Tekst: Arjan Kruik // Foto's: Jarno Schurgers
Gletsjerski- én mountainbikegebied Stubaital
Een van de mooiste gletsjerskigebieden van de Alpen is ongetwijfeld dat van het Tiroolse Stubaital. Tijdens een snowboardtripje kom ik in contact met de skigids Robert Peer. Na afloop van de off-piste-clinic komen we, met een lekker potje bier erbij, natuurlijk óók te spreken over de mountainbikemogelijkheden in het Stubaital. Als ik Robert vertel dat ik nog nooit één meter door zijn dal gefietst heb, heb ik gelijk een uitnodiging te pakken! Als we nog ’s in de buurt zijn, moeten we hen zéker even bellen voor een rondje trappen over zijn favoriete paadjes, zo verzekert hij me. “Doen we!”, antwoord ik net zo enthousiast.
“Een van de mooiste gletsjerskigebieden van de Alpen is ongetwijfeld dat van het Tiroolse Stubaital. Dat je er ook heerlijk kan biken is helaas minder bekend.”
Een uitnodiging krijgen is één, ’m accepteren is weer een heel ander verhaal. Want hoe leuk het ook is om met een local een bike-tocht te maken, vanwege drukte en andere verplichtingen schuift het zomerse bezoek aan het Stubaital toch op de lange baan. Tot afgelopen zomer, als ik een paar dagen voor zaken in Innsbruck moet zijn. En welke dal ligt vlak bij deze Tiroolse hoofdstad? Precies, het Stubaital! Een afspraak met Robert is dus snel gemaakt en een paar weken later, op een mooie zaterdagochtend in augustus, treffen we elkaar in de lobby van ons hotel in Neustift. Tijd voor een bakkie is er niet, we gaan direct rollen. Robert wil namelijk op die ene dag dat we zijn gast zijn twee verschillende routes rijden. Pfff, dat wordt aanpoten!
Miederer Berg
De eerste toer gaat naar de top van de Miederer Berg, een 1.600 meter hoge bult aan de noordoostkant van het dal. De eerste meters rollen we nog door bebouwing, maar al snel verruilen we de geasfalteerde weg voor een schotterstraße door een dicht bos. Mooi, maar steil. Zo vers uit polder is het – als altijd – weer flink wennen aan de hoogte. Gelukkig draait Robert na een kleine honderd hoogtemeters een smal, met dennennaalden bedenkt pad in, dat afwisselend stijgend en dalend heerlijk gelijkmatig de hoogtelijn blijft volgen. Yes! Dit is mountainbiken op z’n best! Snel, actief en spannend, maar niet té spannend.
“Gelukkig draait Robert na een kleine honderd hoogtemeters een smal, met dennennaalden bedenkt pad in, dat afwisselend stijgend en dalend heerlijk gelijkmatig de hoogtelijn blijft volgen. Yes! Dit is mountainbiken op z’n best!”
Koffie met uitzicht en gebak
Na een kilometer of wat duiken we een steil dal in, doorsteken een drooggevallen beek, klimmen weer een flink aantal hoogtemeters en pakken vervolgens de draad weer op als de route glooiend door het bos zijn weg vervolgt. Als altijd als we met een fotograaf op pad zijn, duurt het allemaal wat lang er dan gepland. Of beter; langer dan Robert had gepland. Als we bij de steenslagweg aankomen die naar de top van de Miederer Berg voert, stelt onze begeleider voor de rest van de klim maar over te slaan en de lift omhoog te nemen, om zo wat van de verloren tijd in te halen. We stribbelen niet tegen; een berg helemaal op fietsen kunnen we ook een andere keer nog doen, toch? En dus zitten we een klein kwartiertje later lekker aan de koffie met gebak in de Ochsenhütte, een gezellige berghut bovenop de Miederer Berg.
“Omdat we in tijdnood komen, stelt Robert voor om de rest van de klim maar over te slaan en de lift omhoog te nemen. We stribbelen niet tegen; een berg opfietsen kunnen we ook een andere keer nog doen, toch?”
Spannende paadjes
Omlaag pakken we natuurlijk niét de gondel. Robert weet namelijk een spannend paadje terug naar Neustift. “Of rijden jullie liever de schotterstraße omlaag?”. Tja, wat denkt-ie nou, deze berggeit? Dat we als laaglanders niet van afdalen houden? En dus knallen we enthousiast achter onze gastvrije gids aan. De eerste driehonderd meter zijn vanwege de vele wortels, keien en modder nogal sketchy, maar dan gaat het pad het bos in en begint het feest. Over een glad, met dempende dennennaalden bedekt pad rollen we de Miederer Berg af, totdat we bij hetzelfde bergbeekje belanden als op de heenweg. Als we dat overgestoken zijn rollen we het pad van eerder vanmorgen in omgekeerde richting weer af. Weer in het dal rijden we een klein stukje om voor een verfrissende duik in de Kampler See. Lekker!
“Tja, wat denkt-ie nou, deze berggeit? Dat we als laaglanders niet van afdalen houden? En dus knallen we enthousiast achter onze gastvrije gids aan.”
EinsEinser en ZweiZweier
De middag heeft Robert ingepland om ons de trails op de flanken van de Elferspitze te laten zien. EinsEinser Trail heet die route, naar de naam van de berg waarop-ie ligt: de 2.505 meter hoge Elferspitze. De EinsEinser Trail is bijna vijf kilometer lang en daalt zo’n 800 hoogtemeters, vanaf het bergstation van de gondelbaan tot in het dal. Parallel aan de EinsEinser loopt de nieuwe ZweiZweier. Net zo lang, maar volgens Robert meer flowy, zodat-ie toegankelijker is voor meer bikers. Omhoog fietsen via een grindweg kan prima, maar vanwege de zware enduro- en freeridebikes waarmee de locals deze route veelal pakken is de lift favoriet. En waarom ook niet, de uitbaters van de Elferbahn rekenen niets extra’s voor het meenemen van de bike. En dat hebben we in de Alpen nog maar weinig meegemaakt. Goed geregeld!
“De uitbaters van de Elferbahn rekenen niets extra’s voor het meenemen van de bike. En dat hebben we in de Alpen nog maar weinig meegemaakt. Goed geregeld!”
Na het zwemmen is Robert nog even langs zijn huis gereden om z’n toerbike om te ruilen voor een dikke freeridebak. Wij moeten het doen met wat we hebben. Bij het verlaten van de gondel, te midden van al die heavy-duty afdaalbolides, voel ik me in eerste instantie flink undergunned, zéker nadat Robert me verzekert heeft dat je toch echt minimaal 150 mm veerweg nodig hebt om de EinsEinser te overmeesteren. Maar ik laat me niet gek maken. We hebben overal in de Alpen al meegemaakt; veel locals zijn er stellig van overtuigt dat je hun home trails alleen maar op een dikke bak kunt nemen. Terwijl je vervolgens op een moderne trailbike met een paar solide remmen, dito banden en een dropper-post prima naar beneden komt.
Après-bike
Trailbikes zoals die van ons, zo blijkt. Want ondanks Roberts waarschuwingen, is de EinsEinser ook met een trailbike goed te doen. Okay, een gemütliche flowtrail is het niet, daarvoor zitten er teveel heftige wortelsecties en krappe haarspeldbochten in. Maar er is geen moment dat we niet zelf volledig in charge zijn. Hulde aan de bouwers dus. En de tweede run over de ZweiZweier is al helemaal appeltje eitje. Wat een feest!
“Het is iedere keer weer verbazingwekkend hoé snel je hoogtemeters onder je kunt verbranden. Als Sebastiaan en Joris nog voor een tweede rondje gaan, zonder fotograaf, rijden ze in iets minder dan twaalf minuten naar beneden. Lekker hoor!”
Het is iedere keer weer verbazingwekkend hoé snel je hoogtemeters onder je kunt verbranden. Als Sebastiaan en Joris nog voor een tweede rondje gaan, zonder fotograaf, rijden ze in iets minder dan twaalf minuten naar beneden. Lekker hoor. Maar daarna is de koek toch echt op. De lift stopt met draaien, een onmiskenbaar signaal om ook aan de après-bike aandacht te schenken. Dat doen we op het terras van het hotel, lekker in het zonnetje met een koele Weizen erbij. Proost. En bedankt Robert, voor de geweldige dag in het Stubaital. Mogen we nog eens langskomen?
Reisinformatie Stubaital
Algemeen
In het vijfendertig kilometer lange Stubaital is een zijdal van het Wipptal, het dal dat je helemaal door rijdt als je de Brennerpas richting Italië neemt. Het dal loopt van 900 meter hoogte bij de ingang tot 1.700 meter hoogte bij het liftstation naar de gletsjer van Stubai. In het dal ligt een hele zwik leuke dorpen die als uitvalsbasis kunnen dienen, met Telfes, Fulpmes en Neustift als grootste drie.
Ernaartoe
Het is ongeveer negenhonderd kilometer met de auto vanuit Utrecht naar het Stubaital. Vliegen kan op Innsbruck, daarna is het nog een klein half uurtje rijden.
Verblijf
Arjan, Joris en Sebastiaan verbleven in hotel Stubaierhof in Neustift, in het midden van het dal. Een prima uitvalsbasis, want niet alleen zit je snel op de biketrails van het Stubaital zelf, maar ook op die van de Mutterer Alm boven Innsbruck en het bike-park in het Wipptal, even ten zuiden het Stubaital. En je zit vanuit Neustift binnen een half uur in het centrum van Innsbruck. Leuk voor een avondje stappen…
Routes
In het rond het dal liggen vele tientallen al dan niet gemarkeerde bike-routes. Van rustige toer-routes tot knalharde enduro-trails en alles ertussenin. De routes, met een totale omvang van zo’n 720 kilometer, zijn goed uitgepijld. Bijna alle liften nemen bikers mee naar boven en wie geen eigen bike heeft kan die overal in de omgeving huren. Bij de plaatselijke VVV’s vind je een gratis routekaart. Kijk op voor route-suggesties, online-kaartmateriaal en gpx-downloads op stubai.at/nl.
Bike-guide
Arjan ging op pad met bike-guide Robert Peer. Deze beroepsberggeit is niet alleen een zeer goede biker, maar ook een fijne vent om mooie tochten mee te rijden. Robert laat je graag de mooiste routes zien en schaaft al gaande ook je rijtechniek graag even bij. Je bereikt ’m op bergradl@gmx.at.
Tip: Innsbruck Bike City Card
Met de Bike City Card heb je toegang tot alle trails rondom Innsbruck: de Nordkette, Bikepark Innsbruck en de Elfer-trails in het Stubaital. Een dagkaart kost € 38,-, vier dagen komen op € 122,-. Kijk voor verkooppunten op innsbruck.info.
Mountainbikeroutes Stubaital
Bij Velozine steken we een hoop tijd, geld en moeite in de productie van reisverhalen. We willen je inspireren er op uit te trekken en aanmoedigen dezelfde mooie mountainbikeavonturen te beleven als wij. Je vindt de door ons gereden trails en routes in het Stubaital hieronder.