Tekst en foto’s: Arjan Kruik
Bikefit oplossing voor oncomfortabel fietsen?
Om gelijk maar even met de deur in huis te vallen: ik ben meer mountainbiker dan racefietser. Altijd al geweest. Natuurlijk heb ik een racefiets in de schuur staan, maar dat is voornamelijk omdat ik daarmee direct vanuit huis een rondje kan trappen. Het dichtstbijzijnde mountainbikeparkoers ligt namelijk drie autokwartieren bij mijn woonplaats vandaan. Een gepassioneerde love affair hadden we nooit, m’n racer en ik. Ik zat er gewoon niet lekker op. Pijn hier, drukpunt daar. Oncomfortabel en onprettig.
“Mijn racefiets en ik zijn weer vrienden geworden. Nog steeds geen bloedbroeders, maar we gaan wel vaker dan voorheen samen op pad; de pijnlijke plekken en het ongemak zijn verdwenen. ”
Dat de bovenstaande alinea in de verleden tijd staat heeft een reden: mijn racefiets en ik zijn sinds afgelopen winter weer vrienden geworden. Nog steeds geen bloedbroeders, maar we gaan wel vaker dan voorheen samen op pad; de pijnlijke plekken en het ongemak zijn verdwenen. Dat heb ik, indirect, te danken aan Erik Stokker, marketeer bij Shimano Benelux. Die adviseerde me, toen we een praatje hadden over fietsen en de ongemakken die daar soms bij komen kijken, te rade te gaan bij Bikefitting.com. Daar had jij zichzelf ook beter op z’n fiets laten zetten. Een gevalletje van ‘Wij van Wc-eend adviseren Wc-eend’ natuurlijk, want Bikefitting.com is een dochteronderneming van Shimano. Maar ik ken Erik al wat langer en ik weet dat zijn advies oprecht is. Niet veel later staat daarom een afspraak het hoofdkantoor van Bikefitting.com in het Limburgse Valkenburg in m’n agenda. Ik ben benieuwd!
In drie stappen lekkerder fietsen fietsen
Mijn ‘fitter’ in Valkenburg is Niels Boon, voormalig xc- en marathonracer. De bikefit bestaat feitelijk uit drie delen, vertelt hij. Allereerst een statische fitting, waarbij de lichaamsafmetingen en de flexibiliteit van de fietser vertaalt worden naar de juiste fietshouding. Daarop volgt een dynamische fitting, waarbij met een aan sensoren gekoppelde camera een bewegingsanalyse van de fietser gemaakt wordt. Afsluitend is er een pedaalanalyse op een speciale pasfiets, waarbij de trapefficiëntie gemeten en verbeterd wordt. “Je hoeft niet al deze fasen te doorlopen”, benadrukt Niels. “Als je doel uitsluitend is, dat je goed op de fiets wilt zitten, dan volstaat in de veel gevallen een statische fitting.”
“De rechtervoet is bijna een maat kleiner dan de linker. Met name het beenlengteverschil zou een deel de klachten kunnen verklaren, meent bikefitter Niels.”
De statische fitting bestaat ruwweg uit twee delen: het meten van mijn fiets en het meten van mijzelf, van top tot teen. Mijn rechterbeen blijkt acht millimeter korter dan het linker. Vreemd genoeg staat de rechterschouder juist hoger en ook iets naar voren gedraaid. De rechtervoet is bijna een maat kleiner dan de linker. Met name het beenlengteverschil zou een deel de klachten kunnen verklaren, meent Niels. In de tweede fase wordt de souplesse van de spieren en gewrichten gemeten. Niels stelt hierbij vast dat het kortere rechterbeen veel minder flexibel is dan het linkerbeen. Ook is de rechterenkel minder mobiel. Zijn oplossing is het plaatsen van een vulplaatje van twee millimeter onder de rechterschoen, om een deel van het beenlengteverschil op te vangen.
Dynamische fietsmeting
Op een speciale pasfiets, de Pedaling Analyzer, komt alles samen. Op basis van de meetgegevens van zo-even stelt Niels de zitpositie af. Vervolgens mag ik plaatsnemen op het zadel van de Pedaling Analyzer en hangt hij me vol met sensoren. Op ieder gewricht komt er eentje. Op het scherm is te zien, hoe ik mijn kracht op de pedalen overbreng. Eerst doe ik een ‘rondje’ zonder tussenplaatje onder mijn rechterschoen. De linkerknie draait ver naar buiten, m’n onderrug wiebelt onrustig. Links lever ik 47% van het vermogen, rechts 53%, de efficiëntie van de pedaalslag is respectievelijk 46% en 48%.
“Het beeld is gelijk anders. Het linkerbeen zwabbert minder heen en weer, de zit is minder onrustig en de pedaalslag regelmatiger en efficiënter.”
Dan een virtueel rondje mét het vulplaatje onder de rechter zool. Het beeld is gelijk anders. Het linkerbeen zwabbert minder heen en weer, de zit is minder onrustig en de pedaalslag regelmatiger en efficiënter. Links lever ik nu 49% van het vermogen, rechts 51%. Het rendement van de pedaalslag neemt toe naar 54% (links) en 51% (rechts). “Je hebt een symmetrische en efficiënte pedaaltred”, vindt Niels. “Hier is verder weinig te verbeteren.” Mooi, die kan ik in mijn zak steken.
Afstellen eigen fiets
Op de afstelling van mijn fiets heeft Niels wel het nodige aan te merken. Op basis van zijn bevindingen concludeert hij dat het zadel flink omhoog en naar achteren moet. Zo ver zelfs, dat hij de zadelpen met rechte kop vervangt door een exemplaar met setback. Ook het stuur gaat omhoog. “De lengte van de stuurpen hoeft niet aangepast te worden”, concludeert Niels afsluitend. “Jouw stuur heeft al een erg korte reach. Met de aanpassingen ga je een grote verbetering van comfort en fietsplezier ervaren!”, zo verzekert hij me.
“Ik zit veel meer ontspannen op mijn fiets. Zóveel meer, dat ik weer plezier heb in het rijden.”
En gelijk heeft Niels! Ik zit veel meer ontspannen op mijn fiets. Zóveel meer, dat ik weer plezier heb in het rijden. Ik pak m’n racer vaker, rijd langere afstanden en kom minder vermoeid thuis. Kortom, ik vind rijden op de racefiets weer leuk. Oei! Toch oppassen dat ik mijn mountainbike niet ga verwaarlozen…
Arjan reisde af naar het hoofdkantoor van Bikefitting.com in het Limburgse Valkenburg, maar je kunt je volgens hun methode en met hun apparatuur op verschillende plekken in de Benelux laten meten. Meer info en dealeradressen op bikefitting.com.
Ook fietsmeting en bikefit als je geen klachten hebt?
Om de foto’s bij dit verhaal te kunnen maken, heeft ook onze testpiloot en fotofietser Sebastiaan een sessie bij Niels doorlopen. Sebas’ uitgangspositie was geheel anders dan van mij. Had ik vooraf volop klachten, Sebas zat al lekker op zijn fiets, vond hij. Geen racer trouwens, maar een een Conway GRV-gravelbike. De vraag is dan: heeft een bikefit zin bij iemand die geen klachten heeft? Verrassend genoeg wel, want ook bij Sebastiaan wist Niels de nodige verbeteringen te realiseren:
- De schoenplaatjes stonden teveel naar achteren, die zijn meer naar voren gegaan.
- Omdat Sebas vrij platte voetbogen heeft Niels inlegzooltjes geadviseerd om de voet extra te ondersteunen.
- Sebas’ trapfrequentie was vrij laag (68 rpm). “Bij een dergelijke lage trapfrequentie worden vooral de knieën zwaarder belast. Het verdient aanbeveling om een wat hogere cadans aan te wennen”, aldus het eindrapport dat Niels opstelde.
- Het zadel is 8 mm omhoog en 2 mm naar achter gezet.
- Verder mankeerde aan de afstelling van de fiets van Sebas, eigenlijk niets. “Da’s een groot voordeel van gravelbikes”, zegt Niels. “Vanwege de relatief lange balhoofdbuis zit je daar over het algemeen veel makkelijker comfortabel op dan op een racefiets. Er wordt vaak geroepen dat gravelbikes zo populair zijn omdat wielrenners graag onverhard willen rijden. Maar ik denk dat het óók komt omdat gravelbikes gewoon lekkerder zitten!”
Moet dus iédereen zich laten bikefitten? Nee, als het niet nodig is moet je het niet doen. Een bikefit is namelijk niet bepaald gratis. Maar wie te kampen heeft met fysieke onvolkomenheden, het rijcomfort wil vergroten en/óf zijn prestaties wil optimaliseren, die moet zeker niet aarzelen om zichzelf langs de meetlat van Bikefitting.com te leggen. En al als je op het punt staat een nieuwe racefiets of gravelbike aan te schaffen, is een bikefit al helemaal aan te bevelen: met behulp van de data en inzichten die een bikefit oplevert, kan de dealer je namelijk veel beter het voor jou beste model en maat gravel- of racefiets adviseren.
Dit verhaal is origineel gepubliceerd op 10 april 2022