Tekst: Dieter Roman // Foto’s: Octagon Esedos
Het Spaanse zuiden staat toch niet altijd gelijk aan zonnig
Zo vroeg in het voorjaar is een uitstapje naar Zuid-Europa altijd welkom om het grijze, koude en natte weer hier lokaal te ontvluchten. Alleen al om die reden staat de Andalucia Bike Race al met stip in onze agenda. Maar in de dagen voorafgaande aan ons vertrek zien we bij de weervoorspellingen dat de beloofde 20 graden niet in de verste verte te bespeuren valt. Erger nog, negatieve nachttemperaturen en winterse neerslag verschijnen op het schermpje van mijn smartphone. Striemende (sneeuw)regen, harde wind… Jaaah, daarvoor rij je graag 2.000 kilometer met de auto, natuurlijk.
De verkenningsrit op de eerste dag valt dan ook letterlijk in het water. Mijn ploegmaatje Ward en ik besluiten daarom maar de lokale sportwinkel te bezoeken om wat winterkledij te kopen. Oók een soort-van teambuildingsactiviteit. De sfeer was dan ook prima. De volgende dag is het gelukkig droog en besluiten we om het ronde autostuur in te wisselen voor een recht mountainbike-exemplaar. Ons plan is om de eerste etappe van deze meerdaagse te verkennen.
“De regen van de afgelopen dagen heeft de singletracks herschapen in kleverige modderstroken die al de energie uit je benen zuigen. Of was het de lange autorit die nog wat in het lijf zat…”
Verkennen betekent in de regel rustig trappen, het parcours ‘voelen’ en tegelijkertijd ook genieten van de omgeving. Maar dat valt ons even tegen. De regen van de afgelopen dagen heeft de singletracks herschapen in kleverige modderstroken die al de energie uit je benen zuigen. Of is het de lange autorit die nog wat in het lijf zit…
Een verkenning betekent ook het valideren van eerder gemaakte materiaalkeuzes. Zo vervangen we de semislick voorband dan ook maar voor een zwaarder profiel om toch voldoende grip te hebben in de afdalingen. Nog alles eens netjes poetsen en nazien en mens en machine zijn klaar voor zes dagen avontuur, met hopelijk wat minder modder dan vandaag.
Biken in Andalucia is adembenemend – letterlijk én figuurlijk
De Andalucia Bike Race is niet alleen populair bij amateurmountainbikers, óók profteams staan er aan de start. Het is immers een wedstrijd van de UCI XC Marathon Series HC (Hors category) en er zijn punten te verdienen voor het klassement. Het voordeel van prof zijn is dat je eerder mag starten. Althans, voor de grote meute uit. Maar dat voordeel bleek eigenlijk een nadeel. Veel profteams krijgen vanwege de kleverige modder in de eerste etappe al te maken met mechanische problemen. De amateurs – waaronder wijzelf – hadden juist het geluk iets later op een al beter opgedroogd parcours te mogen rijden.
Droger of niet; de eerste steile klim over een singletrack betekent dat velen al de voeten snel aan de grond zetten. In dit deel van Spanje ontkom je nu eenmaal niet aan extreem steile passages en alle kilometers van de Andalucia Bike Race fietsen is daarom welhaast onmogelijk. Gelukkig is het meeste wél te fietsen. Althans, als je enig stuurkunsten hebt, want wat volgt zijn mooie én technische afdalingen met flink wat rotsen. Ook zijn er volop schuin aflopende, off-camber-stukken, soms wel kilometers lang. Een eigenaardige gewaarwording in het begin, want je hebt steeds de neiging om naast het pad te sturen. Zelfs als je in de afdaling niet hoeft te trappen, vergt het dus alsnog flink wat concentratie.
Voorjaarzonnetje… mét sneeuw
Vóór de start van de tweede etappe meldt een lokale biker: ‘toedeey wie go toe de snow’. We hadden al bij onze aankomst in de regio gemerkt dat de hogere bergtoppen nog gehuld waren in een witte winterjas. En ja, de local had gelijk. Klimmen naar 1.750 meter hoogte zorgt voor een idyllisch winterplaatje. Maar de tricky afdaling in de sneeuw en modder vraagt om concentratie en dus is er weinig aandacht voor het uitzicht.
Ik kan me perfect voorstellen dat dergelijke parcours bij een voorjaarszonnetje en 20 graden ideaal zijn. Nu was het elke morgen bibberen in de startbox en wachten tot een flauw zonnetje kwam piepen over de bergen. Maar veel dubbele cijfers hebben we niet gezien op de thermometer.
Technisch uitdagend
Vuurwerk; dat is wat de derde etappe belooft. Extra brandweerlieden zijn uitgerukt naar kilometer 28 en 38. Blijkbaar zijn dat hotspots in deze etappe. En eenmaal daar aangekomen bleek het aanrukken van extra manschappen beslist niet ongegrond. De secties gaan steil naar beneden over rotsen en stenen. En voor het geval dat het er al niet technisch genoeg was, zijn de rotsen en stenen ook nog eens nat. Soms (…) zegeviert het verstand en besluit ik er een wandeling van te maken. Ook dat blijkt soms al voldoende uitdagend te zijn.
Halverwege deze derde etappe staat nog een klim van 1.000 hoogtemeters op het programma. En samen met die technische sectie maakt het deze etappe een van de zwaardere van deze editie van de Anadulicia Bike Race. Want die hoogtemeters worden in negen kilometer overwonnen. Klimmen aan ruim twintig procent en méér rolden steentje per steentje onder de wielen, waardoor secties met een stijgingspercentage van tien procent in eens aanvoelde als vals plat. Op een gemodereerd tempo al voldoende om de het lijf te laten ontploffen; op wedstrijdtempo bij de profs vooraan ongetwijfeld alsof je door het hellevuur rijdt. Er was tenslotte ook vuurwerk beloofd.
Tijdrit
Bij een meerdaagse als de Anadalucia Bike Race wordt het klassement uiteraard gebaseerd op je totale rijtijd. Bij veel van dit soort etappewedstrijden worden lange etappes afgewisseld met een korte(re) tijdrit. Zo ook hier in Zuid-Spanje; etappe vier is een tijdrit van 31 kilometer over prachtige paden en slingerende singletracks. “Gewoon gas opentrekken en recht blijven”, dat is het devies. Maar ook dat kan een flinke uitdaging zijn. Want kunnen doseren op lange etappes betekent niet dat je je niet leeg kunt rijden op zo’n korte etappe. En daarnaast móet je oog blijven houden voor elkaar in het team. Jezelf óf je teamgenoot vergalopperen gaat onherroepelijk extra energie kosten; ook in de daaropvolgende etappes.
Vallen, opstaan, finishen
De voorlaatste etappe is er weer van een van een ander kaliber dan de tijdrit. Met zijn 91 kilometer en 2.200 hoogtemeters én volop technische secties zijn de ingrediënten dezelfde als de eerste etappes. vorige dagen. Enige verschil is dat de streek van Cordoba, waar we inmiddels terecht zijn gekomen, meer te vergelijken is met de Belgische Ardennen. Hier geen sneeuw meer, maar aan kortere klimmen en snelle tracks bergaf geen gebrek. En had ik al gezegd dat het ook hier technisch uitdagend is? Even de concentratie laten verslappen is gegarandeerd tegen de grond gaan… Mijn teammaatje kan er over meepraten. Gelukkig zonder erg, waardoor we op de laatste dag kunnen genieten van een mooie finale. Met een grote glimlach en heel wat nieuwe verhalen keren we terug huiswaarts. Wist je zelfs dat Team Velozine voor Vincenzo Nibali eindigde. Straf hé (Okee, zijn teammaat was letterlijk uitgevallen).
De Andalucia Bike Race: must-do of niet?
Wat mij betreft is het antwoord op de vraag in de titel een resolute ‘zeker wel’. Het is een ideale opstap naar een goede conditie. Al moet ik eerlijk toegeven dat we vooraf ook een weekje in Spanje zijn gaan rijden zijn om toch wat klimkilometers in de benen te hebben. En ook al lag er sneeuw, het weer was gedurende deze 2023 editie nog altijd beter dan thuis.
De etappes van de Andalucia Bike Race zijn niet extreem lang, maar laat je er niet door vangen. De hoge techniciteit van het parcours zorgt voor redelijk wat uren in het zadel. Het is nu eenmaal ook een Hors Categorie wedstrijd. En de aanwezigheid van de toppers, die hun vorm en vooral hun materiaal komen testen voor de Cape Epic, zorgt wat mij betreft voor een extra dimensie.
Ook eens deelnemen aan de Andalucia Bike Race? De inschrijving voor de 2024 editie is inmiddels geopend. Nu al inschrijven is gegarandeerd een early bird-aangelegenheid, maar daar staat € 300 inschrijfgeld tegenover. Een habbekrats voor zes dagen top mountainbikeplezier, als je het mij vraagt, met een goede organisatie en fantastisch decor.
Meer info via: andaluciabikerace.com
Logistiek is alles
Andalucia ligt in Zuid-Spanje. En dat is niet echt bij de deur. Ruim 2.000 kilometer vanuit Amsterdam… Voor ons daarom meteen al een moeilijke keuze: pakken we het vliegtuig of toch met de auto. Na alle voor- en nadelen naast elkaar te hebben gezet, besloten we voor de auto te opteren. Waarom? Geen gesleur met fietskoffers op luchthavens en geen risico en stress of je fiets heelhuids aankomt. Bovendien heb je ter plaatste ook een auto nodig om bij de startplaats te komen. Tot slot kun je je auto lekker volstouwen met reservespullen.