Tekst en foto’s: Arjan Kruik
Het zal je niet ontgaan zijn dat we graag in Noord-Italië komen. Daar zijn goede redenen voor. Om te beginnen natuurlijk de vele trails. Die, wellicht nog belangrijker, bijna allemaal toegankelijk zijn voor mountainbikers. Dat brengt me op een tweede reden om naar Noord-Italië te gaan: het weer. Dat is niet alleen aangenamer, het is seizoen óók nog ’s langer dan aan de andere kant van de Alpenhoofdkam. En dan is er nog het dolce vita dat Italië tot zo’n prettige reisbestemming maakt. Lekker eten, goede wijn, aardige mensen, een trager tempo.
Dat geldt uiteraard ook voor de provincie Trentino. En, als je wat meer inzoemt, eveneens voor Valsugana, het dal dat ten oosten van de provinciehoofdstad Trente omhoog loopt. Grote kans dat je het kent, want de aan het begin van het dal gelegen meren – die van Caldonazzo en van Levico – zijn zeer populair bij Nederlandse kampeerders. Nou ben ik zelf niet zo’n kampeerder, maar van mountainbiken hou ik wel en ook daar zou Valsugana zich goed voor lenen. Ik hoef dus niet lang na te denken als ik eind 2022 door het verkeersbureau wordt uitgenodigd om een kijkje in hun vallei te komen nemen. Schikt mei 2023? Zéker weten, heel graag!
Door een volle agenda en een hardnekkige coronabesmetting wordt het uiteindelijk toch pas juni eer Frank, Henk en ik over de autobahn naar het zuiden kunnen rollen. We zijn redelijk zwaar beladen, met achterin de bus een drietal dikke e-mountainbikes. E-mountainbikes?! Uhh, ja, en wel op het vriendelijke verzoek van de VVV: “Bijna al onze gasten rijden tegenwoordig op een e-mtb. Het lijkt ons het best als jullie daarom ook op een e-mtb rijden.” Okay dan, als dat is wat het is, dan offeren we ons graag op…
Valsugana-Lagorai: mountainbiken over militaire wegen en paden uit WO1
Toen Italië zich in 1915, een jaar na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, aansloot bij de Britten, Fransen en Russen, troffen Italiaanse en Oostenrijks-Hongaarse troepen elkaar onder andere in Valsugana, dat toentertijd nog tot keizerrijk Oostenrijk behoorde. De Italianen veroverden Borgo Valsugana in 1915, maar nog geen jaar later moesten de Italiaanse ‘Alpini’ zich als gevolg van een Oostenrijks offensief naar het zuiden terugtrekken. Omdat beide legers zich in Valsugana opgehouden hebben, vind je aan alle kanten van het dal militaire bouwwerken. Die van de Oostenrijkers zijn gericht op het zuiden, om de Italianen af te weren. En die van de Italianen met een oriëntatie op het noorden, om de Oostenrijkers te weerstaan. Al die militaire bouwactiviteiten hebben geresulteerd in een dicht netwerk van wegen en paden, waardoor Valsugana anno nu een ideale bestemming is voor mountainbikers.
Wil je meer weten over het verloop van de Eerste Wereldoorlog in Valsugana? In Borgo Valsugana vind je een WO1-museum dat de moeite van het bezoeken waard is.
We zijn niet van suiker
Als we de Alpen vanuit het noorden naderen gaat het regenen. En als we het gebergte overgestoken zijn en de parkeerplaats van ons hotel in Levico Terme opdraaien, regent het nog steeds. De volgende ochtend? Dito. Terwijl Nederland zucht onder de droogte, komt hier genoeg water naar beneden. Of het ook te veel is? Bike-guide Giuliano, die vandaag ingeroosterd staat om met ons op pad te gaan, denkt van niet. Ja, om hoog de bergen in gaan is het vandaag niet de beste dag, maar we kunnen gerust de lager gelegen hellingen verkennen. Of willen we niet nat worden? Ja zeg, we zijn niet van suiker! Andiamo!
Ondanks dat we niet van suiker zijn, kleden we ons wel goed aan. Regenjas, waterdichte short, hoes over de rugzak. O ja, en kniebeschermers. Zeker op natte wortelpaden kun je niet voorzichtig genoeg zijn. Omdat Henk de zijne thuis heeft laten liggen, neemt Giuliano ons mee naar de fietsenwinkel van de voormalige profrenner Stefano Casagranda. “I ride with Kos Moërènhoët” Huh?! Maar Henk kent z’n klassiekers. “You mean Koos Moerenhout?” “Si si, Kos Moërènhoët!”
Rondje Levicomeer
In plaats van de geplande tocht naar de noordelijk gelegen Valle dei Mocheni neemt Giuliano ons mee voor een inrijrondje rond het Meer van Levico. Een redelijk toeristische route, maar daardoor niet minder mooi. En vanwege het slechte weer superrustig. Nadat we een oud Oostenrijks fort bekeken hebben, draait onze gids een smal bospaadje in. “Follow me!” Dat laten we ons geen twee keer zeggen. Ondanks de vele regen is het pad nog niet doorweekt. Sterker nog; de ondergrond is redelijk stevig en biedt bakken grip. Fijn met een gewone mountainbike, nóg fijner met een zware e-mtb. Als een kudde koeien dat voor het eerst de wei in mag, huppelen we achter Giuliano aan door het bos.
De Sommi op…
Als we het meer rond zijn kunnen we volgens Giuliano twee dingen doen: de bergen in of even een pastaatje eten. We kiezen voor het laatste. Vraag is alleen: wáár mogen we naar binnen? We zitten namelijk van top tot teen onder de modder! Giuliano weet wel een tentje waar dat kan. En jawel, we mogen vies en wel door een achteringang naar binnen, waar een eetkamer voor onszelf krijgen. En dan het eten! Penne all’arrabbiata, pasta carbonara, om je vingers bij af te likken. Ik begrijp wel waarom alle bouwvakkers uit de regio – check de busjes op de parkeerplaats – hier hun lunch eten. Benissimo!
Weer volop voorzien van brandstof rijden we weer verder. Bestemming: de Sommi, een 850 meter hoge heuvel ten westen van Caldonazzo. Aangezien we al op zo’n 450 meter hoogte zitten stelt de klim niet zoveel voor. En al helemaal niet op een e-mountainbike. Maar mooi is het wel, over stille, onverharde landwegen en paden, met aan het eind van de klim zelfs nog een lastig stukje singletrack. Of beter: sentiero, we zijn immers in Italië.
… en de Sommi weer af
De afdaling die Giuliano voor ons in petto heeft, is ondanks de smalle paden technisch niet zo ingewikkeld. Althans, als het droog is. Maar dat is het niet en dus is het opletten geblazen. Natte wortels en keien, glibberige klei. Vooral de secties die buiten het officiële routenetwerk vallen zijn soms behoorlijk tricky. “Die trails hebben we zelf gemaakt”, vertelt Giuliano. “Gewoon, door er regelmatig te rijden.” Kijk, zo simpel is dat dus. Niks scheppen of graafmachines, gewoon een route markeren en die rijden. En ik kan niet anders zeggen: ondanks de regen is het puur genieten. Waarbij zéker meespeelt, dat de banden van onze bikes een bovengemiddeld grof profiel hebben. Op harde ondergronden meestal teveel van het goede, hier een zegen.
Veel eerder dan we zouden willen rollen we Caldonazzo binnen. De vierhonderd dieptemeters zijn veel te snel voorbij gegaan. Giuliano kan niet langer blijven, zijn kinderen moeten van school gehaald worden. Dus wat nu? Naar het hotel voor een saunasessie? Of nog een keer omhoog? We kijken elkaar aan… dat klimmen is met een e-bike echt appeltje-eitje… Precies! Nog een keer omhoog dus! En zoals dat altijd gaat bij afdalingen: de tweede keer is nóg leuker. En nog sneller, ook dat, waardoor we al rap wéér in Caldonazzo staan. De weergoden laten daar weten dat het nu echt genoeg is geweest voor vandaag: het begint weer hard te regenen. Basta.
Arte Sella
De tweede dag krijgen we een andere begeleider: Sebastiano. Hij heeft Malga Costa als einddoel uitgekozen. ‘Malga’ is het lokale woord voor berghut. Behalve dat is Malga Costa, gelegen aan het einde van de Val di Sella, óók de ingang van Arte Sella, een uitgestrekte kunstpark. We hadden geen tijd er rond te kijken, maar hebben vanaf de trail wel een paar installaties kunnen zien. De gedachte achter Arte Sella is spannend: de exposerende kunstenaars mogen maken wat ze willen, maar moeten wel accepteren dat de natuur hun kunstwerk vervolmaakt. De bekendste is de Cattedrale Vegetale, de Groene Kathedraal. Google ‘m maar even.
Om de dik 800 hoogtemeters tot de malga te overmeesteren nemen we vanuit het dal een brede gravelweg omhoog. Normaal een flinke inspanning, met onze e-mountainbikes een relaxed tochtje. Secties van meer dan twintig procent? Met twee vingers in je neus. Nou ja, bij wijze van spreken, want helemaal vanzelf gaat het e-biken natuurlijk niet. Als je niet trapt, dan gebeurt er niks. En, zo zijn we dan ook wel weer; de turboknop blijft onaangeroerd. Desondanks arriveren we zonder heftige zweetplekken bij de malga. Even een bakkie doen en dan weer gáán, want Sebastiano moet om een uur weer op kantoor zijn.
Nog een rondje
Het pad omlaag is andere koek. Niet overdreven smal of steil, maar de bovenste sectie is door de overvloedige regen in een bergbeek veranderd. En onderin ligt een dikke laag losse keien. Ook hier weer blijken onze dikke e-mountainbikes op hun plaats. De banden zorgen voor grip, de vering vangt de klappen op en de lange en luie geometrie en het lage zwaartepunt zorgen voor rust in de tent. Wat een apparaten! Als de sentiero weer aansluit op de grindweg van vanmorgen spreek ik Sebastiano even aan. Of-ie het goed vindt dat wij nog even een rondje doen. Natuurlijk vindt-ie dat goed. En even later knallen we weer omhoog. Niet over de brede grindweg, maar over de trail die we net zijn afgedaald. Gewoon, omdat het kan. Lachen man, die elektrische mountainbikes!
Strada militare
Op de derde en laatste dag in Valsugana is Sebastiano weer van de partij. Hij is echter niet alleen, maar samen met Stefano. Het waarom is me niet helemaal duidelijk, maar het heeft er mee te maken dat Sebastiano de route die we vandaag gaan rijden niet kent, maar wel Engels spreekt. En dat Stefano de route juist heel goed kent, maar geen woord buiten de deur spreekt.
Stefano is instructeur van de Scuola Italiana e-Bike. Hij neemt ons vandaag mee de Monte Lefre op, een berg van zo’n 1.400 meter hoog, met op de westelijke flank een Italiaanse uitkijkpost uit de Eerste Wereldoorlog. De weg ernaartoe voert over een oude strada militare, die zich slingerend door het bos een weg omhoog baant. Het is een karakteristieke militaire weg, met een relatief gematigd stijgingspercentage van rond tien procent en een hele lading op elkaar gestapelde haarspeldbochten. Tof!
Op het hoogste punt rollen we door een fraaie vallei met de naam Malga Valle relaxed een stukje omlaag naar het militaire bolwerk aan de westkant van de berg. Ik snap wel dat de Italianen die hier gebouwd hebben; de hele Suganavallei is zichtbaar. En beschietbaar, ook niet onpraktisch in tijden van oorlog. De top van de Monte Lefre is één grote gatenkaas, met een heel stelsel aan grotten, gangen en kijkgaten. Wie de moeite neemt een lamp mee te nemen kan er gewoon doorheen fietsen.
Muildierpad
De terugweg loopt eerst nog over dezelfde strada militare, maar op het hoogste punt buigt Stefano naar links af. “Jullie wilden toch een sentiero tecnico? Nou, dan kríjg je een sentiero tecnico”, zegt hij met een ondeugend lachje. Even later snap ik waarom: het smalle pad slingert over een graat aan de noordkant van de berg in een oneindig aantal haarspeldbochten naar beneden. Nou ja, oneindig: het zijn er negenendertig. Zelf geteld. Als ik bij de eerste haarspeldbocht een foto heb gemaakt, berg ik m’n camera op, doe ik m’n handschoenen aan en rol ik zonder te stoppen in één ruk naar beneden. Soms zijn er belangrijkere dingen dan foto’s maken.
Snel recht stuk, bocht, recht stuk, bocht, recht stuk, bocht en ga zo maar door. De flow waarin je dán komt is echt schandalig lekker. Eenmaal beneden bedenk ik dat dit eigenlijk geen sentiero is, geen voetpad, maar een mulattiero, een muildierpad. Ik herken de karakteristieke constructie; in de bergen boven het Comomeer, waar ik heel veel tochten heb gemaakt, vind je ze ook. Deze paden werden gebruikt om wapens en munitie op de ruggen van muildieren naar boven te transporteren. Vandaar ook de krappe haarspeldbochten: lastig voor een mountainbiker, maar voor een muildier geen probleem.
Napraten met pasta
In het oude stadje Pieve Tesino, dat pal tegenover de Monte Lefre ligt, bestellen we op een overdekte terras pasta met een koele birra analcolica. Ook hier bouwvakkersbusjes voor de deur, dan weet je dat je qua eten goed zit. We zijn inmiddels weer met z’n drieën. Sebastiano moest weer naar kantoor en ook Stefano had nog andere verplichtingen. Prima, dat geeft ons de gelegenheid om ongestoord de afgelopen dagen te evalueren.
Valsugana is heel erg goed bevallen. De prachtige omgeving is natuurlijk niet te missen en dito voor de lekker pastaatjes, maar dat is niet het enige. Het is ook het enorme aanbod aan paden en onverharde wegen, waardoor er voor iedere mountainbiker wat leuks te vinden is. Maak je graag lange tochten met veel hoogtemeters en mooie vergezichten en ben je minder gefocust op technische trails, dan kom je in Valsugana zeker aan je trekken. Maar het omgekeerde geldt ook. Alhoewel de VVV er niet mee te koop loopt, zijn er volop paden voor liefhebbers van uitdagende technische afdalingen. Er is online genoeg te vinden en ook met een goede kaart kom je een heel eind.
De VVV claimt ruim duizend kilometer aan routes en alhoewel dat enigszins overdreven lijkt, is het zeker dat je gerust een paar weken in Valsugana kunt rondtoeren zonder ooit twee keer hetzelfde pad te rijden. Want echt, met drie routes in drie dagen hebben we slechts een fractie gezien van wat Valsugana mountainbikers te bieden heeft. Voor mij een reden om nog eens terug te gaan. De routes staan alvast in m’n Komoot: de Sentierro della Pace, de Sentierro Panarotta, de Giro della Marzola… er is nog genoeg te ontdekken in Valsugana. Arriverderci!
Tot slot een bedankje aan Guiliano, Sebastiano en Stefano voor hun begeleiding en aangename gezelschap en aan Sytske voor het mogelijk maken van deze reis.
Reisinformatie Valsugana-Lagorai, Italië
Algemeen
Het is zo’n 1.100 kilometer met de auto van Utrecht naar het oude kuuroord Levico Terme, dat gelegen is aan Lago di Levico. Levico Terme heeft een eigen treinstation. Vliegen kan op het Verona of Venetië. Meer info vind je op visitvalsugana.it. Ook als je op zoek bent naar informatie over de mountainbike-mogelijkheden in Valsugana is deze website een goed startpunt.
Beste seizoen
Het fietsseizoen begint in het zuidelijk gelegen Valsugana al in april en duurt lekker lang, tot eind oktober. De hoger gelegen gebieden kunnen tegen die tijd echter al wel wat fris zijn.
Verblijf
Arjan, Frank en Henk verbleven in sporthotel Cristallo, fraai gelegen aan de rand van Levico Terme. Dit hotel heeft zich gespecialiseerd in een clientèle op twee wielen. In voor- en najaar zijn dat vooral groepjes wielrenners, in het zomerseizoen ook veel mountainbikers. En motorrijders, vergeet ook die niet. Je moet de garage van het hotel dus delen met dikke BMW’s, KTM’s en Ducati’s. En in de ontbijtzaal tref je ’s ochtends niet alleen de gebruikelijke lycrabrigade op badslippers, maar ook veel over omvangrijke buiken gespannen zwartleren vesten…
Je vindt in Valsuga-Lagorai ook nog een groot aantal andere hotels en campings die zich gespecialiseerd hebben in fietsers. Dat wil zeggen dat er altijd iemand aanwezig is die je in het Duits of Engels op weg kan helpen bij het kiezen van routes. Ook kun je er een gps-apparaat huren met voorgeprogrammeerde routes. Ga je graag met een groepje op pad? Twee maal per week kan je mee met een gegidste tocht. Je vindt alle informatie over deze bike-specialisten op valsugana.it.
Mountainbikeroutes
Onze crew is iedere dag op pad geweest met een lokale gids en hoefde zich dus niet te verdiepen in de te rijden routes. Een luxe omstandigheid, maar niet noodzakelijk om mooie routes te rijden. Wie in hotel Cristallo verblijft kan op weg geholpen worden door de mountainbike-experts van het huis, waaronder de eigenaar en bike-guide Daniele Acler. Hij gaat graag met je mee om je zijn favoriete trails te laten zien. Je vindt zijn routeselectie ook op de website van Cristallo.
Ook op de website van Valsugana-Lagorai is een vrij omvangrijke selectie aan routes te vinden. En daarnaast kun je ook altijd zelf lekker op ontdekkingsreis gaan. In principe zijn alle wegen en paden toegankelijk voor mountainbikers, tenzij expliciet is aangegeven dat het niet is toegestaan.
Gereden mountainbikeroutes in Valsugana-Lagorai
Bij Velozine steken we een hoop tijd, geld en moeite in de productie van reisverhalen. We willen je inspireren er op uit te trekken en aanmoedigen dezelfde mooie mountainbikeavonturen te beleven als wij. De routes die we voor dit verhaal gereden hebben vind je daarom hieronder.