frames uiteraard een UDH-interface voor Srams Transmission.
Klassiek veersysteem met flex-stays
De achtervering bij de Théorème is een eenpunts-veersysteem. Dat wil zoveel zeggen dat het achterwiel bij het inveren een cirkelvormige baan beschrijft rondom het hoofdscharnierpunt boven de trapas. Daarbij past Origine flex-stays toe. Daarmee bespaar je een scharnierpunt nabij de achternaaf en komt de nodige beweging tussen liggende en staande achtervork tijdens het inveren uit het verbuigen van de staande achtervork. Minder onderhoud en minder gewicht zijn hierbij de achterliggende gedachte. Nee, niet origineel, want inmiddels moet je met een vergrootglas zoeken naar een bike in dit segment zónder flex-stays. Maar daarmee is het is inmiddels een ruimschoots beproefd concept. Bovendien zegt het nog steeds niets over de kwaliteiten van het veersysteem.
Waar de meeste concurrenten de demper bij xc-bikes horizontaal onder de bovenbuis plaatsen, kiest Origine voor een verticale plaatsing. Vooropgesteld: de oriëntatie van de demper geeft niet per definitie een ander veersysteem. Er zijn nog volop variabelen in een veersysteem aan te passen om een specifieke veerkarakterstiek te realiseren. Origine kiest voor deze opstelling omdat ze zo de demperverbinding kunnen laten samenvallen met de zijwanden van de onderbuis. De onderbuis is namelijk al breed en rondom de trapas is het frame al redelijk stijf. De boven- en onderbuis hoeven door deze constructie dus juist niet extra verstevigd (lees: verzwaard) te worden.
Er is geen verschil in het frame en dus het veersysteem tussen de varianten met 100 en 120 millimeter veerweg. Origine kan beide aanbieden met één constructie door een demper met een slag van 40 of 45 millimeter te monteren.
Efficiënt trappen
In tegenstelling tot de Graxx gravelbike die ik eerder al eens testte, stelde ik deze Théorème FS 120 GTR niet zelf samen. In plaats daarvan voorzag Origine mijn testexemplaar met onderdelen die de veelzijdigheid van het Théorème FS-frame benadrukken. Het testexemplaar is gebaseerd op het lichtste Théorème FS GTR-frame en heeft rondom 120 millimeter veerweg. De reach van 418 millimeter is genereus voor een frame in de maat S, maar niet overdreven lang. Door de keuze van de korte Ritchey Trail-stuurpen en het omhoog gebogen carbon Ritchey WCS-stuur is de zithouding voor een xc-fiets behoorlijk rechtop.
Niet dat de rechte zit de kruissnelheid in de weg zit; de Théorème FS 120 GTR wil écht vooruit. Enerzijds komt dat door het relatief lage gewicht van net geen 10,5 kilogram en de verrassend licht lopende Hutchinson-banden. Maar met 25 procent negatieve veerweg in de achtervering blijft de achterkant behoorlijk stoïcijns ten aanzien van trapkrachten. Hoewel mijn test-Théorème FS 120 GTR is voorzien van een Sid Ultimate-voorvork en Sidluxe-achterdemper met drie-standen-compressie en de Twistloc-remote, betrap ik me er op dat ik die vaak ongemoeid laat. Als ik al aan de Twistloc draai dan is het naar de lock-out stand wanneer ik over het asfalt een viaduct op sprint. De middelste stand, de klimstand, komt vooralsnog weinig aan bod.
De geringe reactie op trapkracht impliceert niet dat de achtervering tijdens het trappen volledig verhardt. De achtervering reageert namelijk goed op kleine oneffenheden en strijkt aanzienlijk méér vlak dan ik op basis van z’n ’trapbevorderende’ gedrag verwacht.
Franse pop…
Met 25 procent negatieve veerweg in de Sidluxe-achterdemper heeft de Théorème FS 120 GTR veel pop. Zelfs op mijn voornamelijk vlakke lokale mountainbikerondje kost het weinig moeite om de Théorème FS 120 GTR het luchtruim te laten kiezen op de het minste of geringste opstaand kantje of stronk. Niet dat je zo móet rijden, maar de Origine nodigt je uit om het wél te doen en beantwoordt met verve. En wanneer er kombochten voor de wielen verschijnen, reageert de Fransoos zo enthousiast en gewillig als een jonge beagle met een extra dosis krachtvoer achter z’n kiezen bij het zien van de loopriem; kwispelkwispel, buitenspelen!
Zodra er zwaartekracht bij aan te pas komt gaat de snelheid moeiteloos omhoog. Althans, als je er een actieve rijstijl op nahoudt. Want alhoewel de vering snel reageert en halverwege de veerweg véél ondersteuning geeft; de volledige 120 millimeter veerweg wordt niet snel vrijgegeven. Sterker; met 25 procent negatieve veerweg ingesteld krijg ik het gewoon niet voor elkaar om zelfs op de ruigste paden het einde van de veerweg te bereiken. De achtervering is dus behoorlijk progressief, wat automatisch een meer actieve rijstijl beloont. Iets dat past bij hoe ik graag rij, maar wat misschien niet voor iedereen opgaat.
…of chanson
Origine beveelt voor de achtervering van de Théorème FS 120 GTR maximaal 35 procent negatieve aan, minder luchtdruk dus. En met minder lucht in de achterdemper gebruikt de Franse crosscountry-fully inderdaad sneller méér van z’n veerweg. Maar luchtdruk verandert de lay-out van de vering niet. Niettemin maakt de Franse pop plaats voor een chanson. Een chanson van het up-tempo type. Want ook al is er méér beweging tijdens het trappen; het voelt zelden echt inefficiënt en het is nog altijd zeer gemakkelijk om snelheid te maken. Ook bergop, want de klimcapaciteiten op het onverharde worden er zelfs beter door, want er is vooral méér tractie.
Ook met meer negatieve veerweg strijkt de achtervering van de Théorème FS 120 GTR de boel niet ineens helemaal glad. Nog altijd komt de maximale veerweg niet gretig vrij. Maar juist door dat gevoel voelt de Théorème FS 120 GTR een maatje dikker aan dan je de Fransoos numeriek zou toebedelen. Grote stenen, geulen en boomwortels worden duidelijk gretiger opgeslokt, terwijl je marge in de achtervering overhoudt. En zelfs met een minder actieve rijstijl kun je de snelheid daardoor schofterig hoog houden.
Maar met minder luchtdruk in de achterdemper reageert de achterkant simpelweg óók gretiger op de op en neer gaande massa wanneer je staand op de pedalen een klim op sprint. Het is dan ook juist nu dat die middenstand van de demper zich uitbetaalt. Met de ingaande demping wat dicht gedraaid, reageert de Théorème FS 120 GTR voldoende vlot, terwijl er toch tractie is wanneer de ondergrond alles behalve effen is.
Levendig maar in balans
Getalsmatig lijkt Origine met de Théorème FS in geen van z’n geometriewaarden extreem uit de band te springen. Maar alles bij elkaar opgeteld, ontstaat er toch wel een uitgesproken bike. De balhoofdhoek van 66,9 graden is naar hedendaagse begrippen best steil te noemen. Maar dat op zichzelf maakt niet de fiets. Ook staat de trapas – en daarmee het zwaartepunt – relatief hoog. In het spectrum van alles tussen stoïcijnse marathon-pletwals tot dolle, dartelende daler zit de Franse crosscountry-fully duidelijk meer aan de kant van de dartende daler. En het progressieve veergedrag versterkt deze karaktereigenschappen juist verder.
Bovendien komt het GTR-frame niet als extreem stijf over. En om daar meteen duidelijk over te zijn: dat vind ik een prettige eigenschap, juist met oog op alle andere aspecten van het frame. Ik geloof sowieso niet dat een bokhard frame off-road een voordeel is. Misschien een boude uitspraak, maar zodra je off-road rijdt, heb je veel meer aan een bike die je de snelste lijnen laat rijden. En een bokhard frame gooit, of bokharde wielen, of – ‘erger’ nog: beide – gooien je veel meer tussen obstakels op en neer en dát kost voorwaarts momentum. Lees: is daardoor zelden sneller.
“…juist de veerkarakteristiek moedigt het aannemen van de rol van piloot aan, zónder dat het voelt als een beroepskeuze opgelegd door je ouders.”
Bij de Théorème is Origine er in mijn optiek goed in geslaagd een mooie balans te vinden tussen het veergedrag en de stijfheid van het frame. Het carbon frame is voldoende strak om vlot te reageren op trapkrachten. De geometriekeuzes maken vervolgens dat de Origine een actieve piloot nodig heeft en géén passieve “ik-ben-hier-voor-het-uitzicht”-passagier. En juist de veerkarakteristiek moedigt het aannemen van de rol van piloot aan, zónder dat het voelt als een beroepskeuze opgelegd door je ouders.
Onderdelen
Bij Origine Cycles stel je je fiets samen zoals jij wilt. Het aantal mogelijkheden dat de Franse internetaanbieder biedt, is ronduit indrukwekkend. Eerder stelde ik zelf een Origine Graxx-gravelbike samen, maar deze Théorème FS 120 GTR kreeg ik als testbike in een door Origine vooraf samengestelde configuratie toegestuurd. Ik had dus nul invloed op de componentenkeuze. Maar omdat de onderdelenkeuze wel mede de fiets maken, neem ik de meest opvallende of noemenswaardige nog even onder de loep.
Veerelementen: Rockshox Sid Ultimate-voorvork, SidLuxe-achterdemper en Twistloc-remote
In het vooronder van de Origine Théorème FS 120 GTR steekt Rockshox’ Sid Ultimate met de 35 millimeter binnenpoten. Die voorvork heb je al meermaals hier op de website voorbij zien komen. Niet geheel onlogisch want zowel de Sid SL als Sid worden enorm vaak gemonteerd op alles van crosscountry-hardtails tot en met lichte trailbikes. Nog altijd vormen de Sid en Sid SL met hun DebonAir+ luchtveer en Charger Race Day 3-demper de referentie voor crosscountry en licht trailgebruik. De luchtveer spreekt enorm goed aan en er is volop ondersteuning halfweg de veerweg.
De Sidluxe-achterdemper komt zonder bedenkingen over als een prima partner in dit frame. Zowel vork als demper hebben de nieuwe drie standen compressiedemping, bediend door dezelfde Twistloc-hendel links op het stuur. Naast volledig open en een lock-out biedt deze nieuwe demper-lay-out een klimstand, waarbij de compressiedemping iets wordt dicht gezet. Met name wanneer de vering wat soepeler staat, kwam voor mij die midden stand tot z’n recht. In een meer race-georiënteerde set up met minder voorspanning, of met de Théorème met 100 millimeter veerweg. zou voor mij het schakelen tussen de open en lock-out stand volstaan.
Ritchey componenten
Het is al weer even geleden dat ik Ritchey-onderdelen bij een testfiets onder mijn neus had. De voorbije jaren zie je het merk niet bijster veel op complete fietsen. En ja, wat valt er over te zeggen? De WCS Trail-stuurpen doet precies wat deze moet doen en dat zonder fratsen. De gepolijste voorkant oogt sjiek en is een keer wat anders dan het dominante zwart dat alom tegenwoordig is op elke fiets.
Het carbon WCS Rizer-stuur is, zoals bij Ritchey riser-sturen vaker, qua vorm ietwat uitgesproken. Het heeft een achterwaartste buiging van 9 graden, maar ook een buiging omhoog van 6 graden. Met een breedte van 740 millimeter voelt het stuur bij het ‘rondje op de parkeerplaats’ wat smal aan. Maar een mountainbike test je niet op een parkeerplaats; op de trails vond ik het stuur op geen moment echt té smal. Uiteindelijk bleek het een onderdeel te zijn dat in perceptie snel naar de achtergrond viel en dat is onder de streep altijd een goede eigenschap. Dat komt overigens óók doordat het stuur niet kneiterstijf is. Dit carbon exemplaar, hoewel prijzig, is wat mij betreft zeker het overwegen waard wanneer je een stuur zoekt dat werkelijk kan bijdragen aan het comfort op je bike.
Shimano M9100 XTR
Mijn test-Théorème is voorzien van een volledige M9100 XTR-groep. Niet alleen de aandrijving; ook op de remmen prijkt het ‘XTR’-logo. Over die illustere groep maakte ik onlangs nog een duurtest. Mijn ervaringen met de XTR-onderdelen op deze Origine Théorème FS 120 GTR hebben me geen nieuwe inzichten gegeven. Wel heb ik nu ervaring met de XTR-cranks; die had ik bij mijn duurtest destijds niet ter beschikking. Maar spannender dan ‘ze doen het’ kan ik het eigenlijk niet maken.
Origine monteert op zowel het voor- als achterwiel standaard 180 millimeter schijven. In dit geval XTR 2-zuiger exemplaren. In Nederland heb ik daar nergens te kort aan gehad. Het zijn ruime adequate stoppers die zich erg fijn laten doseren en voldoende stopkracht hebben. Zou ik de Théorème FS 120 GTR véél in het buitenland gebruiken, dan zou ik misschien nog kiezen voor een 4-zuiger remklauw vooraan. Dat geeft net wat meer zekerheid wanneer het (lang) bergaf gaat.
Trans-X dropper-zadelpen
Op een bike van dit caliber kan een dropper-zadelpen niet ontbreken. Naast de keuze voor een dropper val Rockshox of Kind Shock, heeft Origine ook droppers van Trans-X. Die kom je vaak tegen op complete fietsen in het middensegment, al dan niet voorzien van een logo van het betreffende fietsmerk. Het is een slimme manier om de kosten iets te drukken; de meerprijs van circa 50 euro die Origine vraagt in z’n configurator ten opzichte van een niet-dropper exemplaar illustreert dat nog maar eens. Inmiddels zijn we op een punt beland dat dit soort onderdelen ook geen zorgenkind meer hoeft te zijn. De Trans-X dropper kan zich qua bediening en deugdelijkheid meten met de besten op de markt. En in mijn optiek een prima optie om geld over te houden in de configurator voor andere opties…
Prymahl Polaris C25 Pro Evo carbon wielen en Hutchinson Python 3 banden
Opties zoals carbon wielen. Onder de naam Prymahl brengt Origine Cycles z’n eigen wielen. Naast wielen met aluminium velgen kun je in de configurator ook uit een selectie met carbon velgen kiezen. In mijn test-Théorème FS 120 GTR heeft Origine een setje Polaris C25 Pro Evo gemonteerd. De carbon velgen van deze wielen meten inwendig 25 millimeter. Weliswaar courant, maar zelfs 30 millimeter is geen uitzondering meer bij een crosscountry-bike.
Door dat de velgen in doorsnede wat puntig zijn, ogen ze smaller dan ze zijn. Dat beeld wordt verder versterkt door de nogal bol staande Hutchinson Python 3-banden. Deze Franse rubbers staan al jaren bekend als redelijk volumineus en op basis van het visueel overkomen schatte ik ze breder in dan de 2.3 inch die op de zijkant prijkt.
Een bredere velg geeft een band meer ondersteuning. Maar blijkbaar zijn de zijwanden van het Franse rubber ruimschoots stijf genoeg. Nooit had ik het idee dat de Théorème FS op te kleine schoenen stond. De combinatie van deze velgbreedte en deze banden werkt dus prima.
De naven die Origine toepast in z’n Prymahl wielen zijn netjes gelagerd met afgedichte industrielagers. De aseinddoppen vormen vervolgens nog eens een extra labyrintafdichting. Het geheel loopt smeuïg en spelingsvrij. De achternaaf heeft een pallen vrijloop met 102 aangrijppunten en grijpen dus enorm snel aan. Het geluid is subtiel en brengt je niet snel in de problemen ten aanzien van een hinderwetvergunning.
Hutchinson Python 3 banden
Hoewel de Hutchison Python 3 Race Lab-banden ‘slechts’ 2.3 inch breed zijn, heb ik ze nooit te smal gevonden. Ze staan mooi bol, het profiel staat, mede dankzij de velgbreedte, mooi verdeeld over het karkas en het karkas is stijf zonder stug te zijn. Wat heet; ik vond de Franse rubbers een fijne demping hebben.
Qua profiel had ik geen enkel idee wat te verwachten. Ondanks het vrij open geconstrueerde loopvlak rollen de Python 3-banden betrekkelijk licht op harde ondergrond. Op mijn lokale, zanderige mountainbikeroutes bleef de snelheid er ook goed in. En eenmaal op de doorweekte bosgrond – waaraan dit jaar géén gebrek – is er grip te over. Door het relatief open en niet al te hoge profiel lopen ze daarbij niet snel vol. Desondanks was het gripniveau zelfs in Limburgse klei erg goed voorspelbaar.
Onbekend maakt onbemind; ik heb nooit het Franse rubber overwogen voor mijn eigen fietsen, maar dit was een aangename kennismaking met een band die ik voor Nederlandse begrippen behoorlijk allround zou classificeren.
Conclusie
Het begrip ‘crosscountry’ is aan erosie onderhevig, ook in Nederland. Want hoewel wij met onze knikkerbanen en parcoursen zónder extreem ruime secties of flinke stenen sowieso een bijzondere positie innemen, verschuift ook stilaan hier de definitie van ‘crosscountrybike’. Al was het maar omdat sommige populaire merken het hele concept van een 100 millimeter-fully in de ban doen ten faveure van 20 millimeter méér.
Origine maakt die keuze niet voor je. Want de Théorème FS is, zowel in z’n GTO als GTR-uitvoering verkrijgbaar met 100 of 120 millimeter veerweg. Maar welke moet je nu kiezen? De keuze tussen GTO en GTR zou ik vooral laten afhangen van je portemonnee. Heb jij gemakkelijk 310 euro extra te besteden, dan is het lichtere GTR-frame leuk wanneer je de fiets aan de weeghaak hangt, maar een wereld van verschil is het niet. Dat geldt ook voor de onderdelen: in de configurator zijn daarin veel opties beschikbaar. En met slimme combinaties kun je op plekken de prijs flink drukken zonder dat het de rijprestaties ook maar iets beïnvloedt. Ik moet het Origine toch nageven; ondanks het a la carte principe weten ze in het midden- en high-end prijsssegment extreem concurrerend te zijn. Of eigenlijk gewoon retescherp, in goed Nederlands.
Terug naar dé hamvraag: moet je voor 100 of 120 millimeter veerweg gaan? Nu ik heb geen ervaring met de 100 millimeter-uitvoering van deze Franse xc-er. Maar eerlijk gezegd mis ik die ervaring ook niet. Want in niets heb ik de 20 millimeter veerweg extra ervaren als een compromis, gewogen tegen wat mij beweegt sowieso een crosscountry-fullsuspension te overwegen: het gevoel van pure snelheid en efficiëntie.
“…voor bikers die van de typische crosscountry-headrush houden óók buiten wedstrijdlinten om, biedt de Théorème FS 120 GTR je extreem veel joie de tout terrain vivre.”
Door het progressieve veerkarakter voelt de 120 millimeter bodemloos. Daar staat tegenover dat je niet snel de volle 120 millimeter gebruikt. Nu zegt het absolute aantal millimeters veerweg dat je gebruikt wel iets, maar zeker niet alles. De Origine biedt halverwege de veerweg veel ondersteuning en rijdt daardoor al snel levendig. En dankzij de geometrie wordt de snelheidssensatie vergroot en maant de Théorème FS 120 GTR je tot een actieve rijstijl. En in dat opzicht kan de Origine Théorème FS 120 GTR z’n xc-genen maar moeilijk verbergen.
Maar wat mij betreft hoeft-ie zich voor die xc-genen niet te schamen. Voor een toerbiker die een lichte trailbike zoekt is de Théorème FS 120 in z’n combinatie van geometrie en veergedrag misschien net iets té crosscountry. Maar voor bikers die óók buiten wedstrijdlinten om van de typische crosscountry-headrush houden, biedt de Théorème FS 120 GTR je extreem veel joie de tout terrain vivre.
Origine Théorème FS 120 GTR 2024 | Prijs, specificaties en geometrie
Onderdelen, gewicht en prijs
Frame | GTR carbon |
Vork | Rockshox Sid Ultimate, 120 mm veerweg |
Achterdemper | Rockshox SidLuxe, 120 mm veerweg |
Achterderailleur | Shimano XTR M9100-SGS, 12-speed |
Schakelaar | Shimano XTR M9100, 12-speed |
Crankset | Shimano XTR M9100, 34t, 170 mm |
Cassette | Shimano XTR M9100, 10/51t, 12-speed |
Ketting | KMC X12, 12-speed |
Remmen | Shimano XTR M9100, 2-zuigerremmen |
Remschijven (v/a) | Sram Centerline X, centerlock, 180/180 mm (v/a) |
Wielen | Prymahl (Origine) Polaris C25 Pro Evo carbon, 25 mm binnenbreedte, 28 spaken |
Voorband | Hutchinson Python 3, Racing Lab, Tubeless, 29 x 2.30 inch |
Achterband | Hutchinson Python 3, Racing Lab, Tubeless, 29 x 2.30 inch |
Stuur/stuurpen | Ritchey WCS Rizer, Carbon, 740 mm breed, Backsweep 9°, Upsweep 6° |
Stuurpen | Ritchey Trail, aluminium, 45 mm |
Zadel | Selle Italia Novus Boost Evo, maganese rails 145 mm breedte |
Zadelpen | Trans-X, 125 mm drop |
Gewicht compleet | 10,45 kg (gewogen, framemaat M, zonder pedalen) |
Prijs | € 7.270,- (Zoals geconfigureerd) |
Garantie | Levenslange garantie op frame |
Geometrie
Website fabrikant: origine-cycles.com