“OK, dan probeer ik het nog één keer… Maar als het nu weer niks wordt, is het de laatste Topcompetitie die ik rijd!”
Met die woorden kruip ik zondagochtend met frisse tegenzin uit bed. Ik weet dat het rondje van de 4e Topcompetitie wedstrijd, gelegen rond Snowworld Landgraaf, uniek is in Nederland. Ergens wil ik er dan ook wel graag rijden; het zou me moeten liggen met langere klimmen en relatief technische afdalingen. Maar als de wekker nog een ‘6’ als eerste cijfer weergeeft, dan is het allemaal toch een stuk minder aantrekkelijk.
Echter, de auto staat al ingepakt klaar, de bidons staan klaar, de kleding ligt klaar… Ik hoef alleen maar te ontbijten en in de auto te stappen.
Aangekomen in Landgraaf, stap ik meteen op de fiets voor een verkenningsrondje. Al op de startklim langs de skihal kom ik erachter dat mijn droog-weer setup hier niet helemaal op zijn plaats is. ‘OK, zometeen maar iets meer nop erop leggen.’
Ik rijd het rondje – een leuke afwisseling van lange intensieve klimmen, explosievere stukken en leuke, speelse afdalingen – een keer op de mooi-weer-banden en een keer met meer nopjes. De laatste banden bleven erop. Inmiddels was het tijd om op te stellen voor de start.
De start was meteen lekker, met de lange klim langs de skihal. Als aanvoerder van de groep achter de kopgroep (tevens de laatste groep) kwam ik boven om vervolgens in de eerste afdaling al bijna de bocht uit te vliegen. ‘Focus!’
In die eerste ronde loopt het alles behalve lekker en maak ik veel onnodige foutjes, vooral door gebrek aan concentratie. Mijn benen voelen eigenlijk zeer ok, maar ik lijk er geen gebruik van te kunnen maken omdat mijn longen branden. Pas na 2 volle ronden hoest ik alle prut eruit en lijk ik beter te kunnen ademen. Ben ik dan te hard van start gegaan? Of was de 45 minuten aan opwarming vooraf niet genoeg?
De volgende rondjes lopen iets beter, hoewel ik moeite blijf houden met focussen. Ook zit er 1 afdalinkje in waar ze de boompjes eigenlijk net te dicht bij het paadje hebben gezet. Het paadje is weliswaar iets breden dan de 70 cm van mijn stuur, maar 5 cm marge om te glijden in de off-camber bochtjes is wellicht nét ietsje aan de krappe kant… Ik blijf dan ook iedere ronde minstens 1x met mijn stuur haken en moet steppend naar beneden (waar is die dropper seatpost als je ‘m nodig hebt?).
Vlak voor het ingaan van de 5e ronde komt de leidster in de wedstrijd – Anne Terpstra – mij voorbij en ik weet dat mijn laatste rondje ingaat…
Inmiddels heb ik wat stuivertje gewisseld met de dame achter mij, maar nu is het tijd om voor de laatste keer in de lange klim afstand van haar te nemen. Bovenop kijk ik achterom en lig ik een straatlengte voor.
In die volgorde finishen we ook. De kopgroep heb ik na de start niet meer gezien. De subtop ook niet. Ik eindig achterin het veld, als 13e van de 19 gestartte dames (ok, nagenoeg alles voor me zit het hele seizoen al voor me, maar toch…). Niet waar ik vooraf op had gehoopt. En reden genoeg om mijn doelen en agenda voor dit jaar nog eens goed onder de loep te nemen!
Tekst: Kiona Harbers
Foto’s: Ludo van der Put & Drikus van ‘t Ende
Kop Op. Het komt vast doordat je niet in het Velozine shirtje mag rijden bij de Topcompetitie.
Daar komen we snel achter… Bij de bergraces mag het VZ shirtje eindelijk weer aan! ;-)
Niet kunnen focussen op een focus is nooit grappig. Maareh, als iedereen voor je al het hele jaar voor je zit heb je het toch goed gedaan?
Mijn opmerking was iets genuanceerder; ik zei ‘nagenoeg alles’. ;-)
Maar bovenal: Het is natuurlijk niet alleen de uitslag die bepaalt of een wedstrijd goed gaat of niet, ook het gevoel telt mee… En dat was op z’n zachtst gezegd ‘dubbel’ te noemen.
Daarnaast dacht ik conditioneel een stapje gezet te hebben in de afgelopen weken, maar dit lijkt er in de wedstrijden dus nog niet uit te komen (in de trainingen daarentegen wel).
Volgende keer beter.