Test | Schwalbe Racing Ray en Thunder Burt: De beste offroad-rubbers voor Nederland?

Plus: moet je de lichte 2.25 hebben of toch de zwaardere maar bredere 2.35?

Mountainbiken is in Nederland een andere sport dan de meeste andere landen. Bergen en rotsen hebben we niet, gladgewalste knikkerbanen des te meer. Dat brengt een andere bandenkeuze met zich mee. Niet met de nadruk op grip en stevigheid, maar op gewicht en rolweerstand. De Racing Ray en Thunder Burt van Schwalbe zijn waarschijnlijk de meest Nederlandse bandenduo dat je kunt krijgen. Arjan heeft er uitgebreid mee gereden, in zowel 2.25 als in 2.35 inch. “Geef mij de breedste uitvoering maar. Misschien iets zwaarder, maar zéker zo snel en met meer grip en comfort…”

Tekst & foto’s: Arjan Kruik

Bontrager Kovee RSL

Getest: Schwalbe Racing Ray-voorband en Thunder Burt-achterband. We hebben zowel de 2.25 als de 2.35 inch uitvoeringen van beide banden geprobeerd.

Schwalbe Thunder Burt Racing Ray

De Schwalbe Racing Ray biedt veel snelheid en een redelijke grip, de Thunder Burt nog meer snelheid, maar minder grip.

Speciale banden voor de Dutch Mountains?

We hebben het al vaker gezegd: mountainbiken is in Nederland een andere sport dan de meeste andere landen. Bergen en rotsen hebben we niet, gladgewalste knikkerbanen des te meer. Dat maakt dat hier door de bank genomen ook een ander soort mountainbike verkocht wordt dan in de rest van de wereld. Vooral héél veel hardtails. En wát er aan fullies rondrijdt, heeft een geringe veerweg. Honderd millimeter is nog steeds de norm.

Bij de Nederlandse mountainbikeroutes en het soort mountainbikes dat daarop het best gedijt, hoort ook een speciaal soort banden. Niet met de nadruk op grip en stevigheid, maar op gewicht en rolweerstand. Dus banden met relatief hard rubber, kleine tot zeer kleine noppen en een soepel karkas. En met bij voorkeur aan de voorkant iets meer profiel dan achteraan. Immers, die voorste band heeft een andere taak te vervullen dan de achterste.

Met deze criteria als uitgangspunt zijn de Racing Ray en Thunder Burt van Schwalbe waarschijnlijk de meest Nederlandse bandenduo dat je kunt krijgen. Je kunt namelijk alle vakjes aanvinken. Ik heb er het afgelopen jaar mee gereden, met verschillende fietsen, maar wel meertijds rond dezelfde wielen, een paar superlichte Kovee RSL 30’s. Kneiterdure wielen, dat moet gezegd. Maar vanwege hun lage gewicht treden de specifieke eigenschappen en kwaliteiten van de banden die erom liggen nog meer op de voorgrond. En dat is wat je als bandentester natuurlijk het liefst hebt.

Specificaties

Racing Ray 29 x 2.25 inch

  • Karkas: Super Race
  • Compound: Addix Speed
  • Gewicht: 680 gram
  • Prijs: € 68,90

Racing Ray 29 x 2.35 inch

  • Karkas: Super Race
  • Compound: Addix Speed
  • Gewicht: 745 gram
  • Prijs: € 68,90

Thunder Burt 29 x 2.25 inch

  • Karkas: Super Race
  • Compound: Addix Speed
  • Gewicht: 645 gram
  • Prijs: € 68,90

Thunder Burt 29 x 2.35 inch

  • Karkas: Super Race
  • Compound: Addix Speed
  • Gewicht: 730 gram
  • Prijs: € 68,90

Website fabrikant: schwalbe.com

Dit soort gladgestreken knikkerbanen vragen vooral om snelle banden.

De testfiets van dienst is een afgeslankte Giant Trance. Staat ‘m mooi, die bruine wangen!

Racing Ray voor en Thunder Burt achter: een gouden duo?

Profiel

Omdat de ondergrond op Nederlandse mountainbikeparkoersen meestal bestaat uit hard aangereden zand, klei of granulaat, moet de grip in bochten of in klimmetjes niet of nauwelijks komen van de rubbersamenstelling, maar van het profiel. En aangezien het voorwiel op dat vlak veel meer werk te verzetten heeft dan het achterwiel, is de Racing Ray-voorband redelijk geprofileerd. Op het loopvlak staan relatief lage, dicht op elkaar geplaatste nopjes, die bovendien zo’n beetje allemaal in de richting van de bocht zijn afgeschuind. De om en om verspringende nopjes in de centrale rij liggen dicht op elkaar, voor zo min mogelijk rolweerstand. Om de bochtengrip te optimaliseren, zijn de nopjes aan de zijkanten van de Racing Ray wat groter. De inkepingen in de nopjes hebben als doel het contactoppervlak in snelle bochten over harde ondergronden te vergroten.

De noppen op het loopvlak van de Thunder Burt-achter zijn veel kleiner. En het zijn er bovendien heel veel meer, waarbij de nopjes in de centrale rij bovendien zeer dicht op elkaar staan. Dit alles moet resulteren in een zo laag mogelijke rolweerstand. Ook bij de Thunder Burt hebben nopjes aan de zijkanten inkepingen. Maar die zijnopjes zijn duidelijk lager dan die van de Racing Ray. Bovendien zijn het er minder. Hier heeft rolweerstand absoluut prioriteit gehad.

Schwalbe Thunder Burt Racing Ray

Voorband Racing Ray: redelijk wat profiel, ook op het loopvlak…

Schwalbe Thunder Burt Racing Ray

… en in vergelijking met de centrale noppen relatief grote zijnoppen.

Schwalbe Thunder Burt Racing Ray

Achterband Thunder Burt: loopvlak met heel veel heel kleine nopjes…

Schwalbe Thunder Burt Racing Ray

… en duidelijk lagere en afgeschuinde zijnoppen dan de Racing Ray.

Compound en karkas

Eerst maar de compound oftewel samenstelling van het rubber. Hier vindt de magie plaats die het verschil maakt tussen snel en heel erg snel. Aangezien op Nederlandse mountainbikeparkoersen vooral het profiel voor grip zorgt, hoeft het rubber zélf op dat vlak minder hard te werken. Anders gezegd: er kan gekozen worden voor een hardere rubbersamenstelling met een lagere rolweerstand. Addix Speed is het snelste rubber dat Schwalbe in huis heeft. Je herkent banden met deze rubbermix aan het rode labeltje op de wangen en natuurlijk ook aan de rode streep op het loopvlak. Want rood is nou eenmaal de snelste kleur.

Het gebruikte karkas heet Super Race. Het is Schwalbe’s lichtste en soepelste karkas. En soepele karkassen kunnen zich met relatief weinig energieverlies plooien naar de ondergrond. In theorie is Super Race dus óók het snelste karkas. Dat gaat echter niet onder alle omstandigheden op. Een soepel karkas biedt immers maar weinig ondersteuning, wat een nadeel kan zijn in snelle bochten en in ruig terrein. Maar op de relatief gladde Nederlandse mountainbikeparkoersen is het Super Race-karkas onmiskenbaar erg snel, vooral als je de banden met een wat lagere druk rijdt.

Links: Addix Speed. Want rood is de snelste kleur. Rechts: Schwalbe’s soepelste mountainbikebandenkarkas heet Super Race.

Volume en gewicht

Schwalbe brengt de Racing Ray en de Thundert Burt in 2.1, 2.25 en 2.35 inch, maar alleen die laatste twee zijn door ons gebruikt. Op de Bontrager Kovee RSL 30-velgen, die zoals de naam aangeeft een binnenbreedte hebben van 30 millimeter, vallen bij een druk van anderhalve bar alle banden iets smaller dan Schwalbe belooft. Ook de gemeten gewichten wijken enigszins af, met twee exemplaren die net iets meer wegen dan gespecificeerd en twee die net iets lichter zijn. Niks verontrustends, banden maken is nog voor een belangrijk deel mensenwerk en geen band is exact hetzelfde. Jij kent vast ook wel de verhalen over weight weenies die vijf precies dezelfde banden bestellen, de lichtste eruit halen en de rest terugsturen. Dat dus.

Montage

Het omleggen van de Schwalbe-banden is appeltje-eitje. Okay, zonder bandenlichters gaat in deze tubeless-tijd bijna geen enkele band meer rond de velg. Maar bij zowel de Racing Ray als bij de Thunder Burt is dat geen gevecht, maar gewoon een routinehandeling. Daarna is het een kwestie van oppompen, laten ploppen en klaar. Met 60 milliliter Doc Blue, Schwalbe’s eigen dichtmiddel, blijven de banden langdurig op druk.

Over druk gesproken: ik heb 2.25 inch Racing Ray-voorband met zo’n 1,4 bar gereden, de 2.25 inch Thunder Burt-achterband met 1,5 bar. De 2.35 inch pendanten van beide banden heb ik een paar puntjes minder hard opgepompt: respectievelijk 1,2 en 1,3 bar. Als referentie: ik weeg rijklaar zo’n 75 kilo.

Schwalbe Thunder Burt Racing Ray

Alle banden vallen iets smaller dan Schwalbe belooft. Boven de Racing Rays in 2.25 en 2.35 inch, onder de Thunder Burts in 2.25 en 2.35 inch.

Bontrager Kovee RSL

Op de meeste wielen die we gebruikt hebben, laten de Schwalbe’s zich makkelijk omleggen en vervolgens gewoon met een standpomp op druk brengen.

Hoe rijden ze?

Racing Ray

Zoals bij heel veel Nederlandse mountainbikers is ook bij mij de al sinds jaar en dag de Schwalbe Racing Ralp dé band van dienst. En al helemaal toen de 29er opkwam en ik ontdekte dat je met die grote wielen gerust een ondieper – lees: sneller – profiel kon gebruiken. Ik ben dus bekend met de crosscountry-banden van Schwalbe, óók met de nieuwste generatie, waarbij Ralph gezelschap kreeg van Ray, waarna ze als een onafscheidelijk duo hun carrière vervolgden. Ray voorop, Ralph erachter.

Met name de Racing Ray vind ik een fijne band, fijner nog dan Schwalbe’s eigen gouwe ouwe Rocket Ron, die een min of meer overlappend inzetbereik biedt. Vooral het zeer voorspelbare bochtengedrag van de Ray ervaar ik als prettig. Het profiel biedt grip, maar graaft zich niet in. Althans, niet té agressief. Hierdoor kun je niet alleen zuivere lijnen rijden, maar kun je ook harder insturen zonder dat dat nadelige consequenties heeft.

Thunder Burt

Maar goed, met het karakter van de Racing Ray ben ik al een tijdje bekend. De Thunder Burt is voor mij nieuw. En wat een verrassing is deze band ! Natuurlijk, dat-ie snel is zal niemand verbazen; het is bij wijze van spreken nog nét geen slick. Maar ondanks z’n zeer karige profilering, schiet deze kortgeschoren Duitser toch zelden tekort als het gaat om grip. Of beter: als het gaat om bochtengrip. De kleine maar strategisch geplaatste zijnoppen kwijten zich echt verbazingwekkend goed van hun taak. En als-ie gaat glijden, dan voel je dat goed aankomen, zodat je bijtijds kunt corrigeren.

De grip in beklimmingen is, hoe kan het ook anders, een stuk minder. Maar dat wordt pas een bezwaar als de ondergrond blubberig wordt. Of bezaaid ligt met natte wortels en keien. Maar beide problemen doen zich op de zandgronden – waar toch het overgrote deel van de Nederlandse mountainbikeroutes ligt – nauwelijks voor. Dankzij de inzet van toegewijde vrijwilligers zijn de meeste singletrackroutes subliem afgewaterd. En ook wortels en keien zijn, op een paar uitzonderingen na, nauwelijks een issue. Ik zie daarom ook geen enkele reden, om de Thunder Burt te vervangen voor de meer geprononceerde Racing Ralph die voorheen om mijn achterwiel lag.

Gewicht versus volume: 2.25 inch of 2.35 inch?

Ik heb de Racing Ray en de Thunder Burt in twee breedtematen geprobeerd: in 2.25 inch en in de bredere maar ook zwaardere 2.35 inch uitvoering. Of de een sneller is dan de ander is zonder minutieuze metingen lastig vast te stellen. Maar mijn indruk is dat ik op asfalt en fijne gravel sneller ben met de 2.25’s. En dat dit beeld kantelt zodra ik het bos in ga, want dan lijken de 2.35’s – ondanks hun hogere gewicht – juist iets sneller. Maar voor mij persoonlijk is het niet dit veronderstelde snelheidsverschil dat me doet kiezen voor de breedste uitvoering van dit Schwalbe-duo. Nee, wat voor mij de weegschaal in het voordeel van de 2.35’s doet uitslaan is het rijgevoel.

Dat begint al met de grip. Omdat je de 2.35’s met een lagere druk kunt rijden dan de 2.25’s, kunnen de nopjes zich beter vastbijten in de ondergrond. Diezelfde lagere druk brengt bovendien meer comfort. Maar het belangrijkste pluspunt van de bredere uitvoering zijn de stuureigenschappen. Die zijn met de 2.35’s minder direct en hoekig dan met de 2.25’s, maar juist vloeiender en ronder. Die combinatie van eigenschappen geeft mij het vertrouwen om minder en later te remmen, wat op bochtige singletracks niet alleen resulteert in een hogere snelheid, maar ook in een heerlijke flow.

Het bovenstaande klinkt misschien wat overdreven. Want hoe groot kan het verschil nou eigenlijk zijn? Tsja, rijgevoel is natuurlijk altijd iets persoonlijks. Maar laat ik het zo zeggen: nadat ik op mijn vaste testrondje om en om met 2.25’s en 2.35’s heb gereden, heb ik uiteindelijk deze laatste op mijn bike laten zitten. Zijn 2.35’s sneller? Daar steek ik m’n hand niet voor in het vuur. Rijden ze fijner? Absoluut zeker weten!

Verdere ervaringen

Het grotere volume van de Racing Ray en de Thunder Burt in 2.35 inch heeft nóg een voordeel: als de ondergrond uit droog en los zand bestaat. Nou zijn dat omstandigheden die ik bij voorkeur vermijd – wie blijft rijden over uitgedroogde trails maakt veel kapot! – maar het is wel iets dat je moet overwegen als je twijfelt tussen 2.25 en 2.35 inch.

Dan de lekbestendigheid. Ik ben niet zo’n lekrijder; sinds ik tubeless rijd heb ik in Nederland nooit meer een lekke band gehad. Geen doorpriklek, geen stootlek, niks. Althans, niet dat ik me kan herinneren. En dat gaat dus ook op voor de Racing Ray en de Thunder Burt. Daarnaast houden ze, ik schreef het hierboven al, hun lucht goed vast. Zo nu en dan een beetje lucht erbij volstaat.

De slijtvastheid lijkt ook goed, maar eerlijk gezegd is deze indruk niet veel waard. Immers, op zandgrond gaat iédere band lang mee. Hoe de banden zich houden op stenige ondergronden kan ik niet zeggen, dus ik onthoud me hier van een oordeel.

Op droge tot vochtige ondergronden heb je aan de voorkant niet meer nodig dan een Racing Ray. Grip genoeg.

Dankzij de lage rolweerstand maak je makkelijk tempo…

… en neem je ook meer snelheid mee naar boven.

Ondanks z’n karige profilering kom je met de Thunder Burt op dit soort op-en-neer-parkoersen zelden of nooit grip tekort.

Als je ze tubeless rijdt…

…kunnen de banden ondanks hun soepele, relatief dunne karkas best we wat hebben. De 2.35’s natuurlijk meer dan de 2.25’s.

Conclusie

“Racing Ray voor en Thunder Burt achter: een gouden duo?” Dat is de vraag die ik hierboven stelde. De vraag stellen staat vaak gelijk aan de vraag beantwoorden. En dat gaat hier ook op. Wie voornamelijk op de gladde Nederlandse mountainbikeparkoersen op de zandgronden rijdt, heeft niet meer nodig dan deze bandenset. Ja, de grip is beperkt, met name achteraan, bij de Thunder Burt. Maar op hard aangereden zandgrond blijkt dat verrassend genoeg nauwelijks problematisch. En al helemaal niet als de ondergrond enigszins vochtig is. Plus: de effectief geprofileerde Racing Ray-voorband laat zich op Nederlandse routes al helemaal niet snel van slag brengen. Kortom: wie op zoek is naar snel rubber voor de Dutch Mountains, is met dit Duitse duo prima geholpen.

“Kortom: wie op zoek is naar snel rubber voor de Dutch Mountains, is met dit Duitse duo prima geholpen. Ik zou dan, maar dat is waarschijnlijk een persoonlijke voorkeur, wel voor de bredere uitvoering gaan, de 2.35 inch.”

Ik zou dan, maar dat is wellicht een persoonlijke voorkeur, wel voor de bredere uitvoering van de Racing Ray voor en de Thunder Burt gaan, de 2.35 inch. Die levert niet alleen meer grip en comfort, maar geeft me ook meer vertrouwen in snelle bochtenbonanza’s, waardoor ik makkelijker m’n vingers van de remmen houd. En wie minder remt, is sneller. Die paar gram meergewicht van de 2.35’s neem ik dus graag voor lief.

Nawoord

Nog niet uitgetest: Super Race versus Super Ground

Zoals hierboven beschreven heb ik de Racing Ray en de Thunder Burt met het lichtste en soepelste karkas gereden; het Super Race-karkas. Schwalbe biedt beide banden echter ook aan met het iets dikkere en stuggere Super Ground-karkas. Banden met dit karkas hebben niet alleen een andere kleur – helemaal zwart – maar ze rijden ook anders. Momenteel wissel ik beide karkassen af om in kaart te brengen waar de verschillen zitten en welke invloed die hebben op het inzetbereik. Je ziet mijn indrukken later deze zomer op deze site verschijnen.

Geplaatst in Reviews en getagd met , , , , .
Subscribe
Notify of
guest
16 Comments
oudste
nieuwste populairste
Inline Feedbacks
View all comments
Jw
Jw
1 jaar geleden

Wel jammer dat ze niet even gewogen wirden

Ralph
Ralph
1 jaar geleden

Altijd met Schwalbe gereden, maar toen ik eenmaal overstapte na vittoria nooit meer terug gekeken. Meszcal voor en achter of Barzo voor en Meszcal achter. Een betere allround combinatie bestaat niet.

Nick
Nick
1 jaar geleden
Reply to  Ralph

Helemaal eens! Mezcal achter en Barzo voor is een geweldige allround combi. Van mul zand t/m modder. Altijd voldoende grip en relatief lage rolweerstand. Ook in de Ardennen en Eiffel als je op stenen naar beneden vliegt.

Fokke
Fokke
1 jaar geleden

Interessant, thanks! Rijd zelf met tevredenheid (zoals velen) met de Ray voor en Ralph achter, maar ook veel bij nattere omstandigheden. Ik twijfel of ik de Thunder Bird dan genoeg grip vind hebben, maar het is het onderzoeken waard.. Ben benieuwd naar hoe je de verschillende karkassen ervaart!

Mike
Mike
1 jaar geleden

Nederland Schwalbe land. En door dit soort Schwalbe promotende tests zal dat ook wel zo blijven.

Ik zou zeggen kijk eens verder dan je neus lang is en test eens wat cross countrybanden van andere merken.

Of niet natuurlijk, dan blijven jullie lekker Schwalbe rijden en houd ik de duidelijke voordelen van de in Nederland onbekende en onbeminde banden lekker voor mezelf

Mike
Mike
5 maanden geleden
Reply to  Arjan

Kenda Rush Pro SCT 2.4, Maxxis Aspen ST 170 tpi 2.4. Om er maar even 2 te noemen.

Nelus
Nelus
1 jaar geleden

Rij al jaren met racekings maar heb achter al snel in de zijkant allemaal sneetjes zitten waar binnen een jaar het karkas uitkomt. Ben benieuwd of dat met schwalbe minder is?

Bas
Bas
1 jaar geleden

Alleen erg jammer dat de toleranties waarmee de banden worden gemaakt nogal aan de beroerde kant zijn.

De laatste 6 Ralph’s/Ray’s/TB’s zijn allemaal niet recht en zit matige tot flinke slinger in…. (en nee: het ligt niet aan de velg en/of de montage).

‘Valt binnen de toleranties’ volgens Schwalbe…..

Marco
Marco
1 jaar geleden

Wat is een goed alternatief voor the Thunder Burt? Ik vraag dit omdat de combinatie 27,5 x 2.35 niet gemaakt wordt door Schwalbe.

Eric W
Admin
Eric W
1 jaar geleden
Reply to  Marco

Maxxis Rekon Race (TB00230500, Maxxis site). Vermoedelijk wel op z’n retour want een aantal grote webshops hebben de maat niet in het systeem staan. Zelf heb ik ook goede ervaringen met een Rekon 2.4WT voor gecombineerd met een Ardent Race 2.35 achter. Biedt net ietsje meer grip als het echt droog/los/mul of juist glad wordt.

Marco
Marco
1 jaar geleden
Reply to  Eric W

Hoi Elwic, dank voor je snelle feedback!
Mvg… Marco

Frank
Frank
11 maanden geleden

Ik rijd al langere tijd met de Thunderburt voor en achter. In eerste instantie 2.35 en nu 2.25. Heb de laatste ook met Racing Rang 2.25 voor gecombineerd getest maar dat maakte dat de achterkant van de fiets veel meer ging glijden. Rijd nu dus met enkel Thunderburt het hele jaar door, ook in moddeige omstandigheden, ook dan nog nooit in de problemen gekomen. Zeer fijne banden en ruim genoeg grip.

Frank
Frank
11 maanden geleden

Is de test met de Super Ground al geplaatst? Ben wel benieuwd.

Jeroen
Admin
Jeroen
11 maanden geleden
Reply to  Frank

Dag Frank, bedankt voor het delen van je ervaringen. De test van de Super Ground-karkassen volgt nog.

Walter
Walter
2 maanden geleden

Rijd in de zomer ray/ tunderburt 2.25 1.6 bar met latex binnenband 95 kilo en in de winter ray/ralph 2.25 1.6 latex binnenband .allemaal de super race . Super combi’s