Tekst en foto’s: Arjan Kruik
Gravelbikeregio Zell am See-Kaprun, Oostenrijk
Net als veel andere Nederlanders ken ik Zell am See-Kaprun vooral als wintersportgebied. Vooral de gletsjer op de meer dan drieduizend meter hoge Kitzsteinhorn is bij fanatieke skiërs en snowboarders erg geliefd. Maar Zell am See-Kaprun als mountainbikebestemming? Mwah, nog niet echt. Natuurlijk, de oude garde herinnert zich de befaamde Grundig MTB Downhill World Cups uit de jaren negentig nog wel. Maar na de millenniumwissel was het daarmee wel gedaan.
Niet dat Zell am See-Kaprun zich niet als mountainbikebestemming profileert; ze hebben nog niet zo lang geleden een paar trails gebouwd op de flanken van de Kitzsteinhorn en de Maiskogel. Een serie heerlijke singletracks die, zo weten we uit eigen ervaring, een bezoek absoluut waard zijn. Maar daarnaast richt Zell am See-Kaprun zich ook op een minder gravity minded publiek. Oftewel: op een publiek dat niet zozeer z’n kicks haalt uit afdalen, maar juist klimmen hoog in het vaandel heeft staan.
Oh, je bedoeld crosscountrymountainbikers? Ja, dat zou je denken. Maar zoals we hierboven al aangaven ontpopt de gravelbike zich min of meer tot de nieuwe hardtail. En ook in Zell am See-Kaprun hebben ze dat in de gaten. Dus om deze clientèle naar zich toe te halen is rond de Zeller See een vijftal specifieke gravelbikeroutes uitgezet. Nou ja, specifiek; in feite zijn het bestaande mountainbikeroutes die links en rechts wat aangepast zijn om gravelbikers te accommoderen. Aangezien die routes voor de huidige generatie trailbikers niet meer spannend genoeg zijn, hebben ze een tweede leven gekregen als gravelbikeroute.
Goggomobil
Ik stel het hierboven natuurlijk wat simpeler voor dan het in werkelijkheid is, maar het gaat om het punt dat ik wil maken; dat routes die op moderne mountainbikes wellicht wat saai overkomen, op een gravelbike ineens weer reuze spannend kunnen zijn. Althans, dat is de ervaring die ik en mijn reisgenoten Frank en Sebastiaan tijdens ons bezoek aan de gravelbikeroutes van Zell am See-Kaprun heb opgedaan.
Als we tegen het eind van de ochtend in Zell am See-Kaprun aankomen, trekt er net een flink regenfront over de Hohe Tauern naar het zuiden. Niet bepaald fietsweer dus en daarom tijd voor een alternatieve dagbesteding: het Oldtimer-Museum in Kaprun. Echt een leuk museum. Okay, het is allemaal een beetje houtje-touwtje, maar de collectie die hotelondernemers Helmuth Vötter in de kelders onder het gelijknamige viersterrenhotel heeft ingericht mag er echt zijn, met name als je interesse hebt in vier- en ook tweewielers die de Duitse en Oostenrijkse industrie de afgelopen eeuw hebben voortgebracht. Vooral de dwergauto’s uit de jaren vijftig zijn echt tof om te zien; de BWM Isetta, de Messerschmitt Kabinenroller, de Heinkel Kabine, de Goggomobil. Toen was klein blijkbaar nog heel gewoon.
Overal Porsche
De volgende dag is het slechtweerfront verdwenen en staat de zon aan een strakblauwe hemel. Tijd om er op uit te trekken. Uit het routeaanbod op de website van de VVV kiezen we de Erlhofplatte-route en – als we nog tijd over hebben – de tweede lus van de Seeblickrunde, ten zuiden van de Zeller See. De tocht begint gemoedelijk in het vlakke. Langs de oever van de Zeller See trappen we rustig warm. In Zell am See twijfelen we even; koffie of niet? We zijn immers nog maar net begonnen. Aan de andere kant: met een lekker bakkie is niets mis, toch? En bovendien is de altstadt van Zell am See, met onder andere de Hippolytuskerk en de Vogtturm – beide stammen uit de vroege Middeleeuwen – de moeite van het bekijken waard.
Als we het meer driekwart rond zijn, bij het plaatsje Thumersbach, passeren we een woonhuis van de familie Porsche. Ja, die lui van de beroemde sportauto’s. Het huis is strak vormgegeven uit beton en hout en heeft uitzicht over het meer. Zell am See en Porsche hebben wat met elkaar. Het ontwerpbureau F.A. Porsche is er gevestigd, het bureau ontwierp de gondels van de Schmittenhöhebahn. En het congresgebouw in het centrum van Zell am See is vernoemd naar Ferdinand Porsche, die tot zijn door in 1998 in Zell am See woonde.
Omhoog
Met heel wat minder pk’s dan de vierwielers die Ferry Porsche ontwierp, trappen wij onze tweewielers verder. Na Thumersbach is het gedaan met ontspannen pedaleren. We moeten omhoog de Erlhofplatte op, van 750 meter hoogte naar 1.500 meter, met stijgingspercentages die niet of nauwelijks onder de tien procent zakken. Met name de eerste helft van de klim, die over asfalt loopt, is gemeen steil. Vooral Frank heeft het zwaar. Zijn 1×12-speed Koga Colmaro heeft een dik 46-tands voorblad. Niks mis mee in Nederland, maar in de bergen trap je je met zo’n ding echt het apezuur. Hij is er dan ook helemaal niet rouwig om als de klim op driekwart wat afvlakt.
Voordat we aan de afdaling beginnen strijken we neer op een mooi bankje. Het is namelijk de hoogste tijd de vocht- en energieniveaus weer even aan te vullen. Beneden ons ligt Bruck, met daarachter, naar het zuiden toe, de Großglockner-Hochalpenstraße, de befaamde pasweg die het Salzburgerland met Karinthië verbindt. Ook wielerenthousiasten weten deze weg te vinden. Ook wij zullen ’m straks een stukje meepakken. Maar voordat het zover is moeten we natuurlijk eerst omlaag.
Energie tanken
Beneden in Bruck pakken we een ijsje, maar dat blijkt niet voldoende om de energievoorraad weer op peil te brengen. Vooral Frank kampt na z’n gevecht met de hoogtemeters met een hongerklop. En als Frank hongerklop heeft, dan is-ie niet te genieten. Dan moéten er calorieën in. Gelukkig brengt een bezoek aan de plaatselijke supermarkt z’n humeur weer op peil. Wat heet; na weer verzadigd en gelaafd te zijn staat Frank weer te popelen om verder te rijden. “Hey jongens, schiet ’s een beetje op, we hebben nóg een berg te gaan!”
Die volgende berg is de Rettenbachkopf op bijna 1.500 meter. Om daar te komen volgen we eerst Großglockner-Hochalpenstraße, maar na een kleine vier kilometer buigen we af naar rechts, de bergen in. Ook hier is het weer aanpoten geblazen. De route loopt volledig over onverharde grind- en boswegen, met stijgingen tot wel 15 procent. Oftewel: Frank heeft het weer zwaar op z’n laagland-Koga. Sebastiaan, die op z’n Cube Nuroad met 2×10-transmissie de beschikking heeft over een 30 voor en een 42 achter, heeft het wat dat betreft een stuk minder lastig.
Stukje lopen
Na zes kilometer klimmen lijken we op het hoogste punt, de gravelweg heeft de daling ingezet. Denken we. Maar na vijfhonderd meter stuur de gps ons van de gravelweg af, een smal wandelpad op. Wat is dit nou? Het blijkt een looppassage die ons over de kam van de berg naar de andere kant moet brengen. Dus lopen we een kleine honderd hoogtemeters met de bike over onze schouders over een smal wandelpad door het bos. Eenmaal op het hoogste punt staat een bordje dat alleen maar leesbaar is als je terugkijkt: “Höchster Punkt. Kurzer Tragestrecke.”
Vanaf nu is het alleen nog maar dalen. Jasjes aan en gáán! We kijken halverwege nog even met verbazing naar twee zweefvliegtuigen die spelen met de thermiek rond de Rettenbachkopf, maar dan is het echt klaar. In sneltreinvaart rollen we terug naar Bruck, waar we onszelf trakteren op een lekker koude pils.
Weer terug in het hotel zit dat ‘omgedraaide’ bordje op de top van de Rettenbachkopf me nog steeds dwars, dus toch de route nog even checken. Wat blijkt; bij het via Komoot aan elkaar lussen van de twee routes is iets mis gegaan. We hadden het rondje over de Rettenbachkopf andersom moeten rijden. Niet alleen zou dan de stijging veel meer geleidelijk zijn geweest, ook was de looppassage dan dalend in plaats van stijgend geweest. Het is maar dat je het weet…
Reisinformatie gravelbikeregio Zell am See-Kaprun, Oostenrijk
Algemeen
Het is een kleine duizend kilometer met de auto van Utrecht naar Zell am See-Kaprun. Vliegen kan op de stad Salzburg. Zell am See heeft ook een treinstation. Het stadje Zell am See ligt op 757 meter hoogte. De huisberg Schmittenhöhe komt tot 1.956 meter hoogte, de boven Kaprun gelegen Kitzsteinhorn haalt 3.203 meter. Op zellamsee-kaprun.com vind je informatie over de regio in het algemeen en gravelbiken in het bijzonder.
Slapen
Zell am See-Kaprun heeft volop accommodaties, van eenvoudige pensions tot extreem luxe veelsterrenhotels. Arjan en z’n team verbleven in Sportcamp Woferlgut. Dit resort is onderdeel van de gespecialiseerde organisatie Roadbike Holidays. Dat wil zeggen dat wielertoeristen en gravelbikers gegarandeerd aan hun trekken komen.
Routes en begeleiding
Op de website van Zell am See-Kaprun staan de vijf uitgepijlde gravelbikeroutes overzichtelijke bij elkaar, inclusief downloadbare gpx-bestanden. Je hebt de keuze tussen kortere tochten met een hoogteverschil van 700 tot 800 meter of lange, meer veeleisende routes zoals de 40 kilometer lange Kitzsteinhornroute, die je naar het Alpincenter op 2.452 meter boven zeeniveau brengt. Wil je wat anders dan standaard? Mandi Latini van Sportcamp Woferlgut kent ieder achterafwegetje en deelt zijn geheimtipps graag met z’n gasten.
Gereden routes en trails
Bij Velozine steken we een hoop tijd, geld en moeite in de productie van reisverhalen. We willen je namelijk inspireren er op uit te trekken en aanmoedigen dezelfde mooie mountain- en gravelbikeavonturen te beleven als wij. Je vindt daarom de route die we voor dit verhaal gereden hebben hieronder. Let op: de tweede lus kun je dus beter andersom rijden, tegen de klok in.