Tekst: Pepijn Rooijens // Foto’s: Joris Lugtigheid
Vrijgezellenavonden zijn er in veel varianten. Van verschrikkelijk tot nog verschrikkelijker. Maar heel soms heb je geluk, dan ben je in een gezelschap waar iets bijzonders gebeurd. Op zo’n avond was ik eind augustus vorig jaar. Joris ging trouwen en daarom had hij al zijn fiets-, outdoor- en wintersportvriendjes uitgenodigd. Niet voor plat vermaak. Geen strippers, geen handen aan een bierglas vast gegipst, geen drankgelag, maar lekker eten en drinken en mooie verhalen. Dat was het recept.
De locatie? Een eilandje in de Vinkeveense Plassen. Tijdens die avond ontdekten we behalve heel erg veel gedeelde herinneringen ook dat wij elkaar vijfentwintig jaar kennen. En dat we dat moesten vieren stond als een paal boven het Vinkeveense water. Ook de volgende ochtend nog, na toch iets te veel wijn. Er zijn verder nauwelijks nog woorden over gewisseld. Eén telefoontje een week later om de bestemming te bespreken, één mailtje om de data met het thuisfront te checken en één mailtje om de tickets te regelen is eigen alles wat er nodig is om aan een prachtig avontuur te beginnen.
Onze fietsen van dienst zijn niet van die geitenwollensokkentanks om driehonderd kilo bagage mee te vervoeren, maar snelle en lichte gravelbikes. Joris en ik zijn namelijk van het lichtgewicht reizen. Twee achtertassen, dat is meer dan genoeg. Zo gaat dat bij ons. Wij maken het niet graag ingewikkeld. Dan kom je nog eens ergens namelijk.
Hoog op de bucket-list: North Coast 500
Maar waarom Schotland? Om eerlijk te zijn; op m’n bucket-list staan nog wel een paar meer tochtjes. De Atlantische Weg in Noorwegen, de Chinese Muur, om er maar eens een paar te noemen. Maar de North Coast 500 in Schotland staat ook ergens bovenin die lijst. En omdat we elkaar vijfentwintig jaar geleden ontmoet hebben in de tweede week van mei moet het dus in de tweede week van mei gebeuren. En dan vallen de eerste twee bestemmingen al af. Te ver weg, te lang, te koud.
Maar de derde dan, die kan je toch ook niet in een week rijden? Nee, maar wel een stuk. We kiezen voor het mooiste en meest spectaculaire deel: Wester Ross, een prachtige streek in het noordwesten van Schotland waar je behoorlijk je kuiten in kan zetten.
Meer dan twintig procent
Inverness en Applecross zijn de vaste punten op ons virtuele planbord. Inverness vanwege de luchthaven om in en uit te vliegen en Applecross omdat daar de steilste klim van Groot-Brittannië te vinden is: de Bealach na Bà. De Schotse naam van deze bergpas naar het dorpje Applecross op het gelijknamige schiereiland, is een verbastering van het Keltische Bealach nam Bò, dat zoiets betekent als ‘Koeienpas’. Voordat de weg in het begin van de twintigste eeuw aangelegd werd, was de pas namelijk niet meer dan een voetpad waarover de koeien en schapen van en naar de kust geleid werden. De enige andere manier om Applecross te bereiken was via de zee.
Hoog is de Bealach na Bà niet bepaald. Maar 626 meter vanaf zeeniveau. Maar die ruim zeshonderd hoogtemeters worden wel binnen tien kilometer overbrugd. En dat betekent dat het stijgingspercentage op veel stukken meer dan twintig procent is. Dat is flink afzien en zo nu en dan gewoon een stukje lopen. Maar wat is het prachtig, al is het maar vanwege de vele oude Aston Martins, Ferrari’s, Jaguars en Porsches en al hun vriendelijke bestuurders die net als wij van deze bergpas genieten en ons tijdens hun inhaalacties aanmoedigden.
Van asfaltweg naar trail
Applecross is niet het enige dat onze Schotlandreis bijzonder maakt. Het wat vlakkere deel bij Inverness waar je tussen de landerijen fiets, is minstens zo fraai. Of de bossen bij Strathconon, slapen óp het strand van Gairloch met uitzicht op The Isle of Skye en de volkomen verlaten bergpassen van de Highlands. Het is eigenlijk allemaal heel speciaal. Maar als ik dan tóch moet kiezen als mooiste en meest bijzonder, dan is het onze overnachting in Glenuaig. Deze bergpas is de kortste weg richting Applecross en volgens de kaart fietsbaar, want er staat tenslotte een stippellijntje. De praktijk is echter iets weerbarstiger.
Naarmate de stippellijntjes verder uit elkaar komen te staan wordt de weg eerst een klinkerstraat, dan een grindpad en weer later een trail van de ruigste soort. Zo ruig dat we gezien de stand van de zon besluiten op de pas te gaan overnachten. Dat blijkt goed uit te pakken. Het weer is fantastisch en we staan moederziel alleen op één van de mooiste plekken waar ik ooit heb overnacht. Eerst even een lekker potje koken met de lichtgewicht outdoor-gear van materiaalman Joris (“Aan de spullen mag het niet liggen…”) en als je dan met een kop koffie in je hand samen de zon achter de berg ziet verdwijnen voel je je even heel klein en is het intens van de wildernis om ons heen.
Magic hour
Een klein nadeel van een fotograaf als reisgezel is de eeuwige drang om het perfecte licht te vangen. Zo ook op de Achnashellach-trail die ochtend. Magic hour is prachtig, maar vroeg! Om vijf uur opstaan voor het licht; ik doe het niet elke dag! Gelukkig wordt dit goedgemaakt door een kop koffie en een kudde wilde herten die langs onze tent over de flank van de berg in de richting de zon galoppeert. Onvergetelijk! Net als de rest van de week overigens. O, en het weer? Heel veel regen zeker? Daar hoor je immers iedereen altijd over in Schotland. Laat ik het zo zeggen: we hebben al die peperdure want ademende en waterdichte outdoor-jassen maar één keer nodig gehad, op de eerste dag tijden een bui, want daarna gaat de zon weer schijnen. En blijft dat doen, alle dagen van de trip. En dat schijnt best wel uitzonderlijk te zijn. Net als een vriendschap van vijfentwintig jaar trouwens…
Reisinformatie North Coast 500
Heenreis
Joris en Pepijn zijn met hun fietsen van Amsterdam naar Inverness gevlogen. Een alternatief is de bootreis naar de nachtboot van IJmuiden naar Newcastle (dfdsseaways.nl) en daarvandaan de nachtrein naar Saltcoats. Die trein moet je vooraf reserveren in verband met het meenemen van de fietsen (scotrail.co.uk).
Slapen
Je kunt overnachten in B&B’s of op campings. De kosten voor dat laatste liggen tussen de zestien en twintig pond per nacht voor twee personen. In Schotland geldt het allemansrecht, dus wildkamperen is toegestaan en dat hebben Joris en Pepijn dan ook volop gedaan.
Reistijd
De beste reistijd is mei/juni, met de meeste kans op zon en de midgies (muskieten) vallen dan nog wel mee.
North Coast 500
De North Coast 500 is een fietsroute van net iets meer dan 500 mijl (816 kilometer) rond Schotland. Pepijn hebben daar ongeveer de helft van gereden: 480 kilometer. Informatie over de North Coast 500 vind je op de speciale website northcoast500.com.
Route North Coast 500
Bij Velozine steken we een hoop tijd, geld en moeite in de productie van reisverhalen. We willen je inspireren er op uit te trekken en aanmoedigen dezelfde mooie fietsavonturen te beleven als wij. De route van de North Coast 500 vind je daarom hieronder. Let op: Joris en Pepijn hebben maar een deel van de North Coast 500 gereden!