Tekst: Arjan Kruik // Foto’s: Joris Lugtigheid
Blindsee-trail rijden? Eerst de Grubigstein op!
“We gaan vandaag de Grubigstein op en via de Blindsee-trail weer naar beneden. Fietsen we vanaf hier of nemen we de gondel?” De vraag wordt gesteld door Markus Hosp, gids en techniektrainer bij Bikeguiding Zugspitz Arena in Lermoos en vandaag onze begeleider. Ik onderdruk de neiging enthousiast “ja!” te roepen; net aangekomen uit de polder hap ik al bij het omhoog sjouwen van de bagage naar mijn hotelkamer naar adem. Niet helemaal gek; ons bikehotel in het nabijgelegen Ehrwald ligt op bijna duizend meter hoogte. Toch antwoord ik Markus dat we geen gebruik maken van zijn aanbod om de kabelbaan te nemen. Immers; de fun van het afdaling die altijd volgt op de klim zit ’m ook in de prestatie die je moet leveren om boven te komen, toch?
De Grubigstein is de ‘huisberg’ van Lermoos. De top ligt op 2.230 meter, bikers kunnen net iets hoger komen dan 2.000 meter. Ondanks dat we ruim 1.000 hoogtemeters aan de zwaartekracht moeten ontfutselen, blijkt de klim op zich relatief eenvoudig. Een breed steenslagpad slingert geleidelijk langs de berghelling omhoog. Gids Markus heeft dit duidelijk vaker gedaan. Super relaxed fietst hij met ons naar boven, nooit geeft hij ons het gevoel dat we harder moeten. Willen we ook niet. Ondanks de geringe hellingshoek van de weg is het toch zweten geblazen. Ketting naar links, blik op oneindig en trappen maar. Altijd wennen, die dunne alpenlucht. Een hardnekkige miezerregen maakt het er niet beter op.
Tiroler Zugspitz Arena: skiën en mountainbiken op dezelfde bergen
Op 1.700 meter, midden tussen de skipistes, krijgen we bij een berghut even de kans om te recupereren met een groot glas apfelschorle. De pauze is goed gepland, want het houdt op met regenen. Als we aan de tweede helft van de beklimming beginnen, trekt de lucht langzaam maar zeker open. Rustig trappen we hoogtemeter na hoogtemeter weg en uiteindelijk staan we toch nog sneller dan verwacht bij het Grubigstein Gipfelhaus, met 2.028 meter het hoogste per fiets bereikbare punt. Toch vreemd, al die skiliften zonder sneeuw eronder. Het maakt Markus niet uit. ’s Winters staat hij op deze berg als ski- en snowboardleraar, ’s zomers gaat hij al ruim tien jaar met mountainbikers op pad. Markus houdt zichtbaar van zijn vak en van zijn regio. Hij wijst op de mooie plekjes en laat ons, als hij allerlei schitterende offpiste-lijnen aanwijst, weer verlangen naar de winter.
Bij veel groepen die de Grubigstein opgegidst worden, is de weg omhoog dezelfde als de weg omlaag. Er is echter ook een alternatieve route, die aan de achterkant van de Lermoser huisberg naar beneden voert: de Blindsee-trail. De start van deze route ligt even boven het middenstation. Een lastig pad volgens Markus: smal en kronkelig, met een ondergrond van losse keien die weinig grip bieden. Een behoorlijke rijtechniek is daar dus wel op z’n plaats. Met z’n brutaal ogende Specialized Stumpjumper Evo heeft fotograaf Joris al een signaal afgegeven dat hij zulke paden rauw lust, maar Markus neemt het zekere voor het onzekere en test eerst onze rijtechniek. Niet dat hij dat met zoveel woorden zegt, maar de paadjes die hij kiest laten over zijn intenties geen twijfel bestaan. Oftewel: we moeten flink aan de bak.
Nieuwe mountainbikepad: de Grubigalm-trail
“Deze paden zijn nieuw”, legt Markus uit als we halverwege even op elkaar wachten. “We zien dat steeds meer bikers trails willen rijden. Om in die behoefte te voorzien zijn nu al onze gondels geschikt gemaakt voor het meenemen van mountainbikes en hebben we op de Grubigstein nieuwe biketrails aangelegd. Uitdagend, maar bewust niet te extreem. Flow, daar gaat het om. We willen de bikers die hier komen natuurlijk niet wegjagen doordat onze trails te moeilijk zijn!”, lacht hij. En flowen doen ze, deze trails. Alhoewel er toch ook een paar listige stukken tussen zitten die vanwege de stenen en wortels alle aandacht opeisen.
Vlak boven het middenstation waar we eerder gepauzeerd hebben, verlaten we de biketrail en duikt Markus een smal pad naar rechts in. We zijn blijkbaar geslaagd voor zijn rijtechniektest! Dat pad – bekend onder de naam ‘Blindsee Trail’, maar officieel wandelroute ‘15’ geheten – is perfect voor mountainbikers. Reden: dit pad maakt deel uit van een grensoverschrijdende, transalpine wandelroute: de Adelaarsweg. Vanwege een royale Europese subsidie kon de route wat breder en steviger gemaakt worden dan een doorsnee wandelpad. Fijn, dan kunnen ook bikers eens profiteren van het belastinggeld dat Brussel zo kwistig rondstrooit.
Blindsee-trail: singletrack volgens het boekje
In eerste instantie slingert de ‘15’ zich een paar honderd meter afwisselend omhoog en omlaag en vraagt om behoorlijk wat schakel- en stuurkunst. Een singletrack volgens het boekje dus. Na een minuut of tien geeft Markus aan dat de zadels omlaag kunnen blijven; vanaf nu gaat het maar in één richting en dat is naar beneden. Bocht na bocht na bocht slingert het pad bergafwaarts. Plotseling knallen we het bos uit en worden we geconfronteerd met een uitzicht als uit een plaatjesboek. Diep beneden ons schittert het groenblauw van de Blindsee, met daarachter de grillige heuvels van de Fernpas. “Die moeten jullie ook ’s rijden”, meldt Markus. “Natuurlijk niet de drukke autoweg, maar de Via Claudia Augusta, de oude Romeinse route, die door de bossen loopt.”
Vanaf waar wij staan zien we inderdaad alleen de autoweg omhoog slingeren. Evenzogoed is het uitzicht fenomenaal. En als we beter kijken, zien we in de diepte onder ons zwemmers door het water glijden. “Als jullie een beetje doorrijden, kunnen wij ook nog een baantje trekken”, lacht Markus, die stiekem ook wel weet, dat dit pad eigenlijk niet lang genoeg kan duren. De zon is inmiddels volledig doorgebroken, het uitzicht een plaatje en het pad een droom. Maar wat voor de één een droom is, kan voor een ander een nachtmerrie zijn. Halverwege halen we twee Nederlandse bikers op oude 26-inch hardtails in. Ze hebben hun eigen kunnen en hun materiaal overschat (of de route onderschat) en overmeesteren de moeilijke passages meer glijdend en lopend dan rollend. De les die ze daaruit leren: zorg ervoor, dat je een bike hebt met een vergevingsgezinde geometrie, goede schijfremmen en stevige banden.
Bonustrail: Pfarrer-Fink-Steig
Aan alles komt een einde, dus ook aan de Blindsee-trail. Geen probleem, we zijn namelijk helemaal in de stemming voor een frisse duik het glasheldere water. De perfecte manier om zweet en stof af te spoelen! Na de Blindsee is de Fernpasstraße de kortste weg terug naar Lermoos. Maar Markus kiest niet voor de snelste, maar voor de leukste weg. Eerst pakken we een klein stukje van de Via Claudia Augusta mee, dan duikt hij links van de weg de Pfarrer-Fink-Steig in. Wat een heerlijke trail! Haast zonder trappen – maar ook zonder brutale remacties – flowen we naar beneden over het afwisselend stijgende en dalende bospad en gooien we de fiets pas een kilometer verder met een big smile in de ankers.
Dan zijn de hoogtemeters écht op en fietsen we door de Moos, het grasland op de bodem van het komvormige dal tussen Bieberwier, Lermoos en Ehrwald, terug naar ons hotel. Op het terras in de grote tuin maak ik onder het genot van een glas weizen een praatje met Corné van Wijk en Mirjam Hertog uit Tilburg. Ze zijn hier al voor de vierde keer, zeggen ze. Als ik naar de reden vraag hoeven ze niet lang na te denken: “Het is de combinatie van de goede bereikbaarheid vanuit Nederland, het fijne hotel en natuurlijk het oneindige biken”, vindt Mirjam. Corné vult haar aan: “Wij fietsen zonder gidsen. De inspiratie halen we uit de mappen met routes die hier in hotel liggen. Daarna zet ik ze in mijn gps. En de hotelbaas geeft ook goede routeadviezen, hij is namelijk zelf ook bikeguide.”
“Voordelen van de Tiroler Zugspitz Arena? Je kunt echt álle kanten op!”
Een hotelbaas die bikeguide is? Dat behoeft wat uitleg. We overnachten in de Ehrwalderhof, dat een zogenaamd bikehotel is dat deel uitmaakt van de organisatie Mountain Bike Holidays. Om zich hierbij te mogen aansluiten, moet het hotel voldoen aan een heel pakket van eisen. Zo moet er een veilige fietsenstalling zijn, een werkplaats, een hogedrukspuit om de fiets schoon te spuiten, routekennis, gidsen, bikeverhuur en nog een groot aantal andere zaken die een bikehotel geschikter maken voor bikers dan een normaal hotel. Noemden we het puissante ontbijt al? Wie ’s ochtends koolhydraten en vitaminen wil inladen om een lange bikedag door te komen, komt in de Ehrwalderhof optimaal aan z’n trekken. Volop vers fruit, verse sappen, müesli’s, verschillende soorten brood, eieren, cake en ga zo maar door. Wie alléén maar zou ontbijten en níet biken, zou in dit hotel compleet dichtgroeien.
Als ik Mirjam vraag naar de pluspunten van de Tiroler Zugspitz Arena als het om biken gaat, heeft ze haar antwoord ook al klaar: “Groot voordeel is dat het dal zo breed is, niet benauwend. En je kan echt álle kanten op. In andere gebieden kan je alleen maar omhoog en omlaag, hier kan je iedere dag iets anders doen, er is zoveel variatie. En de meeste afdalingen zijn goed te doen. Ik hou niet zo van die moeilijke downhill-paden zoals die Blindsee-trail van jullie. Wij zijn meer van het omhoog fietsen, haha. Wat mijn favoriete route hier is? Beslist die rond de Wetterstein, via de Ehrwalder en Hochfelder Alm. Tachtig kilometer en ruim tweeduizend hoogtemeters. We gaan ’m morgen rijden. Gaan jullie mee?”
Reisinformatie Tiroler Zugspitz Arena, Oostenrijk
Algemeen
De Tiroler Zugspitz Arena bestaat uit een groot, komvormig dal waaromheen de dorpen Ehrwald, Lermoos en Biberwier gegroepeerd liggen. Naamgever is de Zugspitze, met bijna 3000 meter de hoogste top van het Wetterstein-massief, dat de grens vormt tussen Duitsland en Tirol. De afstand vanaf Utrecht is net iets meer dan 800 km. Check zugspitzarena.com voor meer info.
Verblijf
Voor hun tripje naar de Tiroler Zugspitz Arena en de Blindsee-trail vonden Arjan en crew onderdak in de Ehrwalderhof. Dit hotel in Ehrwald is lid van de bikehotel-organisatie Mountain Bike Holidays, waardoor je er van verzekerd bent dat er goede faciliteiten voor bikers zijn. Ook kunnen deze hotels voorzien in gidsen, huurbikes en bike-instructie. Naast de Ehrwalderhof in Ehrwald is ook Sporthotel Schönbruh in Lermoos aangesloten bij Mountain Bike Holidays.
Huurbikes en e-mtb’s
Hardtail-rijders die in de bergen liever op een dubbelgeveerde bike zitten, kunnen bij Sport Nagele in Lermoos terecht. Prijzen zijn schappelijk: zo kost een dagje Specialized Stumpjumper rijden € 50,-. Zin om een keer een e-mtb te proberen? Een Specialized Levo kost € 60,- per dag. Met of zonder motortje en accu: alle huurbikes worden ’s ochtends bij je hotel afgeleverd en ’s avonds weer opgehaald. Je kunt ze vooraf online reserveren
Gidsen
Je kunt bij het verkennen van de Tiroler Zugspitz Arena gebruik maken van de diensten van Bikeguiding Zugspitz Arena. Wekelijks begeleiden Markus en zijn collega’s achttien verschillende tochten voor verschillende niveaus. Prijzen vanaf €45,- per dag. Maar let op! Wie verblijft in een hotel van Mountain Bike Holidays krijgt, afhankelijk van het geboekte arrangement, vaak een aantal gratis tochten-met gids. Informeer dus vooraf even in je hotel naar de voorwaarden.
Bikepark Lermoos
Geen zin in klimmen? Met behulp van een tweetal kabelbanen kun je in één ruk bijna helemaal bovenop de Grubigstein komen. Vanaf daar lopen verschillende singletracks naar het dalstation. Hoogteverschil: ruim 1.000 meter! Lekker hoor. Een dagpas voor de Grubigsteinbahn kost € 34,-. Meer info over prijzen en trails vind je op bergbahnen-langes.at.
Mountainbikeroutes
De Tiroler Zugspitz Arena, die bestaat uit onder andere de dorpen Lermoos, Ehrwald en Biberwier, heeft naar eigen zeggen meer dan 100 routes en trails. Een overzicht vind je op zugspitzarena.com of op bike-holidays.com.
Route Blindsee-trail
Bij Velozine steken we een hoop tijd, geld en moeite in de productie van reisverhalen. We willen je inspireren er op uit te trekken en aanmoedigen dezelfde mooie mountainbikeavonturen te beleven als wij. Je vindt de route van de Blindsee-trail hieronder.