Tekst: Jeroen van den Brand // Foto’s: Arjan Kruik
Met speciale dank aan Trek Bikes. Zij stelden een kakelverse Top Fuel 9.9 met Sram X0 Eagle Transmission voor een langere periode beschikbaar voor deze test.
Introductie
Eind maart bracht Sram met de nieuwe XX en X0 Eagle Transmission groot nieuws. Het unieke waaraan het Transmission-concept is opgehangen is uh, ja, dat-ie de derailleur dus op een andere manier aan je fiets hangt. Bij de een paar jaar geleden door Sram geïntroduceerde én inmiddels door de industrie alom geaccepteerde Universal Derailleur Hanger – een gestandaardiseerde frame-connectie én derailleurpat – ging het Sram dus vooral om de frame-interface. De Transmission-derailleur monteer je namelijk direct aan het frame. Full-mount, noemt Sram dat. Heb je in de voorbije twee jaar nog een nieuwe mountainbike gekocht, dan is de kans groot dat-ie een UDH heeft en dus zonder gedoe te upgraden is naar Transmission. Nou ja, zonder gedoe… als je flink wat geld hebt, want goedkoop is de technologie niet. Ook niet in de GX Eagle-versie die Sram onlangs nog introduceerde. Maar is het dat waard? Trek stelde een Top Fuel beschikbaar met X0 Eagle AXS Transmission om dát uit te zoeken.
Geen schakelgroep maar Transmission
Sram heeft het niet meer over schakelgroepen, maar over een ‘transmission’. Een bewuste (marketing)zet, want alle nieuwe Transmission of T-Type-onderdelen zijn op elkaar afgestemd. En ook niet uitwisselbaar met voorgaande schakelspullen van het merk. Zo is er de nieuwe flattop-ketting, met – de naam geeft het al weg – een vlakke bovenkant. Ook de rolletjes zijn – net als bij de flattop-kettingen voor de weg-/gravelgroepen – iets groter dan bij reguliere kettingen. Verder is de cassette totaal anders. Hierbij is Sram erg ver gegaan in de optimalisatie van de vertanding voor betere schakelprestaties onder last, zo claimt het merk. En uiteraard zijn er dus die nieuwe derailleurs. Die zijn door hun constructie zónder patje een stuk robuuster. Bovendien zijn delen nu gemakkelijk te vervangen mocht je wat beschadigen. Maar de nieuwe Transmission-derailleur werkt ook wat trager. Huh? Ja, dat is wat Sram ook bij de lancering zelf onderkende. Maar, dat doen ze met een goede reden. Daarover zo dadelijk meer.
Transmission: specificaties en prijzen
Er zijn nog volop andere technische details die Transmission uniek maken. Wil je exact weten wát er allemaal nieuw is aan Transmission en wat nu precies het nut is en was van UDH en de nieuwe full mount-derailleurmontage rechtstreeks aan het frame? Ik verwijs je dan graag naar ons uitgebreide nieuwsbericht over de lancering. Daar vind je ook alle prijzen en nagenoeg alle gewichten.
Directe montage van derailleur aan frame
Voordat ik je meeneem in mijn bevindingen van X0 Eagle Transmission eerst nog even iets over die nieuwe, directe framemontage. Want ik zie dat full mount-concept erg zitten. De verbinding tussen derailleur, frame is namelijk erg stijf en dat komt schakelkwaliteit ten goede. Als ik kijk naar welke problemen aan de basis liggen van slechte schakelkwaliteit enerzijds en kromme of afbrekende patjes anderzijds, dan ondervangt Sram met z’n directe montage al heel veel problemen.
Filmpjes waar mensen op de zijkant van de derailleur gaan staan vind ik echter niet zo indrukwekkend. De meest desastreuze klappen komen in de regel veel meer vanuit rijrichting. Maar ook in die richting zie ik het met een Transmission-derailleur niet snel problematisch worden. Hij kan namelijk gemakkelijk naar achteren wegdraaien, voldoende om de grootste kracht van de impact op te vangen. En zijdelings kan-ie daarna alsnog worden weggeduwd door de veiligheidskoppeling in de motor. Delen die alsnog beschadigen of krom raken, zijn vervolgens te vervangen.
Er zijn echter nog volop mensen die vrezen dat hun frame (dropout) zelf nu veel zwaarder belast wordt bij een val. En dat daardoor het frame zelf mogelijk eerder beschadigd. Ik snap die gedachte. Maar besef dit: de steekas wordt veelal vergeten in de beschouwing van het full-mount-concept. De derailleur zit weliswaar óm het frame heen geklemd, maar de krachten worden slechts ten dele door het frame opgevangen. De steekas schroeft namelijk ook ín de derailleurmontage en geeft daarmee de hele constructie enorm veel stijfheid.
Precisie
Het full mount-principe van de derailleur gaat verder dan de derailleur zelf. Want door de constructie te herzien heeft Sram méér grip gekregen op de hele tolerantieketen tussen derailleur en cassette. Die is nauwkeuriger én op alle UDH-compatibele fietsen identiek. En dat maakt dat er géén stelschroeven nodig zijn op de derailleur. Ook al was de Trek Top Fuel rijklaar, ik heb het zaakje eerst gedemonteerd om zelf nog eens te monteren. En inderdaad; volg de instructies en je bent zo op pad. Geen gepriegel aan stelschroefjes voor de juiste afstand tussen derailleurwieltje en ketting (b-gap) en de begrenzing van de uiterste standen.
Goed; het is leuk dat montage snel(ler) kan, maar in feite doe je dat ook maar één keer. Het grootste voordeel is echter dat het schakelen zelf veel preciezer kan. Iedereen die wel eens aan een 12-speed-groep sleutelt en de pech heeft dat z’n derailleurpatje niet bijster stijf is, weet dat het best een uitdaging is om deze consistent over het hele bereik goed te laten schakelen.
“De cassette is namelijk een huzarenstukje aan precisie-engineering, waar mijn techneutenhart sneller van gaat kloppen.”
En preciezer schakelen doet Transmission absoluut. Nu komt dat niet alleen door de stijvere, rechtstreekse derailleurmontage; de andere ster van show is de cassette. Dat is namelijk een huzarenstukje, waar mijn techneutenhart sneller van gaat kloppen. Sram heeft de Transmission-cassettes verregaand geoptimaliseerd met zéér specifieke tandvormen en schakelprofielen. Alles bij elkaar maken die dat de ketting alléén kan verplaatsen in specifieke zones.
Bij de kleinere kransen gaat dat over twee plekken per omwenteling en vanaf de zesde versnelling neemt dat toe tot vier plekken bij de grootste kransen. En daarmee kan Sram garanderen dat de ketting altijd perfect in de volgende krans grijpt. Nu moet je begrijpen dat in feite elk cassette-ontwerp dit nastreeft. Maar het verschil met bijvoorbeeld de zeer verfijnd schakelende Hyperglide Plus 12-speed cassettes van Shimano is dat bij Srams Transmission de ketting ook werkelijk uitsluitend in de specifieke zones kan verplaatsen. Shift mapping noemt Sram dit. Onthou dit cruciale verschil eventjes…
“…het verschil met bijvoorbeeld de zeer verfijnd schakelende Hyperglide Plus 12-speed cassettes van Shimano is dat bij Srams Transmission de ketting ook werkelijk uitsluitend in de specifieke zones kan verplaatsen. Shift mapping noemt Sram dit.”
Stil en soepel, maar traag wanneer het er om spant
De eerste paar meters op de Trek Top Fuel met X0 Eagle Transmission zijn meteen indrukwekkend. Want die shift mapping doet precies wat Sram belooft. Je kunt de derailleur op elk gewenst moment schakelen, maar de ketting verplaatst pas wanneer dat volgens het schakelprofiel in de cassette kan. Het gevolg: een enorm soepele en vooral stille schakelactie, omdat de ketting simpelweg nooit doortrapt, maar perfect in de volgende krans ingrijpt. En ja, dat resulteert in uiterst verfijnde schakelacties zonder onheilspellende geluiden.
De derailleur heeft géén sensoren die detecteren waar je ketting ergens uithangt op de cassette of wat je pedaalcadans is. Het concept werkt dus vooral vanwege dik-dun-vertanding in de cassette. Trap je dan ook zonder grote druk op je pedalen, dan zul je van het moment dat je drukt op de knop kortstondig nog wel het klassieke geratel horen van een ketting die wel wil maar (nog) niet kán verplaatsen. Maar hoe meer druk je zet op de pedalen, hoe soepeler het verloopt, want ook dat geratel wordt dan onderdrukt. En dat is ronduit indrukwekkend en bijna genoeg om volledig overtuigend te zijn van Transmission. Ja, bijna, want dit is nog niet het hele verhaal.
“Je kunt de derailleur op elk gewenst moment schakelen, maar de ketting verplaatst pas wanneer dat volgens het schakelprofiel in de cassette kan. Het gevolg: een enorm soepele en vooral stille schakelactie, omdat de ketting simpelweg nooit doortrapt, maar perfect in de volgende krans ingrijpt.”
Voorgenoemde gaat vooral op wanneer je één krans per keer schakelt. Wil je méér dan één krans ineens schakelen, dan merk je dat het langer duurt voordat je de versnelling hebt die je wilt hebben. Want, zoals gezegd, de ketting verplaatst uitsluitend dáár waar het kan. En juist bij meer dan één krans schakelen merk je de opeenstapeling van die vertragingen. Srams adagium bij Transmission: blijf maar gewoon doortrappen, die ketting volgt wel. En dat klopt absoluut, maar netto is de schakelactie bij Transmission dus minder snel dan bij Srams vorige AXS-derailleurs of alles wat je maar mechanisch bediend. En hierin zitten ook precies mijn twee grote bezwaren.
Minder connectie
Mijn eerste bezwaar is dat ik met Sram Transmission minder connectie, of verbinding voel. Er is geen duidelijke en/of consistente relatie tussen de schakelinstructie op het stuur en de actie achteraan die je uiteindelijk in je benen voelt. Bij de vorige generatie Eagle AXS en ieder andere mechanische groep is dit veel duidelijker en vooral rechtstreeks én consistent met elkaar verbonden. Nu zit hier absoluut een gewenningsfase bij en vooral onder normale omstandigheden went het uiteindelijk.
Begin juni reed ik de Gwydir Mawr & Bach-trails in Noord-Wales, een trailnetwerk met flink wat rotsen, krappe technische secties, snelle doordraaiers en onverwachte steile hellingen kort na een bocht onderaan een dito steil afdalingen. En bij die onverwachte secties ontpopte zich mijn tweede bezwaar. Ik ga mijn punt wederom maken aan de hand van Srams vorige AXS-generatie én elke mechanische derailleur momenteel op de markt.
Moeilijker grote schakelstappen te maken
Als je onverwachts tegen een steile muur op kijkt, ram je op de schakelaar en schakel je de derailleur in één beweging twee, drie of méér kransen groter, om snel een flink lichtere versnelling te hebben en daardoor toch boven te komen. En terwijl je knieën op ontploffen staan, lukt het vaak in pakweg een halve crankomwenteling om de ketting over meerdere kransen te verplaatsen. Omdat dat kán. Toegegeven; dat gaat allerminst verfijnd, want de ketting wordt verplaatst ongeacht of-ie op de voor schakelen geoptimaliseerde tanden ligt. Een perfect ingrijpen in de volgende krans is dus allerminst gegarandeerd. Bijgevolg wil de ketting dus wel eens een tandje doorschieten en dat gaat gepaard met onheilspellende geluiden. Geluiden die vaak bij samen gaan met de gedachte: “Had je maar een halsketting in plaats van fietsketting moeten worden vriend!”
“In feite betekent de intrinsieke vertraging in het schakelsysteem dat je dus meer moet anticiperen. Maar dat is precies het probleem, want dat lukt dus bij onverwachte secties simpelweg niet.”
Maar nu komt het punt: Bij Transmission kan dit dus per definitie niet. Vanwege de shift mapping kán de ketting nergens verplaatsen behalve in de zones waar Sram een soepele schakelactie kan garanderen. Het gevolg: je moet beduidend méér dan een halve crankrotatie maken. En ik weet niet of jij Nino Schurter bent (in dat geval: leuk dat je ons volgt en gefeliciteerd met je vijfendertigste wereldbeker-overwinning!), maar ik heb niet altijd de power om dat nog voor elkaar te krijgen… In feite betekent de intrinsieke vertraging in het schakelsysteem dat je dus méér moet anticiperen. Maar dat is precies het probleem, want dat lukt bij onverwachte secties simpelweg niet.
Het is precies op dit punt dat het duidelijk wordt welke doelgroep Sram vooral voor ogen had bij de ontwikkeling van Transmission. Juist ja; de e-mountainbiker. Want ga maar na; elke fabrikant van schakelspul raad je met klem af méér dan één krans per keer te schakelen wanneer je benen én een middenmotor samen het werk laat doen. Het gecombineerde vermogen betekent, zeker bij dit soort schakelgedrag, een flinke toename van slijtage of erger: kettingbreuk.
Schakelaars op e-bikes zijn om die reden vaak al gelimiteerd, zodat je maar één krans per duim- of vingerbeweging kunt schakelen. Maar dan nog kun je zelf vrij snel nog eens drukken. Sram ondervangt dit door het samenspel van ketting en cassette mechanisch veel strikter te dirigeren. Dit is vanuit technisch oogpunt absoluut briljant en goed uitgevoerd. En dat adagium ‘door blijven trappen, die ketting volgt wel’? Dat is dus geen probleem als je in het vooronder wat koper en magneten hebt ronddraaien…
Nooit meer voorzichtig hóeven zijn
“Maar hoe vaak kom je nou een onverwachte, onmogelijk steile helling tegen?” Ja, terechte vraag. Want om nu de X0 Eagle Transmission volledig af te serveren als ‘minder goed’ voor de spierfietser op basis van die situatie is niet helemaal realistisch. Want de situatie die ik hiervoor schetste, is inderdaad een uitzondering. En één die zelfs bij geoefende fietser, die haast telepathisch verbonden is met z’n materiaal, vaker mis dan goed gaat. En dat misgaan kan van alles zijn; alsnog niet licht genoeg kúnnen schakelen en dus toch net die tractie niet houden of erger: tanden van de cassette verbuigen of de ketting door midden trappen.
Nu kan ik nog een heel betoog geven over dat ‘the art of cycling’ óók betekent dat je weet om te gaan met de verfijnde onderdelen aan je fiets. Dat je niet alleen weet hoe je een lekke band repareert. Maar dat je ook weet hoe je je aandrijfonderdelen in goede conditie houdt. En hoe je met de finesse van een pianostemmer je derailleur perfect afstelt. En dat je het goed leren bedienen van je fiets óók een onderdeel is van de uitdaging die mountainbiken ‘moet zijn’ (…). Met als summum de perfecte harmonie tussen stuurskills op een uitdagend pad en de kunde om op het juiste moment op de shifter te drukken en beenkracht te moduleren om een perfecte schakelactie voor elkaar te krijgen, zodat het achterwiel tractie behoudt en je de ketting niet doormidden trapt. Die dagen zijn misschien zeldzaam, maar dat maakt het misschien wel juist nóg toffer. Ja, noem mij maar een romanticus…
“Transmission schakelt misschien een tikkie traag en gevoelloos en dan kan je – zoals ik in eerste instantie doe – betitelen als nadelen. De keerzijde is dat het je er geen omkijken meer naar hebt.”
Maar dat is óók het punt van Transmission. Ja, Transmission schakelt misschien een tikkie traag en gevoelloos en dan kan je – zoals ik in eerste instantie doe – betitelen als een nadeel. Maar het voordeel is dat het je er geen omkijken meer naar hebt. Want ga maar na; na de montage en hooguit een eenmalige fijnverstelling via de app of rechtstreeks op de shifter, werkt Transmission keer-op-keer, zonder verloop, zonder gedoe, altijd. Gewoon schakelen en door blijven trappen, geen onheilspellende geluiden die de laatste omwenteling van de ketting voorspellen. Het hele samenspel van de cassette en de derailleur, betekent simpelweg dat er eigenlijk niets meer fout kán gaan. En als jij net een flink deel van je salaris hebt ingewisseld tegen een nieuwe bike, is het best een geruststelling dat je je aandrijving niet zelf vroegtijdig de nek om kunt draaien door een onhandige actie.
Pod Controller: mixed signals
Dat het niet fundamenteel mis lijkt te kunnen gaan met Transmission is een fijn gegeven, vooral omdat ik nogal eens ruzie heb met de nieuwe Pod Controllers. Ik druk regelmatig op de verkeerde knop. Dus in plaats van lichter, schakel ik per ongeluk zwaarder. Verfijnde biker? Prutser, bedoel je! Ja, blijkbaar wel. Dat beide knoppen hetzelfde gevoel én bewegingsrichting hebben en ook nog eens relatief dicht bij elkaar zitten, maakt dus klaarblijkelijk dat ik me makkelijk vergis. Toegegeven; ik rij op veel verschillende fietsen. Maar waar ik me bij een mechanische Shimano- of Sram-schakelaar nóóit vergis omdat die voor op- en afschakelen totaal andere – en vooral op andere plekken gepositioneerde – hendels hebben, gaat het bij de AXS Pod Controller nog steeds vaak mis. Wennen? Ongetwijfeld zal het automatisme op den duur het wel een keer overnemen…
Ergonomie
Ik vind de tuimelschakelaar van Srams vorige generatie AXS intuïtiever met twee duidelijk andere bewegingsrichtingen. Die schakelaar viel bij velen om ergonomische redenen niet zo in de smaak. Reden genoeg voor Sram om de Pod Controller te ontwerpen. Inmiddels lees ik her en der collega-journalisten die erg tevreden zijn over de Pod Controller. Ik behoor dus niet tot dat kamp. Enerzijds om voorgenoemde vergissing in de knoppen, maar ook door z’n vormgeving. En dan heb ik het niet over de rubber knoppen zelf. Sram levert voor de Pods twee typen. Die ik testte zijn vlak tot lichtjes hol, maar er zijn er ook die juist bol zijn. De behuizing van de Pod Controller is nogal fors. En ondanks de meervoudig instelbare montagebeugels, krijg ik hem niet lekker gepositioneerd.
Mijn handen zijn niet extreem klein, maar ook niet extreem groot. Ik heb van alles geprobeerd, maar zelfs het ‘best mogelijke’ werkt voor mij nog altijd niet erg ergonomisch. Ik zou het liefst de knoppenkast rond een verticale as roteren. Als ik nu mijn duim naast de shifter heb hangen en wil schakelen, moet ik hem overstrekken om óp de knoppen uit te komen.
Tuimelaar blijft een optie
Uiteraard is zoiets als ergonomie extreem subject. Sram begrijpt dat ook en alleen al om die reden blijft de tuimelschakelaar van de vorige AXS-generatie gewoon in productie. Die is namelijk ook zonder enig probleem op te nemen in je AXS-setup met een Transmission derailleur. Ik zou geen twee keer meer hoeven na te denken als ik een Transmission-fiets zou samenstellen: doe mij die tuimelaar maar.
Conclusie
Laat het feit dat ik vrij veel woorden heb besteed aan het uiten van bezwaren je niet in de luren leggen. Toegegeven: ik ben inderdaad niet onverdeeld enthousiast over Sram Transmission. Maar vooropgesteld: er zijn volop punten waar ik erg van onder de indruk ben. Het is mooi om te zien dat Sram durft om véél meer integraal na te denken over een schakelgroep en frame, dan pas te beginnen bij de relikwie van de tijd die het klassieke montagepunt van een derailleur is. De UDH-interface is inmiddels behoorlijk ingeburgerd én tegelijkertijd nog steeds compatibel met andere schakelsystemen.
“De cassette is een huzarenstuk als het gaat om mechanische verfijning. Samen met de derailleur is het weliswaar niet de snelste, maar wél stilste en soepelst schakelende combinatie die momenteel bestaat.”
Verder vind ik het bijzonder knap wat Sram in het samenspel tussen elektronica en mechanica voor elkaar heeft gekregen. De cassette is een huzarenstuk als het gaat om mechanische verfijning. Samen met de derailleur is het weliswaar niet de snelste, maar wél stilste en soepelst schakelende combinatie die momenteel bestaat. En inderdaad; hoe harder je trapt, hoe beter dat het gaat. Dat is goed beschouwd gewoon echt knap en levert samen met het ontbreken van de noodzaak dingen af te stellen, een systeem op waar je nauwelijks naar om hoeft te kijken.
Maar dit alles maakt het nieuwe schakelconcept van Sram voor mij zo’n dilemma. Want hoe soepel en stil het ook is; ik mis verbinding met wat er achteraan aan de fiets gebeurt. Aan de andere kant; als het uiteindelijk allemaal gewoon werkt, boeit dat op den duur toch niet? Hmmja, daar ben ik dus niet zo van overtuigd. Maar misschien is dat die romanticus (…) in me. Misschien ben ik er nog niet aan toe om mijn eigen superieure schakelskills los te laten. De perfecte timing tussen wat mijn hand aan het stuur doet, mijn vermogen om uh… vermogen in de benen nauwgezet te moduleren, om zo die ene kansloos steile muur of obstakel als nog te ‘clearen’. Om vervolgens geheel buiten adem bovenaan te concluderen dat dit pad niet eens in de route hoorde. Maar ja, hoort verkeerd rijden en prutsen met je versnellingen niet ook bij mountainbiken? Aan de andere kant, als dat soort argumenten reden zijn om niet door te ontwikkelen, was de mountainbike er nooit geweest en renden we nog steeds in berenvellen rond om eten te zoeken.
Arjan, mijn complimenten voor deze mooie scherpe analyse. Top.
Complimenten voor dit eerlijke artikel. Ik fiets inmiddels twee maanden met een XX groep en herken de kritiekpunten, al ben ik onder de streep toch wel erg blij met de overstap naar Transmission. Vooral op korte en steile klimmen is het echt een genot dat je volle bak kunt blijven doortrappen terwijl je stap voor stap een steeds lichter verzet er op legt. Daardoor hoef ik vrijwel nooit meer ‘ineens’ meerdere versnelling terug te schakelen, waardoor de klacht van het trage schakelen voor mij grotendeels vervalt. Ook ik gebruik overigens de oude schakelaar, die is veel fijner en veelzijdiger bovendien… Lees meer »