Vittoria: grafeen, TNT en 4C
Voor het geval je denkt dat de Italiaanse fietsbandenmaker Vittoria een niche-speler is; naar eigen zeggen maken ze dik zeven miljoen banden per jaar! Eén van hun grootste unique-selling-points is de toepassing van grafeen. Grafeen? Dat is een relatief nieuw, superlicht en tegelijkertijd zeer sterk materiaal dat bestaat uit slechts één enkele laag koolstofatomen. Je herkent de grafeen-varianten van verschillende Vittoria-modellen aan het G-icoontje op de wangen van de band. Wat grafeen doet als je het in de rubbermix van een mountainbikeband verwerkt? Omdat de grafeen-atomen de ruimte tussen de rubbermoleculen opvullen, zou de rolweerstand verlaagd en de grip en slijtage verhoogd worden. En dat is zo’n beetje de heilige graal voor bandenmakers. Immers, meer grip staat meestal gelijk aan een hogere rolweerstand en een snelle slijtage. En andersom, een lage rolweerstand gaat meestal samen een minder grip en minder slijtage.
Naast het G-icoontje worden de wangen ook gesierd door de letters TNT en 4C. Het eerste staat voor ‘Tube/No-Tube’, wat wil zeggen dat je deze banden met klassieke binnenbanden of met een sapje kan rijden. ‘4C’ geeft aam dat in het profiel vier verschillende hardheden rubber (“compounds”) verwerkt zijn. Concreet betekent dat, dat de noppen op het loopvlak relatief hard zijn, voor een lagere rolweerstand en een hogere slijtvastheid, terwijl de noppen aan de buitenkant juist relatief zacht zijn om de grip te optimaliseren. Zowel onder het loopvlak als onder de buitenste noppenrijen is harder rubber aangebracht. In het eerste geval om het profiel te stabiliseren bij remmen. En in het tweede geval om wegknikken van de noppen in snelle bochten tegen te gaan.
Heilige graal
Heeft Vittoria die heilige graal écht gevonden? In deze door marketeers gedomineerde industrie is het zelfs voor doorgewinterde fietsjournalisten geen sinecure om de feiten van de fictie te onderscheiden. Echter, feit is dat Vittoria erin geslaagd is om met behulp van grafeen een extreem lichtrollende racefietsband te creëren. Dus dat het spul niks zou doen, lijkt me te vergezocht. Maar wat doet grafeen dan wel? Om op die vraag een antwoord te vinden ben ik afgelopen zomer op pad gegaan met een setje Martello en Morsa trail-banden van Vittoria.
Op het voorwiel een Vittoria Martello in de maat 29 x 2.35 inch, achter een Morsa in 29 x 2.30 inch. De reden voor die keuze is evident; de Martello is door Vittoria zowel op het loopvlak als aan de zijkanten van relatief grove noppen voorzien, wat in mijn optiek veel grip belooft. Maar met relatief weinig ruimte tussen die noppen, om de rolweerstand toch binnen de perken te houden. De Vittoria Morsa daarentegen is bijna een semi-slick, met een loopvlak van subtiele noppen in een klassieke V-opstelling, om de rolweerstand zo laag mogelijk te houden. Een rij dikke zijnoppen aan weerszijden van het loopvlak zou in snelle bochten wegglijden moeten tegengaan.
Monteren
De Vittoria Martello en Morsa gaan op een paar aluminium Newmen-wielen met een binnenbreedte van 30 mm en een haakloze velgrand. Monteren is appeltje-eitje. Omleggen, vloeibare latex erin, oppompen tot de hielen op de juiste plek ploppen en klaar. Nou ja, een soort van. In de achterband heb ik als extra bescherming tegen stootlekken een Vittoria Air-Liner gemonteerd, wat het bovenstaande verhaal iets bewerkelijker maakt. Iets, maar niet veel, want de Air-Liner laat zich in vergelijking tot veel andere tire-inserts relatief makkelijk monteren.
Eenmaal opgepompt rond de 30 mm brede velgen zorgen beide banden voor een verrassing. Bij de 2.35 inch Martello geeft de schuifmaat namelijk slechts 2.30 inch aan, terwijl bij de 2.30 inch Morsa de schuifmaat juist iets méér aangeeft: 2.37 inch. Het blijft verbazingwekkend dat bandenmaten vaker niet dan wel overeenkomen met de realiteit.
Dalen met beleid
Maar goed, iets breder of iets smaller, het gaat erom hoe de banden rijden. Ik begin eerst met het dalen. Dat klinkt gekker dan het is. In het Oostenrijkse Nauders, op de grens met Italië en Zwitserland, rijd ik namelijk de 3-landen-enduro-trails. Daarbij overwin je de meeste hoogtemeters met gondels en stoeltjesliften, maar zijn er ook verbindingssecties die je met spierkracht overwonnen moeten worden. Maar deze klimsecties tref je echter pas halverwege de ronde. Eerst dus met de gondel vanuit Nauders helemaal omhoog.
Over de makkelijke groene Zirmtrail, met zo’n eindeloze aaneenschakeling van kuipbochten en z’n gladde en harde ondergrond van aangestampte aarde, is het superlekker knallen. M’n bike rolt pijlsnel naar beneden. Echter, als ik hard in de bochten push voel ik de banden wegknikken. En als ik vervolgens stop om ze harder op te pompen, zie ik zowel voor als achter sporen van gelekte latex; blijkbaar hebben beide banden de G-krachten niet kunnen weerstaan en hebben ze geburpt. Hier wreken de relatief soepele wangen zich.
Zo strak als de Zirm Trail is, zo ruig is de aansluitend Bunker Trail aan de Italiaanse kant van het gebied. Bovenin dit flink uitgereden pad vind je een opeenvolging van grote rotsen en een wirwar van losse keien, onderin is het een wortelwalhalla.
De Vittoria’s hebben het hier zwaar te verduren, vooral de Martello aan de voorkant. Met name op kale rots en losse stenen is de grip niet zoals ik zou willen dat-ie was. Vaker dan me lief is glijdt de Martello weg. Terwijl die semislick-achtige Morsa aan de achterkant het juist veel beter doet dan ik verwacht had. Hierdoor is m’n bike helaas niet altijd even goed in balans.
Lager, tussen de worteltapijten in het bos, vinden de noppen van de Martello gelukkig wel meer houvast. Maar los daarvan levert het soepele karkas in deze omstandigheden te weinig ondersteuning. En bovenal is het jammer, dat de band over veel minder volume beschikt dat-ie zou moeten hebben.
Klimmen als een malle
Bij de Reschensee pakken we weer een lift omhoog en nemen een stuk van de Schöneben Trail mee, die voornamelijk door een dicht bos slingert. Hier, op een ondergrond van aarde, wortels en zo nu en dan een verdwaalde kei, zijn beide banden probleemloos. De ware kracht van de Vittoria’s ervaar ik echter pas tijdens de lange klim naar de Zwitserse grens. In no-time en zonder me overmatig in te spannen rijd ik weg bij mijn fietsmaatjes. Alsof ik met een paar xc-banden in plaats van trail-banden onderweg ben!
Okay, in een gebied als dit met al die liften heeft dat niet veel toegevoegde waarde, maar als je al je hoogtemeters met spierkracht moet overwinnen – zoals ik een week later bij het Italiaanse Comomeer zelf moet doen, met een klim van 1.800 hoogtemeters aan één stuk – dan ga je deze eigenschap natuurlijk wel waarderen. Daarbij is het comfort prima, vooral dankzij de dikke Morsa aan de achterkant. Vanwege z’n geringere luchtvolume blijft ook op dit vlak de Martello wat achter.
Het bovenstaande is een eerste indruk op basis van een dag trails rijden in Nauders. Maar ook op andere plekken waar ik afgelopen zomer was – St. Moritz, Lago di Como – manifesteren dezelfde plus- en minpunten zich telkens weer: snel en makkelijk omhoog, maar met beperkingen en een vooruitziende blik omlaag. Overigens, ondanks dat de wangen relatief dun zijn, heb ik geen enkele keer lek gereden. Geen stootlek, maar ook geen lek als gevolg van stekels of steentjes. Dat kan toeval zijn, maar ik geef je toch even mee dat ik een notoire lekrijder ben. Maar goed, niet met deze banden.
Maten, gewichten en prijzen Vittoria Martello en Morsa
- Martello 29 x 2.35 inch TNT Graphene 2.0 4C: 920 gram, € 62,90
- Morsa 29 x 2.30 inch TNT Graphene 2.0 4C: 930 gram, € 62,90
Meer informatie: vittoria.com
Conclusie
Zou ik de combi van de Vittoria Martello voor en Morsa achter mijn vrienden aanbevelen? Hangt er vanaf. Wie een agressieve en dynamische rijstijl en/of een voorkeur ruig en stenig terrein heeft, stuit met deze banden al snel op de beperkingen van het profiel en het karkas. Met name de Martello schiet dan tekort als het gaat om stabiliteit en bochtengrip. Dat eerste is op te lossen door te gaan voor de zwaardere TLR-uitvoeringen, met zwarte in plaats van grijze wangen. Maar dat laatste is gewoon zoals het is. Echter, toerders die in de Alpen vlot hoogtemeters willen veroveren en er onderweg naar beneden een relatief defensieve en anticiperende rijstijl op nahouden, zouden wel eens heel blij kunnen worden van dit relatief snelle setje. Vooral van de comfortabele Morsa, die veel meer is z’n mars heeft dan je op grond van z’n karig geprofileerde loopvlak zou verwachten.
Nawoord
Vittoria laat weten dat de Morsa uit de collectie gaat. En dat een vervanger in de vorm van de nieuwe Mazza al klaarstaat. We zien inderdaad overeenkomsten tussen de Morsa en de Mazza. Maar óók veel verschillen. Een testpaar is inmiddels onderweg, zodat we ook de Mazza in passend terrein op de proef kunnen stellen. Overigens, wie interesse heeft in de hierboven geteste Morsa hoeft niet teleurgesteld te zijn; deze band is op veel verkooppunten namelijk nog wel verkrijgbaar.
Tekst: Sebastiaan Kruik
Foto’s: Arjan Kruik