Tekst: Jeroen van den Brand // Foto’s: Arjan Kruik & Jeroen van den Brand // Grafieken: Eric Wictor
Introductie
We herhalen het nog maar eens: de gravelbike gaat de mountainbike achterna. Niet alleen qua bandbreedtes en geometrie, ook ten aanzien van de aandrijving. Voorderailleurs lijken langzaam maar zeker uit den boze te zijn, want ook bij gravelbikes zijn 1x-aandrijvingen populair, althans… in eerste instantie vooral bij de product managers die de fietsen samenstellen. Maar als ik zo een beetje rondkijk en luister, zijn er nog vol op gravelbikers die niet overtuigd zijn van een voorderailleurloos bestaan. En hoewel Sram ze ook nog aanbiedt – met de nadruk op ‘nog’ – lijkt Shimano de voorzitter te zijn van de vereniging VVBVV. Oftewel: de vereniging van Voorvechters Voor Behoudt Van Voorderailleurs.
Ook Shimano rolt met zijn GRX gravelgroepen 1x-aandrijvingen uit, maar zet ze veel nadrukkelijker neer naast 2x-opties, dus mét dubbele kettingbladen en voorderailleur. Een aandrijving met een enkel kettingblad is eenvoudiger, maar heeft zo z’n nadelen. Aandrijvingen met twee kettingbladen bieden méér en vooral kleinere versnellingstappen met een redelijk bereik. Niettemin laat Shimano mijns inziens met z’n GRX 2x-aandrijvingen óók nog wat te wensen over. Tijd om eens in de afwegingen in de keuze tussen Shimano GRX 1x en 2x te duiken.
Waarom een aandrijving zónder voorderailleur?
Sinds Sram aandrijvingen zónder voorderailleur promoot bij mountainbikes is de term ‘bereik’ langzaam maar zeker aan het inburgeren bij fietsers. Bereik zegt iets over het verschil tussen de lichtste en zwaarste versnelling die met een aandrijving te maken is. Voorderailleurloze aandrijvingen hadden in de eerste jaren last van een beperkter bereik, vergeleken met systemen waar je wél twee kettingbladen vooraan én een voorderailleur hebt. Maar, zo was destijds de gedachte, voor sommige mountainbikers is dat genoeg.
Met het steeds groter worden van cassettes begint dat ‘sommige’ te verschuiven naar ‘vrijwel iedereen’, óók bij gravelbikes. Want inmiddels zijn er volop 1x-aandrijvingen die eenzelfde bereik bieden als de meer klassieke 2x-systemen. Sterker, er zijn nu zelfs 1x-aandrijvingen te vinden met een groter bereik.
Maar waarom is de voorderailleur zo’n onwenselijk ding, zoals sommige dat proberen weg te zetten? Er zijn grofweg vier aspecten die meespelen in de trend naar een voorderailleurloos bestaan. Maar – en nu loop ik alvast op de fanfare vooruit – het zijn noch individuele, noch collectieve argumenten die de voorderailleur ontegenzeggelijk nutteloos maken.
1. Zonder voorderailleur betere veersystemen
Bij mountainbikes blijkt het rijden met één kettingblad vooraan dé sleutel naar het verbeteren van de achtervering. Doordat de verticale afstand tussen de ketting en de trapas met één kettingblad gelijk blijft, kan men de scharnierpunten van het veersysteem dusdanig optimaliseren dat het veergedrag onder trapbelasting véél consistenter is. “Ja, boeien… daar heb ik op mijn gravelbike toch geen last van?” Nee, precies.
2. Meer ruimte voor banden en frameontwerpen
Maar er speelt nog meer. Wat bij gravelbikes hetzelfde is als bij mountainbikes, is dat het voor frame-ontwerpers een lastige taak is om een voorderailleur te combineren met diverse ontwerpwensen bij een frame. Bij mountainbikes gaat dat vooral over ruimte voor de constructie van de achtervering in samenspraak met ruimte voor de achterband. Bij gravelbikes is dit laatste vooral een punt. Het is een flinke uitdaging om een brede band mét twee kettingbladen en een voorderailleur te combineren. En dit vooral zonder dat zo’n brede band de crankarmen en de kettinglijn verder buiten duwt, wat velen als onwenselijk zien.
3. Voorderailleur schakelt niet onder hoge trapbelasting
Dan is er nog het functioneren van de voorderailleur. Anders dan een achterderailleur die in het niet-gespannen deel van de ketting functioneert en dus óók (relatief) probleemloos schakelt als je volle bak blijft trappen, probeert een voorderailleur de ketting vooraan in het gespannen deel van de ketting te verplaatsen. En hoe harder je trapt, hoe harder je je ketting vasttrekt op het kettingblad vooraan en hoe minder makkelijk – of zeg maar gerust niet – de schakeling vooraan gaat. Je moet de druk op de pedalen dus flink verminderen om te kunnen schakelen. En hoe gevarieerder het terrein, hoe vaker je hier tegen aan trapt, uh loopt.
4. Zonder voorderailleur is de bediening van de aandrijving eenvoudiger
Tot slot is er nog het bedieningsargument. Een 1x-aandrijving is simpeler in bediening. Je hebt maar één derailleur te bedienen. Dit lijkt vooral een argument voor beginnende fietsers. En doorgewinterde fietsers zullen denken “Maar ik weet écht wel hoe en wanneer ik een voorderailleur moet gebruiken, hoor!” Dat zal zeker zo zijn. Maar als je andersom redeneert: wanneer je een cassette hebt met voldoende bereik, waarom zou je dan nog moeilijk lopen doen met nóg een derailleur? Zeker als je beseft dat je bij een 2x-aandrijving een behoorlijk aantal overbrengingen dubbel hebt. Je kunt die overbrengingen maken met de ketting op het grote kettingblad vooraan en een grotere krans achteraan, of juist voor op het kleine blad en achteraan de ketting eveneens op een kleinere krans van de cassette. Gemiddeld genomen heb je bij een 2×12-aandrijving netto maar iets van 14 tot 16 unieke versnellingen.
Goed, 14 tot 16 versnellingen is nog altijd meer dan 12, dus er blijft een verschil. Maar met maar één derailleur te bedienen komt er bovendien een schakelaar vrij. Die kun je dan gebruiken voor het bedienen van iets anders, zoals een dropper-zadelpen, mocht je die willen op je gravelbike.
Shimano GRX 10, 11 en 12-speed mét en zonder voorderailleur
Met GRX zet Shimano al wat jaren een brede familie gravelgroepen neer. Dat begint met de 2×10-speed GRX RX400-serie. Daarnaast brengt Shimano 11-speed opties op twee prijsniveaus als RX600- en RX810-series mét en zonder voorderailleur. Bovendien kun je op RX800-niveau kiezen de uit mechanische of (bekabelde of semi-draadloze) elektronische bediening. Sinds vorig jaar biedt Shimano in de RX600 en RX800-serie óók 1×12 en 2×12-speed aan. Onlangs werd ook nog een semi-draadloze elektronische GRX 2×12 Di2-set-up gelanceerd. Een 1×12-speed-variant van die semi-draadloze variant laat echter nog op zich wachten.
Met zo’n breed aanbod is er voor iedereen wat wils, zou je zeggen. Maar hoe bepaal je of een 1x- of 2x-aandrijving bij je past? Uiteraard heeft de keuze tussen RX400, RX600 en RX800 (en de Di2-varianten) vooral een impact op de prijs en dat is op zichzelf al een afweging. Maar praktisch beschouwd is de keuze tussen Shimano GRX 1x en 2x er een die je op meerdere manieren kunt bekijken. Zo is er enerzijds het bereik van de aandrijving, anderzijds wat daarbij de effectieve lichtste en zwaarste overbrengingen (‘versnellingen’) zijn. En verder heeft de keuze van tussen 1x en 2x een effect op de stapgrootte per versnellingsstap en daarmee op hoe nauwgezet je je cadans kunt aanhouden. Hoe al deze aspecten samenkomen of juist op gespannen voet met elkaar staan, leg ik je hieronder graag uit.
Overweging 1: Bereik
Het bereik van een aandrijving zegt iets over hoever de lichtste en grootste overbrenging uit elkaar liggen. Hoe groter het bereik, hoe meer mogelijkheden je hebt om flink snelheid te maken én steil te klimmen. Zodra het bereik kleiner wordt, moet je ergens in dat spectrum een compromis maken. Waar dat compromis ligt hangt af van de gekozen kettingbladen en de grootte van de cassette.
In bovenstaande tabel zie je rechts onderaan in het dik omkaderde gebied het effectieve bereik van de combinaties die Shimano bij GRX 10, 11, en 12-speed aanbiedt. Daarbij valt onder meer op dat het bereik van de voorderailleurloze-aandrijving pas bij de gang naar 12-speed kan concurreren met aandrijvingen mét voorderailleur. Tot dan toe was het grootst haalbare bereik 506,7 procent in een GRX-set-up met een GRX800 48/31t-crankset en een 11/36t-cassette. Pas met een 1×12-speed set-up met een 10/51t-cassette ga je daar met een totaal bereik van 510 procent nipt aan voorbij.
Bereik alleen zegt niet alles
Staar je echter niet blind op alléén het bereik. Zo is het verschil tussen het grootste bereik van de 2x-aandrijving met de 11/36t-cassette én de 1×12-speed aandrijving met de 10/51t-cassette niet extreem groot: 506,7 versus 510 procent. En op basis daarvan zou je dus met beide prima uit de voeten kunnen, toch? Mjanee, niet per se. Want ook al kies je voor een zo groot mogelijk bereik, als de lichtste overbrenging nog steeds té zwaar is, kom je de berg niet op…
Onderstaande grafiek illustreert het bereik van alle Shimano GRX 1x en 2x-opties, en hoe dat bereik verdeeld is. Daarbij zie je bij de 1x-aandrijvingen (rechts in het blauwe gedeelte) dat het bereik per cassette niet verandert. De ligging (en dus wat je lichtste en zwaarste overbrengingen zijn) verplaatst echter wél naar gelang de grootte van het kettingblad vooraan. Eenzelfde principe zie je uiteraard bij de 2x-aandrijvingen. Daarbij bepaalt de keuze tussen RX600 met 46/30t en RX800 met 48/31t-kettingbladen waar het bereik ligt en wat dus je lichtste en zwaarste overbrengingen zijn.
Als je naar de 1x-aandrijving met de 10/51t-cassette kijkt, zie je dat het bereik van 510 procent in de buurt komt van de 48/31t x 11/36t 2x-aandrijving (volg de rode stippellijnen). Maar je ziet óók dat zelfs met het grootste kettingblad voor deze 1x-aandrijving die 510 procent in z’n geheel naar de lichtere kant verschoven ligt. Het lichtste klimverzet is dus lichter, maar tegelijkertijd is het zwaarste verzet dus óók lichter. Oftewel: steiler klimmen en minder topsnelheid.
Overweging 2: alles draait om cadans
Wat je in voorgaande grafiek niet ziet, is in hoeveel stappen dat bereik onderverdeeld is. En daarbij voel je al op je fietsklompen aan dat een 2x-aandrijving binnen z’n bereik méér stappen heeft. En meer stappen binnen hetzelfde bereik betekent kleinere stappen. Hoe relevant deze stappen én ook het bereik is, zien we als we dit alles vertalen naar trapcadans en rijsnelheid.
Uitzonderingen daargelaten, durf ik de uitspraak wel aan dat voor de bikers geldt dat hun gemiddelde trapcadans bij elke rit ergens tussen de 75 en 95 omwentelingen per minuut ligt. Je minimale en maximale trapcadans kunnen echter best ver uiteen liggen. Zo laag als 60 en zo hoog als 120 omwentelingen per minuut, waarbij je aan beide uiteinden van dat bereik het vaak prima kunt uithouden. Althans, zolang de belasting (vermogen) niet te groot is. Want let maar eens op wanneer je de volgende keer flink tempo wil maken, een robbertje vecht met de wind of een heuvel oprijdt; je wilt dan altijd een bepaalde cadans trappen die ergens rond je gemiddelde trapcadans ligt. Menselijke benen (en bij extensie het hele lijf) blijken bij die omwentelingen simpelweg het meest efficiënt te werken – metabolische efficiëntie, heet dat.
Ideale cadans bij 1x- en 2x-aandrijvingen
Om bij een bepaalde rijsnelheid op die cadans uit te komen, schakel je. En precies op dit punt komt een essentieel verschil tussen Shimano GRX 1x en 2x om de hoek kijken. Uit studies is het bekend dat getrainde wielrenners als ze over een langere periode gemiddeld tot hoog vermogen (< 250 watt) moeten leveren, veelal met een cadans tussen 90 en 105 omwentelingen per minuut trappen. Voor de gemiddelde sterveling liggen de waarden iets lager.
In onderstaande grafiek zie je links in het rood de twaalf verzetten van een 40t x 10/51t aandrijving en in het blauw de vierentwintig verzetten van een 48/31t x 11/36t aandrijving, weggezet tegen rijsnelheid. Bij elk verzet is een kolom weergegeven, voortkomende uit de rijsnelheid bij een onder- en bovengrens van respectievelijk 80 en 100 omwentelingen per minuut. Dit zijn gemiddeld genomen de grenzen waarbij je genegen bent om te schakelen. Zodra je trapcadans richting de 80 zakt, schakel je een verzet lichter. Andersom; wanneer je 100 omwentelingen per minuut trapt, schakel je al snel een verzet zwaarder. Althans… als dat volgende verzet (lichter of zwaarder) je ook werkelijk naar een meer ideale cadans brengt.
In onderstaande grafiek is verder de ideale cadans als doorgetrokken lijn getekend. In dit voorbeeld ligt dat dus op 90 omwentelingen per minuut. Merk op: de lijn en kolomlengten hangen uiteraard aan elkaar en zijn niet afzonderlijk te beïnvloeden met kettingblad- of cassettekeuzes.
Open deur: 2x-aandrijving heeft méér marge
In bovenstaande grafiek zie je dat bij Shimano’s GRX 1x-aandrijving de overlap tussen de verzetten een stuk minder groot zijn. In de praktijk betekent dan ook dan je minder gemakkelijk op je meest ideale trapcadans uit komt na een schakelactie.
Om dit punt beter te duiden is het vooral zaak om naar de snelheden te kijken. Je weet immers zelf hoe gemakkelijk (of niet) je een kilometertje sneller rijdt, als je met 25 tot 30 kilometer per uur (rood omkaderd) tegen de wind of flinke weerstand van de ondergrond vecht. Je ziet dat bij de 1x-aandrijving je eigenlijk maar één versnelling (nummer 8 in dit voorbeeld) hebt die goed past bij die cadans. Zakt je snelheid iets in, en schakel je lichter (naar beneden in deze grafiek), dan kom je ruim aan de bovenkant van het cadansbereik uit. Bij de 2x-aandrijving is de overlap met de volgende, alsook de vorige versnelling groter. Schakel je dus op of af omdat je snelheid iets verandert of de weerstand iets toe- of afneemt, dan wijkt je cadans dus minder extreem af van jouw gevoelsmatig fijnste cadans.
Cadansgevoeligheid
Nu kun je bij het zien van grafiek 2 denken: ‘zo extreem is dat allemaal toch niet?’ Dat mag beslist jouw conclusie zijn. Misschien kun jij met weinig moeite een breed cadansbereik aan terwijl je vermogen levert; eerlijk gezegd lijkt me dat een zegen. De praktijk is echter dat voor de meeste fietsers niet opgaat. En dat dit best wel eens kritisch, of op z’n minst uitdagend kan zijn, blijkt wel als we ook maar iets aan de grenswaarden van de cadans sleutelen. Ik stelde namelijk al dat het cadansbereik voor ‘fijn trappen’ drastisch kleiner wordt, naarmate het te leveren vermogen toeneemt.
Onderstaand grafiek 3 toont de Shimano GRX 1x-aandrijving nogmaals, maar dan met links de grenswaarden van 80 tot 100 omwentelingen per minuut. Rechts is de bovenste grenswaarden slechts vijf omwentelingen lager, dus 95 omwentelingen per minuut. De mate van overlapping tussen de versnellingen wordt ineens een stuk kleiner. Het vinden van een fijne cadans is dus meteen heel stuk lastiger. Dit effect is uiteraard óók zichtbaar bij de GRX 2x-aandrijving, zoals te zien in grafiek 4. Het basisprincipe dat méér versnellingen méér overlap geven, blijft echter nog steeds overeind. Bij de aandrijving met twee kettingbladen vooraan is dus de kans dat je wél je ideale cadans bereikt simpelweg groter.
Hoge snelheid versus lage snelheid
Tot dusver heb ik het hier vooral over typisch Nederlandse snelheden; tempo in het vlakke terrein. Maar de aangestipte effecten gelden ook in de andere bereiken van de aandrijving, dus de lichtere verzetten die je schakelt wanneer je klimt. Dat is in deze grafieken misschien niet heel duidelijk zichtbaar, want daarvoor moet je dat bereik specifiek meer inzoomen, omdat het absolute snelheidsverschil door de lage overbrengingsverhouding minder extreem is.
Praktische voorbeelden
Dat voor iedereen andere afwegingen gelden mag duidelijk zijn. Niets zo persoonlijk als schoenen, helmen en… aandrijvingen. Om de context van alle afwegingen over bereik en cadans wat te duiden, doen we een rondje over de redactie onder onze eigen gravelaars.
Lars
Mijn Nederlandse gravelritten zijn een mix van gravel, zandwegen, asfalt én mountainbikebikeroutes. Ik rijd graag lekker door, kan – mede dankzij mijn lage gewicht – goed klimmen en rijd nooit met bepakking. Ik heb me daarom nog nooit ‘undergeared’ gevoeld met mijn 1x-aandrijving. Zelfs niet in de buitenlandse bergen! Verder vind ik een 1x-aandrijving gewoon mooier en vooral cleaner staan. Als mountainbiker, en zeker als part time singlespeeder, heb ik ook weinig moeite met de grotere versnellingsstappen van een 1x-aandrijving, zeker als die voornamelijk aan de extremen van het bereik zitten. Perfect is het niet, maar ik neem het graag voor lief. Sterker: ik ben er inmiddels zelfs zo aan gewend, dat ik mijn nieuwe racefiets óók met een 1x-aandrijving heb opgebouwd.
Mark
Mijn eerste gravelbike had een Shimano GRX 2×11-aandrijving. Mijn tweede gravelbike heeft een GRX 1×12-systeem. Voor mij was daarbij het lichtste verzet bij die 1×12-aandrijving dé doorslaggevende factor. Tijdens een bikepackingtrip in Toscane kwam ik té vaak op mijn tandvlees te zitten. Dat wilde ik bij vervolgtrips in het buitenland koste wat kost voorkomen. Maar ik merk duidelijk dat ik moet wennen aan de grotere stappen wanneer ik op de vlakke wegen en paden in Nederland op pad ben. Nu rij ik vaak solo en pas dus gewoon mijn snelheid aan. Verder vind ik het ook wel weer fijn dat ik juist op ruigere paadjes eenvoudig door het hele bereik kan schakelen zónder die grote stap van een voorderailleur te moeten opvangen. Ik kan dan dus beter ‘aan het gas’ blijven hangen, als ik mijn gravelbike uit z’n comfortzone richting mountainbike-toepassing aan het duwen ben.
Jeroen (ikzelf dus)
Bij soloritjes merk ik dat ik minder snel last heb van net niet de juiste cadans bij een 1x-aandrijving. Blijkbaar pas ik vanzelf m’n snelheid aan om ‘ideaal’ rond te trappen. Het wordt wat anders wanneer het stevig waait of wanneer ik echt haast heb, omdat het eten thuis op tafel klaarstaat. Oftewel: precies wanneer ik méér vermogen moet leveren. Het gevolg is dan dat ik bij een 1x-aandrijving wat vaker op en neer schakel tussen twee net niet ideale versnellingen. Ook wanneer ik met anderen samen rijd die allemaal zo hun eigen manier van tempo maken hebben, komt dit fenomeen vaker voor.
Bij ritten in het buitenland met lang(er) klimwerk, heb ik sowieso al snel de insteek ‘eigen tempo’. Daarbij boeit het me niet snel of dat dit betekent dat ik mensen weg zie rijden (nah, eigenlijk wel…). Of dat ik ze achter me laat (en bovenaan de klim ‘onbewust’ doe alsof het geen moeite was…). Dit gaat er eigenlijk altijd van uit dat ik wel een versnelling heb die licht genoeg is. En tijdens meerdere buitenlandtrips zat ik met een 2x-aandrijving toch wel sneller op mijn tandvlees dan ik wilde. Een Shimano GRX 1×12-aandrijving met den 10/51t-cassette had me meer marge gegeven en zéker mijn voorkeur geweest. Puur omwille van dat lichtste verzet dus. Want eenmaal thuis heb ik toch echt liever de mogelijkheid mijn cadans te kunnen optimaliseren met een 2x-aandrijving.
Getallenbrei optellen en zoeken naar het beste compromis
Ben je een gravelbiker met een achtergrond in het racefietsen en is tempo maken een essentieel onderdeel van je rondje gravelbiken? Of ben je een avonturier die bepakt en bezakt een windrichting kiest en op het tempo dat past je weg zoekt? Op basis van dat onderscheid een keuze maken tussen een Shimano GRX 1x of 2x-aandrijving is helaas te simplistisch. Het hangt van meer specifieke zaken af.
Dropper-bediening
In het begin van dit verhaal gaf ik je een uiteenzetting waarom sommige gravelbikers de voorderailleur willen elimineren. Het kunnen bedienen van een dropper-zadelpen met de linker schakelaar is een argument. Zeker als je ziet welke dropper-hendels er voor gravelsturen beschikbaar zijn om náást je greep te monteren. Want die zijn vaak niet bijster ergonomisch in hun bediening. Of ze zitten snel in de weg met hoe je je handen op je rem-/schakelgrepen plaatst.
Maar eerlijk gezegd denk ik niet dat dit hét vertrekpunt moet zijn bij je afweging tussen een Shimano GRX aandrijving mét of zonder voorderailleur. Want om die dropper effectief te kunnen gebruiken moet je immers eerst de berg nog op zien komen. En met een trapcadans die het beste bij je past, is de kans groter dat je dat ook werkelijk lukt én scherpte overhoudt om dat kansloos steile pad naar beneden te glijden gravelen.
Brede banden
Een in mijn optiek méér steekhoudend argument om een 1x-aandrijving de voorkeur te geven boven een GRX 2x-aandrijving, is de wens om breed mogelijk rubber te kunnen monteren. Met een voorderailleur kan je namelijk niet breder omleggen dan 47 millimeter (afhankelijk van type band en velg). Als je frame breder toelaat, kun je vervolgens met een enkel kettingblad vooraan richting het formaat van mountainbikebanden gaan. En dat is sowieso een trend in wording, als het aan sommige banden- en wielfabrikanten ligt.
Het compromis waar je dan mee moet leven is dat je op snelheid in met name in het vlakke, open terrein mogelijk niet altijd je ideale cadans kunt bereiken. Dus band- en velgfabrikanten kunnen wel claimen dat je met breder rubber op lage spanning minder rolweerstand hebt op grof terrein en daarmee energie bespaard, maar wat schiet je er mee op als je metabolische efficiëntie door het gebrek aan ideale cadans er flink bij inschiet?
Kettinglijn en efficiëntie
Een ander punt dat ik nog niet heb aangestipt is de efficiëntie van de kettingoverbrenging. Want hoe schuiner de kettinglijn, hoe groter verliezen. Er zijn diverse onderzoeken online te vinden die de mate van verlies aantonen, waarbij vervuiling (of een niet goed gesmeerde ketting) uiteindelijk nóg een grotere bijdrage heeft.
Bij een 1x-aandrijving is de kans dat je met een schuine ketting rijdt natuurlijk véél groter. Mét een voorderailleur kun je simpelweg meer het middengebied van je cassette benutten en dus de kettinglijn rechter houden. Dat klinkt als meerwaarde. En sec is dat ook zo. Ware het niet dat dat vraagt om heel gedisciplineerd schakelen. En zelfs dan nog; uiteindelijk praten we hier over één tot anderhalve watt winst (of verlies, net hoe je redeneert) bij een gemiddeld trapvermogen van 200 watt. Dat is niet niks, maar ook weer niet extreem. In elk geval in mijn optiek beslist niet extreem genoeg om alleen op basis daarvan een principiële keuze tussen een 1x of 2x-aandrijving te maken.
Onder de streep: Cadans is alles
Met de uitbreiding naar 12-speed heeft Shimano bij z’n GRX 1x-aandrijvingen het gat gedicht ten aanzien van het grotere bereik dat voorheen alleen in combinatie met een voorderailleur te maken was. Bereik als uitgangspunt zou dus ook niet meer de belangrijkste afweging moeten zijn.
Het komt vooral neer op waar en vooral hóe je rijdt. In de open polder enigszins een tempo maken dat nog op ‘vooruitkomen’ lijkt, vraagt al snel om verfijnde stappen tussen de versnellingen. Althans, als je zoals de gemiddelde biker een gemiddeld vermogen ontwikkeld. Ben je een powerhouse met bovenbenen formaatje jongvolwassen boom, dan is de wens om zo vaak mogelijk de ideale trapcadans te hebben misschien minder relevant.
Vooropgesteld: er is te trainen om een bredere trapcadans aan te kunnen. Het compromis dat een 1x-aandrijving geeft is dan misschien minder groot. Zou je denken. Toch is het niet gezegd dat je daardoor werkelijk efficiënter gaat fietsen. Je metabolische efficiëntie veranderen is namelijk nog niet zo evident. Je zou op dat vlak misschien eerder nog aan crankarmlengte kunnen gaan tunen, precies zoals Tadej Pogačar doet. Maar om dit werkelijk goed te doorgronden moet je je echt goed verdiepen in wat voor jouw lijf werkt. Ergo: zonder uitgebreid lab-onderzoek zal dat toch vooral neerkomen op trial and error.
Conclusie
Rij je veel solo en boeit absolute snelheid je minder, dan biedt een Shimano GRX 1×12-aandrijving – dus met enkel kettingblad en zonder voorderailleur – voldoende bereik en simpliciteit in de bediening. En als je frame het toelaat, als extra de mogelijkheid ruimte voor bredere banden. Of heb je niet zo’n moeite met een niet ideale cadans? Ook dan ben je prima uit met een 1x-aandrijving.
Rij je voornamelijk gevarieerd terrein en komt je trapcadans wél redelijk nauw – zeker op de lange ritten – dan is een Shimano GRX met twee kettingbladen én voorderailleur de meest robuuste keuze. Zélfs al zou je niet het hele bereik gebruiken of nodig hebben; het feit dat bij een 2x-aandrijving de versnellingen méér overlap hebben, betekent dat je in nagenoeg alle omstandigheden gemakkelijker jouw ideale cadans kunt aanhouden. De bonus is dat je dan aan de voorkant in één schakeling een grote versnellingssprong kunt maken, voor het geval dat je plotseling voor een muur staat. Of na een draai-en-keer-paadje een breed pad opdraait en met de finish in zicht een sprint moet inzetten.
Nabrander: kettingbladgroottes
De blinde vlek bij gravelbikes
Wie de getoonde grafieken bij het onderwerp over cadans nog eens bekijkt, ziet misschien nog wat opvallends. Iets dat op onze redactie al enige tijd discussie geeft en na elke trip in het buitenland weer oplaait. Het mag sowieso duidelijk zijn dat de gravelbike in eerste lijn méér afstamt van de racefiets dan de mountainbike. Maar product managers bij fietsfabrikanten lijken soms zelf niet veel op de gravelbike in bergachtig gebied te rijden. Dat, of ze hebben collectief bovenbenen à la André Greipel of het talent van ene Tadej Pogačar.
Gravelbikes zijn collectief overgeared
Waar ik het over heb? In onze optiek zijn vrijwel alle gravelbikes overgeared. Wat ik daar mee wil zeggen is dat ze dermate grote verzetten hebben dat je er snelheden mee kunt halen die extreem hoog liggen. Kijk nog maar eens goed op welke snelheden je uitkomt als je de kleinste drie kransjes schakelt bij een gemiddelde cadans. Juist ja; wie rijdt werkelijk zó snel op een gravelbike?
Aan de andere kant merken we juist dat bij het (langdurig) klimmen, we nog al eens te kort komen. Enerzijds zien we nog heel vaak bij Shimano GRX 2x-aandrijvingen 11/32t of 11/34t cassettes gespecificeerd. Maar zelfs met een 11/36t en de compactste 46/30t kettingbladen vooraan, is het lichtste verzet niet écht licht. Shimano biedt met GRX 1x met een 10/51t wel een iets lichter klimverzet, maar ook alleen wanneer je vooraan het kleinst beschikbare kettingblad monteert. Dit 38-tands kettingblad is bovendien alleen geschikt voor montage op de GRX 600-serie crank. Althans, Shimano geeft het niet vrij voor een GRX 800-serie crank.
Minder pindakaas, méér kettingbladopties graag
Bij een voorderailleur is de werking sterk afhankelijk van de kettingbladgroottes en het onderlinge verschil. Dat aanpassen heeft onherroepelijk een negatief effect op de schakelprestaties. Het is dan ook begrijpelijk dat Shimano dat dan ook niet aanbiedt. Maar dat onderstreept mijns inziens des te meer om bij de GRX 1x-aandrijving dat juist wél aan te bieden. Want zo’n set-up is simpelweg minder (of eigenlijk geheel niet) gevoelig voor de keuze van het kettingblad vooraan.
Méér pindakaas eten dan maar? Misschien, maar geloof me; nóg meer gemalen pinda’s eten dan ik nu al doe gaat me zéker niet sneller de berg op helpen. Nee, pindakaas is niet de oplossing in mijn optiek. Het zou Shimano – en ook Sram overigens – in onze optiek sieren als in de nabije toekomst méér opties bieden. Opties waarmee we veel meer van de potentie die gravelbikes hebben ook werkelijk kunnen benutten.
Jeroen, wat een mooie en goede uitleg. Okay je moet er even voor gaan zitten om dit door te nemen en de grafiekjes op een telefoon bekijken vraagt wat zoomwerk, maar chapeau voor je uiuitzoekwerk. Als oudere jongere of bijna jongere oudere en bikepacker ervaar ik wel het probleem van overgeared met de shimano gravelgroepen. Ik rijd op vakantie geen 40 in het uur, maar wel vaak minder dan 10 km/uur. Zeker met bepakking onverhard bergop wordt het dan harken. Dus je oproep om tot lagere gearing te komen deel ik. Zelf los ik dat op door gebruik te maken… Lees meer »
Ander onderbelicht puntje is de technische simpelheid van een 1×12; het scheelt een derailleur die stuk kan gaan of niet lekker afgesteld is.
Mijn streven is een zo recht mogelijke kettinglijn. En die heb ik met twee of zelfs drie kettingblad.
Een prima verhaal en heel duidelijk. Vooral in NL is het gebruik van een voor derailleur een betere oplossing. Veel meer kleinere verzet verschillen met meestal maar een kransje. De gravelmarkt levert nu ook veel aan de wat oudere rijders die overstappen van de ATB naar de gravelbike en deze groep wil vaker een voor derailleur hebben. Ook de bikepakkers hebben in NL meer baad bij een dubbel blad voor. Kwalitatief en draadloos zijn de voor derailleurs natuurlijk heel goed en moet dit dit geen probleem opleveren. Banden van 47 mm zijn in NL meer dan voldoende dus daar kan… Lees meer »